Goedemorgen! Op dit moment reis ik met mijn gezin door het prachtige Marokko, maar dat is natuurlijk geen aanleiding om je op deze maandagmorgen niet te verblijden met een nieuw verhaal 😉 Trouwe lezers van deze nieuwsbrief weten dat ik mij al een tijd lang ‘druk’ maak over het ontbreken van het debat rondom de positie van thuisschoonmakers in Nederland. Aanleiding voor mij was de rechtszaak die FNV in 2018 aanspande tegen Helpling: een platform dat thuisschoonmakers in contact bracht met huishoudens. Ik ontdekte dat in Nederland beleidsmakers en vakbonden niet omkijken naar deze categorie werkenden. Na het faillissement van Helpling schreef ik het stuk “Hoe het faillissement van Helpling de weeffouten van het platformdebat blootlegt. Hoe kan het dan wel? Voor The Gig Work Podcast die ik maak voor de WageIndicator Foundation ging ik onlangs in gesprek met de CEO van een Colombiaans platform die de schoonmakers wél in dienst neemt. Iets dat alleen mogelijk was na een goede interventie van de Colombiaanse overheid. Je leest er alles over in het onderstaande stuk, inclusief een stuk duiding/analyse/feedback op het ontkenningsbeleid in Nederland. Fijne week!
Colombiaans platform Hogarú maakt zich hard voor formeel, stabiel en motiverend schoonmaakwerk
In Colombia blijkt dat samenwerking tussen de overheid en platformondernemers kan leiden tot betere arbeidsomstandigheden voor kwetsbare werkenden. CEO Juan Sebastián Cadavid van schoonmaakplatform Hogarú vertelt er alles over in The Gig Work Podcast.
Thuisschoonmaak is van oudsher een informele, gefragmenteerde en onzichtbare sector. De werkzaamheden vinden plaats achter de gesloten voordeur, schoonmakers weten vaak niet wat hun rechten zijn en particuliere werkgevers hebben geen besef van hun plichten. De meeste huishoudens vinden hun schoonmakers via-via en hebben geen arbeidscontracten met ze. Platformen die vraag (huishoudens) en aanbod (schoonmakers) samenbrengen, hebben een unieke positie: zij hebben overzicht en informatie over de sector. Als zij willen, kunnen ze daarmee helpen de werkomstandigheden van schoonmakers te verbeteren. In Colombia brengen overheid en platformen dit samen in de praktijk.
Voor The Gig Work Podcast van de WageIndicator Foundation sprak ik Juan Sebastián Cadavid, CEO van het Colombiaanse platform voor thuisschoonmaak Hogarú. Hij vertelt hoe platformen in combinatie met goed overheidsbeleid kunnen leiden tot betere arbeidsvoorwaarden en meer perspectief voor thuisschoonmakers.
Wat is Hogarú?
Hogarú is een Colombiaans platformbedrijf met een missie: de arbeidsomstandigheden van schoonmakers verbeteren. Daarbij staan drie zaken centraal:
- Formaliteit: schoonmakers de inkomsten en zekerheid geven die zij verdienen;
- Stabiliteit: zorgen dat arbeidsomstandigheden ook op lange termijn goed zijn, zodat schoonmakers bijvoorbeeld een huis kunnen kopen of de opleiding van hun kinderen kunnen betalen.
- Motivatie: werkplezier en ruimte voor ontwikkeling voor de thuisschoonmakers.
Het begon 11 jaar geleden toen de Spaanse en Italiaanse oprichters van Hogarú voor hun werk naar Colombia vertrokken. Beide expats zochten een schoonmaker, maar dat bleek lastig. Het circuit was heel informeel en je had contacten nodig om een geschikte schoonmaker te vinden. Zocht je een schoonmaker, dan vroeg je het aan je familie, buren of vrienden. De twee oprichters bedachten in 2013 een oplossing: ‘Vosavos’, vrij vertaald: mond-tot-mond. Dit was een platform waarop particulieren schoonmakers, klusjesmannen en nannies konden vinden.
Van marktplaats naar inhuurplatform
Het platform was een succes, vooral onder huishoudens die een schoonmaker zochten (90% van de zoekopdrachten). De ondernemers zagen nieuwe kansen. In 2014 kregen schoonmakers in Colombia namelijk formele arbeidsrechten via de World Job Organization. Particuliere werkgevers moesten hun schoonmaker bijvoorbeeld registreren in een database van de overheid. De overheid besloot ook actief te handhaven en boetes konden oplopen tot wel 20.000 euro. Zo dwong zo particuliere werkgevers de rechten van schoonmakers te respecteren.
Maar het formaliseren van zo’n arbeidsrelatie met een schoonmaker was ingewikkeld. Daarom vroeger huishoudens Vosavos dat voor ze te regelen. Zo werden inhuur en management onderdeel van de dienstverlening van het platform, dat toen met de nieuwe focus de naam in ‘Hogarú’ veranderde.
Twee soorten dienstverlening
“We danken het succes van Hogarú voor een deel aan de formalisering van de schoonmaakbranche”, vertelt Cadavid. “De overheid zag in 2014 dat er iets moest gebeuren, ook al zouden de meeste consumenten er niet zo blij mee zijn. Met zo’n 700.000 thuisschoonmakers in Colombia was regulering bovendien een politiek verstandige keuze.”
Waar het platform voorheen alleen bemiddelde tussen vraag en aanbod en niet de rol van werkgever op zich nam, besloot Hogarú in 2015 ook schoonmakers in loondienst te nemen en op te leiden. Daarnaast heeft het platform een database met 300.000 mensen die niet bij Hogarú in dienst zijn, maar wel interesse hebben in formeel schoonmaakwerk. Inmiddels heeft Hogarú ongeveer 9000 schoonmakers in dienst genomen voor het eigen platform. Zo’n 64% van hen had voorheen geen formele baan.
Uit data van Hogarú blijkt dat 96% van de schoonmakers vrouw is en de 91% is de hoofdverdiener. Ze moeten vaak voor vrij grote gezinnen (3 of 4 kinderen) zorgen.
Hogarú biedt dus twee soorten dienstverlening: een platform voor vraag en aanbod waar de schoonmakes in dienst zijn en een dienst die drempels voor particuliere huishoudens verlaagt om de vaste schoonmaker in dienst te nemen. Beide met hetzelfde doel: fatsoenlijk, stabiel en motiverend werk voor schoonmakers. “Dat wij formeel werk aanbieden aan voormalig informele werkers heeft positieve invloed op de sector”, zegt Cadavid. “Daarnaast versterkt het de band tussen werknemers. Het is niet zo dat ze elkaar vaak fysiek zien, maar ze praten met elkaar via Whatsapp-groepen. Als ze elkaar bijvoorbeeld eens per jaar zien tijdens een bedrijfsbijeenkomst, dan merk je echt dat ze een community zijn. Het is een extra voordeel van werken via het platform.”
Publiek-private samenwerking
Handhaving van de wet is nog steeds problematisch, zegt Cadavid. “De schoonmaakbranche is van oudsher groot, informeel en onzichtbaar. Er staan nog steeds maar weinig mensen geregistreerd, op dit moment slechts 17% van alle schoonmakers.”
Hogarú probeert meer schoonmakers bewust te maken van hun rechten. Dat doet het bedrijf ook voor honderdduizenden mensen die nog niet via het platform werken, maar waar zij wel de contactgegevens van hebben. “We verdienen daar in de eerste plaats niets aan, we zien het als onze missie. Maar er is ook een zakelijk doel, namelijk dat klanten ons kunnen inhuren om te regelen dat zij aan de wet voldoen, bijvoorbeeld met diensten als payrolling en administratie.”
Balansoefening tussen loon en prijs
De Colombiaanse regering blijft investeren in arbeidsrechten en dat is positief, vindt Cadavid. “Maar het blijft een balansoefening tussen de tarieven in de formele en de informele markt”, zegt hij. “Door inflatie en een stijgend minimumloon is het verschil de laatste jaren flink toegenomen. Dat maakt het voor particuliere werkgevers aantrekkelijker om schoonmakers niet in dienst te nemen en aan de informele markt over te laten.”
Niet alleen de kosten spelen een rol. Ook regeldruk maakt informele arbeid aantrekkelijk. “De overheid moet zorgen dat het makkelijker wordt om iemand aan te nemen”, vindt Cadavid. “In Mexico is het bijvoorbeeld veel eenvoudiger om een schoonmaker in te huren dan bij ons in Colombia. Ja, ons bedrijf profiteert daarvan, maar toch maak ik me er hard voor om de boel te versimpelen. Betere arbeidsomstandigheden voor de werkenden, dat is tenslotte onze missie.”
Conclusie: de voordelen van publiek-private samenwerking
We kunnen een hoop leren van het verhaal van Hogarú. Ten eerste dat het verbeteren van de rechten van thuisschoonmakers begint bij het erkennen van het informele karakter van de markt. Bij formaliseren komt nogal wat kijken. Hoe zorg je bijvoorbeeld voor een evenwicht tussen een eerlijk loon en de prijs die huishoudens willen betalen? In onder andere België, Frankrijk en Duitsland compenseert de overheid het verschil bijvoorbeeld met subsidie. Overheden moeten dus kiezen: laten we het zo, of gaan we formaliseren? Hogarú bereikt honderdduizenden werkenden en is daarmee een waardevolle partner voor Colombiaanse regering voor bijvoorbeeld het verbeteren van de informatiepositie van de werkenden én de particuliere werkgevers.
Ten tweede laat Hogarú zien dat het weldelgelijk mogelijk is om een informele sector te formaliseren, maar dat dit niet zomaar gaat. De overheid moet de markt erkennen, beleid voeren en actief handhaven. Ook moet de drempel om aan de wet te voldoen laag zijn en mag de prijs van de formele markt niet te ver af liggen van die van de informele markt. Volgens Cadavid mag het verschil tussen de formele en informele prijs niet meer zijn dan 30%. Dit zou de regering kunnen oplossen met een combinatie van regelgeving, toezicht en (dynamische) subsidie. Kortom, platformen kunnen waardevolle partners zijn voor de regering om informele circuits te bestrijden.
‘Excuusregeling’ voor thuisschoonmaak in Nederland
In Nederland heeft de overheid de markt van thuishulp op papier geformaliseerd. De Regeling Dienstverlening aan Huis ontziet particuliere werkgevers van bepaalde verplichtingen. Als jij als particulier een schoonmaker of oppas in huis inhuurt, hoef je dus niet aan alle werkgeversplichten te voldoen. Je moet bijvoorbeeld wel het wettelijk minimumloon en vakantiegeld betalen, doorbetalen bij ziekte en zorg dragen voor een gezonde werkplek.
Welk effect heeft dat? Vrijwel geen, blijkt uit het rapport “Dienstverlening aan huis: wie betaalt de rekening?” (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2014). De conclusie over werkenden in de private markt die onder de regeling vallen is helder: “de Regeling heeft voor werkgevers en werknemers vrijwel geen betekenis in de praktijk.”
Dat komt vooral omdat de regeling niet gehandhaafd wordt. Ik noem deze regeling dan ook een schijnoplossing. Het is niets meer dan een excuus voor beleidsmakers en vakbonden om zich niet in te zetten voor deze groep werkenden, terwijl zij dondersgoed weten dat de situatie onwenselijk is. Ik hoop dat een voorbeeld als Hogarú kan inspireren om echt iets te doen aan de situatie van thuisschoonmakers in Nederland.