Goedemorgen! Komende week staan weer twee presentaties op te planning: fijn dat het weer kan en mag. Aan het aantal interview verzoeken voor onderzoeken van derden te zien kunnen we de komende maanden nog veel nieuwe inzichten verwachten over de ontwikkeling van de platformeconomie. Ik probeer dit soort interviews altijd in de verloren uurtjes (zoals reistijd) te plannen: helaas heb ik niet de luxe van een ‘University Basic Income’ 😉 Voorwaarde voor mijn deelname is dan ook altijd dat het onderzoek openbaar wordt gepubliceerd. Deze week ook weer de nodige artikelen verzameld. Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier!

Bol.com informeert consument voortaan duidelijk wie verkoper is | ACM.nl

Voor veel gebruikers van platformen (de vragers/klanten, niet de aanbieders) is het vaak niet duidelijk dat zij gebruik maken van een platform/marktplaats en geen diensten of producten afnemen van de partij wiens naam die boven de website staat. Binnen e-commerce is dit vermoed ik bovengemiddeld, ook omdat veel e-commerce platformen van oorsprong een webwinkel zijn (met 100% eigen voorraad) en langzaam maar zeker het platform model hebben omarmd. Omarmd, maar niet volledig: nagenoeg alle e-commerce platformen hebben een aanzienlijk deel van de handel nog in het eigen magazijn staan. Zo wordt 60% van het aanbod van bol.com direct verzorgd door de 35.000 lokale Nederlandse en Belgische verkooppartners. De overige 40% komt op rekening en verantwoordelijkheid van bol.com zelf. Ook platformen als Amazon en Zalando hebben een hybride model dat balanceert tussen het zijn van een platform en het zijn van een normale webwinkel.

De ACM vond dat het tijd was om iets aan deze onduidelijkheid te doen en heeft samen met bol.com enkele voorwaarden opgesteld. Enerzijds zijn dit voorwaarden met betrekking tot de informatievoorziening (dat het duidelijk is wie de verkoper is) en anderzijds met betrekking tot de verantwoordelijkheid van het platform als poortwachter aan de deur voor nieuwe en bestaande aanbieders. De ACM verwacht hierbij dat het platform de nodige verantwoordelijkheid op zich neemt.

Bol.com reageerde dat zij n.a.v. het contact met ACM geen grote veranderingen hebben doorgevoerd. Het was een aanscherping op verbeteringen die ze reeds zelf al hadden doorgevoerd. Vanuit bol.com een slimme actie om dit samen met de ACM aan te pakken. E-commerce platformen weten dat zij in de toekomst als marktmeester meer verantwoordelijkheden krijgen. Je kunt dan beter zelf meeschrijven aan de nieuwe regels dan dat iemand anders deze voor jou schrijft. Daarnaast zal bol.com vermoed ik ook baat hebben bij strengere regels. Het van origine Nederlandse platform zal als je kijkt naar andere internationale concurrenten van nature al veel meer aan de Nederlandse wetgeving en standaarden voldoen dan niet-Europese concullega’s als Amazon en Alibaba. Extra en nieuwe regelgeving zal voor bol.com dus minder impact hebben dan op de concurrentie en daarnaast is het een slimme manier van jezelf onderscheiden in de markt.

Ik ben benieuwd hoe dit zich verder zal ontwikkelen. E-commerce platformen hebben als doel om voor zowel vraag als aanbod de drempels te verlagen en processen te vereenvoudigen en uniform te maken voor alle gebruikers. Wat ook een impact heeft op de verwachtingen van deze gebruikers. Er is een gevaar dat zij in een soort vicieuze cirkel terecht komen. Wat dat betreft heeft Marktplaats.nl het misschien wel heel slim aangepakt: daar is het voor iedereen duidelijk dat het platform niet de verkoper is. En weet iedereen dat wanneer er iets mis gaat, dat het platform dat niet voor je gaat oplossen. Misschien niet een strategie die een schoonheidsprijs verdient, maar het is wel duidelijk. Waarbij ik mij natuurlijk ook besef dat dit niet een strategie is voor een e-commerce bedrijf dat een totaaloplossing voor al jouw dagelijkse aankopen wil leveren.

Winst naar de aandeelhouders? Deze vijf grote bedrijven doen het anders – VPRO Tegenlicht – VPRO

Winst naar de aandeelhouders? Deze vijf grote bedrijven doen het anders – VPRO Tegenlicht – VPRO

Gister avond was er weer een mooie Tegenlicht uitzending, deze keer over het Steward Ownership model. “Stel je eens een bedrijfsstructuur voor waarin de winst niet vooral naar de aandeelhouders gaat, maar terugvloeit naar de samenleving. Klinkt als een niche? Deze vijf grote bedrijven doen het al jaren.” Een model dat ik 3 jaar geleden ontdekte en waar ik 2 jaar geleden naar Berlijn vloog om tijdens een congres alles over te leren. Aanleiding was een platformbedrijf dat een shift naar dit model maakte.

In de Tegenlicht blog wordt goed en duidelijk omschreven waar het model voor staat, inclusief 5 succesvolle voorbeelden. Kort samengevat komt het erop neer dat bij het Steward Ownership model het eigenaarschap dienend is aan het bedrijf, waardoor de aandeelhouders geen negatieve en extractieve invloed kunnen uitoefenen op het bedrijf en de koers die het vaart. Wat mij betreft mag dit model zo in alle schoolboeken, wat dat betreft is het onderwijs nog zeer eenzijdig wanneer het gaat over eigenaarschapsmodellen.

Een van de cases die in deze uitzending voorbij komt is de case van Beterboeken: een ‘eerlijk’ alternatief voor Booking.com. Vier maanden geleden deelde ik al een eerste analyse over dit initiatief. Toen was er alleen nog een manifesto beschikbaar. Intussen is het team een crowdfunding campagne begonnen en heb ik de initiatiefnemers ook persoonlijk gesproken. Het mooie van een crowdfundingcampagne is dat initiatiefnemers veel informatie moeten delen over de plannen en strategie om potentiële investeerders over de streep te trekken. De prospectus is dan ook erg interessant om eens rustig door te lezen. Want het kiezen voor een duurzaam eigenaarschapsmodel zegt natuurlijk niets over de kans op succes van het platform. Wat mij opvalt is dat de aandachtspunten die ik destijds in mijn analyse deelde nog steeds relevant zijn.

De plannen zijn in ieder geval ambitieus: het doelbedrag is 1 miljoen euro (met een uitloop tot 2 miljoen euro), wat veel is voor het platform Crowdaboutnow (dat buiten AFM toezicht valt) waar een project doorgaans een paar ton ophaalt. Het geld is bedoelt voor het bouwen van de eerste versie, de MVP, van het platform. 1 Miljoen voor een MVP (er staat nu alleen nog maar een verhaal en een ambitie, wat een groot risico is) is erg ruim, zeker omdat het idee nog niet is gevalideerd: niemand weet of iemand er op zit te wachten. Als dat een nee is, dan is die 1 miljoen weg. Wat niet alleen vervelend is voor de initiatiefnemers en investeerders, maar ook negatief afstraalt op het model. Ik had het reëler gevonden wanneer die 1 miljoen voor bijvoorbeeld 2 jaar zou zijn en de clausule was ingebouwd dat wanneer op moment X blijkt dat het plan niet aanslaat het restbedrag wordt teruggestort naar de investeerders. In het plan gaat verder veel aandacht uit naar de aanbieders. Het is logisch dat zij enthousiast zijn: zij hebben veel te winnen. Nagenoeg geen aandacht gaat uit naar degenen die de boekingen moeten plaatsen: de klant. Wat dat betreft is een jaar voor een MVP dan ook kort. In Q4 2021 is er alweer een vervolginvestering van 3 miljoen euro nodig. Wat concreet zal inhouden dat een paar maanden na het sluiten van de eerste campagne alweer zal moeten worden toegewerkt naar de volgende funding ronde. In jaar 3 wordt een omzet van 35 miljoen verwacht, wat bij een commissie van 10 procent betekent dat daar een boekingswaarde van 350 miljoen euro tegenover moet staan. Zeg dat een gemiddelde boeking 100 euro bedraagt (= grove niet onderbouwde inschatting), dan zou het platform in jaar 3 zo’n 3.500.000 transacties moeten verwerken. Het is de vraag of de initiatiefnemers met deze ambities zichzelf niet genadeloos klem zetten. Ik ben bang van wel.

Dan de vraag: wordt Beterboeken een succes? Mijn reactie een paar dagen geleden was: ik gun het de initiatiefnemers en de markt, maar ik acht de kans heel erg klein. Totdat ik mijzelf bij het schrijven van deze nieuwsbrief de vraag stelde: waneer is het platform een succes? Doordat het initiatief zich zo afzet tegen – en daardoor ook qua omvang associeert met – Booking, lijkt de aanpak en de strategie nooit tot het gewenste resultaat te kunnen leiden. Het opzetten van een dominant internationaal boekingsplatform met een paar miljoen aan investeringen in 3 jaar tijd is onbegonnen werk. Maar wat als je het nu eens anders bekijkt: wat is er wel mogelijk? Want ook al zou het platform ‘slechts’ 1 procent van het aantal boekingen van een hotel kunnen verzorgen en daarmee ook zelf levensvatbaar zijn, dan is wel aangetoond dat het kan. Dus wat positiever geredeneerd zou het best wel kunnen, al verwacht ik dat dit alleen mogelijk is wanneer de groeiambities over meer jaren worden uitgesmeerd (niet 3, maar zeg 6 jaar) en de groei aan kosten/lasten dan ook minder snel zal stijgen.

Al met al verdient dit initiatief natuurlijk een kans, maar zal het zich de komende tijd echt moeten gaan bewijzen. De tijd van afgeven op de ander is voorbij en nu is het tijd dat het platform op en vanuit eigen kracht gaat laten zien het het dan wel moet. Ik ga het volgen.

Zo slecht verdient de Uber-chauffeur dus niet – NRC

Zo slecht verdient de Uber-chauffeur dus niet – NRC

Hoeveel verdient de Uber chauffeur? Het klinkt als een eenvoudige vraag, maar het antwoord is ingewikkeld. Zo ingewikkeld, dat Uber in samenspraak met de Gemeente Amsterdam besloot een studie te laten uitvoeren door het ‘Research Centre for Education and the Labour Market (ROA)’ dat gelieerd is aan de Universiteit Maastricht.

De resultaten zijn erg interessant. Hier (PDF) lees je de factsheet met alle uitkomsten en grafieken. Hierin zie je ook hoe volgens dit onderzoek de groei van de markt en de groei van het aanbod goed in balans is.

Rens Lieman schreef voor het NRC een goede analyse van het rapport. Hij schrijft: “Na aftrek van 1.500 euro aan kosten, zoals die voor de leaseauto, brandstof en verzekering, houdt de fulltimer van die maandomzet ongeveer 2.740 euro over. Dat is een kleine zestien euro bruto per uur, blijkt uit een berekening van NRC op basis van schattingen van taxichauffeurs van Uber, vakbond FNV en Admini-Desk – een in taxi’s gespecialiseerd administratie- en boekhoudkantoor. Ter vergelijking: dat is een stuk meer dan het cao-loon van een enigszins ervaren taxichauffeur in loondienst.”

Dat klinkt dus goed, al zijn er wel verschillen met wat individuele chauffeurs mee naar huis nemen: “Maar het kwart dat aanzienlijk mínder dan het gemiddelde verdient, zo’n 1.300 Amsterdamse chauffeurs, duikt in deze berekening met iets meer dan 9 euro per uur wel flink onder het cao-loon.”

Vanzelfsprekend was er ook kritiek op het onderzoek. Zo deelde FNV een blog waarin het aangaf van mening te zijn dat het onderzoek te eenzijdig is en voorspelbare conclusies deelt. Op een eerder onderzoek door Cornell University naar de inkomsten van chauffeurs in Seattle kwam de nodige kritiek, ook uit de wetenschappelijke hoek, toen een ander onderzoek met heel andere cijfers kwam. Het probleem van dit soort onderzoeken is dat het vanwege de (terechte) voorwaarden mbt privacy en concurrentie niet mogelijk is voor andere onderzoekers om het onderzoek te reproduceren. En dan heb je snel de schijn tegen. Hoe dit op te lossen? Ik denk dat het mogelijk is om academische onderzoekers toch onder voorwaarden toegang te geven tot een zelfde dataset. Waar een wil is… En daarnaast verwacht ik van een partner als de Gemeente Amsterdam dat zij ook een rol kunnen spelen in ervoor zorgen dat de aangeleverde cijfers kloppen. En wanneer ook zij mede opdrachtgever van het onderzoek waren geweest had deze betrokkenheid ook bijgedragen aan het vertrouwen.

FNV was ook niet tevreden dat zij niet bij het onderzoek zijn betrokken. Ik denk niet dat het veel had uitgemaakt als FNV ook betrokken was geweest bij het onderzoek: het onderzoek gaat over de verdiensten van de chauffeurs en is daarbij input voor beleidsmakers die dit als een van de bronnen gebruiken om keuzes te maken. Ik neem aan dat de input van FNV door de Gemeente Amsterdam ook wordt meegenomen in de uiteindelijke besluitvorming. Al is het de vraag in hoeverre de vragen van FNV op gemeente en niet op nationaal niveau moeten worden opgepakt.

Los van het onderzoek publiceerde Uber ook een rapport (PDF) ‘Eerlijk werk – onze visie op het werk als taxichauffeur via het Uber-platform’. Voor mij was het fragment ‘erkenning van goed werk’ het meest interessante fragment. Ik had hier al eerder met een vertegenwoordiger van Uber over gesproken, maar het is prettig dat dit nu ook een keer op papier staat en daarmee makkelijker deelbaar is. Het gaat om het volgende:

“Chauffeurs doen elke dag hun uiterste best om reizigers een goede ervaring te leveren. Wij vinden dat chauffeurs daar ook voor erkend moeten worden en dat ze daar een bewijs van moeten kunnen krijgen. Dit werd deels al via de app vormgegeven (via feedback van reizigers), maar hebben we recent uitgebreid. Indien chauffeurs besluiten om een volgende stap te zetten, kunnen zij sinds kort een prestatieoverzicht aanvragen waarmee zij erkenning krijgen voor de diensten die zij via de Uber-app hebben geleverd. Hierin is opgenomen wanneer de chauffeur zijn of haar eerste rit heeft gereden,
hoeveel ritten er zijn gereden en de gemiddelde klantwaardering op de laatste 500 ritten. Ook vermeldt het overzicht de belangrijkste complimenten. Dit overzicht wordt inmiddels door een eerste arbeidsbemiddelaar (Adecco) erkend.”

Chauffeurs die via het Uber platform rijden krijgen daarmee een automatisch gegenereerd getuigschrift. Dit concept neem ik ook mee in mijn onderzoek naar de portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. Het zou mooi zijn als hier een standaard kan worden gezet dat alle platformen adopteren. Stap 2 (dat gaan we in een workshop eind November bespreken) zal gaan over het automatisch koppelen van skills aan klussen die via platformen zijn uitgevoerd, om zo toe te werken naar een digitaal CV voor platformwerkers die zij vervolgens kunnen gebruiken als opstapje in de arbeidsmarkt. Wordt vervolgd…

Lessen uit de VS: wet schijnzelfstandigheid alweer aangepast – ZiPconomy

Lessen uit de VS: wet schijnzelfstandigheid alweer aangepast – ZiPconomy

“De omstreden AB5 wetgeving in Californië, vooral gericht op bescherming van Uber-chauffeurs, is aangevuld met 75 uitzonderingen voor andere groepen freelancers. Wat ooit een simpele benadering was om te bepalen wie een schijnzelfstandige is en wie niet, is binnen een jaar een doolhof geworden van uitzonderingen en aanvullende bepalingen.”

Een goede case waar beleidsmakers lessen uit kunnen trekken om duidelijkheid te scheppen in het dossier schijnzelfstandigheid.

The Social Dilemma | Netflix Official Site

The Social Dilemma | Netflix Official Site

Deze Netflix documentaire is echt een aanrader. Het is een soort van Tegenlicht uitzending waarin veel ex-medewerkers van grote platformen hun licht laten schijnen hoe platformen als Facebook grote verdeeldheid creëren. Niet een documentaire om vrolijk van te worden, maar het geeft een goed en realistisch beeld van een van de grotere problemen die tech heeft gecreëerd. Sander Schimmelpenninck schreef eerder in de Volkskrant ook deze prikkelende column over de docu: “Wie nog steeds naïef is over de ellende van sociale media: kijk de Netflix-documentaire The social dilemma”.

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Recommended Posts