Digitale nomads willen een digitaal land | De Facebook metaverse: sprookjesinternet of privacynachtmerrie? | Is Picnic een platform?

Goedemorgen! Afgelopen week KlusCV / GigCV mogen presenteren op het ‘Digital Worker Inquiry’ congres (slides in PDF), een podcast met De Werkvereniging opgenomen en verder vooral druk geweest met de voorbereidingen van de lancering van KlusCV op 15 December en de lancering van mijn rapport over portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers op 25 November. De focus lag deze week op de juridische kant: verwerkingsovereenkomsten, verwerkingsregisters, privacyverklaringen en meer juridische festiviteiten. Altijd fijn om dan een goede partner, in dit geval ICTRecht, te hebben. Ook deze week weer 5 mooie stukken uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Mooie week!

A community of digital nomads wants to build an internet country for digital citizens – The Next Web

A community of digital nomads wants to build an internet country for digital citizens – The Next Web

Tijdens de lockdowns hebben veel kenniswerkers ervaren dat de locatie waar je bent en waar het kantoor van jouw werk- of opdrachtgever staat niet veel met elkaar te maken hoeven te hebben. Natuurlijk speelde dit ook al lang voor corona waar professionals locatie onafhankelijk werkten en zo het verkennen van de wereld het werken voor bedrijven en opdrachtgevers combineerden. waar in veel gevallen vraag en aanbod van werk elkaar treft op een online platform.

En deze groep is intussen flink gegroeid. In dit stuk: “As of 2021, there are over 35 million digital nomads roaming the globe, the population equivalent of Canada. And with an annual spending power of $787 billion, they’d also be considered one of the world’s 50 most prosperous nations after Portugal and Saudi Arabia.”

Het is niet verrassend dat landen inspelen op deze trend en proberen deze groep ‘digital nomads’ te lokken met leuke voordelen; “Sweetheart deals like income tax breaks, subsidized housing, and free multiple entry have become as popular as employee work benefits. The opportunities are so numerous, solutions exist just to help you “amenity shop” the perfect country Airbnb style. While not all the reviews of these new programs are glowing, the mere fact that countries are courting remote workers so intensely is worth watching.”

Hier wordt nog gesproken over fysieke landen, waarbij het niet verrassend is dat Estland vaker in het stuk wordt genoemd. In 2017 schreef ik het stuk ‘How Estonia became the most digital country in the world.’ Maar wat zeggen grenzen nog in een digitale wereld? In dit artikel komt het initiatief ‘Plumia’ naar voren:

“Plumia is a collective of 1k+ remote workers and digital nomads who have come together to reimagine what global mobility and governance structures might look like in the 21st century – Plumia wants to build the alternative using decentralized technologies, while also working with countries and institutions on policies that achieve common goals. – Plumia aims to offer everyone the chance to become a global citizen. Begun in 2020 as an independent project by remote-first travel insurance company, SafetyWing, Plumia’s plan is to combine the infrastructure for living anywhere with the functions of a geographic country.”

Wat mij betreft een super interessant project om te blijven volgen.

Wat zit er achter het nieuwe gezicht van Facebook? – NRC

Wat zit er achter het nieuwe gezicht van Facebook? – NRC

Twee weken geleden schreef ik er al over: de vermoedelijke naamswijziging van Facebook. Afgelopen week werd het nieuws van een nieuwe naam (voor de holding, niet het social media platform) bekendgemaakt door Mark Zuckerberg. De holding boven Facebook gaat, net als straks het aandeel op de beurs, ‘Meta’ heten.

Deze stap maakt duidelijk dat het Facebook, uhm… Meta, duidelijk is dat de toekomst van het social media platform niet meer de enige pijler van succes is. En dat deze daardoor ‘ruimte’ moet maken voor nieuwe initiatieven de het ‘succes’ van het social media platform moeten kunnen evenaren.

Meta zet de komende jaren hoog in op een ‘nieuwe’ ontwikkeling: de metaverse. Een parallelle online wereld waar je met een eigen avatar in kunt opereren. Meta ziet de metaverse als een 3D omgeving met VR-brillen, terwijl veel experts het er over eens zijn dat het voorlopig nog echt wel een 2D wereld zal blijven. Voor Meta is deze stap een manier om jonge mensen, een doelgroep waar het social media platform Facebook moeite heeft aan te spreken, te betrekken. Maar nog belangrijker: er zitten natuurlijk ontzettend veel business kansen in een concept als de metaverse. Verkoop van virtuele en fysieke goederen, het faciliteren (en verkopen) van ervaringen en niet te vergeten: het verkopen van de hardware die nodig is om deze ervaring te beleven.

In deze video zie je hoe Angelika Gifford, chef van Meta Europa, de plannen uit de doeken doet. Hierbij geeft ze aan dat Meta / Facebook van de fouten uit het verleden heeft geleerd (is dat zo, show me…) en dat zij het er over eens zijn dat Meta niet het alleenrecht zal krijgen van de metaverse. Meta is intussen met de andere big tech bedrijven in gesprek.

Ik volg de ontwikkelingen rondom de metaverse al een tijdje. Uiteindelijk is de metaversie natuurlijk niets meer of minder dan een platform. De metaversie is verder ook niet nieuw: wie kent second life nog? Wat er nu anders is, is dat de technologie verder is doorontwikkeld en iedereen 24/7 verbonden is. En dat biedt kansen. Ik ben er nog niet over uit wat ik van de metaverse, dat ook wel web3.0 wordt genoemd, moet vinden. Intussen heb ik de nodige ervaring op dit soort platformen en zie ik echt wel de voordelen, maar wanneer ik naar een toekomstbeeld kijk dat Facebook presenteert krijg ik er ook een beetje een beeld van ‘The Matrix’ bij, waar er een nieuwe middenklasse is die alleen digitaal nog de deur uit gaat en een nieuwe onderklasse die ten dienste staat aan deze middenklasse. De film ‘Ready Player One’ (check de trailer) geeft ook een interessant beeld van deze wereld. Niet een beeld waar ik heel gelukkig van wordt.

Maar er liggen natuurlijk ook ontzettend veel kansen, al zijn er nog wel ontzettend veel vragen die beantwoord moeten worden. Ik denk dat overheden meer dan ooit een mening moeten vormen over dit soort ontwikkelingen. Wat is de rol van een overheid in een dergelijke parallelle online wereld en hoe borg je publieke waarden? Mensen gaan hier aankopen doen, er zullen vast verschillende digitale currencies komen die niet onder toezicht staan van wie dan ook en de vraagstukken die we nu voor social media platformen hebben zullen in deze wereld alleen maar worden versterkt. En juist dat laatste geeft mij het gevoel dat juist een bedrijf als Meta/Facebook, dat intussen heeft aangekondigd 10.000 mensen te willen aannemen die zich richten op deze ontwikkeling en meer dan 10 miljard dollar te willen investeren, misschien wel de minst geschikte partij is om voor te lopen in deze metaverse. Dit gezien het blijkbaar niet lukt om de vraagstukken en uitwassen van een web2.0 platform in de hand te houden. Prima dat ze aangeven dat ze hebben geleerd, maar het is natuurlijk vrij naïef om het bedrijf op zijn blauwe logo, uhm… ogen, te vertrouwen.

Des te meer reden om aandacht te besteden aan open standaarden, interoperabiliteit en regelgeving. En dan bij voorkeur vooraf en niet achteraf.

Uber, DoorDash, Lyft and Amazon could face billions in fines if they mislead over wages, FTC official warns – MarketWatch

Uber, DoorDash, Lyft and Amazon could face billions in fines if they mislead over wages, FTC official warns – MarketWatch

Het klikt zo logisch: hoeveel verdien je met het uitvoeren van een klus. En hoewel het logisch klinkt, is dit in de ‘on demand’ kluseconomie vaak niet het geval. De opbouw van de verdiensten zijn door de jaren heen steeds ingewikkelder geworden, waardoor het lastig te bepalen is wat de platformwerker die via on demand platformen diensten aanbiedt (veelal bezorging en taxi) er nu per uur aan overhoudt. Dit zag je ook in de discussie in de UK toen Uber chauffeurs werden ‘gepromoveerd’ naar de ‘worker’ status: wat is nu wel en wat is geen werktijd? Ook zijn er genoeg zaken bekend waar on demand platformen uurgemiddelden afspraken, maar voor het gemak de fooi meenamen in de berekening. Of simpelweg de fooi (deels) in eigen zak stak.

In dit stuk: “The FTC announced this week that it has warned more than 1,100 companies and businesses that it is illegal to “deceive or mislead” consumers about potential earnings, and that they could be subject to financial penalties. <..> Numerous studies by labor experts, and gig workers themselves, regularly contradict much-higher average wage claims by gig companies.”.

Naar mijn mening moet er veel meer aandacht komen in transparantie (en accountability) in prijsstelling en in de informatiepositie van de werkende in de platformeconomie in het algemeen. En dat zeker voor de platformen die vinden dat de aanbieders freelancer en dus ondernemer zijn. Immers: je kunt als ondernemer alleen de juiste keuze maken wanneer je toegang hebt tot de juiste informatie.

Picnic Engineering

Picnic Engineering

Afgelopen week kwam ik via Linkedin op de blogsectie van Picnic terecht:

“Picnic is the world’s fastest growing online supermarket with a unique business model and a highly engaged customer base. Our mission is to make grocery shopping simple, fun, and affordable for everyone.”

Hoewel Picnic niet naar buiten toe een tweezijdige marktplaats en platform is, maakt het bedrijf intern ontzettend veel gebruik van verschillende platform technologieën. Er is niet persé één blog die ik aanbeveel, maar het is vooral interessant om eens door de berichten heen te scrollen om te zien hoe Picnic platformen gebruikt in de gehele operatie.

Is Picnic een platformbedrijf? Ja en nee. Het is geen marktplaats als Uber en Airbnb. Ik zou het eerder een technoligiebedrijf noemen, net als alle flitsbezorgers waar we nu zo veel over lezen. Ook dit zijn geen pure platformbedrijven, maar zij maken net als Picnic wel veel gebruik van platform technologie voor de interne operatie. Ik denk dat ik binnenkort maar eens met deze bedrijven in gesprek ga om nog beter te kunnen duiden hoe we dit type bedrijven moeten omschrijven.

Waarom het geloof in technologie het einde van onze vrijheid kan betekenen

Waarom het geloof in technologie het einde van onze vrijheid kan betekenen

“Techno-optimisten willen ons maar al te graag doen geloven dat meer en meer data ons leven makkelijker maken. Maar in de praktijk betekent het geloof in technologie het einde van de politiek en het einde van onze vrijheid.”

Een fijn essay om te lezen in de week van de lancering van Meta.

In de media

Uitbuiting is voor platformbedrijven misschien toch geen levensvatbaar businessmodel | Trouw

Uitbuiting is voor platformbedrijven misschien toch geen levensvatbaar businessmodel | Trouw

Afgelopen week verscheen dit stuk in Trouw, inclusief bijdrage van ondergetekende. Helaas wel achter een betaalmuur.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Flitsbezorging: nieuwe wijn in oude zakken? | Facebook krijgt een nieuwe naam: een analyse | Is de registratieplicht voor o.a. Airbnb een succes? | Europarlementariërs met boter op het hoofd.

Goedemorgen! Afgelopen week was hij dan eindelijk klaar: mijn rapport over mijn onderzoek naar de portabiliteit van reputatie- en transactiedata voor platformwerkers. Het stuk (bijna een boek met 10.000 woorden) is intussen door naar de vertaler en eind November zal het rapport worden gepresenteerd. Een persoonlijke mijlpaal. Hier onder alvast de inhoudsopgave. Tussendoor nog radio interviews voor Radio 1 en BNR gegeven. Ik heb mij dus weer goed vermaakt 😉 Ook deze week weer 5 artikelen verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

Facebook plans to change company name to focus on the metaverse – The Verge

Facebook plans to change company name to focus on the metaverse – The Verge

Deze week kwam via een artikel in The Verge naar buiten dat Facebook waarschijnlijk van naam gaat veranderen. Het social media platform zal Facebook blijven heten, maar er zal een overkoepelend merk boven worden geplaatst als paraplu waar de diverse labels onder komen te hangen. De naam Facebook blijft volgens deze geruchten dus bestaan, niet iets heel spannends zou je kunnen zeggen. Of toch wel?

Deze wijziging zou een keerpunt zijn in de strategie die het bedrijf de afgelopen jaren heeft gevolgd. Bij grote aankopen als Instagram en Whatsapp bleef de naam Facebook superieur en werden nieuwe labels voorzien van een ‘by Facebook’ toevoeging. Ik vermoed dat deze toevoeging paste bij de strategie om van Facebook één platform te maken en ook de technologie aan de achterkant, wat het voor beleidsmakers lastiger maakt om de boel weer op te breken. Maar Facebook als paraplu van een breed scale aan diensten: dat lijkt nu dus te gaan veranderen.

Hoe logisch is deze stap? Nou… eigenlijk heel logisch. Je ziet al jaren dat de activiteiten van Facebook steeds breder worden dan dat éne social media platform. Zo hebben zij naast platformen Instagram en Whatsapp ook de VR-brillen Oculus, een deze week aangekondigde digitale portemonnee Novi en ambities voor nieuwe diensten, zoals het grote ambitieuze project voor een Facebook Metaverse: een parallelle onlinewereld. Dit alles onder de naam van één van de producten blijven uitdragen is daarmee niet handig en uitlegbaar en beperkt de kansen voor groei.

Met de grote ambities van het Metaverse platform (of ecosysteem) en mogelijk ook de neergang van het Facebook platform komt er een moment dat een sub merk het hoofd merk overstijgt. En dat is niet handig en wenselijk. Facebook lijkt met deze stap de strategie van Google te volgen, die op een gegeven moment alles onder de naam Alfabet heeft ondergebracht. Voor de buitenwereld, maar ook voor het moederbedrijf, wordt de boel zo overzichtelijker en wordt het ook logischer om meer niet social media gerelateerde initiatieven te starten of overnames te doen.

Naast het creëren van duidelijk en kansen is deze stap natuurlijk ook een stap om de naam Facebook, een naam die de laatste jaren en zeker de laatste maanden zwaar onder vuur ligt, minder centraal te zetten in het bedrijf. De negatieve berichtgeving heeft uiteraard impact op de lading van het merk. Niet alleen voor buiten, maar ook voor binnen. Zo geeft het bedrijf medewerkers tips hoe zij het beste met kritiek op verjaardagsfeestjes kunnen omgaan. En hoewel het de vraag is in hoeverre gebruikers zich iets aantrekken van deze publiciteit, is het duidelijk dat er iets moet veranderen. Wat dat betreft is het natuurlijk geen toeval dat Facebook juist nu met deze wijziging lijkt te komen. Al zal de buitenwereld er niet al te veel van merken.

Die focus op de buitenkant, dat is waar wat mij betreft ook de schoen wringt. Je kunt duidelijkheid en kansen creëren met een nieuwe paraplu, maar het is de grote vraag wat er achter de schermen gaat gebeuren. De onthullingen de laatste maanden, maar ook de boeken die over het bedrijf zijn geschreven, laten zien dat er echt iets structureels mis is met de bedrijfscultuur en dat de macht van oprichter Mark Zuckerberg ongekend en ongezond is. Dit ga je niet oplossen met een nieuwe naam. En met de groei ambities, zo heeft Facebook onlangs aangekondigd in Europa 10.000 extra mensen te willen aannemen, is het juist nu belangrijker dan ooit om niet de naam (het kadopapiertje voor de buitenkant), maar de kern en cultuur van de organisatie te veranderen. En dat is een veel grotere uitdaging wat begint bij kritische zelfreflectie. En dat lijkt vooralsnog te ontbreken. Hiermee is en blijft Facebook de grootste bedreiging voor zichzelf. Al weten we intussen dat de effecten van dit risico ook, of beter gezegd juist, buiten de muren van Facebook ligt.

Opinie: Registratieplicht accomodaties is mooi, maar geen wondermiddel in de strijd tegen ongewenst toerisme | De Volkskrant

Opinie: Registratieplicht accomodaties is mooi, maar geen wondermiddel in de strijd tegen ongewenst toerisme | De Volkskrant

Vorige week kopte meerdere kranten met het nieuws dat Airbnb in Amsterdam door de registratieplicht driekwart van het aanbod heeft verloren. “Uit de peilingen op 28 maart en 4 oktober blijkt dat het aantal verhuuradressen op het platform is gezakt van 16.648 naar 2924. Samen met andere aanbieders, zoals Booking.com, Expedia, Tripadvisor en VRBO, ging het totale aantal adressen in Amsterdam van 18.715 naar 4128.”

Ik zag dat dit nieuws vaak als goed nieuws werd onthaald en hét bewijs dat de registratieplicht helpt. Mijn vraag was meteen: leuk die cijfers, maar wat is het verhaal achter die cijfers? Uiteindelijk gaat het om absolute aantallen in het aantal verhuurde nachten en is het de vraag of de activiteiten nu (fingers crossed) de grootste impact van covid achter de rug is misschien wel weer snel gaan groeien? Mijn belangrijkste twijfel was dus of er niet te vroegwerd gejuicht en of de inactieve accounts door het invoeren zijn verdwenen, maar dit veelal al accounts waren die toch gene verhuur meer deden. Een account aanmaken is immers zo gedaan, maar verwijderen wordt nogal eens vergeten.

Daarom was ik blij met dit ingezonden stuk in De Volkskrant. Hierin werden mijn twijfels door een aantal onderzoekers voorzien van cijfers: “In de periode vóór de registratieplicht stonden veel advertenties op deze platformen die zelden tot nooit zijn gereserveerd, omdat ze te duur waren, onaantrekkelijk of onbetrouwbaar oogden. Of nog waarschijnlijker, omdat ze niet (meer) beheerd werden en in feite geen bestaande accommodatie (meer) vertegenwoordigden. In februari 2021 werden op basis van AirDNA-data in Amsterdam slechts 2.000 accommodaties daadwerkelijk gereserveerd, dit is veel minder dan de 18.715 advertenties gevonden op de peildatum een maand later.”

De registratieplicht heeft dus een flinke bezem door het bestand gehaald en de gemeente heeft nu zicht op welke adressen staan ingeschreven bij het platform, maar hoe de Airbnb markt zich in Amsterdam de komende tijd gaat ontwikkelen is dus nog wel een grote vraag. Na het vieren van het succes van de invoering van de registratieplicht blijft het belangrijk om scherp te blijven.

Lex in-depth: does Uber deserve its $91bn valuation? | Financial Times

Uber is groot geworden in een tijd dat men dacht dat technologie onbeperkt kon opschalen. Dit terwijl nu intussen wel bekend is dat de technologie misschien wel kan schalen, maar dat de support dat bij een ‘local services platform’ komt kijken aanzienlijk is. Zo had Uber voor covid 30.000 (ja, je leest het goed: dertigduizend) medewerkers op kantoor. Daar zijn er nu nog zo’n 20.000 van over. Ook best veel. Daarnaast is het ook een model waar de netwerkeffecten lokaal zijn, waardoor je een lokaal veroverde markt zo weer kwijt kunt raken. In 2019 schreef ik voor MT/Sprout het stuk ‘Waarom de rit van Uber zomaar kan eindigen in de grootste startup-deceptie ooit‘, waar ik de kwetsbaarheden van het model omschrijf.

In dit uitgebreide artikel uit de Financial Times stelt de auteur de vraag of Uber de (beurs)waardering van 91 miljard dollar wel waard is. Ik denk dat de enige juiste conclusie die je uit de uitgebreide analyse kunt trekken uitkomt op een duidelijke ‘nee’. Het model is vanwege het (hyperlokale) netwerkeffect en de lage ‘switching costs’ kwetsbaar voor concurrentie en de strategie van Uber heeft momenteel meer focus op het stabiliseren van de business (wat ook niet gek is met alle rechtszaken) dan op doorgroeien en innoveren. Juist die eindeloze concurrentiestrijd zie ik in de markten waar Uber in opereert als een soort bodemloze put. Een put waar maaltijdbezorgdiensten, flitsbezorgers en andere bezorgdiensten de komende jaren nog vele miljarden in zullen gooien. En net wanneer je denkt dat er een consolidatie plaatsvindt, is er weer een aantal nieuwe partijen die via een nieuwe invalshoek met verse miljarden de markt gaan beconcurreren. Niet bepaald een markt waar ik mijn geld op zou zetten.

Flitsbezorging vraagt om politieke actie. | NRC

Flitsbezorging vraagt om politieke actie. | NRC

Via Twitter las ik dit ingezonden stuk in NRC over flitsbezorging: “Flitsbezorging vraagt om politieke actie. Dit is het zoveelste voorbeeld van een digitaal platform met een verdienmodel gebaseerd op het uitknijpen van werknemers, met negatieve effecten op de openbare ruimte en verkeersveiligheid”.

Nu heb ik zoals je vermoed ik wel weet de laatste tijd in de media veel vragen mogen beantwoorden over flitsbezorging. En er hierdoor veel over nagedacht. Aan de hand van dit stuk in NRC ben ik eens na gaan denken hoe je als (lokale) overheid beter op dit soort fenomenen kunt inspelen.

Het probleem is denk ik dat er te veel nadruk ligt op wat er nieuw is. Snelle bezorging, lokale magazijnen, kort moment tussen bestellen en bezorgen en technologie speelt een belangrijke rol. Is het niet interessant om eens na te denken wat er níet nieuw is een een dergelijke ‘opkomende’ dienst? Of te kijken waar het het meest op lijkt? Gewoon als gedachte experiment en om even uit de hype van het nieuwe en het frame dat deze bedrijven over zichzelf uitroepen te stappen. Want door te roepen dat je nieuw bent, roep je ook vaak dat bestaande regels niet op jouw van toepassing zijn. Slim van deze bedrijven, maar het is een framing waar je je als buitenwereld niet al te veel van aan zou moeten trekken.

In het geval van flitsbezorging zijn er een aantal variabelen die we kennen van bestaande spelers. Je zou kunnen zeggen dat bedrijven als Gorilla’s:

  • een supermarktdienst met bezorgdienst levert, waarbij het gebruik maakt van eigen lokale magazijnen en een app voor het bestellen de boodschappen;
  • hierbij zijn de lokale magazijnen / supermarkten waar geen klanten komen, maar wel bezorgers. Het zijn dus gewoon een soort van supermarkten met een iets ander model;
  • wat strategie betreft lijkt een Gorillas nog misschien het meest op PicNic. Deze is ook datagedreven, ‘app-only’ en maakt gebruik van distributiecentra, maar dan niet middenin steden. Waarbij de tijd tussen bestellen en bezorgen en de gemiddelde orderwaarde bij PicNic groter is dan bij Gorillas.
  • kijk je iets meer terug in de tijd zou je ook gekscherend kunnen zeggen dat Gorilla’s een SRV-wagen 2.0 is 😉

Daarnaast is het denk ik ook goed om niet alleen te kijken naar wat dit soort partijen nú doen, maar waar zij naartoe zouden kunnen groeien. Ik denk daarbij dat zij weer een nieuwe speler zijn in het domein van boodschappen doen en bezorgen. Net als de supermarkten, PicNic en avondwinkels. En zij in de komende jaren steeds meer naar dit soort partijen toe zullen groeien.

Als laatst: deze framing van ‘nieuw’ komt niet altijd alleen vanuit deze bedrijven, maar wordt ook vaak door de buitenwereld opgelegd. Zo noemde iedereen UberPop in het begin ‘deeleconomie’. Uber heeft dit nooit tegengesproken, omdat deeleconomie natuurlijk aardiger klinkt dan (illegale) taxidienst. Ook bij flitsbezorgers zie ik dit: zij worden veelal platformbedrijven genoemd. En dat klinkt een stuk hipper dan online supermarkt. Een van de redenen dat journalisten bij mij terechtkomen wanneer zij iets met flitsbezorging willen. Maar is een Gorillas een platformbedrijf? Natuurlijk maken zij intern gebruik van platformtechnoligie, maar zij zijn dan weer geen ‘marketplace’ als een Uber en Airbnb. En niemand noemt PicNic een platformbedrijf, dus waarom Gorillas wel? Genoeg kritische vragen. En kritische vragen mbt de context: die zouden we onszelf vaker moeten stellen.

Europarlementariërs roepen grote bedrijven op om niet langer te adverteren via Facebook en Google | De Volkskrant

Europarlementariërs roepen grote bedrijven op om niet langer te adverteren via Facebook en Google | De Volkskrant

In dit stuk: “Europese parlementariërs van vier partijen vragen de bestuursvoorzitters van de grootste bedrijven van Europa om de kassen van Facebook en Google niet langer te spekken met advertentie-inkomsten, vanwege de volgens hen ontwrichtende invloed van de bedrijven op de maatschappij.” De motivatie: met het inkopen van advertenties versterk je een giftig businessmodel / ecosysteem en de effecten van deze advertenties zijn ook nog eens zwaar overschat.

Prima om een dergelijke oproep te doen, maar ik vraag mij wel altijd af: kun je niet met iets beters komen? Uiteindelijk is het aan diezelfde politiek (Europese) politiek om met de juiste regels en handhaving te komen om ongewenste effecten tegen te gaan. En als je dan toch zo’n oproep doet: voeg dan ook zelf daad bij het woord voegen en trek je volledig terug van deze platformen. Zowel als adverteerder als als aanbieder van content waar anderen weer op kunnen adverteren. En een korte search op Facebook laat zien dat zowel de partijen als de individuele Europarlementariërs dit stuk en hun brief massaal op Facebook hebben gedeeld. Zo stelt ondertekenaar Paul Tang op zijn Facebookpagina zijn 4,1 volgers de volgende vraag: “Why do you insist on using this system?”. Nou Paul, ik vermoed net als waarom jij dat doet 😉

Dat was een inkoppertje (sorry, ik weet het: flauw), maar laat wel de kern van het probleem zien. Platform macht is macht bij de gratie van de gebruiker. Zolang deze zich niet organiseert (en juist grote spelers kunnen dit doen, zoals bij het Public Spaces initiatief) en ook alternatieven naar voren schuift, zal er echt niets gebeuren.

In de media

De flitsbezorgers rukken op, wordt de consument zo nog luier? | NPO Radio 1

De flitsbezorgers rukken op, wordt de consument zo nog luier? | NPO Radio 1

In grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag is het inmiddels een bekend fenomeen: flitsbezorgers. Platforms als Gorillas, Flink en Zapp laten bezorgers gehaast door de stad fietsen om boodschappen zo snel mogelijk bij de klant te krijgen. Wat zegt dit over het gedrag van de consument? Zijn wij zo lui geworden dat we niet eens meer naar de supermarkt gaan? In dit item op Radio 1 ga ik hierover in gesprek.

Facebook komt met een nieuwe naam – BNR Nieuwsradio

Facebook komt met een nieuwe naam – BNR Nieuwsradio

Korte bijdrage op BNR over het nieuws dat Facebook vermoedelijk een nieuwe naam krijgt. Te beluisteren vanaf 1:28.

Sneak preview rapport: de inhoudsopgave…

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Hoe Amazon laat zien dat ‘modern werkgeversgezag’ verder gaat dan de contractvorm | Afwegingen voor het samenwerken met platformen | Studie Deelauto- en deelfietsmobiliteit

Goedemorgen! Afgelopen week op uitnodiging van de Utrecht Data School (Universiteit Utrecht) een presentatie ‘Winnaars en verliezers in de platform maatschappij’ mogen verzorgen voor de gemeenteraad van de gemeente Utrecht. Mijn bijdrage was er eentje in een reeks van vier. Een mooi initiatief om raadsleden bewust te maken van de digitale vraagstukken en uitdagingen. Deze week was ook de start van de module platformeconomie die ik verzorg aan de Global School for Entrepreneurship in Amsterdam. Altijd leuk om met studenten aan de slag te gaan en bij te dragen de kennis van platformen in het onderwijs te borgen. Komende week staat in het teken van het afronden van het rapport van mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. Eind November verschijnt het definitieve rapport, zowel in het Nederlands als Engels.

Ook deze week heb ik weer een paar stukken voor je uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Onder aan deze nieuwsbrief vind je een mooi stuk in Trouw over flitsbezorging waar ik een bijdrage aan heb mogen leveren. Fijne week!

Instagram Blackout: Global Wake Up Call To Social Media Influencers, Small Businesses

Instagram Blackout: Global Wake Up Call To Social Media Influencers, Small Businesses

Het zal je vast niet zijn ontgaan: een week of twee geleden lagen de platformen van Facebook er uit. Na een paar uur kwam alles weer langzaam maar zeker online. Direct verschenen verhalen en podcasts van mensen die door de storing geld waren misgelopen en zich onthand hadden gevoeld.

Natuurlijk kan alles stuk: Facebook blijkbaar dus ook. Thuisbezorgd overigens ook: die lag er vorige week ook een paar uur uit. Is zo’n storing erg? Aan de ene kant niet. Een storing op zijn tijd ook een prima manier om mensen bewust te maken van de afhankelijkheid van bepaalde platformen. Mogelijk dat dit bijdraagt aan de bewustwording van deze afhankelijkheid en het nadenken over het spreiden van risico en kanalen. Voor veel ondernemers zijn platformen als Facebook dé manier om goedkoop en laagdrempelig met klanten in contact te komen en te blijven. Daar zit dan ook weer een risico: afhankelijkheid van het platform voor klantcontact. En hoewel Facebook ontzettend handig en gratis is, is dit een afhankelijk die je als ondernemer of als overheid niet wilt hebben. Je zult dus altijd moeten nadenken over alternatieve (back-up) kanalen en heel simpel: zelf het klantcontact beheren. Want nu is het een storing die roet in het eten gooit: een andere keer verandert het platform het algoritme waardoor jouw bereik een vrije val maakt.

Ik zei in de vorige alinea bij de vraag ‘is dit erg’ bewust ‘aan de ene kant niet’. Er zit namelijk ook een andere kant aan. Dit soort platformen kun je, of je daar blij mee bent of niet, intussen als infrastructuur zien van een samenleving. En hoewel de platformen ook belang hebben bij het niet uit de lucht vallen, kan ik mij voorstellen dat het ook wenselijk is om wettelijk bepaalde checks & balances in te voeren. Met invloed en macht komt ook verantwoordelijkheid.

En voor wie, publiek of privaat, bedenkt met platformen samen te werken of diensten via een platform aan te bieden, heb ik onderstaande checklist gemaakt. Omdat dit soort besluiten niet over één nacht ijs mogen gaan.

Een slide uit een van mijn presentaties over afwegingen bij samenwerking
Amazon copied products and rigged search results to promote its own brands, documents show

Amazon copied products and rigged search results to promote its own brands, documents show

Het is een discussie die al een tijd loopt: de discussie over de dubbelrol van veel e-commerce platformen die zowel een platform bieden voor anderen om spullen te verkopen als ook eigen spullen via het platform in de markt zet. Het is hiermee eigenlijk een discussie voor nagenoeg álle e-commerce platformen, aangezien er bijna geen 100% platform aanbieders zijn in e-commerce.

E-commerce platformen hebben een dubbelrol : zowel het faciliteren van een marktplaats als het aanbieden van eigen producten. En dat wringt. De platformen kunnen leren van de data van de individuele verkopers om vervolgens de producten (eventueel als eigen merk) ook aan te bieden op het platform en de oorspronkelijke aanbieders te degraderen naar pagina 10 van de zoekresultaten. Platformen als Amazon ontkennen al jaren dit te doen, maar toch komen steeds voorbeelden naar buiten waaruit blijk dat dit wel gebeurt. De Europese commissie is een onderzoek gestart.

Dit stuk van Reuters geeft een uniek inkijkje in deze praktijken bij Amazon in India:

“Amazon.com Inc has been repeatedly accused of knocking off products it sells on its website and of exploiting its vast trove of internal data to promote its own merchandise at the expense of other sellers. The company has denied the accusations.

But thousands of pages of internal Amazon documents examined by Reuters – including emails, strategy papers and business plans – show the company ran a systematic campaign of creating knockoffs and manipulating search results to boost its own product lines in India, one of the company’s largest growth markets.”

Is dit gedrag nieuw? Deels wel, deels niet. Supermarkten kennen natuurlijk sinds jaar en dag huismerken. Dit zijn ook eigen producten die zijn ‘geïnspireerd’ door de producten van andere aanbieders. Het verschil met een platform is dat de aanbieders veelal geen alternatief afzetkanaal hebben, aanbieders investeren in de klantrelatie en innovatie via het platform en zij de klant niet op een andere manier kunnen bereiken. Aan de andere kant is de aanbieder ook een klant van het platform: slecht gedrag van het platform kan ook impact hebben op de aantrekkelijkheid van het platform om partner van te worden. Daarom is het ook niet zo gek dat Amazon deze acties onder de pet wil houden.

Kabinet wil nepreviews op internet verbieden | NOS

Kabinet wil nepreviews op internet verbieden | NOS

Het kabinet wil een verbod op nepreviews. Dat is natuurlijk goed nieuws. De vraag is alleen: hoe dan?

De wet lijkt op het eerste gezicht gericht op eigen webshops: “volgens het wetsvoorstel moet de handelaar zich er voortaan van verzekeren of de gepubliceerde beoordelingen echt afkomstig zijn van mensen die het product hebben gebruikt. Handelaren mogen ook niet alleen positieve beoordelingen plaatsen en negatieve verwijderen. Verder moet bij zoekresultaten altijd duidelijk zijn of het om betaalde reclames gaat of dat er is betaald om een hogere plaats te krijgen.”

Waar het wetsvoorstel niet over lijkt te gaan is de verkoop van spullen via een platform. Behalve bij de laatste zin over ‘betaald om een hogere plaats te krijgen’. Ik ben benieuwd naar de verdere uitwerking van het voorstel. En nog meer naar hoe handhaving zal worden georganiseerd. In dit stuk van Nu.nl is terug te lezen dat de ACM zal toezien op handhaving. Dit lijkt mij een aardig complex en bij voorbaat kansarme onderneming wanneer dit traditioneel wordt ingericht. Of de ACM pakt dit vraagstuk als een kans/aanleiding om handhaving opnieuw uit te vinden, dat zou natuurlijk heel mooi zijn. Want ik ben er van overtuigd dat handhaving op een andere (meer automatische) manier moet worden ingericht. Dat zie je ook bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Daar kun je het personeelsbestand vertienvoudigen, maar dat zal op het huidige manier een onmogelijke opgave blijven.

En de ACM? Misschien moeten zij eerst bij de provincie Groningen en Drenthe langsgaan, lees ook het afgelopen week verschenen stuk: ‘Groningen en Drenthe gebruikten nepreviews om fietsroute te promoten‘. 😉

Bij Amazon zijn algoritmen belangrijker dan mensen

Bij Amazon zijn algoritmen belangrijker dan mensen

De discussie over platformen en arbeid gaat eigenlijk alleen over het vakje van de contractvorm. Dit is zonde, aangezien er vraagstukken zijn met betrekking tot technologie op de ‘werkvloer’ die een veel grotere groep werkende raakt.

In dit stuk in het FD: “Amazon heeft een beoordelings- en tariefsysteem gecreëerd waarvan de doelstellingen met elkaar schuren: zoveel mogelijk pakketten per uur bezorgen zonder ongelukken te maken of de wet te overtreden. De algoritmen houden geen rekening met factoren als afgelegen adressen, beroerde wegen of slecht weer. Bezorgdiensten worden gemangeld.”

Dit stuk gaat enerzijds over de impact van een systeem dat je als ‘Talorism on steroïds’ zou kunnen omschrijven. Maar ook over de manier waarop Amazon een systeem met onderaannemers heeft gecreëerd die hun chauffeurs misschien wel in dienst hebben, maar tegelijkertijd ontzettend kwetsbaar zijn:

“Drie jaar geleden deed Amazon, het grootste online winkelplatform van de wereld, een aanbod dat te mooi leek om te negeren: begin je eigen bedrijf en verdien maar liefst $300.000 per jaar met het bezorgen van onze pakketten.

Er reageerden tienduizenden mensen die als beginnend ondernemer wilden profiteren van Amazons onstuitbare groei. Met een bescheiden eigen investering van $10.000 konden nieuwe ‘bezorgpartners’ (in Amazon-jargon: Delivery Service Partner, ofwel DSP) binnen een paar weken een eigen team bezorgers op de weg hebben. Amazon beloofde zijn machtige positie te gebruiken om de starters aan betere voorwaarden voor hun autoverzekering, betere leasecontracten en goedkopere advertentietarieven te helpen.”

Het zou mij niets verbazen wanneer Uber, mochten zij in hoger beroep worden gedwongen chauffeurs in dienst te nemen, een dergelijk systeem zal invoeren. Deels werkt Uber al via dit model (je kunt als taxi ondernemer subaccounts voor jouw chauffeurs aanmaken) en het is aannemelijk dat zij dit model zullen uitbreiden. Waarbij het de vraag is of de chauffeurs er onder de streep beter af zijn. Ik gok van niet.

Deelauto- en deelfietsmobiliteit in Nederland: ontwikkelingen, effecten en potentie | Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Vorige week verscheen een mooi en zeer compleet rapport over deelmobiliteit:

“Het aandeel van de deelauto in de mobiliteit is laag, maar het aanbod van deelauto’s in Nederland groeit. Per gebruiker leidt autodelen tot minder autobezit en naar verwachting tot een beperkte daling van broeikasgasemissies. Driekwart van het aantal deelfietsen in ons land bestaat uit de ov-fiets. De deelfiets vervangt vooral het plaatselijk openbaar vervoer (bus, tram, metro), lopen of het gebruik van de eigen fiets, niet de auto. Het is mogelijk het aandeel van de deelmobiliteit in de totale mobiliteit te vergroten, zij het beperkt. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Deelauto- en deelfietsmobiliteit in Nederland: ontwikkelingen, effecten en potentie’  van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).”

Het gehele rapport is dik, heel dik, maar zeker de moeite van het lezen waard. Een paar opmerkingen:

  • Het is belangrijk te beseffen dat deelmobiliteit geen doel is, maar onderdeel moet zijn van een grotere visie op mobiliteit en leefomgeving;
  • Het is prima wanneer een deelfiets concurreert met het OV: fietsen is een stuk gezonder dan in een bus zitten;
  • Het P2P aanbod vervuilt veel data: het gaat er om hoe vaak een auto beschikbaar is en veel P2P aanbod is slechts heel beperkt beschikbaar en kan door de lage drempel erg snel groeien, wat niets zegt over het gebruik;
  • Wat mij betreft moet deelmobiliteit (en dan vooral deelauto’s) ontzettend gestimuleerd worden en moeten gemeenten nadenken hoe zij wijken leefbaarder kunnen maken door het beperken van het aanbieden van gesubsidieerde stukken schaarse grond voor het opslaan van stilstaand blik.
ABN Amro: diensten als makelaars en bankiers worden overbodig door blockchain | NOS

ABN Amro: diensten als makelaars en bankiers worden overbodig door blockchain | NOS

Ik dacht even een titel uit 2014 te lezen, maar nee, het was echt een stuk dat afgelopen vrijdag is gepubliceerd. In het stuk: “Allerlei soorten diensten van financieel dienstverleners worden overbodig door de
blockchaintechnologie. Dat voorspelt ABN Amro in een rapport. Het gaat onder meer om diensten van notarissen, makelaars en bankiers zelf. De bank verwacht dat de huidige ‘platformeconomie’ steeds meer zal verschuiven naar wat ook wel een ‘protocoleconomie’ wordt genoemd. Daarin wacht financieel dienstverleners volgens ABN Amro, als ze niet oppassen, hetzelfde lot als fysieke reisbureaus. Die gingen veelal ten onder doordat consumenten met internet veel meer zelf konden doen, en daarmee goedkoper uit waren.”

Ik heb geen idee waarom ABN Amro met dit soort uitspraken komt en waarom nu. Misschien had men een rapport nodig om de board van de bank aan te sporen meer haast te maken met de digitale transformatie, dat zou kunnen. Maar de vergelijking met de reisbureaus is natuurlijk onzin: banken zijn al lang bezig zich aan te passen en zich heel bewust van de concurrentie van ‘buiten’. Uiteindelijk zal de aard van de dienstverlening veranderen en zal de bank continu moeten kijken hoe het, ondersteund door technologie, de klant het beste kan helpen. Zij hebben dus zeker niet de luxe op stil te zitten en ja: er is onzekerheid en veel concurrentie, maar een uitspraak dat bankiers overbodig worden door blockchain past echt niet in 2021.

Ik denk eerlijk dat dit stuk van NOS/ANP wat ongelukkig is gestart. Wanneer je verder leest zie je wel interessante en relevante zaken staan, zoals “Onderzocht wordt nog hoe zulk digitaal geld zo geprogrammeerd kan worden dat het alleen aan bepaalde zaken kan worden uitgegeven. Zo kan een overheidssubsidie voor wonen of studie in dat geval geprogrammeerd worden om alleen voor het betalen van de huur of collegegeld ingezet te kunnen worden. Ook kan een tijdslimiet worden meegegeven waarin de subsidie moet worden uitgegeven. Als dat niet gebeurt, verliest het geld voor de gebruiker zijn waarde.”. Er zijn veel interessante ontwikkelingen, ik zal eens kijken of het rapport ergens openbaar staat en hier delen.

De reactie van de notaris en bestuurder van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie in het artikel deed mij denken aan de reactie van een bestuurder van een Taxateurs beroepsvereniging die ook erg was overtuigd dat de ‘human touch’ van de taxateur voor woningen onvervangbaar is. Ik zag iedereen in de zaal denken: “op het moment dat banken een taxatierapport obv big data ook accepteert voor een hypotheek is jouw sector binnen een jaar weg”. Les: zelfvertrouwen is goed, zolang het maar niet doorslaat naar naïviteit 😉

In de media

Mijn tieners bestellen zelfs een banaan bij de flitsbezorger. Is dat erg? | Trouw

Mijn tieners bestellen zelfs een banaan bij de flitsbezorger. Is dat erg? | Trouw

Afgelopen zaterdag een groot stuk in Trouw: “Mijn tieners bestellen zelfs een banaan bij de flitsbezorger. Is dat erg?”. Inclusief bijdrage van ondergetekende. Ik plaats onder andere vraagtekens hoe dit soort bedrijven gebruik maken van publieke infrastructuur en de rekening bij de maatschappij leggen. Vraagtekens bij de belofte waarin het doen van boodschappen wordt gereduceerd tot een transactie. Een beetje als UberPop waar in het begin werd gezegd dat een avondje op de bank zitten ‘onbenutte capaciteit’ was. Als laatst roep ik op meer stil te staan bij de vraag wat voor samenleving we willen. Een vraag die in veel discussies (ook mbt arbeidsmarkt) te weinig wordt gesteld.

Relevante insights over wie platformwerkers nu precies zijn en wat zij willen – ZiPconomy

Relevante insights over wie platformwerkers nu precies zijn en wat zij willen – ZiPconomy

Het stuk uit mijn nieuwsbrief vorige week is ook integraal op ZiPconomy gepubliceerd.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Klusplatformen presenteren onderzoek platformwerk: een analyse.

Goedemorgen! Afgelopen week het land door mogen reizen voor presentaties in Friesland en Limburg. Ook weer veel meters gemaakt met KlusCV en de laatste hand gelegd aan het rapport van mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata waar ik het afgelopen jaar onderzoek naar heb gedaan en dat de basis is voor KlusCV. Deze week start de module ‘platformeconomie’ die ik heb ontwikkeld voor de Global School for Entrepreneurship weer, veel zin in om met de ondernemende studenten aan de slag te gaan. Afgelopen week verscheen een rapport over platformwerk, welke in opdracht van zes Nederlandse klusplatformen is uitgevoerd. In deze editie een (heel) uitgebreide analyse van het rapport. Mooie week!

Afgelopen week publiceerden zes Nederlandse klusplatformen een door Motivaction uitgevoerd onderzoek dat inzicht moet geven in de houding van platformwerkers ten aanzien van het onlangs gepresenteerde SER-akkoord. Wat zegt dit rapport? En wat niet? Om daarachter te komen dook ik dit weekend in de onderzoeksrapportage.

Het probleem bij dit soort rapportages is veelal dat deze met de nodige argwaan worden ontvangen. De afzender heeft immers een belang te verdedigen, waardoor er altijd wel iets te zeggen valt over de keuze voor vraagstelling en de conclusies die worden getrokken. Die argwaan is in veel gevallen misplaatst: het is immers aan de ontvanger om de aangeboden informatie juist te interpreteren en verder te kijken dan de hoofdpunten uit het persbericht. En wanneer je als ontvanger zelf wat dieper in de cijfers duikt, kom je vaak heel interessante zaken tegen. Zo ontdekte ik in 2019 dat de cijfers in het FNV-onderzoek ‘Riders verdienen beter’ aantoonden dat maaltijdbezorgers via platformen meer verdienen dan voorheen marktconform was voor deze sector. Niet bepaald iets dat je in het persbericht hebt kunnen lezen.

Ook op dit onderzoek (download hier de rapportage) vanuit de platformen valt wat aan te merken, maar wanneer je dieper in de rapportage duikt kom je een aantal heel interessante zaken tegen. Want eigenlijk weten we heel erg weinig wie die platformwerkers nu precies zijn en wat zij willen. En dit onderzoek, dat is gebaseerd op een enquête die door 1.271 platformwerkers is ingevuld, geeft een aantal relevante insights. Laten we bij het begin beginnen.

Niet gehoord in het SER-akkoord?

In het persbericht dat dit rapport aankondigt valt te lezen dat de platformwerkers die de enquête hebben ingevuld het gevoel hebben niet te zijn betrokken, niet te zijn geïnformeerd en niet te zijn gesteund in het opmaken van het SER-akkoord. Dit past wel in de observatie dat wat de werkende wil niet zo heel relevant is in het debat. Ook niet voor de rechter overigens: de wet is immers de wet. En als daar iets aan moet worden veranderd, dan is dat een taak aan degenen die het beleid maken.

Maar voelen platformwerkers zich echt niet gehoord? Wat mij bij het lezen van het rapport opviel is dat 64 procent van de respondenten aangeeft niets over het SER-advies te hebben gehoord. De overige 36 procent heeft hier dus wél van gehoord. Ik heb geen idee hoe dit in andere sectoren is, maar volgens mij is dat best een aardig percentage. En hoewel 84 procent van de respondenten aangeeft niet te zijn geraadpleegd voor advies, is 8 procent geraadpleegd via een werkgeversorganisatie en 8 procent via een vakbond (!!!). Dit laatste percentage verbaasde mij, zeker wanneer je weet dat platformwerkers gemiddeld jong zijn en de participatie van jonge werkenden binnen vakbonden dramatisch laat is. Je zou dus ook kunnen zeggen dat platformwerkers bovengemiddeld zijn vertegenwoordigd door, of op zijn minst informatie ontvangen van, vakbonden.

Flexibiliteit

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat flexibiliteit erg belangrijk is voor platformwerkers. Het kunnen werken wanneer en waar je wilt (68%), het kunnen combineren met andere activiteiten (48%) en het nergens aan vast zitten (33%) zijn de grootste voordelen volgens de respondenten. Geen inkomen bij vakantie of ziekte (42%), geen zekerheid dat er genoeg werk is (42%) en minder financiële zekerheid (39%) worden als grootste nadelen aangegeven.

De voordelen laten zien dat platformwerkers de flexibiliteit die het werken via een platform biedt kunnen waarderen en zich ook bewust zijn van de nadelen. Dit is op zich niet verrassend, maar wel prettig om dit op deze manier bevestigd te zien.

Wat opvalt in het onderzoek is dat er weinig wordt gesproken over de juridische status van de werkende. Een niet verrassende keuze. Inhoudelijk omdat de juridische status en de dynamieken van het werken via een platform twee verschillende dingen zijn, behalve bij ‘on demand’ klussen. En ‘public-affairs-technisch’ begrijpelijk omdat dit een gevoelig onderwerp is met alle rechtszaken die spelen. Toch is een link met de juridische status sporadisch in vragen terug te vinden. Zo wordt gevraagd of de respondent liever een arbeidscontract ‘bij een opdrachtgever met doorbetaling bij ziekte en een werkeloosheidsuitkering’ wil (25%) of wil ‘werken als zzp’er met bijbehorende flexibiliteit en belastingvoordeel’ (75%). Deze vraag is natuurlijk wat, op zijn zachtst gezegd, ‘opmerkelijk’ gesteld. Dit omdat flexibiliteit en zekerheid in vele gevallen goed te combineren zijn en ik niemand ken (op een paar rooie rakkers na) die géén belastingvoordeel willen hebben. Het is begrijpelijk dat een platform ondernemer een vraag zo zou willen opnemen in een rapport, maar vooral opmerkelijk dat een professioneel onderzoeksbureau zich hiervoor laat lenen. Los daarvan: een vraag als deze doet afbreuk aan een onderzoek en rapport zonder ook daadwerkelijk iets bij te dragen. Onnodig dus. Ook de vraag ‘ik werk liever als zelfstandige via een platform dan met een contract via een uitzendbureau’ is suggestief, aangezien er in de to-business markt ook platformen zijn die werken met een uitzendconstructie.

Wat ook opvalt is dat bij de vraag ‘welke van de volgende uitspraken geeft het beste jouw mening weer over werken via een platform’ moet worden gekozen tussen flexibiliteit versus loondienst. Wat resulteer in de kop ‘merendeel werkers geeft voorkeur aan platformwerk boven loondienst’. Hiermee wekken de onderzoekers naar mijn mening de schijn dat er een keuze is tussen óf flexibiliteit, óf zekerheid. Dit terwijl het in deze vraag meer gaat om flexibiliteit of stabiliteit.

Wie is de platformwerker?

Tot nu toe heeft het rapport, wanneer je een aantal suggestieve vragen links laat liggen, een aantal interessante inzichten verschaft. Vooral het deel ‘wensen en behoeften van platformwerkers’ geeft een aantal mooie inzichten. Het rapport wordt nog interessanter wanneer je doorbladert naar de bijlagen. Hier vind je over twee pagina’s verspreid meer informatie over de achtergrond van de respondenten. Per platform zie je de opbouw van de platformwerkers op leeftijd, geslacht, opleiding, thuissituatie, uren platformwerk en verdiensten. Deze tabellen geven een mooi inkijkje in wie de platformwerkers nu precies zijn. Waarbij het ook opvalt dat platformen die voor de buitenwereld een vergelijkbaar product aanbieden (Temper vs YoungOnes), onder de ‘motorkap’ enorm verschillen in populatie. Zo werken via YoungOnes veel meer heel jonge mensen dan via Temper. Dit inkijkje vooral uniek, omdat het velen (o.a. SER/SEO en TNO) nog niet is gelukt om echt inzicht te krijgen in deze populatie.

De twee pagina’s geven veel informatie, maar roepen vanzelfsprekend ook weer veel nieuwe vragen op. Nu ik weet dat er zoveel variabelen beschikbaar zijn, komen er ontelbaar meer nieuwe vragen bij. Kijken respondenten die aangegeven hebben dat de inkomsten die via het platform worden verdiend anders tegen de voor- en nadelen dan zij die het als bijverdienste doen? Het zou ontzettend interessant zijn om dieper in de data te duiken. En hoewel de uitkomsten dan misschien niet altijd meer even representatief zijn (de meeste respondenten werken via Temper en YoungOnes, de minste via Roamler en Helpling), kunnen ook deze berekeningen weer relevante inzichten bieden. Het zou mooi zijn wanneer de dataset ook met wetenschappers zou worden gedeeld om te kijken wat er nog meer uit de data valt te halen. Wat dat betreft zijn de resultaten van dit onderzoek pas een eerste basis uitdraai.

Conclusie

In een tijd dat er veel óver werkenden in plaats van mét werkenden wordt gesproken en onderzoekers veelal geen toegang hebben tot platformwerkers biedt dit rapport enkele interessante inzichten in de vraag wie de platformwerker is, wat de motivaties zijn en wat als grootste voor- en nadelen wordt ervaren. De link met het SER-advies vindt ik persoonlijk wat ver gezocht, maar als een SER-advies het excuus moet zijn om een dergelijk onderzoek uit te laten voeren, dan is dat natuurlijk helemaal prima. Wat ik vooral hoop is dat dit onderzoek er eentje van velen is, waarbij het mooi zou zijn wanneer instituties als SER/SEO/TNO/etc. en platformen gaan samenwerken om structureel meer inzichten te krijgen in de vraagstukken vanuit de beleving van de platformwerker. Dit zal ons helpen de kansen en bedreigingen beter te begrijpen. Hiermee kunnen vervolgens de beleidsmakers worden gevoed, zodat zij (ja, hoop doet leven) dit mee kunnen nemen in de te maken keuzes over de toekomst van de arbeidsmarkt. Want als er iemand is die zou moeten luisteren naar wat de werker wil (om vervolgens de afweging te maken tussen individueel en collectief belang), dan zijn dat onze volksvertegenwoordigers. Laten we hopen dat zij binnenkort met een frisse blik met dit urgente vraagstuk aan de slag gaan.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Hoe Unilever met een intern platform de werkende centraal zet | Leestip: De stand van Digitaal Nederland | Hoe maak je beleid voor platformwerk?

Goedemorgen! Soms zou het fijn zijn wanneer er meer uren in een dag of dagen in een week zouden zitten. Dat was mijn wens voor afgelopen week. Een hoop mooie dingen passeerden de revue: van een mooi gesprek over de impact van big tech op de toekomstige vraagstukken voor de AFM tot een bijeenkomst met een panel discussie met Kees Verhoeven bij Considerati, waar ik hoorde dat een abonnement op mijn nieuwsbrief standaard onderdeel is van het onboarding proces van nieuwe medewerkers. Ook kwamen afgelopen week de eerste resultaten van het onderzoek naar de impact van een geïmporteerde rating op het vertrouwen van de opdrachtgever binnen. Deze zagen er goed uit. Komende week weer veel op pad voor presentaties, onder andere in Friesland en Limburg en gesprekken met onderzoekers van Oxford University over een ‘code of conduct’ als onderdeel van KlusCV/GigCV. Zoals je leest: ik vermaak mij wel! Ik hoop jij ook. Maak er een mooie week van.

Unilever werft eerst intern voor projecten en ‘gigs’ – ZiPconomy

Unilever werft eerst intern voor projecten en ‘gigs’ – ZiPconomy

Platformen zullen een steeds belangrijkere rol gaan spelen in de organisatie van werk in de toekomst. Veel aandacht en discussie gaat uit naar de losse klusplatformen / marktplaatsen. Hoewel deze heel zichtbaar zijn, leidt deze focus ook af van de werkelijke kansen. Een mooi voorbeeld van hoe platformen kunnen bijdragen aan de organisatie van werk zie je terug bij platformen die interne mobiliteit voor klussen faciliteren. Een tijdje geleden deelde ik al een mooie casus van Schneider Electric en afgelopen week kwam er een mooie casus bij van Unilever:

“Een frisse blik of hulp nodig bij een project? Die hoeft niet altijd van buiten te komen. Daarom werkt Unilever met de ‘talent marketplace’ U-Work. Met deze HR-tool wordt interne mobiliteit, samenwerken en talentontwikkeling extra makkelijk.”

Unilever werkt overigens al een aantal jaren met een platform voor interne mobiliteit, lees ook dit stuk. Daar lees je onder andere dat bij het bedrijf in 2019 al meer dan 30.000 medewerkers van Unilever van het systeem gebruik maken. En ook: “Unilever has unlocked 60,000+ hours of work that people want to do, and 95% of employees endorse the system.”.

Het idee is dat niet de processen, maar de medewerker centraal staat. Deze kiest de klussen en projecten die op het interne platform worden aangeboden uit en nemen zo de eigen regie op hun werk en ontwikkeling. In dit geval vanuit een vast dienstverband. Het is aannemelijk dat een dergelijk systeem in de toekomst zal worden uitgebreid om ook zo mensen van buiten toegang te geven (eventueel wanneer een klus intern niet wordt opgepakt), maar ook door bijvoorbeeld mensen die met pensioen gaan nog bij het bedrijf te betrekken.

Weer een mooi voorbeeld dat laat zien dat platformen op allerlei manieren kunnen bijdragen aan de organisatie van werk, dat ‘vast minder vast’ niet ten koste hoeft te gaan van zekerheid, dat het centraal zetten van de werkende in plaats van het centraal zetten van de processen veel kansen met zich meebrengt en dat er ook veel kansen voor bestaande bemiddelaars liggen om klanten op een ander niveau te ondersteunen en faciliteren. En dat de transitie naar een platform gedreven organisatie niets met techniek, maar alles met organisatie en mensen te maken heeft.

Microsoft laat appwinkels van Epic en Amazon toe in eigen Store | NU.nl

Microsoft laat appwinkels van Epic en Amazon toe in eigen Store |  NU.nl

Een interessante stap van Microsoft, welke heeft besloten “geen commissie te vragen over aankopen die via de winkels van derden worden gedaan als die hun eigen betaalsystemen gebruiken.”

Het bedrijf vaart hiermee een andere koers dan Apple en Google. Ik vermoed dat het voor Microsoft ook een stap is die minder (financiële) pijn kost en een relatief eenvoudige kans om zich positief te profileren tegenover Apple en Google die beiden onder druk staan om de voorwaarden van de stores te versoepelen. Maar dat het bedrijf de stap zet is natuurlijk alleen maar goed.

‘Nieuw kabinet, toon daadkracht voor waardevolle digitale innovatie’ | Rathenau Instituut

‘Nieuw kabinet, toon daadkracht voor waardevolle digitale innovatie’ | Rathenau Instituut

Afgelopen week las ik het rapport ‘De stand van digitaal Nederland’, geschreven door onderzoekers van het Rathenau Instituut.

De eigen introductie: “Het komend kabinet moet krachtige wetgeving vaststellen voor digitale innovatie. Daarnaast moet het parlement kritischer toetsen wat de maatschappelijke opbrengst is van digitale middelen voor het onderwijs, de gezondheidszorg, het openbaar bestuur, de veiligheid of een duurzame samenleving. Dit is nodig om hardnekkige problemen van digitalisering op te lossen. Daarop wijst het Rathenau Instituut in het rapport ‘De stand van digitaal Nederland’.”

De onderzoekers delen in het rapport 3 speerpunten voor een nieuwe digitaliseringsstrategie :

  1. Stel krachtige, toekomstbestendige kaders vast
  2. Innoveer waardengedreven, gebaseerd op kritisch parlementair debat
  3. Creëer zeggenschap voor professionals en burgers

Een waardevol rapport die niet alleen relevant is voor het nieuwe kabinet (wanneer deze ooit een keer zal worden gevormd), maar voor iedereen die zich bezighoudt met vraagstukken rondom digitalisering en het borgen van publieke waarden. Ik kan sowieso aanraden het werk van het Rathenau Instituut te volgen, naar mijn mening doen zij echt veel goed werk en worden zij veel te weinig als bron gebruikt in debat, beleid en media. Doe er je voordeel mee.

How should Canada design policies to protect gig workers?

How should Canada design policies to protect gig workers?

In het publieke en politieke debat wordt veel gesproken óver platformwerkers, maar nauwelijks mét platformwerkers. Dat is niet alleen in Nederland het geval. In een Linkedin bericht deelde Laura Lam, PhD onderzoeker in Canada naar ‘migrant workers’ in de kluseconomie, haar volgende ervaring: “Having interviewed platform workers for the past two years, I consistently hear the feedback that their voices don’t seem to matter. Policies are designed to react to labour precarity (or under the moniker of “future of work”), yet no proactive program to consult and listen.”

In dit artikel deelt Laura, samen met haar co-auteur, haar gedachten over hoe beleid rondom platformwerk zou moeten worden vormgegeven. Ik ben zo vrij geweest het in mijn ogen meest relevante fragment hier onder te delen:

“A second category our labour policies must address is the case of “categorical ambiguity” and define what is different about gig work. A lack of clarity has resulted in chaos and confusion among workers. Recent research looked at the case of Uber’s entry into Toronto in 2014. Uber drivers and taxi drivers were doing essentially the same work, yet there suddenly emerged two different categories of workers. Categorical ambiguity resulted in workers being pitted against each other, and this perceived difference between the two was ultimately codified in the municipal bylaws of the City of Toronto. This shows how ambiguous – and arguably illusory – distinctions can have a profound impact on how we organize and perceive work, and how these differences – with consequences for the lives of drivers – can become embedded into legal and social infrastructure.

Designing and modernizing our employment policies for gig workers is a momentous task, but it is more crucial than ever that we do it well, factoring into account the different experiences of those who choose to enter this work. COVID-19 led to enormous job losses, and the effect on our labour market has implications for workers’ long-term social security. This is a “don’t design a policy about us without us” situation. Policy-makers need gig workers and organizations that work closely with them at the forefront of policy analysis and decisions made at the municipal, provincial, territorial or federal level.

How can we leverage gig work as a pathway toward emancipation and empowerment rather than oppression? In Canada, we need to truly understand how to design policies that make sense for our changing demographics. We must ensure that opportunities in the gig economy come without compromising the qualities that matter most: decent working conditions, stable employment and human rights, as well as personal well-being now and throughout our working lives.”

Revolt of the NYC Delivery Workers – The Verge

Revolt of the NYC Delivery Workers – The Verge

“Exploited by apps. Attacked by thieves. Unprotected by police. New York City’s 65,000 delivery workers have only themselves to count on. They’ve improvised solutions, like bridge patrol to protect themselves from attacks, to make their jobs feasible.”

Een fascinerend inkijkje in de ‘delivery scene’ in New York.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Hoe de overheid in Maleisië investeert in digitale skills van haar burgers | Dit coöperatieve platform zet in 2020 1 miljard euro om | Platform tip: BeMyEyes

Goedemorgen! Afgelopen week na een aantal kleinere ‘offline’ presentaties weer mijn eerste grote ‘offline’ presentatie gedaan voor 200 leden van de coöperatie Royal Flora Holland. Fijn dat dit weer kan. In diezelfde week ook een groot, maar dan online, event over ‘migratie en telemigratie in de kluseconomie‘.  Deze (mede)organiseerde ik vanuit mijn kantoorstudio, samen met 8 andere organisatoren uit 6 landen. We hadden 11 sprekers uit 9 landen en een publiek uit meer dan 15 landen en gebruikten Zoom, GoogleDocs en Whatsapp om dit te organiseren. Mooi om te zien dat beide varianten kunnen, maar ik hoop toch echt wel dat de fysieke evenementen en daarbij fysieke ontmoetingen de norm gaan worden. Digitaal waar het digitaal kan, maar zeker ook niet de waarde van fysieke ontmoetingen onderschatten.

Deze week weer 5 mooi stukken gevonden en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

In de kern lossen platformen informatie asymmetrie op, verleggen transactiekosten en verlagen drempels. Hierdoor kunnen in sommige gevallen transacties die voorheen onmogelijk waren uit te voren opeens wel worden georganiseerd. Een mooi voorbeeld is de app die ik vorige week op mijn telefoon heb geïnstalleerd: Be My Eyes. Een platform dat mensen met een visuele beperking koppelt aan vele duizenden vrijwilligers. Stel een gebruiker met een visuele beperking heeft een pak melk en weet niet wat de houdbaarheidsdatum is. Dan kan deze de app openen en om hulp vragen. Vervolgens wordt verbinding gemaakt met een van de vrijwilligers die de hulpbehoevende even voor een minuutje wil helpen. Briljant in eenvoud en voor de gebruikers een hele mooie oplossing.

Omzet via Floriday groeit naar meer dan miljard euro eind dit jaar

Omzet via Floriday groeit naar meer dan miljard euro eind dit jaar

Veel voorbeelden over succesvolle platformen zijn to-consumer (2C) voorbeelden. Op zich is dat begrijpelijk: 2C platformen zijn vaak goed zichtbaar voor de buitenwereld en veelal een ‘losse’ entiteit (een startup klinkt meer sexy dan een procesoptimalisatie of -transformatie). Daarnaast zijn 2C platformen vaak ook geïsoleerde dienstverleningen en daardoor veel eenvoudiger te realiseren. Die complexiteit zorgt ervoor dat de ontwikkeling in een 2B domein vaak minder zichtbaar is, later van start gaat en zich minder snel kan doorontwikkelen. Het duurt dus even, maar dan heb je wel wat.

Afgelopen week gaf ik een presentatie voor 200 leden van de coöperatie Royal Flora Holland op een evenement dat ging over hun eigen platform: Floriday. Over dit bedrijf schreef ik het volgende in mijn boek:

“Royal FloraHolland is een van twee grootste bloemenveilingen van Nederland. Deze fysieke marktplaats met de veilingklok, waar met 100.000 transacties per dag 30.000 soorten bloemen en planten worden verhandeld, maakt een transitie door naar een digitale marktplaats. Al een paar jaar is de trend zichtbaar dat kwekers hun aanbod in steeds meer verschillende verkoopsystemen aanbieden en ontvangen. Deze versnippering maakt de handel bewerkelijker, tijdrovender en kostbaarder. In platformtermen: de transactiekosten nemen toe. Met Floriday is een digitaal platform gecreëerd waar kwekers hun catalogus, aanbod en orders beheren. “Kwekers bedienen met Floriday verschillende handelskanalen. We maken de sierteeltsector toegankelijker en eenvoudiger door één open platform te bieden waar kwekers, dienstverleners en verkoopkanalen op aansluiten”, staat op de website te lezen. Waar menig platform de belangen van twee partijen (vraag en aanbod) moet verenigen, heeft Floriday als platform te maken met kwekers, klanten, leveranciers en andere dienstverleners. Een flinke klus om dit succesvol te maken.”

Afgelopen week werd bekend dat de verwachting is dat dit jaar voor 1 miljard euro aan sierteelt via het platform zal worden verhandeld.

Dit voorbeeld laat zien dat:

  1. 2B platformen veel kansen bieden;
  2. je als sector echt ook zélf het voortouw kunt nemen;
  3. je als organisatie jouw legacy in kunt zetten om iets unieks neer te zetten: wat heb jij dat een snelle start-up niet heeft? > veelal klanten, geld, data, infrastructuur en een vertrouwd merk;
  4. het hier natuurlijk helemaal niet om technologie gaat, maar om het meenemen van mensen in een verhaal en transitie.

Wat de organisatie ook extra interessant maakt is dat het een coöperatie is. Floriday is dus een coöperatief platform. En waar bij de opkomst van platform coöperaties vooral de nadruk lag bij het ‘van scratch’ ontwikkelen van een platform door gebruikers (veelal: aanbieders) zie je nu een verschuiving waar vooral bestaande coöperaties die platformen inzetten om processen te automatiseren of nieuwe diensten aan te bieden aan de leden.

Bestaande coöperaties zien al sinds 2015 kansen voor coöperatieve platformen: “to encourage existing cooperatives to exploit the potential of digital and web technologies to update and upgrade their internal participation patterns”. En afgelopen week gaf de Europese Commissie aan dat het coöperatieve gedachtegoed “could constitute an important instrument” voor een gelijker speelveld in de platformeconomie. Waar de commissie dan vooral keek naar platformen die bemiddelen tussen de vraag en aanbod van arbeid.

Hof: Helpling-schoonmakers zijn uitzendkrachten | NOS

Hof: Helpling-schoonmakers zijn uitzendkrachten | NOS

Afgelopen week deed de rechter uitspraak in de zaak FNV > Helpling. FNV is al een aantal jaren van mening dat de thuischoonmaaksters die via Helpling schoonmaakwerk vinden bij particuliere huishoudens werknemer bij het platform zijn. In een eerdere uitspraak oordeelde de kantonrechter dat Helpling geen werkgever is, maar wel een bemiddelaar. Afgelopen week oordeelde de rechter in het hoger beroep dat de schoonmaaksters uitzendkrachten zijn die via het platform werken. Hiermee hebben zij onder andere recht op doorbetaling van loon als ze ziek zijn. Als zij ontslagen worden, hebben ze recht op een transitievergoeding. Zij vallen dan weer niet onder de schoonmaak-cao.

In een uitgebreide blog die ik in 2018 schreef na de eerste rechtszaak het volgende over de aanklacht:

“Als FNV wint en Helpling de huishoudhulpen in dienst moet nemen, dan gaat de prijs van de hulp voor de klant omhoog naar een bedrag van minimaal 20 euro. Nagenoeg geen enkele particulier is bereid dit bedrag per uur te betalen. Er zal niemand meer boeken via het platform en Helpling is binnen de kortste keren failliet. Is daarmee het probleem opgelost? Nee. Die schoonmaak wordt ook daarna nog wel gedaan. Maar dan via de zwarte markt. Dus ook al wint FNV de rechtszaak, de schoonmaakhulp wordt er niet beter van. .”

Nu heeft FNV gewonnen en is het de vraag wat Helpling gaat doen. Helpling heeft in een reactie aangegeven de aanklacht te bestuderen. Toen Uber dat zei had ik daar weinig mee, maar bij Helpling snap ik het wel: het is niet duidelijk wat er nu precies moet gebeuren. Het bedrijf heeft 30 dagen om de veranderingen door te voeren.

Ik ben erg benieuwd wat er u gaat gebeuren. Als de kosten omhoog gaan, dan gaan ook de prijzen voor de consumenten omhoog. En het is de vraag of zij daarna het platform massaal zullen verlaten. Wat FNV hier doet is het ontkennen van het bestaan van de zwarte markt en het ondermijnen van de regeling dienstverlening aan huis. Thuisschoonmaaksters zijn namelijk geen zzp’ers, maar werken volgens deze regeling. En daardoor concurreert Helpling niet met een professioneel schoonmaakbedrijf, maar met de zwarte markt.

Volgens mij is de enige manier om dit naar ieders tevredenheid te regelen het erkennen dat dit werk onderbetaald is en net als onder andere België, Frankrijk, Zweden en Denemarken dit werk subsidiëren. Het wordt dus tijd voor een échte oplossing. Ik ga er vanuit dat FNV (maar ook: SZW en de politiek) dit ook beseffen en hier de verantwoordelijkheid pakken. Een misschien iets minder sexy en nieuwswaardig onderwerp, maar voor wie echt om de werkende geeft een hele mooie kans.

‘Facebook is in feite een onveilige omgeving’ – NRC

‘Facebook is in feite een onveilige omgeving’ – NRC

“Techprofessoren: Hij is een bèta, zij een alfa. Samen willen hoogleraren Bart Jacobs en José van Dijck pionieren met ethische alternatieven voor Big Tech.”

Mooi interview en ik hoop van harte dat zij hiermee een mooie bijdrage leveren aan de toekomst van het internet. En voor wie nog steeds denkt dat de systemen achter platformen als Facebook perfect zijn, luister dan deze indrukwekkende podcast serie ‘The Facebook Files’ van The Wall Street Journal.

Case: hoe de overheid Maleisië investeert in digitale skills

Case: hoe de overheid Maleisië investeert in digitale skills

Een van de sprekers van het Wageindicator event was Mohd Redzuan Affandi Bin Abdul Rahim, Director of Sharing Economy Development at Malaysia Digital Economy Corporation (MDEC). Al tijdens de voorbespreking was ik onder de indruk van zijn casus. Het verhaal:

“In 2015, Malaysia Digital Economy Corporation (MDEC) has introduced the eRezeki programme, a programme that was designed based on the Crowdsourcing / Sharing Economy models with the main objective of providing additional income opportunities for the Rakyat via digital platforms. The programme facilitates matching of individual participants with jobs or tasks offered by various Crowdsourcing / Sharing Economy platforms via comprehensive profiling, training and on-boarding process.

The main target group of this programme are individuals from lower income households, unemployed and underemployed, pensioners, veterans as well as individuals with disabilities. Examples of task / jobs offered in this programme includes delivery rider, personal helper, e-hailing drivers, electrician, home tutor etc.

The eRezeki Programme has proven success in delivering income opportunities to the people via the Sharing / Gig Economy model. From 2016 to 2020, more than RM1.3 billion worth of income was earned by more than 700,000 participants of the programme. The exponential growth over the years indicates the growing trend of Sharing / Gig / Freelance Economy sector in the local market and is in line with the global landscape.

Additionally, the local Sharing / Gig Economy ecosystem is also growing rapidly with the emergence of new start-ups in this space. There are more local Sharing Economy platform players in 2020 compared to the year 2015. Based on data from eRezeki, there were only 5 local platform partners in 2015 as compared to 106 local platform partners in 2020.”

Dit programma heeft met de start van covid nog een extra boost gekregen. Mooi om te zien hoe de overheid investeert in de digitale skills van bepaalde groepen burgers en hen helpt onafhankelijk inkomen te vergaren via online platformen. Door samen te werken met enkele platformen krijgen de burgers wat extra voordelen. Een mooie casus.

In actie

Het Wageindicator event vanuit mijn kantoor studio.
En ook weer een presentatie voor een grote groep

In de media

FNV wint rechtszaak tegen Uber. Een uitgebreide analyse over de gevolgen. – ZiPconomy

FNV wint rechtszaak tegen Uber. Een uitgebreide analyse over de gevolgen. – ZiPconomy

Mijn stuk over de Uber > FNV zaak is vorige week ook op ZiPconomy gepubliceerd.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via m
ail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

FNV wint rechtszaak: Uber moet chauffeurs in dienst nemen. Een uitgebreide analyse van deze uitspraak en een blik in de glazen bol.

Goedemorgen! Afgelopen maandag werd mijn planning van tafel geveegd door de commotie rondom de uitspraak van de rechter in de zaak FNV tegen Uber. Wat resulteerde in interviews voor NOS.nl, Radio 1 (2x), ZiPconomy, Nu.nl, NRC en Telegraaf. Dat was erg leuk om te doen. De rest van de week heb ik mij vermaakt met o.a. een sessie ‘Dag overheid, hallo platform!’ op het iBestuur congres in Den Haag en een dagje data analyseren op de Universiteit Twente mbt het onderzoek naar in hoeverre platformwerkers hun reputatie- en transactiedata mee willen nemen in de vorm van een KlusCV.

Nu dit weekend het stof rondom de Uber uitspraak was neergedaald leek het mij leuk voor op de zondag avond om een uitgebreide analyse te maken wat er zich de afgelopen week heeft afgespeeld. Deze week dus geen 5 losse artikelen, maar één lang stuk over de uitspraak FNV > Uber.

Veel leesplezier en fijne week!

Alleen hij of zij die de afgelopen week zonder bereik onder een steen heeft gelegen heeft het nieuws kunnen missen: de uitspraak van de rechtszaak die FNV tegen taxiplatform Uber heeft aangespannen. De inzet: de juridische status, met de hierbij behorende (on)zekerheden, van de chauffeurs. Het werd een duidelijke uitspraak. Een uitspraak die de toon zet, maar nog zeker veel vragen met zich meebrengt. In dit stuk ga ik in op de uitspraak, de zaak, de context en denk ik na over wat de gevolgen kunnen zijn.

Wat er voorafging

Er is al een flinke tijd veel onduidelijkheid rondom de vraag wie nu wel en wie nu geen ‘echte’ zzp’er is. Zoveel onduidelijkheid, dat ook een poging een nieuwe toets in te voeren faliekant dreigt te mislukken. Dat ook bij de overheid bekend is dat het zzp-dossier op zijn zachts gezegd niet lekker loopt is ook hier niet onopgemerkt gebleven. Zo is besloten om voorlopig niet te handhaven, wat in de praktijk betekent dat ‘de markt’ het dan maar zelf op moet lossen. En hoewel het er naar uit ziet dat iedereen het erover eens is dat alleen een grondige hervorming van de arbeidsmarkt een écht duurzame oplossing is, is er geen zicht op een oplossing. Iedereen blijft veilig in de eigen silo zitten en het ziet er naar uit dat de onduidelijkheid blijft.

In de kluseconomie speelt de discussie over de juridische status van de werkende ook. Het merendeel van de kluseconomie platformen heeft intussen erkend dat zij wel een bemiddelaar zijn, maar ziet zich niet als werkgever. Vakbond FNV (CNV is in dit debat onzichtbaar) is van mening dat platformwerkers in principe ‘werknemer zijn tenzij’ en probeert, met wisselend succes, haar gelijk te krijgen in de rechtszaal. In het geval van Uber, het taxiplatform waar chauffeurs als zzp’er voor rijden, heeft de rechter vorige week bepaald dat de chauffeurs ‘gewoon’ werknemers zijn. Een historische uitspraak. FNV wint. Uber verlies. En de chauffeur? Tja, dat is nog even afwachten.

De stelling en omstreden rol van FNV in dit debat

De zaak tegen Uber is aangespannen door de FNV. De vakbond voerde eerder rechtszaken tegen Deliveroo (verloren, gewonnen en gewonnen) en Helpling (verloren) en er staan nog een aantal andere zaken in de steigers. De inzet bij deze zaken: het erkennen van het werkgeverschap. Volgens FNV is flexibiliteit en zekerheid namelijk prima te combineren binnen een uitzendovereenkomst. Het begint ook intern bij de FNV op te vallen dat zij in dit debat wel erg vaak de uitzendsector promoten. Zo zei Erik Pentenga, sectorbestuurder FNV Flex, in een ABU-publicatie: “Dat is toch erg, nou moet ik als onderhandelaar van de vakbond de uitzendovereenkomst gaan lopen verdedigen.” Ja dus.

De rol van FNV in dit debat is niet onomstreden. Zo is het de vraag in hoeverre FNV ontvankelijk is om een zaak te voeren: het is niet duidelijk hoeveel platformwerkers door de bond worden vertegenwoordigd. Ook lijkt de keuze van de aan te klagen partijen soms wat selectief. De activiteiten en voorwaarden van kluseconomieplatformen zijn in veel gevallen namelijk echt niet nieuw en worden soms al tot 25 jaar gedoogd door FNV. Zo heeft Helping een 25 jaar oudere concurrent HomeWorks en is Uber echt niet de enige die gebruik maakt van freelancers. Taxicentrales als TCA doen dit al sinds jaar en dag. En ook de ‘oude rotten’ in het vak worden steeds meer technologie gedreven. Ik verwoorrde dit in een eerder blog als volgt: “Als de FNV het belangrijk vindt om voor deze doelgroep op te komen, waarom hebben zij een organisatie als HomeWorks dan niet al veel eerder aangepakt?”

Als laatst is het de vraag in hoeverre de werkenden ook echt iets opschieten met de rechtszaken van FNV. Zo concurreert Helpling met de zwarte markt en zijn activiteiten van to-business platformen ook prima in een uitzendovereenkomst te gieten, maar bouwt de werkende ook hierin nagenoeg geen zekerheid op. Gekscherend zou je kunnen zeggen dat FNV tegen schijnzelfstandigheid vecht, maar daarmee soms iets te veel schijnzekerheid promoot.

Ben ik van mening dat alle rechtszaken tegen platformen onnodig zijn? Zeker niet: de uitspraken geven duidelijkheid. Het enige dat ik zonde vind is dat de nuance in het debat verdwijnt wanneer de strijd om het ene of andere hokje gaat. Valkbonden zien loondienst als heilige graal, terwijl de discussie over gaat over zekerheid, beperken risico, continuïteit en eerlijkheid. Ik had (met mijn naïeve hoofd) gehoopt dat de opkomst van platformen als excuus zou worden gebruikt voor een bredere discussie over de toekomst van werk, maar die kans lijkt verkeken. En dat is ook niet in het belang van de werkende en daarmee ook niet van de vakbond.

De uitspraak

Dan de uitspraak van vorige week. In het verweer in de rechtszaak pleitte Uber geen werkgever te zijn: de taximarkt is immers al jaren een zzp-markt. Het enige dat Uber toevoegt in de markt van taxi bemiddelaars als centrales is een geavanceerde app. FNV gaf aan bekend te zijn met het gegeven dat deze markt een zzp-markt is, maar dat dat in deze zaak niet relevant is: de zaak gaat puur om Uber en wat er in de rest van de taximarkt ‘normaal’ is, was volgens FNV niet relevant. In de uitspraak kiest de rechter voor de invalshoek van FNV en beperkt zich puur op wat er bij Uber speelt.

Uber moet de taxichauffeurs per direct in dienst nemen en de taxi-cao respecteren. Ook moet het met terugwerkende kracht de chauffeurs compenseren alsof zij ook de jaren hiervoor in dienst zijn geweest. Een uitspraak met grote gevolgen voor het bedrijf.

Een van de meest opvallende zaken in de uitspraak is wat de rechter heeft benoemd tot ‘modern werkgeversgezag’. Oftewel: ook al is een app je baas en het algoritme jouw manager: ook dan is er sprake van gezag. Immers: de technologie stuurt de werkende, bepaalt wie welke rit krijgt, wat de prijsstelling is en monitort de chauffeur en verbindt consequenties aan acties. Als laatst heeft de rechter ook bepaald dat het beoordelingssysteem onderdeel is van dit ‘moderne werkgeversgezag’. Het is uniek dat de rechter zo uitgebreid is ingegaan op de werking van de app. Waarbij overigens niets is gezegd over de mogelijkheid voor chauffeurs om voor meerdere apps tegelijk ingelogd te zijn, wat ook wel ‘multihomen’ wordt genoemd.

Waar in de Deliveroo-zaak de koerier nog zelf mag bepalen of deze aanspraak wil maken op het dienstverband, laat de rechter in de Uber-zaak geen ruimte voor de keuze van de werkende: iedereen moet in dienst. Direct, met terugwerkende kracht, maar zonder dwangsom als stok achter de deur.

De passage over ‘modern werkgeversgezag’ laat overigens zien dat een zaak over de contractvorm misschien de meest logische, concrete en uitlegbare was, maar dat een zaak rondom dit moderne werkgeverschap en de onzekerheden, onduidelijkheden en kwetsbaarheden die hierbij komen kijken voor een veel bredere groep relevant zou zijn geweest. Vraagstukken over transparantie van besluitvormingsprocessen, hoor- en wederhoor bij algoritmes en transparantie in algoritmes is voor een veel bredere groep werkenden, zowel binnen als buiten een dienstverband, ontzettend relevant.

Is dit het einde van de kluseconomie?

Ik hoorde direct al veel verhalen voorbijkomen dat dit het einde van de kluseconomie is. Ik ben van mening dat dat onzin is. De categorie platformen waar Uber bij hoort is de categorie waar de impact van het ‘modern werkgeversgezag’ het grootst is. Het algoritme bepaalt wie het klusje krijgt, wat de prijs is en hoe de klus moet worden uitgevoerd. De technologie controleert ook de werkende sterk. Dit soort ‘werkgeversgezag’ past bij platformen met een ‘on demand’ transactie op fysieke locatie. Oftewel: taxi, bezorging en logistiek waar de werkende per uitgevoerde klus wordt betaald. Het enige type platformen die dit overtreffen zijn de ‘micro task’ platformen als Amazon Mechanical Turk. Platformen waar onzichtbare werkenden online klusjes van een paar seconden tot een paar minuten uitvoeren, veelal om falende algoritmes te corrigeren. Online en internationaal opererende platformen en daardoor erg lastig (lees: nagenoeg onmogelijk) aan te pakken.

Bij andere platformen in de to-business en to-consumer sector is de impact van dit werkgeversgezag veel en veel kleiner en wordt, een beetje afhankelijk van de definitie die je gebruikt, geen gebruik gemaakt van algoritmes. Ook staan hier de opdrachtgevers en -nemers vaak direct met elkaar in contact. Wat dat betreft gaat deze uitspraak dus specifiek over Uber en misschien indirect over andere on-demand platformen, maar zeker niet voor heel de kluseconomie.

Maar dat de toon is gezet, dat is duidelijk. De rechter heeft aangegeven dat modern werkgeverschap een vorm van gezag is. Uber is het extreme geval, maar het is de vraag waar de grens ligt. Dit is zowel voor platformbedrijven als niet-platform-bemiddelaars een vraag.

Wat gaat er met en bij Uber gebeuren?

De grote vraag is nu: wat gaat Uber doen. Wat Uber ook gaat doen: deze zaak en de reactie van Uber hierop ligt wereldwijd onder een enorm vergrootglas. Als Uber een wijziging doorvoert, dan zal dat de ‘default’ worden in iedere discussie waar ook ter wereld die volgen gaat. Het is dan ook niet heel verrassend dat Uber nog geen actie heeft ondernomen.

Uber zelf noemt de uitspraak ‘verrassend’ en ‘complex’. Dit is natuurlijk onzin, maar een manier om tijd te kopen. Het heeft al aangegeven het vonnis voorlopig niet uit te voeren.

Wat wanneer Uber het vonnis wel uitvoert? Het bedrijf kan de chauffeurs in dienst nemen en daarmee meer controle over de chauffeur krijgen. Zij kunnen direct in dienst komen of, en dat is waarschijnlijker, via tussenpartijen. Dit laatste zal ook de minst ingrijpende aanpassing zijn in het model. Het is als taxibedrijf namelijk al mogelijk om met een bedrijfsaccount via Uber te rijden. Het taxibedrijf heeft het hoofdaccount en de chauffeurs hebben een gebruikersaccount bij Uber. De chauffeurs voeren op eigen naam de ritjes uit, maar de inkomsten worden uitgekeerd aan het taxibedrijf. Het taxibedrijf is dan degene die de verloning (in dienst, freelance of zwart) met de chauffeur moet regelen. Het zou zelfs aannemelijk zijn dat Uber taxibedrijven (bestaande of nieuwe) gaat helpen om met deze accounts online te gaan.

Mocht Uber deze stap zetten, dan wordt het probleem eigenlijk simpelweg verlegd van Uber naar een honderdtal onderaannemers. Vervolgens wordt het voor de handhavers en vakbonden heel moeilijk om hier grip op te krijgen. Dat zou een tegenvaller zijn voor handhavers en vakbonden. Voor hen was het juist handig dat één partij een ontzettend gefragmenteerde markt centraliseerde. In dat geval zou de markt weer uiteenvallen in een gefragmenteerde en lastig te controleren markt. Het is dan ook de grote vraag wat er dan voor de chauffeurs zal veranderen. Met nog een tussenlaag die geld moet verdienen en risico moet absorberen is het de vraag of zij hiermee beter af zijn. Hiermee rechtvaardig ik niet de huidige strategie van Uber, maar geef ik wel de context van de markt.

Uber heeft intussen ook de chauffeurs bericht dat het niet van plan is hen in dienst te nemen. En waarschuwt chauffeurs dat de switch naar werknemerschap “gevolgen kan hebben voor je bedrijf en je thuissituatie.” En zegt dat de “Belastingdienst mogelijk toeslagen en zakelijke fiscale zzp-aftrekposten terugvordert”. Zo creëert het bij alle stakeholders onduidelijkheid, wat vast geen onbewuste strategie is.

De bal ligt bij…

Het zal nog wel een tijd duren voordat we concreets weten wat er voor de Uber-chauffeurs zal veranderen. Want hoewel de uitspraak duidelijk is, zijn er nog genoeg vragen en is er nog een lange weg te gaan. Zo is het makkelijk om te zeggen dat chauffeurs met terugwerkende kracht moeten worden betaald, maar moeten voor die berekening ontzettend veel keuzes gemaakt worden waar nog veel discussie over moet worden gevoerd.

De bal ligt nu ook (of: juist, of: eindelijk) bij overheid en handhaving. En dan heb ik het niet over kamerleden die hun mening over de zaak geven, maar bij de mensen die hier iets concreets mee moeten. De uitspraak van de rechter is duidelijk en Uber heeft laten weten in hoger beroep te gaan en in de tussentijd de uitspraak niet te respecteren. Ik ben heel erg benieuwd wat de reactie vanuit Den Haag hierop gaat zijn en welke middelen zullen worden ingezet.

Tot slot

En die toekomst van de arbeidsmarkt? Daar heb ik nog steeds een hard hoofd in. Ook deze uitspraak heeft laten zien dat wat de werkende wil (even los van of deze in dienst wil of niet) niet relevant is in het debat. Het is hoog tijd voor een discussie over de waarde van werk. Of zoals het WRR het in 2020 nog verwoordde: “Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht.” Aan goede rapporten geen gebrek, aan een goede opvolging daarentegen wel.

Ik hoop dat er een tijd komt dat de discussie weer zal gaan ove
r waar deze over zou moeten gaan: over hoe flexibiliteit, zekerheid en autonomie kan worden gecombineerd. Over hoe we een minder ongelijk speelveld kunnen creëren met verplichtingen en verzekeringen voor de werkenden. Ongeacht de vorm van contract. Want als er iets is wat onze arbeidsmarkt nodig heeft, is het wendbaarheid en autonomie vanuit de werkende. Met een basislaag van zekerheid en een collectief stelsel. En dat kun je prima bereiken wanneer je dit combineert met zekerheid. Alleen ga je dat met de huidige houding van de verantwoordelijke instituties niet bereiken. Het wordt tijd dat ieder zijn of haar verantwoordelijkheid in pakt. Wie begint?

In de media

Is de uitspraak in Uber-zaak een kantelpunt voor platformwerk? | NOS

Is de uitspraak in Uber-zaak een kantelpunt voor platformwerk? | NOS

De taxi-app is in een rechtszaak van vakbond FNV in het ongelijk gesteld en moet zijn chauffeurs per direct in dienst nemen. Uber gaat in beroep.

Wat betekent de Uber-uitspraak voor andere diensten die werken met een soortgelijke constructie? | NPO Radio 1

Wat betekent de Uber-uitspraak voor andere diensten die werken met een soortgelijke constructie? | NPO Radio 1

Taxi-app Uber moet hun taxichauffeurs in dienst nemen. Het bedrijf verloor vandaag een rechtszaak van vakbond FNV, die de rechtszaak aanspande omdat de chauffeurs volgens schijnconstructies werkten en minder dan het minimumloon verdienden. Martijn Arets, platform economie expert, legt uit wat dit kan betekenen voor bedrijven die werken met eenzelfde bedrijfsconstructie.

Rechter legt bom onder bedrijfsvoering Uber, sectorgenoten in spanning | NU.nl

Rechter legt bom onder bedrijfsvoering Uber, sectorgenoten in spanning | NU.nl

Uber moet zijn chauffeurs in dienst nemen, heeft de rechter maandag bepaald in een zaak die door de FNV was aangespannen. Voor het techbedrijf is het een potentiële bom onder de bedrijfsvoering en het vonnis kan gevolgen hebben voor de hele platformeconomie.

Uber-chauffeurs zijn geen zelfstandig ondernemers, maar werknemers. Dit zijn de (mogelijke) gevolgen voor bemiddelaars en platform-zzp’ers – ZiPconomy

Uber-chauffeurs zijn geen zelfstandig ondernemers, maar werknemers. Dit zijn de (mogelijke) gevolgen voor bemiddelaars en platform-zzp’ers – ZiPconomy

Taxi-app Uber moet zijn chauffeurs in dienst nemen, want zij rijden onder ‘modern gezag’ via de app. De chauffeurs mogen hun werk dus niet uitvoeren als zzp’er, oordeelt de rechter. Wat betekent dat voor de rest van de markt?

Rechter bepaalt dat Uber-chauffeurs werknemers zijn – NRC

Rechter bepaalt dat Uber-chauffeurs werknemers zijn – NRC

Platformdiensten: Vakbond FNV had de rechtszaak aangespannen. De rechter is het met de bond eens dat Uber-chauffeurs geen zelfstandige ondernemers zijn,…

Rechter zet streep door goedkope taxiritjes met Uber | Telegraaf.nl

Rechter zet streep door goedkope taxiritjes met Uber | Telegraaf.nl

Een app waarmee je snel, gemakkelijk en goedkoop een taxi kunt regelen en die goed betaald werk biedt aan iedereen die maar wil. Met die belofte betrad Uber in 2012 de Nederlandse markt. Die belofte is nu sterk aan het wankelen nu de rechter een streep heeft gezet door de werkwijze van het platformbedrijf.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van pla
tformen op hoe wij werken en leven’.

Het groeiende (gig)platform ecosysteem | Offline delen via buurtkoelkasten | Uitspraak: FNV > Uber | Wie zitten er op flitsbezorgers te wachten?

Goedemorgen! Het is duidelijk dat de vakantie voorbij is: mijn agenda was afgelopen week overvol. En dat zal nog wel even zo blijven. Met leuke dingen, dat is dan weer prettig. Zo was er een belangrijke meeting voor KlusCV waar de basis is gelegd voor het afsprakenstelsel en het juridische framework en de planning voor de komende maanden vorm heeft gekregen. Er is nog veel te doen, de plannen zijn ambitieus, maar alles lijkt prima voor elkaar te komen. Ook had ik diverse voorbesprekingen met de sprekers voor het Wageindicator event “Migration and telemigration in the gig economy” dat op 24 September zal plaatsvinden. Inschrijven is trouwens nog mogelijk. Ik sprak experts uit Uganda, Estland, Brazilië, Canada en Maleisië. Dat laatste gesprek gaf overigens weer heel toffe inzichten hoe een land haar burgers helpt met het vervaardigen van digitale skills om vervolgens via online platformen werk te vinden. In een van de aankomende edities van deze nieuwsbrief lees je daar meer over. En op het event de 24ste zal een medewerker van de overheid in Maleisië dieper op deze casus ingaan. Als laatst mocht ik middels een 2 minuten filmpje het KlusCV concept pitchen op het Reshaping Work congres.

Deze week zal ik op het iBestuur congres deelnemen aan de sessie ‘Dag overheid, hallo platform!’. Ik zie uit naar de discussies 😉

Genoeg introductie: deze week weer een aantal stukken uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week en veel leesplezier!

Crearon una plataforma de beneficios para trabajadores de apps y están entre las 100 mejores startups globales

Crearon una plataforma de beneficios para trabajadores de apps y están entre las 100 mejores startups globales

Rondom platformen groeit een heel ecosysteem aan bedrijven die diensten ontwikkelen als aanvulling op het platform. Hiermee pakken zij kansen op die het platform (bewust of onbewust) laat liggen. Een van de eerste voorbeelden die ik tegenkwam waren de sleutelbedrijven die handig op de groeiende verhuur via Airbnb inspeelden met mooie beloftes als ‘het enige waar je aan merkt dat tijdens je afwezigheid iemand in je huis is geweest, is aan je bankrekening’. Ook zie je steeds meer dienstverleners die diensten ontwikkelen die aansluiten bij de behoeften van aanbieders op platformen. En hier de samenwerking met het platform opzoeken. Bij e-commerce zag ik dat eerder bij Bol in een samenwerking met Rabobank voor financiering en met Insurtech met verzekering. Ook binnen de kluseconomie zijn dit soort aanbieders actief. Zo berichtte ik eerder over de pilot van ABN AMRO met oppas platform CharlyCares en verzekeraar Alicia die verzekeringen via Temper aanbiedt.

Ook zijn er meer overkoepelende initiatieven die, al dan niet in partnership met platformen, de werkende willen faciliteren. Deze Spaanstalige blog (Google Translate is your best friend ;-)) gaat over Nippy: een Argentijnse startup die zich richt op ‘migrant workers’ in Argentinië die via het platform in het land aan het werk gaan. Nippy levert diensten rondom financiering, juridisch advies, een bankrekening, training, ziektekosten verzekering en meer. Een ander voorbeeld die hier op lijkt is Collective Benefits. Een partij die “platforms helps to protect their independent workers with sick and injury pay, mental health support, everyday savings, and more.”. Ook interessant is Opolis: “a next-generation Employment Cooperative offering high-quality, affordable employment benefits and shared services to independent contractors, freelancers, digital nomads, solopreneurs and sole-practitioners.” Opolis is een blockchain project met, zoals ik vaker bij blockchain platformen zie, een behoorlijke ambitie: “a next generation employment ecosystem for the self sovereign worker’.

Zo zie je dat er rondom platformen weer allerlei nieuwe initiatieven ontstaan. Al dan niet in samenwerking met platformen. Genoeg kansen. En natuurlijk zullen er nog genoeg falen, maar het is sowieso erg interessant om te zien hoe ieder, met eigen motivaties en al dan niet vanuit een bestaande speler, op zoek is naar een mooie oplossing in de platform wereld.

FNV en Uber allebei positief over naderende uitkomst rechtszaak | TaxiPro

FNV en Uber allebei positief over naderende uitkomst rechtszaak | TaxiPro

Vandaag (maandag) zal de rechter in Amsterdam uitspraak doen in de rechtszaak FNV <> Uber. In dit stuk komen beiden partijen aan het woord: beiden hebben vertrouwen op een goede afloop van de uitspraak. En los daarvan: beiden weten ook dondersgoed dat deze uitspraak niet het eindstation van deze zaak zal zijn. Wie verliest, gaat in hoger beroep. En uiteraard zullen beide partijen selectief gaan shoppen in de uitspraak en de positieve punten voor hun eigen standpunten hiermee in de spotlight zetten.

In deze blog op ZiPconomy ging ik eerder in op deze zaak. In dit stuk beschrijf ik hoe taxicentrales als TCA steeds meer een Uber zullen worden en Uber steeds meer een TCA. Ik verwacht dan ook dat de uitspraak morgen, hoewel de verliezende partij zeker in hoger beroep zal gaan, ook effecten zal hebben hoe we naar de niet-platform taximarkt kijken. En mogelijk verder dan de taximarkt, maar ook in markten waar automatische besluitvormingsprocessen in matching en beoordeling een rol speelt of gaat spelen. Wat dat betreft kun je vinden van de rechtszaken en motivaties hier achter wat je wilt, maar het haalt altijd weer interessante nieuwe inzichten en gedachten naar boven.

Mijn conclusie van het stuk is als volgt: “het is niet de contractvorm die centraal zou moeten staan in discussies, maar andere issues.” Afgaand op de informatie uit de zittingen zal de rechter morgen iets zeggen over de contractvorm, maar ook op de andere issues. Ook ben ik benieuwd of de rechter de context van de gehele taximarkt, wat ook hetgeen is waar Uber op heeft ingezet, meeneemt in de beoordeling.

Tot slot: in het stuk van Taxipro geeft Uber directeur Noord-Europa aan dat het oplossen van dit (bredere) issue “niet aan de rechter, maar meer aan de politiek en de bedrijven is om  op te lossen”. En die politiek, die laat het op dit onderwerp al heel wat jaren afweten. Wat dan ook weer de reden is dat FNV naar de rechter is gestapt. Wordt vervolgd…

Apple moet van rechter betaalregels voor ontwikkelaars in App Store aanpassen | NOS

Apple moet van rechter betaalregels voor ontwikkelaars in App Store aanpassen | NOS

In deze nieuwsbrief vorige week schreef ik in de titel: ‘het einde van de App Store Maffia?’. In dat stuk ging het over een aantal tegenslagen voor Apple in rechtszaken in Japen en Zuid Korea. Afgelopen week kwam daar een nieuwe tegenslag voor Apple bij: “Apple moet appontwikkelaars toestaan hun eigen betaalsysteem te gebruiken buiten de App Store om. Dat heeft een rechtbank in Californië geoordeeld in een zaak die was aangespannen door Epic, de maker van het populaire spel Fortnite.”

Volgens Bloomberg zou het het bedrijf door deze uitspraak in de toekomst enkele miljarden omzet per jaar mislopen. In dit stuk in The Verge wordt verder in gegaan op de consequenties voor developers.

Ook deze uitspraak zal, net als de uitspraak in de Uber zaak vandaag (maandag), geen eindstation zijn. Beide partijen geven aan niet tevreden te zijn met de uitspraak. Wat wel duidelijk is, is dat ‘het einde van de App Store Maffia’ dichterbij komt, maar dat het nog wel een flinke battle zal worden. Niet gek, gezien de belangen die spelen. Maar dat het huidige model niet houdbaar is, dat is intussen duidelijk. En dus is het aan Apple zaak om zoveel mogelijk te rekken en de schade, want die zal er zijn, te beperken.

Flitsbezorgers dienen vooral jongeren in Randstad op zoek naar snelle hap | NU.nl

Flitsbezorgers dienen vooral jongeren in Randstad op zoek naar snelle hap | NU.nl

Weinig tot geen berichtgeving over de opkomende flitsbezorgdiensten is gebaseerd op de cijfers uit de markt. Daar is het ook nog wat vroeg voor, maar alle inzichten zijn natuurlijk welkom. Gfk kwam vorige week via Nu.nl naar buiten met een onderzoek en “kwam tot de conclusie dat ruim 4 procent van de Nederlandse jongeren van tussen de 18 en 34 jaar in de afgelopen drie maanden gebruikmaakte van de bezorgdiensten. Gekeken naar alle leeftijdsgroepen blijft het percentage steken op 1.” Dat lijkt misschien weinig, maar weet wel dat de aanbieders alleen in grote steden, en dan ook vaak niet in alle delen van de stad, actief zijn. Ik ben dus ook vooral benieuwd naar de percentages van de doelgroep die binnen een bezorggebied van een van de onderzochte aanbieders vallen. Op de website van Gfk is het onderzoek niet terug te vinden, dus ik verwacht dat er ergens de komende maanden nog wel een rapport volgt met een diepere analyse. En nu maar hopen (ik vermoed tegen beter weten in) dat dat rapport niet achter een betaalmuur verdwijnt.

De buurtkoelkasten van New York – 2Doc.nl

De buurtkoelkasten van New York – 2Doc.nl

Het is intussen alweer een dikke zes jaar geleden toen we ons in Nederland druk gingen maken over de Deeleconomie: “het fenomeen dat consumenten elkaar gebruik laten maken van hun onderbenutte consumptiegoederen, eventueel tegen betaling”. Toen was al lang duidelijk dat het delen tussen particulieren natuurlijk niet nieuw was, maar dat juist het platform element weer een nieuwe dimensie aan iets dat al lang bestaat toevoegde, waardoor de activiteiten konden opschalen (ook buiten de eigen sociale bubbel) en konden geprofessionaliseerd (waardoor de impact kan worden vergroot).

En ondanks de opkomst van de vele platformen, gaat het offline ‘delen’ natuurlijk gewoon door. Afgelopen week stuitte ik op deze korte documentaire waar het elkaar gebruik laten maken van onderbenutte consumptiegoederen en vertrouwen als basis prachtig naar voren komt:

“Tijdens de lockdown waren ze er ineens: tientallen kleurig beschilderde community fridges, buurtkoelkasten, in de straten van New York. Buurtgenoten en winkeliers stoppen erin wat ze overhebben. Daklozen, werklozen en anderen die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen, pakken eruit wat ze nodig hebben.”

Zit er dan echt geen platform element in deze casus? Nou. Een kleintje dan: van de inhoud van de koelkast maken mensen een foto en zetten deze op speciale Instagram pagina’s, waardoor hulpbehoevenden gemakkelijk kunnen zien wat waar op te halen. is. Slim.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformr
evolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Het einde van de Appstore maffia? | Gaan platformen uitzenders vervangen? | Hoogleraren bouwen nieuw sociaal netwerk

Goedemorgen! Voor je ‘ligt’ de eerste nieuwsbrief na de zomervakantie. Ik hoop dat alles goed met je gaat en je van de zomer hebt genoten. Ik heb nagedacht over een samenvatting van het nieuws van de afgelopen weken, maar erg vrolijk werd ik er niet van. De uiterste houdbaarheidsdatum van de aarde is in zicht (iets met klimaat, schaarste van grondstoffen en overconsumeren) en intussen dobberen we (be)stuurloos in het rond, maken de kapiteins die nog niet zijn vertrokken onnavolgbare keuzes, hebben vertrouwen en draagvlak een dieptepunt bereikt en staan de beste stuurlui nog steeds aan wal. Ik vind het serieus lastig om met deze machteloosheid om te gaan.

Terug naar de platformeconomie… Onderaan deze editie vind je flink wat media stukken. Ik had ook best wat weken gehad om deze op te sparen. Opvallend vaak ben ik geïnterviewd over de flitsbezorgers, maar gelukkig ook een mooi groot stuk in De Limburger met een breder verhaal. Ook vind je een uitnodiging voor een tof online event over migratie en kluseconomie op 24 September. Wees welkom. En natuurlijk heb ik weer een paar artikelen geselecteerd en (uitgebreid) voorzien van mijn duiding en commentaar.

Fijne week!

Apple doet na Japanse druk concessie aan apps als Spotify en Netflix | NOS

Apple doet na Japanse druk concessie aan apps als Spotify en Netflix | NOS

Afgelopen jaar is de discussie rondom de grote macht van de ‘app stores’ in deze nieuwsbrief veelvuldig voorbijgekomen. App stores als de Apple Appstore zijn ontzettend machtig, omdat zij de poortwachter zijn die de voorwaarden bepalen voor app-bouwers voor toegang tot vele honderden miljoenen gebruikers. Een van de voorwaarden is dat alle betalingen lopen via de appstore. Waar de appstore vervolgens een fikse commissie voor rekent. De tweede discussie rondom appstores gaat over het voordeel dat deze bedrijven hebben wanneer zij ook eigen producten aanbieden in de eigen appstores. Dat is een oneerlijk concurrentievoordeel.

Lang leek de discussie over commissies vast te zitten. Niet heel vreemd: er valt voor de stores veel te verliezen: het gaat om jaaromzetten van tientallen miljarden dollars. Dus is ingrijpen en druk van overheid de enige manier om te zorgen voor verandering. Die druk kwam uit een voor velen onverwachte hoek: Korea en Japan. Apple kondigde vorige week aan dat apps in een specifieke categorie het Apple betaalsysteem voor het afsluiten van abonnementen mogen omzeilen.

Voor velen een verrassende stap, maar wanneer je vijf minuten langer nadenkt ook een stap die te verwachten was. En een stap waar we zeker niet tevreden mee mogen zijn. De reactie van Apple is er namelijk eentje uit het handboek ‘Lobby Voor Dummies’: weten dat je iets toe moet geven, maar intussen tijd rekken en de schade beperken. Dat deden o.a. Uber en DoorDash ook toen zij lobbyden voor de ‘Proposition 22’ wet in California. Hier wisten de bedrijven dat zij meer moesten gaan betalen voor de werkenden, maar wilden liever ietsje meer betalen dan de hoofdprijs. (Intussen staat Prop22 ook weer op losse schroeven) Apple doet het echt niet anders: ze weten dat de positie die zij nu hebben op lange termijn onhoudbaar is. Dus dan is de strategie: schade beperken en tijd rekken / kopen. Ontzettend innovatief 😉

Wat deze stap van Apple wél laat zien is dat het bedrijf zich bewust is van het probleem en probeert te redden wat er te redden valt en dat nationale uitspraken effect kunnen hebben op mondiaal beleid van platformen. Ik ben dan ook erg benieuwd wat er de komende maanden rondom deze vraagstukken gaat gebeuren. Maar ik kan mij niet voorstellen dat het model van een monopolie positie van een appstore op een toestel en ongeremde macht voor het onttrekken van geld uit een systeem een model is dat veel toekomst heeft.

Ik ben ook erg benieuwd waar de druk nog meer vandaan gaat komen. Want hoewel Europa erg goed is in het agenderen van misstanden en het zetten van de agenda rondom het borgen van publieke waarden in de platformeconomie, heb ik het gevoel dat er juist weer andere landen goed zijn om ook echt de daad bij het woord te voegen.

OnlyFans ‘suspends’ decision to ban explicit content – TechCrunch

OnlyFans ‘suspends’ decision to ban explicit content – TechCrunch

Content platformen bieden een enorme kans voor producenten van content om laagdrempelig een groot publiek te bereiken en daar geld aan te verdienen. Zo maakte YouTube deze zomer bekend dat 2 miljoen ‘creators’ geld verdienen via het platform. Daarnaast zijn er waarschijnlijk vele miljoenen creators die dankzij het platform geld verdienen.

Dat is een mooie kans, maar als aanbieder (zeker van digitale content) heb je altijd een afhankelijkheid ten opzichte van het platform. Het platform is de toegangspoort naar jouw klanten. En het platform kan als ‘private regulator’ eenvoudig de regels van het spel aanpassen, wat negatief kan uitpakken voor jouw business. Dit hebben we in het verleden vaker gezien wanneer YouTube het zoekalgoritme aanpaste en videomakers hun kijkcijfers en inkomen zagen verdwijnen.

Een recent voorbeeld van deze zomer is de casus rondom het contentplatform OnlyFans: een online platform dat voornamelijk wordt gebruikt voor de verkoop van erotische foto’s en video’s. Het platform geef creators toegang tot een groot publiek, die zij vervolgens aan hen kunnen verbinden middels o.a. een abonnement.

Het platform is hard gegroeid in de corona tijd, meldde NRC in dit artikel: “Voor veel ‘gewone’ sekswerkers was OnlyFans een oplossing om de lockdowns financieel door te komen en ook anderen die thuis kwamen te zitten gingen de site gebruiken voor de verkoop van erotische beelden. Sinds het voorjaar van 2020 nam het aantal creators toe van 350.000 tot 1,2 miljoen.”

Iedereen tevreden. Totdat OnlyFans besloot pornografisch materiaal niet meer toe te staan op het platform. Dit terwijl deze categorie content de kurk was waar het platform op drijft. De verandering van strategie bleek te zijn ingegeven door strenge eisen van betalingssystemen en de uitdaging voor het platform om nieuwe investeerders te vinden.

Uiteindelijk draaide OnlyFans bij, maar het signaal dat is afgegeven is duidelijk. En de les die is geleerd ook. De les die ik hier uit haal is dat veel platformen een goede manier zijn om een publiek op te bouwen, maar dat je er altijd voor moet zorgen dat je zelf het klantcontact in handen houdt. Op het moment dat je voor het klantcontact afhankelijk bent van het platform, bevindt je je in een kwetsbare positie. Voor de aanbieders op OnlyFans was dit dan ook een goede wake-up-call.

Is dit probleem nieuw? Natuurlijk niet. Ik weet nog dat flink wat jaren geleden veel merken investeerden in het opbouwen van communities op de Facebook pagina’s van de merken. Totdat Facebook het beleid veranderde en je opeens moest gaan betalen om de eigen ‘fans’ te bereiken. Wat dat betreft is de OnlyFans geen nieuw voorbeeld, zij het niet dat het hier om een kwetsbare groep aanbieders gaat. Ook zij zullen hun risico’s (over meerdere platformen) moeten spreiden en nadenken over manieren om het klantcontact op eigen kanalen en platformen te kunnen faciliteren. Zo zag ik al wat berichten voorbij komen over een coöperatief platform. Dat lijkt mij voor deze doelgroep een prima optie.

Gig platform Upwork haalt half miljard dollar op, bedreigt uitzenders – RecruitmentMatters

Gig platform Upwork haalt half miljard dollar op, bedreigt uitzenders – RecruitmentMatters

‘Dankzij’ covid weten werk-/opdrachtgevers dat talent niet persé vlak bij een van de kantoren hoeft te wonen om een opdracht succesvol uit te kunnen voeren. Ik ben ontzettend benieuwd wat dat voor impact gaat hebben op de arbeidsmarkt én welke rol digitale klusplatformen zullen hebben in het faciliteren in het samenbrengen van vraag- en aanbod van arbeid.

In dit stuk wordt melding gemaakt van het gegeven dat online gig platform Upwork een investering van 500 miljoen dollar heeft ontvangen om verder door te groeien. Volgens de auteur zal het platform een serieuze bedreiging voor uitzendbureaus vormen, mede ook omdat op dit platform (en anderen) mensen zichzelf aanbieden, waardoor de gegevens van kandidaten veel meer up2date zullen zijn dan de kaartenbak van de uitzender.

Ik ben zelf wel benieuwd in hoeverre de klussen op Upwork normaal bij een uitzendbureau waren komen te liggen. Het is dan ook de vraag of online werkplatformen als Upwork een bedreiging zijn voor uitzenders? Ik denk van wel. Zo zal een opdrachtgever voor sommige (kennis)opdrachten een platform als alternatief gaan zien: de talent pool van een online werk platform is vele malen groter dan een fysiek uitzendbureau ooit zou kunnen bieden. Ook zullen platformen scherper op prijs kunnen zitten vanwege de manier waarop zij zijn georganiseerd.

Uiteindelijk verwacht ik dat dit soort platformen ook steeds meer naar wat wij nu zien als uitzendbureau toe zullen groeien en de klant de keuze laten hoeveel begeleiding zij wensen in het maken van een match. Uitzenders zullen een tegenovergestelde weg afleggen, maar hebben het grote nadeel dat zij geen ‘digital first’ organisatie zijn. Daar zal dus flink aandacht aan moeten worden besteed. Ik ben erg benieuwd wat de (nabije) toekomst ons zal brengen…

Technologiehoogleraren gelauwerd, gaan nieuw sociaal netwerk opzetten | NOS

Technologiehoogleraren gelauwerd, gaan nieuw sociaal netwerk opzetten | NOS

Een mooi bericht gisteren via NOS: hoogleraren Bart Jacobs en José van Dijck kregen beiden een mooie erkenning van het NWO, inclusief een mooi persoonlijk onderzoeksbudget van 2,5 miljoen. Beide hoogleraren zetten zich al jaren in voor een platformsamenleving waar democratische legitimiteit en publieke waarden wél zijn geborgd. In het NOS stuk vertellen zij dat zij “een deel van het geld willen besteden aan een gezamenlijk onderzoeksproject, naar een alternatief sociaal netwerk.”. Later in het stuk wordt duidelijk dat zij ook echt zaken willen gaan (laten) bouwen.

Het is een mooi gebaar van deze wetenschappers dat zij een dergelijke prijs hiervoor inzetten. Zeker ook omdat zij dit samen gaan doen met PublicSpaces, een “unieke coalitie van verschillende publieke organisaties, zoals publieke omroepen, erfgoed-instellingen, festivals, bibliotheken, musea en onderwijs.” die zich inzet om bedrijven bewust te maken van “alternatieve digitale instrumenten gebaseerd op publieke waarden” als alternatief voor de bekende big tech oplossingen.

Natuurlijk zijn de mogelijkheden van het investeren van een paar miljoen ontzettend beperkt. Wat ik vooral hoop is dat deze bijdrage helpt om een vliegwiel in gang te zetten dat dit onderwerp nu voor eens en voor altijd goed en duurzaam op de agenda zet en publieke en private partijen zal verbinden om dit onderwerp serieus op te pakken. Waarbij ook de leden van PublicSpaces de daad bij het woord zullen moeten voegen: een handtekening onder een convenant zetten is leuk, maar daar kun je niet zoveel mee. Ook zij zullen een belangrijke rol spelen in het al dan niet slagen van dit initiatief. Ik hoop dat zij zich hiervan bewust zijn en dat het ambitieniveau een flinke boost krijgt.

Nieuwe wet mogelijk einde oefening Just Eat Takeaway in New York

Nieuwe wet mogelijk einde oefening Just Eat Takeaway in New York

De stad New York heeft in de corona pandemie besloten dat platformen voor maaltijdbezorging een maximum hebben aan de commissie die zij mogen berekenen. Er zijn nu plannen om deze tijdelijke regeling permanent te maken.

Volgens dit stuk zou dit het einde kunnen betekenen voor Just Eat Takeaway in New York: “De commissie wordt begrensd op maximaal 15 procent. Voor platforms die niet zelf bezorgen is het plafond 5 procent van de bestelling. De consument mag wel apart aangeslagen worden, maar restaurants niet. De nieuwe regels geven de platforms met bezorgers als kern van de strategie, zoals Uber en DoorDash, een belangrijk concurrentievoordeel ten opzichte van Just Eat Takeaway.com. Een maximum commissie kan mogelijk einde oefening betekenen voor Just Eat Takeaway.com in New York.”

Ik kijk zelf uit naar
de rechtszaken rondom dit vraagstuk en de argumenten van beide partijen. Ik ben het er overigens zeker niet mee eens dat dit het einde van Just Eat Takeaway in New York zal betekenen? Waarom? Omdat in nagenoeg alle zaken die ik ken waar platformen iets aan de commissie structuur moesten veranderen het uitliep op een ‘vestzak-broekzak-scenario’. Oftewel: de verdeling en berekening zal veranderen, maar uiteindelijk zal de prijs voor de consument en de prijs voor de aanbieder niet veranderen. Waar het wel toe kan leiden is meer transparantie in de opbouw van tarieven. Zo zal als de commissie wordt beperkt de bezorgkosten apart worden berekent. En in een uiterst geval zal het businessmodel van een platform kunnen veranderen. Maar om nu al te zeggen dat dit einde oefening is, dat is wat voorbarig,

Insurtech Insify verzekert verkooppartners bol.com op maat – pers.bol.com

Insurtech Insify verzekert verkooppartners bol.com op maat – pers.bol.com

“Insify, de innovatieve insurtech op het gebied van mkb-verzekeringen, start vandaag een initiatief om Nederlandse verkooppartners van bol.com toegang te geven tot digitale, op maat gemaakte zakelijke verzekeringen.”

Platformen verzamelen veel data van de gebruikers. Hiermee kunnen ook nieuwe dienstverleningen worden ontwikkeld om de gebruikers nog beter te helpen en binden. Eerder al startte Bol en Rabobank een samenwerking waarbij verkopers die via Bol verkopen dankzij data van Bol via een kwartier horen of zij een lening kunnen krijgen. Hier komt nu nog een dienst bij:

“De verzekering wordt direct bij Insify afgesloten via een aanvraagproces speciaal voor bol.com verkooppartners. Uniek aan deze samenwerking is dat Insify, uiteraard met toestemming van de verkooppartner, data uit het bol.com verkoopaccount gebruikt. Deze vorm van embedded insurance bespaart de verkooppartner veel werk en tijd. Want mede door het uitlezen van relevante informatie van het platform is het heel eenvoudig om de juiste dekking te krijgen en is het aanvragen en afsluiten van een verzekering een kwestie van minuten, waar er voorheen weken of maanden overheen gingen.”

Slim, omdat Bol voor de verkooppartners een nog relevantere partner zal worden. Goed voor Bol, goed voor de ondernemer en goed voor Insify.

Event!

Migration and telemigration in the gig economy – September 24, 2021 – WageIndicator.org

Migration and telemigration in the gig economy – September 24, 2021 – WageIndicator.org

Als onafhankelijk platformexpert ben ik bij veel projecten betrokken. Een project waar ik sinds een paar maanden bij betrokken ben is de Gig Economy tak van Wageindicator. Een ontzettend interessante en internationale club om mee samen te werken.

Met het Wageindicator Gig team organiseren we op 24 september een mooi online event over (tele)migratie in de kluseconomie. Het thema migratie in relatie tot platformen wordt op verschillende manieren aangevlogen. Klik hier voor meer info en aanmelden.

Ook gelezen

In de media

Oppassen met algoritmen, volgens expert Martijn: ‘Soms wordt iemand ontslagen door een app’ | De Limburger

Oppassen met algoritmen, volgens expert Martijn: ‘Soms wordt iemand ontslagen door een app’ | De Limburger

Een mooi groot interview in De Limburger over de platformeconomie en mijn boek.

Boodschappen binnen 10 minuten bezorgd: een zorg voor de een, een zegen voor de ander | NOS

Boodschappen binnen 10 minuten bezorgd: een zorg voor de een, een zegen voor de ander | NOS

Flitsbezorgers rukken op in Nederland, maar geld verdienen lukt ze nog niet | NU.nl

Flitsbezorgers rukken op in Nederland, maar geld verdienen lukt ze nog niet | NU.nl

Item Flitsbezorging | NPO Radio 1

Beluister gemiste uitzendingen van NOS Radio 1 Journaal op NPO Radio . Fragment 1:19:58

De flitsbezorgers van Gorillas en Flink in Groningen leveren boodschappen binnen tien minuten voor een schijntje. Hoe kan dat? – Dagblad van het Noorden

De fietskoeriers van Gorillas en Flink beloven razendsnel boodschappen aan huis te leveren tegen aantrekkelijke tarieven. Hoe kan dat?

Flitsbezorgdiensten schieten als paddestoelen uit de grond. Wat is hun businessmodel? | Trouw

Flitsbezorgdiensten schieten als paddestoelen uit de grond. Wat is hun businessmodel? | Trouw

De concurrentie is moordend en de kosten zijn torenhoog. Toch zien hagelnieuwe bedrijven brood in het bezorgen van boodschappen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Waarom hebben die flitsbezorgers zo’n haast? | Hoe technologie een zieke woningmarkt niet écht verder zal kunnen helpen | Ode aan de alternatieve modellen | Boekentips

Goedemorgen! Hierbij ontvang je de laatste nieuwsbrief voor mijn vakantie. De komende weken neem ik tijd om het rapport over mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata af te ronden, geniet ik van wat vrije zondagavonden en ga ik er zelf een paar weken tussenuit in eigen (ei)land. Maandag 30 augustus of maandag 6 september ontvang je weer de volgende editie. Mocht je in de vakantie meer over platformen willen lezen? Dan kan dat altijd in mijn boek ‘Platformrevolutie‘. Ook deel ik in deze nieuwsbrief een lijstje van de boeken die ik mee zal nemen. Fijne vakantie, blijf gezond en geduldig en tot over een paar weken!

Flitsbezorging onder vergrootglas: ‘Er zijn spelregels nodig’ | Het Parool

Flitsbezorging onder vergrootglas: ‘Er zijn spelregels nodig’ | Het Parool

Zoals je misschien is opgevallen ben ik de laatste tijd veel benaderd voor interviews over de opkomende ‘flitsbezorgers’. Met geld volgeladen startups die lokale magazijnen openen om vanuit daar klanten via een app binnen tien minuten hun boodschappen te kunnen bezorgen. Een van de vragen die altijd wordt gesteld is waar de haast vandaan komt. En dan niet zozeer de haast van gebruikers die binnen tien minuten hun boodschappen willen hebben, maar de haast die al die startups lijken te hebben om de markt te betreden. In Nederland zijn er 3 of 4 partijen actief en er staan een aantal te trappelen om ook ons land te betreden. Daarnaast is er een reële kans dat bestaande bezorg partijen als Uber, Deliveroo en Thuisbezorgd zich ook in deze markt zullen geven. In het buitenland is dit al het geval.

Een van mijn gedachten is altijd: er is ruimte in de markt voor een beperkt aantal spelers. Met veel lokale ‘hubs’ wil je geen 6 concurrenten in eenzelfde bezorg gebied hebben. Dus niet alleen internationaal (dit werkt alleen wanneer je voldoende schaal hebt), maar ook op hyperlokaal niveau is dit een ‘winner takes all’ markt. En ben je te laat, dan is het vaak lastig om serieus voeten aan de grond te krijgen, tenzij je bereidt bent nog dieper in de zakken te tasten.

Dit artikel waarin staat dat Amsterdam spelregels voor flitsbezorgers wil neerzetten, in combinatie van aan fragment uit het boek ‘Amazon ontketend’ dat ik momenteel lees, bracht mij op nog een verklaring. Veel startups die een nieuwe categorie claimen maken gebruik van de onduidelijkheid in de regelgeving die er is in de categorie waar zij in zijn gestapt. Of weten dat in ieder geval erg goed zo te brengen. Doordat die onduidelijkheid er is en beleidsmakers vaak ook in het begin geen idee hebben wat hier mee te doen, hebben zij een tijdsvenster van een aantal maanden tot (meestal) een aantal jaren om snel te kunnen groeien zonder zich al te druk te maken over de regels. Zeggen dat er geen regels zijn in het begin is een veelgebruikte strategie, zie ook dit 2 minuten interview met ex- Booking en ex- Uber topman Kees Koolen.

Kijk ook wat er met Airbnb is gebeurt: een nieuwe categorie claimen (je had het natuurlijk ook prima direct in de categorie bed&breakfast kunnen zetten en vanuit daar verder kijken), na een tijdje in gesprek gaan met beleidsmakers, weten dat je je uiteindelijk aan iets van regels moet gaan houden, maar vervolgens alle ruimte en tijd voor dit proces nemen. Vaak weten zij wel dat ze uiteindelijk aan iets van regels zullen moeten voldoen, maar ze hebben er al het belang bij dat de regels zo licht mogelijk zijn. Dit zag je ook bij Uber in California: het bedrijf wist dat het meer verantwoordelijkheid moest nemen voor de chauffeurs, maar wilde er alles aan doen om daar een ‘freelance-plus’ model van te maken in plaats van een kostbaar dienstverband.

Hetzelfde kwam ik tegen in het boek over Amazon, waarin staat omschreven dat Amazon gebruik maakte van een maas in de Amerikaanse wet waardoor online aankopen niet BTW plichtig waren: een groot voordeel ten opzichte van de offline retailers. Pas toen deze regel niet meer houdbaar was en ook Amazon op andere vlakken in de weg ging zitten, ging het bedrijf overstag.

Dit is allemaal een misschien wat lange introductie voor de gedachte dat ook een van de redenen dat deze bedrijven zo’n haast maken met groeien is dat zij weten dat ze nu nog in een redelijk regelvrije omgeving opereren en daardoor makkelijk kunnen opstarten en groeien. En zich ook beseffen dat steden vanzelf aan de bel zullen trekken om te praten over regulering die de groei zal afzwakken. Het is beter om voor die tijd al enig volume te hebben en gebruik te hebben gemaakt van het ongereguleerd schalen en leren. Daarnaast mag je als partij met een grote omvang doorgaans ook aan tafel zitten om te praten over de regels die straks op jou van toepassing zijn. Daar wil je natuurlijk bij zijn…

Ook potentiële doorstromers woningmarkt blijven vertwijfeld zitten | NU.nl

Ook potentiële doorstromers woningmarkt blijven vertwijfeld zitten | NU.nl

Dat de woningmarkt in Nederland ziek is en vast in de modder zit, dat zal geen nieuws voor je zijn. De laatste tijd zag ik twee interessante platform initiatieven voorbij komen  die een bijdrage zouden kunnen leveren.

De eerste is Cirkl: “Het onlangs opgerichte online platform Cirkl heeft de groep met een verhuiswens in het vizier en heeft als ambitie het beschikbare woningaanbod in Nederland binnen een jaar te verdubbelen met circa 20.000 woningen. Bij Cirkl kun je alleen naar huizen zoeken als je zelf ook je huis te koop zet. Je krijgt de garantie dat de verkoop alleen doorgaat als je zelf ook iets hebt gevonden.” Je huis verkopen onder voorbehoud van het vinden van een nieuwe geschikte woning. Het zou kunnen werken voor een specifieke doelgroep. Al is je woning kwijtraken doorgaans niet de grootste zorg van de mensen in mijn omgeving die een ander huis zoeken.

De tweede is Spottery: “Schakel vrienden, familie en collega’s in en ga samen op jacht naar jouw nieuwe droomplek. Met Spottery deel je eenvoudig je woonwensen, en verzamel je alle getipte huizen in 1 overzicht.” Vindt jouw droomplek, of deze nu wel of niet te koop staat, met behulp van je netwerk.

Beiden sympathieke en mooie oplossingen. Maar ook wel een goed voorbeeld dat je met technologie en platformen een hoop kunt doen, maar dat het geen wondermiddelen zijn om fundamentele problemen op te lossen.

How the Drivers Cooperative built a worker-owned alternative to Uber and Lyft

How the Drivers Cooperative built a worker-owned alternative to Uber and Lyft

“The inside story of a union organizer, black car driver, and former Uber executive who came together to build a new ride-hailing platform that gives profit and control to drivers.”

Ik blijf het mooi vinden dat ik steeds vaker verhalen tegenkom van platformen die niet gaan voor de snelle groei en het snelle geld, maar ook echt een duurzaam platform willen neerzetten. Zo ook dit mooie verhaal van “The Drivers Cooperative”. Intussen loopt er ook een crowdfunding campagne om het platform verder door te ontwikkelen en is er al ruim zes ton in dollars opgehaald. Ook andere alternatieve platformen zijn nog steeds online, zo las ik deze week een update over Fairbnb, het alternatief voor Airbnb. Of dan de ‘eerlijke’ Booking.com variant Beterboeken: opgezet met het steward ownership model en intussen omgedoopt tot Moonback.

Hoewel al deze drie voorbeelden nog een (hele, hele, hele) lange weg te gaan hebben blijft het belangrijk om aandacht aan dit soort ontwikkelingen te besteden. Maar ook om te kijken hoe ‘alternatieve’ modellen als coöperaties en het steward ownership model in het onderwijs een plek kan krijgen. Want dat is een stap die nog vaak vergeten wordt…

Maak deelname aan start-up en mkb aantrekkelijk voor personeel | Revue

Maak deelname aan start-up en mkb aantrekkelijk voor personeel | Revue

En om dan bij het onderwerp duurzame ondernemingen te blijven, lees dan ook deze bijdrage uit de nieuwsbrief van Ronald Kleverlaan over eigenaarschap door werknemers van startups. Een belangrijke ontwikkeling.

Boekentips

Ik heb de laatste tijd weinig tijd gehad om boeken te lezen, maar vorige week wel een stapel boeken binnengekregen voor op vakantie. Nu nog hopen dat op vakantie met 3 jonge kids (3, 6 en 8) ook tijd is om een boek te lezen 😉

De boeken die ik meeneem:

En voor wie hem nog niet heeft gelezen kan ik natuurlijk ook mijn eigen boek ‘Platformrevolutie’ aanbevelen.

In de media


Dit zijn de winnaars van de challenge Inclusief Platformwerk | Innovatief in Werk

Dit zijn de winnaars van de challenge Inclusief Platformwerk | Innovatief in Werk

Hoe maken we beter gebruik van de potentiële meerwaarde van online arbeidsplatforms voor een meer inclusieve arbeidsmarkt? Dat was de vraag achter de challenge Inclusief Platformwerk die we samen met SBCM organiseerden. Op vrijdag 9 juli maakte een jury de 3 winnaars bekend uit de overgebleven 10 initiatieven. De winnaars zijn: Professional Outsider Consultancy (Martijn

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.