Goedemorgen! In de nieuwsbrief van vorige week maakte ik in de inleiding de volgende opmerking: “Mijn gedachte is dan ook: overschatten we de toegevoegde waarde en rol van organisaties in de discussie over vast en flex.” Dat ik niet alleen sta in deze gedachte bleek uit het aantal reacties dat ik ontving naar aanleiding van deze opmerking. De vraag die in de reacties centraal staat is: wat is de toekomst van de (rol en toegevoegde waarde van de) organisatie? In deze editie ga ik hier verder op in. Daarnaast nog een uitgebreide analyse / samenvatting van een onderzoek naar maaltijdkoeriers. Altijd fijn dat er veel onderzoekers zijn die praten mét de mensen waar veel anderen het vooral óver hebben. Afgelopen week weer veel mooie gesprekken gehad, onder andere een gesprek met een televisiezender voor een aflevering over platformeconomie. Deze zal, als alles door gaat, in mei verschijnen. Mooie timing met mijn nieuwe boek. Fijne week!
Networks and the Nature of the Firm – From the WTF? Economy to the Next Economy
In de nieuwsbrief van vorige week maakte ik in de inleiding de volgende opmerking: “Mijn gedachte is dan ook: overschatten we de toegevoegde waarde en rol van organisaties in de discussie over vast en flex.” Dat ik niet alleen sta in deze gedachte bleek uit het aantal reacties dat ik ontving naar aanleiding van deze opmerking. De vraag die in de reacties centraal staat is: wat is de toekomst van de organisatie? En worden platformen in de toekomst wat nu organisaties zijn en fabrieken in de industriële revolutie waren? Ik moet nog wat tijd vinden om hier verder over na te denken en te lezen, maar ik vind het een fascinerende gedachte. Zowel fabrieken, organisaties en nu ook platformen hebben een centraliserende en coördinerende functie. En wanneer het gaat over het borgen van publieke waarden en het beschermen van (precaire) werkenden, zou het concept van een platform wel eens de meest voor de hand liggende partij kunnen zijn…
Van Damion Bunders, hij doet bij de Universiteit Utrecht onderzoek naar platform coöperaties, ontving ik als reactie op mijn opmerking 3 interessante linkjes.
De eerste link gaat naar een artikel uit 2015 ‘Networks and the Nature of the Firm’. Een lezenswaardig stuk, dit fragment sprak mij aan:
“The existence of high transaction costs outside firms led to the emergence of the firm as we know it, and management as we know it….The reverse side of Coase’s argument is as important: If the (transaction) costs of exchanging value in the society at large go down drastically as is happening today, the form and logic of economic and organizational entities necessarily need to change! The core firm should now be small and agile, with a large network. … Today, we stand on the threshold of an economy where the familiar economic entities are becoming increasingly irrelevant. The Internet, and new Internet-based firms, rather than the traditional organizations, are becoming the most efficient means to create and exchange value.”
In dit artikel wordt ook verwezen naar de blog ‘The Future of Firms. Is There an App for That?‘. Zoals gezegd sprak het fragment mij aan, maar ik ben het er niet helemaal mee eens. Misschien komt het ook door de denkwijze uit 2015, ik vermoed (of hoop) dat de auteurs intussen hun denkwijze hebben bijgesteld. In deze twee stukken wordt erg uitgegaan van het ‘super platform voor werk’. Een autonome marktoplossing die alles voor ons zal regelen. Ik zie het niet zo eenzijdig en verwacht eerder dat platformen als losse entiteit, vanuit overheid, vanuit de gebuikers en als Software as a Service oplossing organisaties en individuen instaat stellen werk en projecten veel efficiënter en autonomer en met lagere transactiekosten te organiseren. Kort gezegd verwacht ik dat de gebruikers meer centraal staan dan het (ego en belang van het) platform zelf. Daarnaast zullen we nog ontdekken dat transactiekosten een breder begrip is dan puur economisch en dat de manier waarop we nu tegen transactiekosten en efficiency aankijken wat (erg) beperkt is.
De tweede link gaat naar een paper: ‘Informalizing the Economy: The Return of the Social Question at a Global Level‘ van Jan Breman en Marcel van der Linden. Ik zal het niet samenvatten (deze editie is al lang genoeg), maar uit het abstract alleen al kun je veel leren:
“The classical conceptualization of the working class, of workers’ collective action and, especially, of trade unionism, was implicitly or explicitly based on the Standard Employment Relationship that, for a few decades, has been dominant in North America, Europe, Japan and Australasia. The ‘classical’ model of collective bargaining, which has shaped the world’s traditional labour movements, was based on this conceptualization. However, it is now increasingly undermined by the rapid spread of ‘informal’ or ‘precarious’ labour in the global North. It is our contention that the ‘classical’ view of the working class and workers’ collective action is fundamentally biased and takes as a norm or standard what was in fact an historical exception. The real norm or standard in global capitalism is insecurity, informality or precariousness, and the Standard Employment Relationship is an historical phenomenon which had a deep impact in a limited part of the world for a relatively short period of time. If, as we argue, the ‘Rest’ is not now becoming like the ‘West’, but the other way round, then the ‘traditional’ forms of collective action that have developed in the North Atlantic region during the last two centuries are gradually losing much of their impact. New forms of collective action are emerging, though these are often still at an embryonic stage. It is, therefore, high time to rethink the concept of the working class and the ways in which it can further its interests.”
Tot slot gaat de derde link wederom naar een paper: ‘The resurgence of gig work: Historical and theoretical perspectives‘, geschreven door Jim Stanford. Om wederom wat context in het debat toe te voegen. Ook hier onder de abstract:
“Digital platform businesses primarily utilise on-call contingent workers, using their own tools and equipment, to perform the productive work associated with the supplied service. The expansion of this business model has led some to proclaim that traditional ‘jobs’ will come to an end. Some welcome this development, others fear its consequences for the stability and quality of work – but most see it as driven primarily by technology, and therefore largely ‘inevitable’. This article provides historical and theoretical perspective on the expansion of digitally mediated work, to better understand the range of forces (technological, economic and socio-political) at work. It shows that the major features of platform work were all visible in earlier periods of capitalism, but they became less prominent with the rise of the ‘standard employment relationship’ in the 20th century. The rise and fall of the standard employment relationship is described with reference to the changing context for the labour extraction effort of private employers. A better understanding of the complete range of forces driving changes in work organisation, and a rejection of the assumption that they are technologically determined and hence inevitable, can inform regulatory and political responses to the rise of platform work.”
Wederom: genoeg food4thought. Mocht je nog meer stukken hebben die betrekking op dit onderwerp hebben: stuur ze gerust door.
The Appeal and Challenges of Platform-Based Work from the Perspective of Three Migrant Workers | Platform Labor
Zoals wel vaker in discussies over (de toekomst van) werk wordt er veel gesproken over de werkenden, maar erg weinig mét de werkenden. Daarnaast ontbreekt de context van het debat en de ontwikkeling. Die combinatie is niet bevordelijk voor de kwaliteit van het debat. Ook over maaltijdbezorging en thuisschoonmaak wordt er weinig gekeken naar – en gesproken met – degenen die het werk uitvoeren. En dat is essentieel om te snappen wat de dynamieken zijn van de interactie tussen platform en worker (om te begrijpen wat de impact is van het platform als bemiddelaar in de transactie) en om te snappen in welke omstandigheden de workers eerder zaten en wat hun alternatief is. Ik hoor nog te vaak de opmerking ‘maar ze kiezen er zelf voor’. Het is fijn voor degene die de opmerking maakt dat deze die keuze heeft. Maar dat betekent niet dat iedereen de luxe van een keuze heeft.
Onderzoeker Niels van Doorn, hij kwam al vaker in deze nieuwsbrief voorbij, doet onderzoek naar de condities van platformwerkers in de maaltijdbezorging en thuisschoonmaak in New York, Amsterdam en Berlijn. Samen met zijn collega Darsana Vijay publiceerde hij een 3-luik waarin 3 platformwerkers worden uitgelicht mbt hun werkzaamheden, hun achtergrond en hun alternatief. Hier onder een aantal highlights, maar lees de blogs als je tijd hebt ook zelf, met een kwartiertje heb je ze gelezen.
Een stukje context over wie we het hebben: “Mohammed, José and Andrei all turned to platform-based gig work to make more money to support their families. They each faced difficulties in finding work, especially work that granted some flexibility so that they could schedule it around their existing jobs. The differences in their background, such as documentation status, level of education, linguistic proficiency and number of dependents impact the extent to which they are dependent on platform-based work – and for how long.”
In dit deel wordt ingegaan op de voor- en nadelen van platformwerk in de maaltijdbezorg en thuisschoonmaak sector.
Voordeel: lage drempel en snelle toegang tot werk en inkomen
Een voordeel van platformwerk is dat het relatief eenvoudig en snel toegang geeft tot betaald werk: “The relatively low institutional barriers to paid work opportunities formed a major motivation to try out platform-mediated labor for Andrei, José and Mohammed.” Ook is platformwerk, in tegenstelling tot veel ander werk, een goede manier om snel geld te verdienen: “Unlike the construction business, app-based food delivery doesn’t come with these search costs/frictions and after signing up with Deliveroo he could start making money right away.” Ook goed om te vermelden is dat veel platformen met ‘factoring’ bedrijven samenwerken. Wat betekent dat je als worker er voor kunt kiezen om de verdiensten direct uit te laten keren in ruil voor een klein percentage van de inkomsten. Het geld staat direct op jouw rekening, iets waar veel werk- en opdrachtgevers nog iets van kunnen leren.
Opvallend is de bevinding van de lage drempel om te starten niet alleen zit in de ‘inclusiviteit’ van platformen (er is geen poortwachter aan de deur die bepaalt wie wel en niet mag werken).
“These low barriers exist not only because platform companies frequently use an expedited, largely automated, and online “hiring” process they call “onboarding”, but also due to how some companies do not strictly enforce formal requirements such as business licenses (which independent contractors need in order to operate), social security numbers, or work permits. Getting access to a platform often entails having to shoulder disproportionate risks by breaking the law, which some platform companies seem to condone especially when they need more workers.”
Maaltijdbezorging en thuisschoonmaak bevinden zich in de ’to consumer’ markt. Ik ben benieuwd of deze praktijken ook plaatsvinden in de ’to business’ markt. Ik verwacht dat controle op zaken als ‘business licenses’ en ‘work permits’ een nog kleinere rol spelen bij online platformwerk, het zogenaamde crowdwork. Dit werk wordt 100% digitaal uitgevoerd en vraag en aanbod bevinden zich veelal in andere landen en op andere continenten. Ik verwacht dat hier deze controle bij veel platformen heel beperkt is.
Voordeel: (relatieve) autonomie en flexibiliteit
Een ander voordeel van het platformwerk zoals hier beschreven is de relatieve autonomie en flexibiliteit die je als worker hebt ten opzichte van ander werk. “Platform-based work certainly offers more autonomy and flexibility compared to the other kinds of low-wage jobs these three workers could get with their limited education and undocumented status. Yet this is not to say that Andrei, José and Mohammed have complete control over when and how they work or how much they earn.” Ik sprak over ‘relatieve’ autonomie en flexibiliteit: uiteindelijk ben je als worker altijd afhankelijk van wanneer er vraag is en legt het platform ook bepaalde regels op die jou als worker in de autonomie beperken.
Nadeel: “Opaque/unfair performance evaluation and access to work”
“While Uber Eats does not deploy a self-scheduling system, Andrei echoed José’s suspicion that couriers with a better rating are assigned more orders in the platform. Like José, however, he has no way of substantiating this notion, which is based on a mix of personal experience and rumors. In contrast, he knows for sure that cancelling accepted orders too frequently will get him locked out of his account while Uber places it “under review”. This disciplinary policy, which can be enforced for up to three days, severely impacts his ability to work and secure
a livelihood and stands in sharp contrast to the “freedom” associated with working for Uber Eats.”
Bij veel van dit soort platformen is het onduidelijk op basis van welke variabelen processen en algoritmes zijn ingericht, wat tot gevolg heeft dat workers extra hun best doen om zich te houden aan de regels van het platform. En ook al geeft het platform aan dat bepaalde regels niet ‘hard’ zijn en dat er flexibiliteit is voor de worker, toch kun je wanneer je afhankelijk bent van de inkomsten het je niet permitteren om te ontdekken waar de werkelijke grenzen liggen. Uit onderzoek van Juliet Schor bleek dat workers die niet afhankelijk zijn van de inkomsten van het platform veel verder durven te gaan in het ‘challengen’ van de algoritmes en regels van het platform. Zij hebben immers minder tot niets te verliezen. In deze video geeft ze inzicht in haar onderzoek over dit fenomeen.
Nadeel: “Dynamic wage setting and income instability”
“A common theme in all three interviews was the struggle to maintain a stable income from platform-mediated work. We have already discussed how the three men’s ability to get access to jobs is conditional on how their work performance is evaluated. Additionally, platforms also make frequent changes to how wages and incentives are determined, which makes it difficult for gig workers to anticipate how much they will be able to earn through a platform in a given week – or even per hour.”
Platformen experimenteren veel met de beloning voor de worker. In veel gevallen is het ook niet transparant wat het bedrag is dat de klant betaald en wat het bedrag is dat de worker ontvangt. Omdat de workers allemaal al freelancer werken en per klus worden betaald, is het risico van minder aanvragen direct op rekening van de worker. Wanneer zij in dienst van het platform zouden zijn, dan was dit risico voor de rekening van het platform.
“Here, we continue our discussion of some of the challenges they encountered while doing platform-mediated work, while also touching on the question of what – if anything – comes after platform labor. We close with a brief reflection on potential institutional and regulatory measures that are responsive to the predicament of many migrant platform workers.”
Kort samengevat:
- Blocking, fines and deactivation: “Platforms do not just encourage circumscribed forms of good behavior; they punish bad behavior too.”
- Platforms do not shoulder extra-wage responsibilities: “Labor platforms leverage migrant workers’ entrepreneurial spirit and, in many cases, their lack of familiarity with national social security, labor, and fiscal legislation, expecting them to take care of their own insurances, learn about tax regulations, and bear any unforeseen expenditures.”
- Platforms treat them as dispensable: “By making reputation and experience crucial for couriers’ income opportunities, platforms encourage workers to invest mentally, physically, and economically in the job. At the same time, however, these companies do not incentivize them to remain on the platform for a longer period of time. ….. They also feel like this dedication to their work is largely unrecognized, or at least unrewarded, by the platform companies. Platform representatives responsible for dealing with worker complaints are often rude, unresponsive, and/or unhelpful.”
Conclusie
Hoewel veel van de hier boven besproken onderwerpen al in het debat worden meegenomen, vond ik de drieluik een goede en vooral ook laagdrempelige toevoeging voor het debat. Ik denk dat er veel meer onderzoek moet komen naar welke kansen en bedreigingen platformen bieden voor verschillende doelgroepen aanbieders. Waarbij ook moet worden gekeken naar wat de alternatieven zijn voor deze doelgroepen. In de conclusie van het drieluik zeggen Niels en Darsana hier het volgende over:
“Again, this should be an institutional arrangement that recognizes migrant workers’ struggles as well as their right to a decent standard of living. The options available to migrant workers should not be limited to a binary choice between precarious platform labor and conventional forms of exploitative, insecure and/or criminalized work.”
Oftewel: erkennen dat er voor de doelgroep van dit onderzoek sowieso een probleem is en welk werk zij ook doen precair werk is. Door dit te erkennen komt er ook meer verantwoordelijkheid te liggen bij beleidsmakers en vakbonden wat hier mee te doen.
This Man Created Traffic Jams on Google Maps Using a Red Wagon Full of Phones
Complexe ontwikkelingen kun je uitleggen in woorden. Of in kunst. Het valt mij op dat de laatste tijd steeds meer kunstprojecten worden opgezet om bewustwording te creëren over de vraagstukken van deze tijd. Speels en visueel en daardoor voor een breed publiek toegankelijk en te begrijpen. Ik zet er 3 op een rij.
0.0146 seconds
Tijdens de DataSharingDays was er in een aparte ruimte de ‘attention fair‘. Design researcher and artist Julia Janssen presenteerde een aantal projecten, zoals het project 0.0146 seconds: “In one-click, you accept 835 privacy policies. It will take hundreds of hours to read all these conditions. An inhumane difference to the 0.0146 seconds in which you thoughtlessly clicked agree – An inhumane task for a single person to read this all.” Het boek waar alle 835 privacy policies in zijn afgedrukt geven een ‘mooie’ impressie van de ondoordringbaarheid van deze business. De ‘fair’ bestaat overigens uit nog een aantal interessante en toegankelijke projecten, je vindt ze hier.
Ghost Work machine
Tijdens het event ‘het internet is stuk’ in Tivoli ontmoette ik Merijn van Moll en Ruben van de Venn. Zij ontwikkelden de ‘ghost work machine’. Een apparaat dat automatisch clickworkers via Amazon Mechanical Turk inhuurt om met de computermuis een vierkantje over te trekken. Een robot arm tekende real-time het vierkantje op een ruit die de clickworker op dat moment tekende. Op een scherm zag je de gegevens van de clickworker en op de achterkant van het apparaat verscheen de ID code van de worker op de aftiteling van het project.
“Nowadays, we are not only increasingly delegating and automating tasks and processes, there also new forms of work that are being created for people. With the emergence of services such as Amazon’s Mechanical Turk, specific parts of automatic processes are being outsourced to human workers. These Human Intelligence Tasks are tasks that a machine cannot execute, for example retyping a scanned receipt or entering a Captcha code. In this way machines selectively delegate tasks to humans, creating a human working class that remains largely invisible. Merijn van Moll and Ruben van de Ven want to make this feedback loop between man and machine visible. This creates a new ritual in which the spirit of the worker is invoked again and again.”
Virtual traffic
jam
“By pulling 99 phones down empty streets, artist Simon Wreckert made it look like they were gridlocked on Google Maps.”
Het idee is eenvoudig, maar in die eenvoud ook briljant. Gooi 99 oude telefoons in een bolderwagen, open op alle telefoons Google Maps en creëer zo een virtuele verkeersopstopping.
“Isn’t it crazy [how] much space is used by a car in a city compared to the usage? The hack shows us what is possible with this technology and who we rely on.”
Een mooi project om te laten zien hope technologie impact heeft op de publieke ruimte. Herkenbaar voor iedereen die navigatie gebruikt en wel eens denkt: op deze weg reed vroeger vast niemand. Fijn voor mij, maar rot voor de mensen die hier wonen. Simon: “My subjective feeling was that even this short time was already enough to change the traffic in the street.”
Vanuit de trein, tram of bus op de fiets: 9292 gaat deelfietsen toevoegen | NU.nl
“Reisplanner 9292 gaat het aanbod voor deelfietsen toevoegen. Naar verwachting moeten gebruikers vanaf de zomer te zien krijgen waar OV-fietsen (NS) en de huurfietsen van het Haagse vervoersbedrijf HTM te vinden zijn. Daarnaast is het bedrijf in gesprek met andere aanbieders van deelfietsen om hun aanbod aan de reisplanner toe te voegen.”
Natuurlijk een mooie stap. Al was direct mij reactie: wie gebruikt er nog 9292? Mijn ervaring is dat Google een stuk prettiger werkt. Het zou mooi zijn wanneer deze stap onderdeel is van de inhaalslag die het platform nodig heeft om een volwaardige concurrent voor Google Maps te worden voor het OV.
“9292 is een samenwerkingsverband van alle OV-bedrijven in Nederland. We verstrekken namens hen OV-informatie. Dit doen we door reisadviezen via de website en apps te geven, maar ook door het verstrekken van Open Data.” Dit soort platformen verdienen de voorkeur van de gebruiker, maar dat gebeurt natuurlijk alleen wanneer de oplossing ook van een vergelijkbare kwaliteit is als die van de concurrent.
92929 Zal dus meer dan alleen de ‘deel’fietsen moeten toevoegen en daarnaast ook een manier vinden om alles eenvoudig af te rekenen. De transactie zal dan ook via het platform moeten verlopen. Alleen dan bied je een unieke oplossing voor de gebruiker (ook die zonder OV kaart).
Wvttk
Een beetje offtopic, maar in het kader van ‘context loont’ en met het Borstlap en WRR rapport nog vers in het geheugen nog twee linkjes.
Achter de cijfers – Editie #77: over een keurslijf voor zzp’ers
Lezenswaardige analyse van het zojuist verschenen TNO rapport ‘Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt 2019‘. Met onder andere: “In de wetenschap en de praktijk worden zij vaak benaderd als een homogene groep. Uit onderzoek blijkt echter dat zzp’ers steeds meer heterogeniteit vertonen, zowel in demografische eigenschappen, als in de redenen om voor zzp-schap te kiezen. Door zzp’ers als homogene groep te beschouwen, is het mogelijk dat universele maatregelen om de kwetsbaarheid van zzp’ers te reduceren niet effectief zijn.” Fijn dat dit nog eens wordt benadrukt. Dé zzp’er bestaat niet. Dé platformwerker overigens ook niet. Net als dat dé mens of dé werkende niet bestaat.
Uit de analyse van Martin komt dat (en dit is een nattevingerberekening) slechts 37% van de zelfstandigen ook echt bescherming nodig heeft. Uit de TNO cijfers blijkt dat slechts 7% van de zzp’ers een gedwongen zzp’er is. Een compleet ander beeld dan dat doorgaans in het debat wordt gemeld.
Dit heeft ook gevolgen voor de verhalen over belasting en zelfstandig professionals. In het stuk “ZP’ers betalen meestal meer belasting dan vergelijkbare werknemers. En andere inzichten over fiscale prikkels” op Zipconomy lees je hier meer over.
Helft jonge werkenden wil binnen twee jaar van baan wisselen | FD
Bij de presentatie van het Borstlap rapport werden een aantal maatregelen voorgesteld om de ‘vaste baan’ weer interessant te maken, De bevinding van de commissie is dat veel mensen freelancer worden omdat zij niet de vrijheid krijgen binnen een dienstverband en hierdoor voor zichzelf beginnen. De maatregelen zouden ervoor moeten zorgen dat dit weer wel het geval zal zijn. Ik was direct sceptisch: dit is een probleem van leiderschap en cultuur. Niet iets dat je met een aantal algemene maatregelen recht trekt.
Toch is er echt urgentie voor organisaties om hier iets mee te doen. In dit stuk: “Ze (jonge werkenden) zijn ontevreden over de doorgroeimogelijkheden, de bedrijfscultuur en de begeleiding: bijna de helft van de jonge werknemers gaat binnen twee jaar op zoek naar een nieuwe baan, blijkt uit onderzoek.” Die urgentie en ambitie zou ook zonder maatregelen op moeten komen en je zou je kunnen afvragen of de voorstellen eerder beknellend dan versnellend werken. Een conclusie waar Han Mesters, sector banker van ABN AMRO, ook op kwam:
“Er ligt dus een duidelijke verantwoordelijkheid bij het management van bedrijven om precies die randvoorwaarden te creëren waarmee hun kostbare ‘human capital’ zo goed mogelijk wordt ingezet. Bij de huidige conjunctuur en vooral het structurele tekort aan arbeid kunnen we erop vertrouwen dat bedrijven er alles aan zullen doen om deze verantwoordelijk naar behoren te dragen. Een al te rigide invulling van de vorm waarin ze hun menselijk kapitaal moeten gieten, draagt hier niet in alle opzichten aan bij.”
Tweet
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.
Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.