Goedemorgen! Een van de leukste dingen die ik vind om te doen is om (publiekelijk) in debat te gaan en mijn visie en ervaringen te delen op het podium. Iedere keer met een andere invalshoek en gemotiveerd om mensen uit te dagen anders te denken, het grotere plaatje te zien en de eigen verantwoordelijkheid te benadrukken. Gedreven door nieuwsgierigheid, verwondering en een eigenwijze wil om dingen te veranderen.
Afgelopen week mocht ik in mijn laatste ‘werkweek’ van het jaar in debat met een vakbondsbestuurder, de voorzitter van VNO-NCW en een kamerlid over de platformwerk, gaf ik context over de kansen in de platformeconomie bij een grote verzekeraar in Apeldoorn en mocht ik 950 ondernemers in Zwolle als spreker en side-kick meenemen in de kansen voor ondernemers in de platformeconomie. Een mooie afsluiter van een mooi jaar.
Deze week besteedt ik aan het schrijven aan mijn nieuwe boek (april/mei 2020 komt ie uit) en dan even ‘rust’. Wees gerust: de nieuwsbrief loopt intussen gewoon door 😉 Fijne week!
Picnic haalt 250 miljoen euro op voor robotfabriek (met 1000 medewerkers) | Sprout
“Onlinesupermarkt Picnic krijgt 250 miljoen euro groeikapitaal om een nieuw, grotendeels geautomatiseerd distributiecentrum te bouwen.”
Picnic gaat als een malle. Velen, inclusief de auteurs van dit artikel, zien het bedrijf als een online supermarkt, maar ik geloof daar niets van. Ik zie Picnic eerder als concurrent van Bol.com of PostNL dan van Albert Heijn. Ik begrijp dan ook niet dat de rechtszaak onlangs ging over de supermarkt cao en niet over de cao voor distributiecentra, die overigens ook helemaal niet verkeerd is.
Waar veel spelers beginnen met een website met dropshipping en vervolgens een eigen magazijn is Picnic begonnen met het opzetten van een eigen distributiekanaal en logistiek centrum. Nu nog van distributie van boodschappen welke ze slim en effectief kunnen inkopen, maar het is logisch dat het uiteindelijk niet uitmaakt wat er wordt vervoerd. Wie zich alleen richt op boodschappen laat veel kansen liggen. En of het de Picnic karretjes zijn of of er ook andere voertuigen en logistieke spelers als fietskoeriers worden aangesloten is ook maar de vraag. Want wie denkt dat de Picnic bij artikelen die we nu in de supermarkt vinden blijft en eigen elektrische karretjes de enige manier zullen blijven voor het vervoer in steden denkt wel erg beperkt.
Wat Picnic doet is vergelijkbaar met wat de nieuwe generatie maaltijdbezorgers doen. Wat zij ook zeggen: bezorging van warme maaltijden is het moeilijkst te organiseren wat er is. Als je dat onder de knie hebt, is alles wat je daarna doet makkelijk. Dit geldt dan voor de ‘on demand’ zaken (wat warm eten natuurlijk ook is), maar voor de zaken met ietsje minder haast is een model als Picnic natuurlijk ideaal. En ook zij begonnen met een complex proces:
“Beckers wijst ook op de complexiteit van een Picnic-order met gemiddeld tientallen items, vergeleken met twee à drie producten per Amazon-bestelling. Ook heeft Picnic te maken met grofweg drie ruimtes: een koelafdeling, een vriesafdeling met een temperatuur van min 20 graden en ruimte op kamertemperatuur.”
Op het moment dat ze dit op grote schaal onder de knie hebben, is het natuurlijk een kwestie van tijd dat er ook andere aanbieders hun logistiek gaan uitbesteden aan Picnic. Het eerste experiment loopt al waar Nespresso cupjes laat bezorgen via Picnic. Slim: je hebt een basis bezetting met boodschappen en kunt daardoor relatief eenvoudig ook met een mooie marge logistieke diensten aan anderen aanbieden.
De vraag is of Picnic als platform  richting de consument een merk gaat worden en de weg in gaat slaan als Bol.com of of het gaat groeien richting een logistiek platform dat de bezorging van anderen gaat faciliteren. Hiermee biedt het (lokale) ondernemers kansen om de online verkoop zelf via (eigen) platformen te regelen en de gehele logistiek, inclusief fulfilment, bij Picnic neer te leggen. En is het merk Picnic naar de klant minder leidend. Om daarmee een serieuze en unieke speler te worden in de logistiek. Hoewel ik geen glazen bol heb verwacht ik dat het een combi gaat worden, maar dat de nadruk op distributie (platform) en minder op het zijn van een e-commerce speler / platform zal komen te liggen.
MyWheels stopt met peer2peer autodelen, wat zegt dit over de afhankelijkheid van platformen van verzekeraars?
In September maakte ik een uitgebreide analyse van de ontwikkeling van het (peer2peer) autodelen naar aanleiding van een nieuwe investering in SnappCar. In dit stuk redeneerde ik dat het peer2peer autoverhuur model (particulier verhuurt auto aan particulier via platform) uiteindelijk de long tail zou bedienen en het grootste deel van het aanbod zou verschuiven naar professionele aanbieders.
Afgelopen week ontving ik een mail van autodeelplatform MyWheels dat zij hebben besloten om compleet te stoppen met peer2peer verhuur. Verzekeraar Centraal Beheer heeft het verzekeringsproduct uit het assortiment geschrapt. Via Twitter liet de verzekeraar het volgende weten: “De reden om te stoppen is dat ondanks alle inspanningen het product verliesgevend is gebleven. Voor deze vorm van verhuur, waarin particulieren aan andere (vaak onbekende) auto verhuren, kunnen wij door het hoge risico geen betaalbare verzekering bieden.” Dit was voor het platform aanleiding om deze dienst nog eens te evalueren, waarna werd besloten om hier helemaal mee te stoppen en alleen nog de ‘eigen’ MyWheels auto’s via het platform te verhuren. Wat opmerkelijk is dat op de blog en social media kanalen van MyWheels geen informatie te vinden is over deze stap. MyWheels is een van de oudste autodeel platform initiatieven van Nederland en ik kan mij voorstellen dat het een lastige markt is tussen alle partijen die op andere manieren vanuit grote investeringen flinke meters kunnen maken. Respect voor wat ze doen en hebben gedaan, dat zeker.
Peer2peer autodelen heeft al langer een uitdaging met verzekeren en platformen moeten vaker, gedwongen door de verzekeraar, hun voorwaarden aanpassen. Zo maakte SnappCar vorig jaar bekend dat auto’s ouder dan tien jaar niet meer onder de dekking vallen van een maximaal schadebedrag van 90.000euro, maar nog maar maximaal 750euro uitgekeerd krijgen bij schade.  Ook MyWheels moest in 2018 een wijziging in de voorwaarden doorvoeren. En de verzekeraar achter de  NKC deelcamperverzekering maakte onlangs bekend te stoppen met het verzekeren van deelcampers (via Goboony en Camptoo) die ouder zijn dan 15 jaar. Vanuit het platform perspectief is een lock in door verzekering (niemand verhuurt zijn auto of camper zonder verzekering) natuurlijk prettig (zeker voor de repeterende transacties tussen een zelfde aanbieder en vrager), maar de zware afhankelijkheid van een externe partij (de verzekeraar) is dan weer een stuk minder comfortabel.
De vraag is natuurlijk: wat gaat er mis. Het makkelijke antwoord zou zijn: peer2peer verhuur is te risicovol, fraudegevoelig en het aantal transacties en de marge is simpelweg te laag. Maar ik denk dat dat antwoord net té makkelijk is. Want hoewel de peer2peer markt nog relatief klein is, zal mobiliteit en autoverhuur in de toekomst veel meer on demand en gedecentraliseerd worden geconsumeerd. Vanuit dat opzicht zijn de platformen die we nu zien voor verzekeraars een mooie testcase voor de toekomst hoe de transactiekosten van een verzekering te verlagen zodat deze markt voor hen, en niet alleen voor nieuwe initiatieven, interessant is.
Het probleem is denk ik meer dat er nog veel wordt gedacht vanuit bestaande systemen en producten. Dat er ‘on demand’ producten tegen bestaande verzekeringen worden aangebouwd. En dan is het niet zo heel gek dat het of te duur of niet goed genoeg is. Hoe je dat oplost? Door voor zulke micro verzekeringen de transactie- en administratiekosten voor een verzekering drastisch omlaag te brengen. Deze zijn doorgaans nog behoorlijk hoog . Ik zie nog een mooie kans en uitdaging voor verzekeraars om hierin met platformen, die vanuit de kern er alles aan doen om transactiekosten te verlagen, te experimenteren en met échte innovatieve producten op de proppen te komen.
Platform economy: EU rules needed to ensure fair competition and workers’ rights
“​​​​Local and regional leaders have highlighted to Nicolas Schmit, new European Commissioner for Jobs and Social Rights, that the EU needs to set clear rules for platform economy to guarantee workers’ rights and ensure a level playing field between online and offline economic activities in the single market.
Two opinions adopted by the European Committee of the Regions (CoR) today stress that many current EU regulations are outdated against the emergence of new business models and non-standard forms of employment that are frequent in digital platforms. Notably the implementation of the e-Commerce Directive , which dates back to 2000, has led to several court cases surrounding companies such as Uber and Airbnb.”
De eerste: “stresses that a comprehensive regulatory framework at EU level is necessary to ensure the social protection and social rights for platform workers against practices such as deliberate misclassification of workers as self-employed by employers seeking to avoid employment regulations, fiscal obligations and collective agreements.” Een mooie ambitie, maar het probleem van een Europese ambitie is dat wetgeving rondom arbeid niet Europees is: ieder land heeft eigen regels. En voor zover ik heb begrepen gaat dit er ook niet komen. Wat centraal (lees: Europees) kan worden aangepakt is onderzoek en het uitwisselen van kennis en best-practises en mogelijk ook financiering van experimenten.
“The second opinion calls for the EU to define clearly the status of collaborative economy platforms, according to the precise degree of control exercised by the platform, in order to clarify the question of which rules govern their operations. Furthermore, as the collaborative economy blurs the line between personal and professional actors, the concept of “service provider” should be clarified through EU-wide thresholds. The new EU regulations should also require platforms to provide public authorities with the necessary data to enforce the rules and to ensure that collaborative economy suppliers pay their fair share of taxes.”
Dit is een hele mond vol. Ten eerste is het opmerkelijk dat de term Collaborative Economy, ik was in 2012 een van de eersten die deze term gebruikte (de .com was zelfs nog vrij), tegenwoordig alleen nog maar in de EU context wordt gebruikt. Vanuit de EU kunnen inderdaad stappen worden gezet om de classificatie van platforms aan te schermen en, enorm belangrijk, de hierbij horende verplichtingen. Wat betreft het delen van data met overheid ben ik altijd wat voorzichtig. Ja: er moeten zaken kunnen worden gecontroleerd en het platform heeft in de rol van marktmeester natuurlijk alle relevante data die er bestaat. Maar…. er moet ook goed worden gekeken hoe dit moet worden ingericht. Dit gezien het de vraag is of de overheid de capaciteit heeft om deze data te verwerken en te analyseren. Een oplossing hiervoor zou zijn om een algoritme accountant in het leven te roepen. Voor de zomer schreef ik hier dit over. Als laatst is het de vraag of het verplicht stellen van delen van data digitale bemiddelaars niet te veel regeldruk oplevert ten opzichte van niet digitale bemiddelaars. En of deze regels bestaande platformen geen concurrentievoordeel oplevert. Immers: met meer regels wordt het lastiger voor nieuwe spelers om de markt te betreden.
Nog genoeg om over na te denken. Maar dat er op EU niveau over wordt nagedacht is natuurlijk alleen maar een goed teken.
People Raise Over $2 Billion for Causes on Facebook – About Facebook
Facebook blijft een platform waar ik een dubbel gevoel over heb. Enerzijds heb ik er weinig vertrouwen in dat het bedrijf nog ooit op het juiste pad gaat komen. Er gaat simpelweg te veel mis en ik zie niet dat het beter word. Problemen worden te rationeel en technisch bekeken, alsof er voor iedere oplossing wel een technologisch trucje is te bedenken om het te fixen. Kenmerkend hiervoor is de oplossing die het bedrijf onlangs bedacht voor medewerkers die lastige vragen op verjaardagsfeestje kregen over het bedrijf: “Facebook heeft een chatbot gemaakt waarmee medewerkers kunnen oefenen om lastige vragen over het bedrijf tijdens de feestdagen te beantwoorden, meldt The New York Times. De chatbot, een stuk software dat een gesprek nabootst, leerde Facebook-medewerkers om het officiële antwoord op bepaalde vragen te geven.”
Een bizarre oplossing natuurlijk. Want zou het niet een heel goed idee zijn
om eens naar de kern van het probleem te kijken en dat op te lossen? Wie het boek ‘De Coders,  Een kijkje in het hoofd van programmeurs – de machtigste beroepsgroep ter wereld’ van Clive Thompson heeft gelezen (absolute aanrader!!) zal een case als deze herkennen van de doorgeslagen manier waarop coders het DNA van het bedrijf bepalen. En natuurlijk kun je zeggen dat dat niet zo is, maar er is blijkbaar geen weldenkende niet-coder binnen het bedrijf geweest die heeft gezegd: “he, misschien is dit toch wel een beetje een bijzondere oplossing, misschien moeten we dat maar niet doen”. Bizar.
En toch, toch gebeuren er ook goede dingen op Facebook. Wat het platform slim doet is een bestaande userbase van miljarden mensen gebruiken om iets goed te doen. Met een Facebook fundraising tool:
In five years time “people have raised over $2 billion to support the people and causes they care about on Facebook, with $1 billion of that coming from birthday fundraisers alone. By dedicating their special day to a nonprofit organization, people rally their friends and family to support important causes. From birthdays and Giving Tuesday to anytime throughout the year, over 45 million people have donated to or created a fundraiser on Facebook — which has more than doubled since last November.”
Dit is een mooi voorbeeld hoe platformen drempels verlagen en de schaalvoordelen die zij hebben ook kunnen inzetten om in dit geval goede doelen organisaties te empoweren om laagdrempelig en goedkoop (Facebook pakt hier geen commissie op) een doelgroep te activeren om geld op te halen.
Podcast
Regio Zwolle Congres by Rens de Jong | Free Listening on SoundCloud
Een podcast interview met Rens de Jong waarin hij mij in 20 minuten interviewt over de kansen voor organisaties in de platformeconomie. Deze podcast is opgenomen in de aanloop van het Regio Zwolle Congres.
Publicatie
Monitor 2019 – Regio Zwolle Congres
Vorige week mocht ik als spreker en side-kick een bijdrage leveren aan het jaarlijkse Regio Congres Zwolle. Een kleine duizend ondernemers waren bijeengekomen voor een programma rondom het thema ‘hyperflexibel ondernemen in de platformeconomie’. Tijdens dit event werd ook de Regiomonitor gepresenteerd. In deze monitor is ook een flink stuk opgenomen over de kansen voor ondernemers in de platformeconomie. Aangezien ik aan dit gedeelte een bijdrage heb geleverd deel ik de monitor in deze editie van mijn nieuwsbrief. Op pagina 16 lees je een interview met mij en op pagina 92 de pijler platformeconomie waar ik input en feedback aan heb gegeven.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.
Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.