Deze week werd bekend gemaakt dat autodelen in België in 2016 is verdubbeld. Alsnog een druppel op een gloeiende plaat, maar je moet ergens beginnen. De groei zit ‘m, net als in Nederland, vooral in het peer2peer autodelen. Oftewel: mensen die hun auto beschikbaar stellen om aan anderen te verhuren. Hierbij blijft het aanbod achter op de vraag, wat ook de reden was voor SnappCar om met een private lease constructie te komen.
Hoewel de groeicijfers (SnappCar groeide van 100.000 naar 225.000 autodelers) mooi zijn, bijdragen in een mindshift van mensen en ga zo maar door, valt er natuurlijk ook een hoop op af te dingen. Een deelauto van bijvoorbeeld Greenwheels is 24/7 beschikbaar, 365 dagen per jaar. Wanneer er zo’n auto bij komt, dan kan deze een flink deel van de vraag in de buurt opvangen. Een peer2peer deelauto is veel minder vaak beschikbaar en de drempel om te huren is relatief hoog (communicatie via internet, fysieke transactie, etc.). Hierdoor vermoed ik dat de stijging van de peer2peer deelauto’s een veel minder grotere impact hebben. Daarnaast is de term ‘autodelers’ ook natuurlijk slimme maar ook vage marketingtaal: ik heb zelf bijvoorbeeld accounts bij alle peer2peer auto deel platformen, maar heb in 2016 daar geen gebruik van gemaakt. Geen idee of mijn accounts in de cijfers worden meegeteld.
Om echt iets van de groei te kunnen zeggen moeten we dus ook meer data hebben. Data over gebruik bijvoorbeeld: dan kun je zeggen ‘in 2016 is het gebruik in minuten xx-procent gestegen’. En dan krijg je een veel beter (maar ook waarschijnlijk veel minder sexy) beeld van de werkelijkheid. Gevaar is dat men autodelen op de korte termijn groei gaat afrekenen, terwijl het een transitie is die je op zijn minst over 10 jaar moet meten. Al met al een mooie uitdaging….
READ MORE…