Goedemorgen! Mijn bericht over de leergang platformen en inclusieve arbeidsmarkt die ik na volgende zomer wil starten vorige week heeft de nodige reacties opgeleverd. Goed om te zien hoe het onderwerp leeft onder de lezers van deze nieuwsbrief.
Afgelopen week heb ik weer wat meters gemaakt met mijn boek over de platformeconomie en ben ik een dagje op en neer naar Bonn geweest voor de ‘Industrial Relations and Social Dialogue in the Age of the Collaborative Economy‘ workshop. Het fijne van dit soort researcher conferences is dat heel veel super slimme mensen heel veel werk in onderzoek steken en hun meest interessante bevindingen met je delen. Ik snap ook echt niet dat hier niet meer mensen op af komen. Zeker omdat academische bijeenkomsten meestal gratis of heel betaalbaar zijn. Echt een gemiste kans. Doe daar iets mee.
Ik zal volgende week trouwens nog wat gedachten n.a.v. deze workshop delen. De editie van deze week is al zo vol, dat het mij een beetje een overkill leek om dat ook nog er in te stoppen. Heb ik weer wat tijd om mijn Sinterklaas gedicht af te maken 😉
Fijne week!
Platformen kunnen arbeidsmarkt drastisch veranderen – ING
Het ING Economisch Bureau is goed op stoom wanneer het gaat over onderzoeken over de mogelijke impact van de kluseconomie op…. de economie. Zo brachten zij eerder dit jaar een onderzoek uit waarin zij stelling namen dat over 10 jaar 20 tot 70 procent van de markt van uitzenders door platformen is overgenomen. Met deze verkennende analyse bouwen zij voort op het eerder verschenen rapport. Met wederom pittige resultaten: in twee scenario’s varieert de impact van de platformeconomie op het aantal ZZP’ers in Nederland van 200.000 tot een miljoen extra zzp’ers.
Wat ING, met hoofdeconoom Marieke Blom als kartrekker, met deze rapporten doet is telkens een behoudend versus een extreem scenario tegen elkaar uit zetten. En dat is een heel interessant gedachte experiment. De rapporten zijn een combinatie van harde feiten, onder andere op basis van gegevens van het CBS, en diverse aannames. Nu zijn aannames altijd eenvoudig te weerleggen, en dat zal ook zeker door partijen die zich niet in de scenario’s (willen) herkennen dan ook zeker doen. Maar uiteindelijk maak je bij zo’n gedachte experiment keuzes. En daarmee doen zij meer dan een hoop anderen in dezelfde sector.
Ik heb het rapport uiteraard gelezen (en ik raad je aan dat ook te doen, hier vind je de PDF), hier onder een aantal fragmenten:
Factoren die de groei bepalen:
Factor 1: Technologie: bepaalt hoeveel makkelijker zzp’en wordt;
- Zoekkosten dalen: platformen maken het vinden en beoordelen van mensen makkelijker
- Contractkosten dalen: het afsluiten van contracten wordt makkelijker
- Administratiekosten dalen: uren bijhouden, factureren en betalen verloopt via het platform
Er wordt ingegaan op het gegeven dat een platform transactiekosten verlaagd. Hoe kleiner de transactie, des te groter het voordeel van lagere transactiekosten. Ik denk dat dit vooral van toepassing is op platformen met een ‘on demand’ transactie. Dus: kleine korte klusjes waarbij vraag en aanbod door een algoritme met elkaar worden gelinkt. Taxi, food delivery, etc.
Wat ik dan ook wil toevoegen is de gedachte dat bij de geplande transactie, wat logischerwijs de wat grotere transacties zijn (het heeft weinig zin om een klusje van 10 minuten een maand vooraf in te plannen), de voordelen van technologische doorontwikkelingen minder zijn. Zeker wanneer het een repeterende transactie tussen dezelfde vrager en aanbieder betreft. Daar biedt de technologie een meer ondersteunende functie (punt 2 en 3: contractkosten en administratiekosten dalen), zie het als een super efficiënte back-office. Bij een Temper is de toegevoegde waarde van het platform bij een vervolg transactie meer de ‘convenience’ voor vraag en aanbod. Voor aanbod neemt het de administratie en contractkosten uit handen. Voor vraag hetzelfde, plus dat wanneer je meerdere mensen inhuurt wordt de boel ook een stuk overzichtelijker dan wanneer je straks 20 losse facturen van aanbieders binnenkrijgt.
Wat betreft het verdienmodel van de platformen zie je dat de toegevoegde waarde bij de on demand en single transaction hoog is. Het heeft voor zowel vraag als aanbod ook weinig toegevoegde waarde om buiten het platform om te werken, waardoor het platform een relatief hoge commissie kan inhouden. Bij de geplande en repeterende transactie platformen ligt dat ingewikkelder: daar is de toegevoegde waarde van het platform bij een vervolg transactie een stuk minder, waardoor het platform een veel minder hoge commissie kan vragen en allemaal truukjes moet inzetten om vraag en aanbod binnen het platform te houden. Ik verwacht dat dit soort modellen in de toekomst ook meer richting een abonnement model zullen verschuiven.
Factor 2: Regelgeving: bepaalt hoe groot de juridische ruimte en financiële prikkels zijn
Hier wordt gewerkt met twee deelvragen:
- Hoe meer juridische ruimte voor het verrichten van arbeid als zelfstandige des te meer zzp-ers.
- Hoe groter het verschil in financiële prikkels des te meer zzp-ers.
Helder. Maar. Daar zit ook gelijk mijn grootste kritiekpunt. Beter gezegd: ik begrijp de keuze, mediawise slim gedaan, maar ik vind ‘m te kort door de bocht. En dat is de aanname dat de supply voor klusplatformen ZZP’ers gaan worden. De titel “miljoen banen vatbaar voor verzzp’ing” dat het FD als kop gebruikte zou je dan ook beter kunnen vertalen naar: “miljoen banen vatbaar voor platformisering”. Dat had een beter, maar minder spannend, beeld gegeven.
Want wie zegt dat het ZZP model hét model voor de toekomst is en er geen andere constructies worden bedacht die flexibiliteit en zekerheid bieden voor de platform werker? Zo sprak ik onlangs de oprichter van Verloning.nl. Dat is een zakelijke dienst die platformwerkers in kunnen zetten om tegen een commissie van 5 procent de administratie rondom platformwerk te organiseren, zonder dat je ZZP’er hoeft te worden en langs de KvK hoeft te gaan. Deze dienst wordt nu al door enkele platformen gebruikt (gebruikt is strikt gezien het verkeerde woord: het betreft een overeenkomst tussen de platformwerker en de verloner, platformen mogen het dus alleen aanbevelen of vermelden) en deze dienstverlening wordt al ingezet door een aanzienlijk deel van de on demand platformwerkers. Voordeel van een constructie als deze is dat er wordt gewerkt met een voorheffing, waarmee mensen die af en toe voor een platform werken niet voor verrassingen komen te staan. Op het moment dat er een koppeling wordt gemaakt tussen het platform (als export) en de verloner hoeft de aanbieder nergens meer naar om te kijken.
Kort gezegd, ik denk dat het ook goed is om te beseffen dat platformwerkers, ook bij gelijk blijvende regulering, onder verschillende smaken hun zaakjes kunnen organiseren. Afhankelijk van het platform zal dit zijn:
- In dienst van het platform (0-uren contract, payroll, etc.)
- Via een uitzend constructie (daar stuurt de uitzend branche logischerwijs op aan);
- Als ZZP’er (al zullen veel platformwerkers niet komen tot de normen van de belastingdienst mbt aantal uren en opdrachtgevers);
- Regeling dienstverlening aan huis (wordt nu al door alle platform gebruikt die individuen matchen voor klusjes in en rondom het huis);
- Via constructies als Verloning.nl en het Belgische Smart;
Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat aanbieders, eventueel met hulp van vakbonden, zelf coöperaties starten en zich zo gezamenlijk, ook administratief, organiseren naar platformen.
Waar de ZZP constructie nu misschien de meest gebruikte constructie is, is er ook een scenario denkbaar waarbij er een schaarste ontstaat aan de supply kant van platformen en platformen meer gaan concurreren op arbeidsvoorwaarden én -relatie. Met alle data die (vooral on demand) platformen hebben kunnen zij immers steeds beter de vraag voorspellen en daarmee ook meer zekerheden bieden voor (een deel van) hun aanbieders.
De ontbrekende factor
De ontbrekende factor of eigenlijk factoren zijn:
- Acceptatie: ook al zijn de platformen nog zo goed en ook al is de regelgeving nog zo flexibel, alles valt of staat bij de acceptatie van zowel vraag als aanbod om via platformen het werk te organiseren. Dat is een kwestie van het grijze gebied tussen radio en emotie. Rationeel is het super logisch dat het gaat gebeuren, maar zeker binnen organisaties duurt het altijd even voordat dingen die logisch zijn ook worden geaccepteerd en geïmplementeerd;
- Lobby vanuit de gevestigde partijen: de markt is groot, dus de belangen ook. Ik ga er van uit dat er nog een flinke lobby op gang komt vanuit diverse stakeholders die de snelheid van de groei en impact zullen beïnvloeden. Dat heeft dus niets met technologie en regulering te maken, maar puur met gevestigde belangen. Ik begrijp helemaal dat ING zoiets niet in een rapport zet, maar ik vind het wel belangrijk om hier te vermelden. ING vermeldt in dit rapport: “Platformen gedijen goed bij eenvoud. Zzp-contracten passen daarom beter bij platformen dan arbeidscontracten, omdat zzp-contracten eenvoudiger en makkelijker te standaardiseren zijn. In een app de ‘knoppen’ inbouwen om gedetailleerde afspraken te maken over beloning volgens cao of functiehuis, de duur van het contract of secundaire arbeidsvoorwaarden is complex.” Als ik de uitzend branche één tip mag geven: zorg er voor dat jullie extreem gaan focussen op eenvoud (evt. door het aanpassen van regels). En op de klant en het vereenvoudigen van processen middels technologie.
Een van de gevolgen door platformisering die niet is meegenomen in het rapport en ook een beetje off-topic is, is dat ik voorspel dat platformen ook de bestaande flexibele schil van organisaties gaan organiseren. Hierdoor zullen organisaties veel effectiever gebruik kunnen maken van hun bestaande flexibele workfource, wat ook zal leiden tot meer gebruik van de bestaande ZZP’ers. Want waar het in de ING analyse vooral gaat om aantal poppetjes, hebben we het nog helemaal niet gehad over hoeveel deze poppetjes gaan werken en de hybride constructies die zullen ontstaan.
Al met al blijft het een interessant rapport om te lezen en begrijp ik de keuzes die zijn gemaakt (maar wilde ik ze hier toch nog even tegen het licht houden). Wat voor mij de grootste toegevoegde waarde is dat een erkend instituut als het ING aardig gefundeerd laat zien wat de mogelijke impact is van platformen op de arbeidsmarkt in een behouden en extreem scenario. En dit er aan bijdraagt dat er een urgentie ontstaat (langzaam maar zeker) om hier serieus naar te gaan kijken. Laten we nu hopen dat het bijdraagt aan een constructieve ipv een defensieve urgentie 😉
What’s next for marketplace startups? Reinventing the $10 trillion service economy, that’s what. at andrewchen
Waar we jarenlang weinig cijfers en analyses hadden over de platformeconomie (en nu en toekomst), lijkt het de laatste maanden cijfers te regenen. Natuurlijk moet je altijd kritisch blijven over de motivaties van de afzender en in welke variabelen in de berekening zijn meegenomen, het feit dat er steeds meer mensen heel serieus tijd in steken is an sich al een hele goede ontwikkeling. In dit stuk:
“Marketplace startups have done incredibly well over the first few decades of the internet, reinventing the way we shop for goods, but have been less successful services. In this essay, we argue that a breakthrough is on its way: While the first phase of the internet has been about creating marketplaces for goods, the next phase will be about reinventing the service economy. <…> While services make up 69% of national consumer spending, the Bureau of Economic Analysis estimated that just 7% of services were primarily digital, meaning they utilized internet to conduct transactions.
Despite the rise of services in the overall economy, there are a few reasons why services have lagged behind goods in terms of coming online:
- Services are complex and diverse, making it challenging to capture relevant information in an online marketplace
- Success and quality in services is subjective
- Fragmentation – small service providers lack the tools or time to come online
- Real-world interaction is at the heart of services delivery, which makes it hard to disaggregate parts of a purchase that might be done online”
Deze punten zijn goed, maar wel heel erg vanuit een praktisch perspectief bedacht. Ik zou daar dan ook deze oorzaken aan toe willen voegen:
- Schaarste zorgt voor een gebrek aan urgentie. Veel aanbieders van de meer complexe services zijn schaars, waardoor er voor hun geen incentive is om te innoveren (en hun klantcontact uit handen te geven);
- Het standaard businessmodel van platformen is marge op transactie. Hierdoor moet het platform de hele klantreis ‘vangen’ om er voor te zorgen dat de transactie zich niet buiten het platform wordt voortgezet. Ik denk dat wanneer platformen meer na gaan denken over een meer divers business model zoals een combinatie van abonnementen en het aanbieden van extra services aan de demand en supply en hier een verkoop fee over inhouden, dat dit ook meer kansen voor de meer complexe services op gaat leveren;
- Tijd: ik denk dat veel branches, zeker in de landen met lagere internet adoptie (en beter gezegd: e-commerce adoptie) het gewoon nog even duurt voordat de stakeholders hier klaar voor zijn;
Toch denkt deze analist dat er nog veel te halen is in de ‘services industry’. “We think the next era of service marketpla
ces have potential to unlock a huge swath of the 125 million service jobs in the US. These marketplaces will tackle the opportunities that have eluded previous eras of service marketplaces, and will bring the most difficult services categories online–in particular, services that are regulated. Regulated services–in which suppliers are licensed by a government agency or certified by a professional or industry organization–include engineering, accounting, teaching, law, and other professions that impact many people’s lives directly to a large degree. In 2015, 26% of employed people had a certification or license.”
Met deze strategie:
- Making discovery of licensed providers easier
- Hiring and managing existing providers to maintain quality
- Expanding or augmenting the licensed supply pool
- Utilizing unlicensed supply
- Automation and AI
Dit stuk is een korte samenvatting van een lang en uitgebreid stuk dat zeker de moeite van het lezen waard is. Al met al zijn de verwachtingen dat de groei van platformen in de services industry nog slechts aan het begin staat….
Thoughts on Deliveroo’s introduction of distance-based pay in Berlin | Platform Labor
Onderzoeker Niels van Doorn, hij kwam al twee keer eerder in deze nieuwsbrief voorbij, doet onderzoek naar maaltijdbezorgers in Berlijn, New York en Amsterdam die hun werk doen via platformen als Deliveroo en UberEats. In deze blog deelt hij zijn ervaringen als koerier en gaat hij in op ‘distance-based pay’.
In de editie van vorige week ging ik al in op de manier waarop on demand platformen met workers die een commodity skill hebben als supply aan het experimenteren zijn met flexibele en gepersonaliseerde tarieven. En hoe een platform met gamification technieken proberen hun aanbieders te sturen en aan het werk te houden wanneer het voor het platform het beste uitkomt.
Een willekeurige quote uit deze blog: “That kind of conclusions would Deliveroo (its algorithms, its data scientists and perhaps also its operations managers) possibly be able to draw from the data input I was now constantly generating? Were my decisions going to influence the next orders I was going to receive? Or was I just being paranoid?” Wat Niels hier zich dus afvraagt is in hoeverre het algoritme op basis van zijn data input door gaat hebben hoe het deze individuele koerier het beste kan aansturen tegen de voorwaarden waar hij op dat moment het meest gevoelig voor is.
Technologisch gezien is dit natuurlijk waanzinnig interessant. De vraag is alleen of het moreel gezien oké is. Waar platformen bekend staan om hun inclusiviteit, iedereen kan zonder diploma aan de slag voor een platform waardoor de ‘workerforce’ van platformen doorgaans veel en veel diverser is dan die van een traditionele organisatie, en het empoweren van het individu, is dit natuurlijk wel een wezenlijke bedreiging voor de ‘vrijheid’ van de worker. Zeker op het moment dat er meer datapunten (als het platform weet dat je weinig geld op je rekening hebt staan of dat je de laatste tijd wel erg vaak op vakantie websites aan het kijken bent) worden meegenomen. Dit is overigens een platform overstijgende discussie. Of zou dat in ieder geval moeten zijn. Deze discussie moet ook worden gevoerd over bijvoorbeeld verzekeraars: op het moment dat via data en andere technologie (zoals DNA analyse) het individuele gezondheidsrisico en dus kosten kan worden voorspeld, dan legt dit een flinke bom onder het collectiviteitsprincipe. En dat is fijn voor de gezonde individu, maar een ramp voor de kwetsbare individu…
The End of the Beginning
“In his now annual state-of-innovation talk at the a16z Summit in November 2018, Andreessen Horowitz’ Benedict Evans walks through where we are now in software eating the world… and how things may continue to change over the next 10 years.
What’s the state of not just “the world of tech”, but tech in the world? The access story is now coming to an end, observes Evans, but the use story is just beginning: Most of the people are now online, but most of the money is still not. If we think we’re in a period of disruption right now, how will the next big platform shifts — like machine learning — impact huge swathes of retail, manufacturing, marketing, fintech, healthcare, entertainment, and more? Especially as technology begins to tackle bigger problems, in harder markets, at deeper (and more structural) levels?”
Heel interessante video om even voor te gaan zitten. En er voor gaan zitten is echt een must, al is het maar omdat het spreektempo en de informatiedichtheid van het verhaal van Benedict onwaarschijnlijk hoog is.
Even heel kort door de bocht mijn belangrijkste takeaways (en haal gerust je eigen takeaways uit het verhaal):
- Hoewel het lijkt alsof platformen en online (retail) een enorme impact heeft op business, is dit op dit moment slechts heel beperkt het geval. Oftewel: er liggen nog veel kansen. Wat natuurlijk geen verrassing is gezien de hoge investeringen in zwaar verlieslijdende startups. Alles voor het potentieel, niet voor het nu;
- Waar we veel naar de Verenigde Staten kijken, is het China waar het gebeurt. Ik merk dat ik zelf ook nog weinig focus op China heb, in 2019 maar eens een expeditie naar dat land plannen. Mocht je daar contacten hebben, dan hoor ik het graag;
- Benedict onderschrijft een trend die ik al langer waarneem. Waar veel tech bedrijven enorm asset light beginnen en de markt slechts faciliteren, zie je dat deze bedrijven steeds meer en meer zelf gaan investeren in assets. In mijn nieuwsbrief twee weken geleden schreef ik er nog over: “Waar platformen ‘asset light’ beginnen, zie ik steeds meer platformen zelf in assets investeren. Airbnb in eigen hotels, Uber in zelfrijdende auto’s, Facebook en YouTube in eigen content. Een andere variant is dat platformen hun gebruikers laten investeren in ‘universele’ assets. Zo kan je bij SnappCar een auto ‘private leasen’. Je krijgt korting op je lease bedrag wanneer je deze via het platform verhuurt en de auto heeft ook een mooie SnappCar sticker.” In het stuk omschrijf ik overigens ook nog de shift naar een shift naar stabiele en professionele supply en de verschuiving van een niche naar een totaaloplossing;
- Hierop voortbordurend ziet Benedict ook een verschuiving van een ‘logisch’ naar een ‘onlogisch’ model. Zie ook onderstaande afbeelding. Zo bemoeit Amazon zich nu ook met boodschappen. Een dienst die niet logisch is voor een platformbedrijf. Maar ja, de markt is zo groot dat het de gok waard is…
Boek
Als Uberchauffeur zoek je het maar uit – NRC
Van nieuwsbrief lezer en journalist Jeroen van Bergeijk ontving ik (waarvoor dank!) onlangs een exemplaar van zijn boek ‘Uberleven, undercover als Uber chauffeur’. In dit boek deelt hij zijn ervaringen van een periode van zes maanden dat hij als Uber taxichauffeur aan de slag ging. Het boek leest prettig en snel weg, met twee avonden had ik ‘m uit. Hoewel er geen echt nieuwe informatie in het boek staat is het een leuk boek om te lezen, omdat het heel levendig de diversiteit van klanten en ervaringen achter het stuur omschrijft en het een goed beeld geeft van hoe het is om te werken via een app als Uber en hoe de app invloed probeert uit te oefenen op jouw gedrag. Ook gaat hij in op de vraag over de verantwoordelijkheid van het platform.
Wat mij van het boek het meest is bijgebleven is dat hij als blanke Nederlander echt werd gezien als een a-typische taxichauffeur. Of zoals deze recensie mooi omschrijft: „Jeroen, Jeroen? Met een Mercedes?”, vragen klanten. „Meestal heb ik een Said of een Mohammed met een Prius.”
Misschien is dat ook wel wat soms wrijft in de discussie over platformeconomie. Platformen verlagen drempels waardoor iedereen, ongeacht in welke klasse of bubbel je ook zit, kan participeren als aanbieder op een platform. Waar het voor iemand als Jeroen misschien voorheen onmogelijk had geleken om in een periode van weinig werk als taxichauffeur aan de slag te gaan, zorgen platformen er voor dat dit (relatief) eenvoudig is te realiseren. Misschien komt dan ook het soms onbehagelijke gevoel niet zozeer door de platformen, maar doordat we opeens met andere bubbels in contact komen waar we voorheen ver vanaf stonden. En zorgen platformen er voor dat werelden bijeen komen en we ons opeens een klein beetje bewuster worden (en daarmee oncomfortabel voelen) van de ongelijkheid in de wereld….
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.