Een ‘special edition’ van deze nieuwsbrief om een mooie nieuwtje te delen.
In 2012 startte ik mijn expeditie in de platformeconomie. Gestart vanuit de overtuiging dat de opkomst van de platformeconomie de komende 10 jaar iedere sector zal beïnvloeden, hield ik mij bezig met het verkennen en duiden van het landschap, het analyseren van de dilemma’s en het doorgronden van toekomstscenario’s. Hierbij was de hoofdvraag van de expeditie altijd: “Wat moet er gebeuren om de platformeconomie haar maximale potentie te laten bereiken op een manier waarbij alle betrokken stakeholders er de juiste waarde uit halen?”
Sinds 2012 interviewde en sprak ik in 13 landen ruim 400 ondernemers en experts rondom deze ontwikkeling, bezocht ik tientallen bijeenkomsten in de rol van spreker of onderzoeker en publiceerde ik honderden video’s, artikelen, blogs en nieuwsbrieven met mijn duiding en gedachten. Met deze unieke kennis, naam en netwerk op zak adviseer ik inmiddels menig lokale en nationale overheidsinstantie, corporate en nonprofit en wordt ik 2 tot 3 keer per maand in de media aangehaald als expert.
Tweesprong
Hoewel ik intussen durf te zeggen dat mijn expertise uniek is, weet ik ook dat ik nog lang niet antwoord op al mijn vragen heb. Nu had ik er voor kunnen kiezen om mijn kennis en een investering van 5 jaar van mijn tijd en energie te kapitaliseren door organisaties te gaan adviseren hoe de transitie naar een platform model te kunnen maken. Financieel interessant, maar om juist nu uit het verkennen van een razend interessante ontwikkeling te stappen leek mij geen goed idee.
Prangende platform vragen
Wanneer je kijkt naar de grootste uitdagingen voor de platformeconomie, wanneer het gaat om het bereiken van de maximale potentie op een manier waarop alle directe en indirecte stakeholders er de juiste waarde uit halen, dan zijn er twee vragen die er uit springen:
Hoewel de platformen die we nu kennen ‘empowerment’ van het individu faciliteren, ligt het eigenaarschap en de governance van het platform bij een kleine groep aandeelhouders. Het vooropstellen van het aandeelhoudersbelang, in combinatie met de afhankelijkheid van haar gebruikers, kan ongewenste (maatschappelijke) effecten met zich meebrengen. Kan dit ook anders?
Waar in het begin veel aandacht ging naar het technische aspect van (de impact van) platformen, gaat de discussie nu steeds meer naar de kansen maar ook bedreigingen door platformen voor onze samenleving. Platformen verlagen drempels en bieden hiermee mensen kansen op onderwijs, werk, hulp en sociaal contact. De grote vraag is alleen of platformen de kansen op werk, inkomen en zingeving nu ook echt vergroten.
Dit zijn belangrijke vragen die bijdragen aan een duurzaam en inclusief platform model. Vragen die tot nu toe nog onbeantwoord bleven.
De diepte in
Hoewel ik de eerste 5 jaar van de expeditie met veel partijen en individuen heb samengewerkt, was het wel een redelijke ‘solo’ expeditie. Daar komt nu verandering in. Met gepaste trots kondig ik de tweede fase van mijn expeditie in de platform economie aan: de verdieping. Per direct start ik voor 18 maanden parttime bij de Universiteit Utrecht binnen het ‘Copernicus Institute of Sustainable Development’ om mij te bemoeien met twee onderzoeken die ingaan op de hierboven gestelde vragen.
Één onderzoek zal zich richten op de kansen en obstakels van platform-coöperaties en zal een verkenning zijn van platform modellen met gedeeld eigenaarschap en governance. In de Verenigde Staten komt het steeds vaker voor dat de gebruikers van platformen zich middels een coöperatie verenigen en gezamenlijk investeren in een eigen app om een lokaal alternatief te bieden aan de grote platform monopolies. Een bekend voorbeeld is Green Taxi uit Denver: 800 chauffeurs legden ieder 2.000 dollar in om een eigen app te ontwikkelen, waarmee ze momenteel over een marktaandeel van 34% beschikken. Dit is een onderwerp waar ik mij al langer mee bemoei. Afgelopen jaar bezocht ik al platform coöperatie congressen in Londen en New York (volgende week ga ik weer), maar nu heb ik de kans om full focus mij op dit onderwerp te storten.
Het tweede onderzoek gaat zich met de titel ‘Platformsamenleving: nieuwe kansen voor inclusiviteit’ richten op de mate waarin verschillende platformen nieuwe kansen scheppen voor de samenleving. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen op de effecten van platformen op de economische en sociale positie van jongeren, en de beleidsopties en -instrumenten om de inclusiviteit van platformen te vergroten. In dit onderzoek richt ik mij op deelplatformen, arbeidsplatformen en kennisplatformen.
Beide onderzoeken doe ik onder de leiding van -en in samenwerking met- Koen Frenken, hoogleraar innovatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht. De samenwerking gaat al heel wat jaren terug, we schreven onder andere samen een stuk over deeleconomie in The Guardian, en nu hebben we een kans gecreëerd om echt samen te gaan werken.
De andere helft
Met 3 dagen in de week voor de universiteit blijven er tot 2 dagen over voor andere zaken. Deze schaarste in tijd dwingt dan ook weer tot focus en keuzes. En dat is prettig. In deze dagen zal ik blijven schrijven aan de boeken ‘De Platformrevolutie’ en ‘Wavemakers’ en zal ik mijn kennis en visie blijven delen als spreker op (internationale) congressen en bijeenkomsten. Ook zal ik als adviseur en sparringspartner rondom ontwikkelingen in de platformeconomie voor overheid, corporates en startups actief blijven. Daarnaast zal ik uiteraard doorgaan met het delen van mijn inzichten via de video interviews op mijn YouTube kanaal (intussen staan er bijna 400 online), mijn wekelijkse nieuwsbrief en vanuit mijn expertrol in de media.
Dank!
Deze mooie stap is ook een goed moment om een aantal mensen te bedanken die de eerste 5 jaar van de expeditie hebben mogelijk gemaakt. Zonder hun hulp was ik nooit op dit punt gekomen waar ik deze stap had kunnen zetten. Seats2Meet, Schuiteman Accountants, MKB Servicedesk, stichting DOEN en alle Crowd Expedition stagiaires en vrijwilligers (Dave, Claartje, Kelly, Roel, Rosanne, Gino, Eva en Jurgen). En natuurlijk alle ruim 300 crowdfunding supporters van de 4 crowdfunding campagnes rondom mijn expedities. Voor het eerste onderzoek bedank ik het “Strategisch Thema Instituties voor een Open Samenleving van de Universiteit Utrecht” en bij onderzoek 2 de “NWO Nationale Wetenschapsagenda”. Ook bedank ik natuurlijk Koen Frenken voor het gunnen van deze kans. En bovenal mijn familie en in het bijzonder Jannette die mij de afgelopen 5 jaar heeft gesteund. Dank!
De discussies over de platformeconomie stonden deze week in het teken van Deliveroo in België. Een interessante discussie die nog wel even zal duren. In deze update ‘slechts’ een top 3, dit om extra aandacht te geven aan een aantal interessante video’s van keynotes van het congres ‘Reshaping Work in the Platform Economy’. Komende woensdag volgt een extra editie van deze nieuwsbrief waarin ik mijn plannen voor ‘Crowd Expedition deel 2’ uit de doeken zal doen. Voor nu: mooie dag!
In België was er afgelopen week de nodige ophef over maaltijd bezorg platform Deliveroo. Deliveroo werkte met haar koeriers voorheen samen met payroll coöperatie SMart (video interview volgt volgende week) waarbij SMart zorgde voor de verloning, afdracht sociale lasten en…. verzekering. Daarnaast had de coöperatie ook bijdrage fiets en smartphone en het faciliteren van helmen en fietslampjes bij Deliveroo afgedwongen. Daarnaast hadden zij een afspraak gemaakt dat koeriers per dienst minimaal 3 uur werden betaald. Deze week maakte Deliveroo een eind aan de samenwerking. Het bedrijf gaat een systeem van stuksloon invoeren en neemt verder (voor zover nu bekend) geen verantwoordelijkheid voor de koeriers. Een aantal gedachten:
Deze situatie is niet uniek: in Nederland heeft Deliveroo hetzelfde aangekondigd. Dit was dan ook de reden van de oprichting van de Riders Union. Aangezien de circa 1.700 riders van Deliveroo België nu al zijn aangesloten bij SMart, biedt dit een unieke kans om te verenigen en een statement te maken;
In Nederland is deze ’transformatie’ van het model overigens niet direct radicaal ingevoerd: alleen nieuwe riders krijgen met het nieuwe stuksloon model te maken. Ook in België worden al vragen gesteld of Deliveroo dit voor bestaande riders mág beslissen;
De samenwerking met SMart was uniek: SMart pakte eigenlijk de rol van payrol en vakbond inéén;
Ook over de timing van deze actie valt het e.e.a. te zeggen. In een stuk op bruzz.be valt te lezen: “Eerder deze week maakte Minister van Economie Alexander Decroo (Open VLD) bekend dat wie diensten levert via een app of een digitaal platform in de deeleconomie, dat vanaf volgend jaar onbelast kan doen voor een bedrag tot 500 euro per maand. Daarnaast maakte minister van Sociale Zaken Maggie De Block (Open VLD) dat ook werknemers, zelfstandigen en gepensioneerden tot 500 euro onbelast per maand kunnen bijverdienen.” In datzelfde stuk ontkent Deliveroo overigens dit dit de aanleiding is.
In een publicatie van SMart zelf valt te lezen: “Deliveroo kondigt nu aan dat ze de samenwerking met SMart stopzet, nét op het moment dat de sociale dialoog met de vakbonden tot een collectieve arbeidsovereenkomst voor deze sector zou leiden.”
Conclusie: de vraag die nu op korte termijn speelt is waarom Deliveroo deze move heeft gemaakt. Ik denk:
Dat zij in beginnen te zien dat het samenwerken met externe partijen gevaren met zich meebrengt: je geeft een stuk controle uit handen. Zeker in een tijd dat je onder vuur ligt. Dan is het (als korte termijn reactie) beter om snel de stekker er uit te trekken, voor je het weet zorgt de samenwerking er voor dat jouw belangrijkste asset, de koeriers, zich collectief tegen je keren. (al is dat denk ik wel al te laat…);
Dat zij hun shift in model (van per uur naar stuksloon) nu internationaal willen doorvoeren;
Dat zij hier een hoop (terechte) kritiek op de hals halen: onder het excuus van flexibiliteit kun je een hoop maken, maar er is een grens. Die flexibiliteit is overigens ook maar relatief: als je met stuksloon wordt betaald dan ga je natuurlijk alleen rijden op de momenten dat er veel vraag is (weekenden en avonden). En ik heb ook gehoord dat je als je veel rijd, je ook eerder nieuwe rides krijgt.
Waar in Nederland de nationale overheid regulering van de deeleconomie voornamelijk bij de gemeenten zelf neerlegt, zie ik om ons heen steeds meer landen een nationale visie (of experiment) rondom de deeleconome opkomen. Over België heb ik het vaker gehad en nu gaat ook in Denemarken de nationale overheid iets van de deeleconomie (beter gezegd: platformeconomie) vinden.
Een voorbeeld: “Denmark said on Monday that homeowners will be free to let their properties for at least 90 days a year. A voluntary tax program will be introduced, and the deductible base raised. Danish Tax Minister Karsten Lauritzen talks on the new legislation included meetings with Airbnb.”
Ik was in eerste instantie erg enthousiast over dit nieuws. Totdat ik deze passage las: “The lesson we learned from Uber was that our legislation wasn’t designed in an appropriate way” to deal with such newcomers, Business Minister Brian Mikkelsen said. “We need to make sure that our laws are more agile and better prepared for the future.”
Hier krijg ik toch het gevoel dat de lobby van Uber en Airbnb de nodige successen hebben geboekt….
De platformeconomie begint ook langzaam maar zeker stappen te zetten in de gezondheidszorg.
“A British start-up has broken ground by partnering with the National Health Service to improve efficiency and relieve pressure in the social care sector.
The start-up, known as Cera, is one of a clutch of companies that is trying to change how social care is delivered, by creating an Uber-like technologyplatform that matches patients with carers more efficiently.”
Mooi initiatief, alleen moeten we ons als maatschappij wel afvragen of we willen dat a) hoe afhankelijk we in nutsvoorzieningen willen worden van private partijen en b) hoe we met deze data omgaan. Een vraag die bij mij naar boven kwam bij het lezen van dit stuk: waarom hebben we geen ‘national investment fund’ waarin overheid een aandeel kan nemen in dit soort bedrijven. Om ook zo de belangen van de ‘burgers’ te behartigen als aandeelhouder. Volgens mij super interessant, mits goed uitgevoerd. In China heeft de overheid een soort van verplicht aandeel in dit soort bedrijven en dan is ook de vraag of dit wenselijk is voor de macht van de overheid. Lastig dilemma…
In de Belgische media ging het deze week begrijpelijk veel over de move van Deliveroo. Ik kreeg als ‘buitenlands expert’ ook mijn ‘2 quotes of fame’. Het stuk is overigens ook als PDF terug te lezen.
Twee weken geleden vond het congres ‘Reshaping Work in the Platform Economy’ plaats in Amsterdam. Op het programma stond een sessie met diegenen waar veel óver wordt gepraat, maar waar weinig mét wordt gepraat: de gigworkers. Ik nam de hele sessie op en deelde het via deze blog.
Presentatie door Benedikt Franke, co-founder of Helpling. Hierin praat hij niet alleen over zijn eigen bedrijf, maar gaat hij vooral in op de uitdagingen en de verschillen in beleid in de verschillende landen waar zij actief zijn.
Presentatie door Jeremias Prassl van de University of Oxford. In zijn presentatie deelt hij zijn gedachten en ervaringen rondom het reguleren van de klusjeseconomie.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of duiding nodig over de platformeconomie of op zoek naar een spreker?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Afgelopen week heb ik mij twee dagen ondergedompeld in goede gesprekken en presentaties op het ‘Reshaping Work in the Platform Economy’ congres. Weer een hoop nieuwe inzichten opgedaan, die stuk voor stuk nog even moeten landen. Een aantal belangrijke keynotes heb ik opgenomen op video en zullen de komende 2 weken online komen. De eerste twee video’s, inclusief een interview met Helpling oprichter en CEO Benjamin Franke, vind je onder in deze nieuwsbrief. Mooie week!
Dat Airbnb zijn horizon aan het verbreden is, dat is al even duidelijk. Zo berichtte ik vorige week nog over een concept van een eigen Airbnb flat. Dit bericht gaat verder in op de groeiwensen van het platform:
“Airbnb is looking to take an increasingly active role in ensuring the homes it offers for rent on its site are pleasant to stay in, from offering loans to hosts for home improvements to actively partnering in the construction of an apartment block in Florida, according to reports.”
Leningen om je huis Airbnb proof te maken. Dat lijkt ver te staan van de ‘roots’ van het originele verhaal.
“The home improvement loans are part of a programme being trialled by the company, dubbed Airbnb Select, according to industry news site the Information. The programme will highlight homes and hosts that are more likely to appeal to travellers seeking a high-quality, hotel-like experience, the Information says, as well as offer them guidance and assistance to further iron out the wrinkles in their offering.
That can range from advice on cosmetic improvements to their homes, to help shooting the best photographs, as well as more significant aid such as the loans, which would be repaid through revenue made from future bookings.”
Een paar gedachten over deze ontwikkeling:
Platformen verschuilen zich vaak achter het predikaat ’tech company’. Ze ontkennen bijvoorbeeld een hotel- of taxibedrijf te zijn, mede ook om niet te hoeven voldoen aan de regulering. Argument in deze discussie is dat zij ‘slechts’ hun klanten met een platform/marktplaats faciliteren en geen of minimale sturende rol hebben. Wanneer de activiteiten zoals in dit stuk staan omschreven werkelijkheid worden, dan is er zeker geen sprake meer van een onafhankelijke marktplaats;
Waar Airbnb begon als ‘disruptor’ in een sector door te faciliteren, zal het model een stuk ingewikkelder worden, maar ook kwetsbaarder voor concurrentie uit de gevestigde orde of voor nieuwe startups. Airbnb gaat van niche naar steeds meer mainstream;
Airbnb schept onduidelijkheid in haar belofte met de zaken die de laatste tijd naar buiten komen. En zal een keuze moeten maken. Wordt (en blijft) Airbnb hét platform dat jou als toerist een lokale ervaring aanbiedt? Eerst alleen via accommodatie en nu ook via ‘local experiences’. Extra groei opties zitten in het faciliteren van extra diensten rondom deze ‘local experience’ reis: verzekeringen, vliegtickets en meer. Of gaat het vol in op de accommodatie tak door er voor te zorgen dat je niet alleen (soms knullig) bij een local thuis overnacht, maar ook extra (business) smaken krijgt om zo een totaaloplossing te worden voor accommodaties? In mijn ogen twee verschillende beloften die lastig te verenigen zijn… En wat Airbnb weer kwetsbaar maakt.
Welke stappen Airbnb in de (nabije) toekomst ook gaat zetten, de volgende 3 punten zorgen er wel voor dat het erg interessant is om dit bedrijf te blijven volgen:
een bekende en sterke merknaam hebben
een enorme community waar ze relatief eenvoudig (of: toegankelijk) nieuwe dingen op kunnen uitproberen en voor kunnen experimenteren
een goed gevulde bankrekening, toegang tot extra kapitaal en een goed lopende business waarvan de opbrengsten kunnen worden gebruikt voor nieuwe avonturen.
Dat AirDnD op een dag zijn naam zou wijzigen, dat is natuurlijk geen verrassing. Zeker niet wanneer je ziet dat de domeinnaam ShareDnD.nl al ruimn twee jaar geleden werd vastgelegd 😉
Interessant aan deze startup is dat zij vanaf dag 1 een aardig confronterende maar ook constructieve strategie hebben ingezet. Confronterend door de naam (de mooie uitleg in het persbericht dat ‘air’ voor alles in de deeleconomie staat is natuurlijk niet meer dan een dikke middelvinger/knipoog) en de manier waarop zij heel snel heel veel aanbod op het platform verzamelden om de potentie weer te geven. Daarnaast zijn het natuurlijk slimme marketeers, dit zie je ook in dit bericht terug. Airbnb de schuld geven voor je naamsverandering is natuurlijk PR-wise heel slim. Constructief omdat zij zelf met een voorstel tot regulering kwamen en vanaf het begin zich open stelden voor discussies in Den Haag.
Het meest interessant aan ShareDnD is dat zij een goed voorbeeld zijn van hoe platformen activiteiten die eerst zo klein en gefragmenteerd waren dat het voor niemand de moeite waard was om zich druk over te maken uit dit grijze gebied hebben getrokken en onderwerp van discussie hebben gemaakt. Thuisrestaurants waren altijd zo’n kleine markt en zo gefragmenteerd dat geen enkele instantie zich hier druk over hoefde te maken. Totdat er een platform kwam dat drempels voor vraag en aanbod drastisch verlaagde en flink marketing in ging zetten om de dienst te promoten. Wat thuisrestaurants in potentie een serieus alternatief in de markt kan maken. Ik zeg met nadruk het woord ‘kan’, want de strategie geeft natuurlijk geen garantie geeft dat AirDnD, uhm… ShareDnD een succes zal worden. Dat zal de tijd ons leren.
Een van de discussies rondom de onmacht van ‘workers’ via platformen is dat zij zich niet of maar beperkt mogen organiseren, onder andere door de mededingingswet. Mijn kennis op dit onderwerp is nog beperkt, maar het lezen van deze blog bracht mij wel de nodige inspiratie en food4thought.
Inde volgende nieuwsbrief zal ik ook een keynote van Benjamin Sachs van Harvard Law School delen waar hij hier ook een aantal interessante voorstellen over doet.
Voor niemand echt meer een verrassing, maar daarom niet minder inspirerend: het voorbeeld van Buurtzorg. Een prachtig voorbeeld van wat er gebeurt wanneer je de mensen die je aanneemt omdat zij iets kunnen ook echt serieus neemt en de verantwoordelijkheden bij hen neerlegt om te doen waar ze goed in zijn om te doen. Klinkt als een Johan Kruijf uitspraak: eenvoudig en logisch, maar in de praktijk voor veel organisaties lastig om in de praktijk te brengen.
Als je goed naar Buurtzorg kijkt, dan zie je dat de organisatie veel kenmerken heeft van een platform: het faciliteert haar gebruikers (de zorg uitvoerders) om het best en zonder zorgen hun werk te kunnen doen en verlaagt drempels via technologie. Door los te laten en te faciliteren kon Buurtzorg jaar op jaar een mooie groei realiseren. Nu kun je zeggen: de organisatie is niet asset light, want er komt veel menselijk werk bij kijken om de teams te helpen, met de zorgverzekeraars in gesprek te gaan, etc. Eens, maar als je weet dat bij bijvoorbeeld Uber 15.000 mensen in dienst zijn om het platform te maken wat het nu is (bij dit aantal zit geen enkele chauffeur), dan is ‘asset light’ opeens ook een rekbaar begrip.
Ik ben benieuwd wat de volgende stappen van Jos en Buurtzorg zullen zijn. Het is duidelijk dat Jos verder wil, maar nog niet weet wat. In de Tegenlicht uitzending spreekt hij over Zorgeloos: een nieuwe zorgverzekeraar. Bij het live gaan van de uitzending is dit idee al gedownsized naar een inkooporganisatie. Niet verrassend: het opzetten van een zorgverzekeraar is een heel ander spel: een enorm low interest product en alleen vanaf dag 1 als groot project met veel geld neer te zetten. Dat vereist een heel ander soort leider en team dan Buurtzorg.
Laatste food4thought: nu Jos een stapje terug lijkt te gaan doen is het ook goed om na te denken over de continuïteit van de organisatie. Ik denk dat het interessant is om de opties te verkennen om de uitvoerders van Buurtzorg te betrekken bij de organisatie door over te stappen naar een coöperatief model.
In de categorie platformen die mensen helpen om weer deel te nemen in de samenleving een mooi voorbeeld uit de koker van de oud-CEO van JustPark (parkeerplaatsen delen). Op dit platform kunnen daklozen, met ondersteuning van een organisatie, een opleiding of cursus crowdfunden. Om hiermee weer een stap dichter bij de ‘normale’ maatschappij te komen staan. Een initiatief dat de moeite van het volgen waard is!
Zeer interessante keynote (video) van Vera Demary waarin ze het landschap van arbeid via platformen duidt. Aan te bevelen als introductie om een goed beeld te krijgen van het landschap en de uitdagingen. Zit je al dieper in het onderwerp? Dan kun je de eerste 10 minuten overslaan.
Interview dat ik deed met Helpling oprichter en CEO Benjamin Franke. Naast het interview nog interessante gesprekken met hem gehad, omdat je nu eenmaal niet alles op camera kunt bespreken. Tijdens dit interview kwam ik op een inzicht hoe platformen over 2-3 jaar alsnog in nieuwe landen kunnen groeien zonder zwaar te investeren in het marktleiderschap. Hoe precies? Dan zie je in de video. En lees je binnenkort in een meer uitgebreide blog.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of duiding nodig over de platformeconomie of op zoek naar een spreker?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Afgelopen week had ik als ‘European Young Leader’ interessante discussies over de platformeconomie en de toekomst van werk op de ‘State of Europe high-level roundtable’. En omdat ik toch in Brussel was een tof interview gehad met SMart: een coöperatie die drempels voor freelancers verlaagd en collectieve voordelen biedt. De video komt deze week online. Deze week ben ik vanuit Deeleconomie in Nederland als partner aanwezig bij de ‘Reshaping Work Conference‘. Ook hier zullen in de volgende nieuwsbrief de eerste video’s worden gedeeld. Voor nu heb ik weer 5 mooie stukken van mijn gedachten en duiding voorzien. Fijne week!
De belofte van ‘ride hailing’ (het bestellen van een taxi via een app als Uber en Lyft) is dat deze ‘nieuwe’ vorm van mobiliteit bij zal dragen aan een ‘Mobility as a Service’ model waar toegang tot mobiliteit interessanter wordt dan bezit. Waardoor onder de streep minder auto’s worden verkocht en worden geparkeerd, met als resultaat een prettigere leefomgeving.
Uit dit onderzoek van de universiteit van Californië (the work is based on 4,100 online surveys distributed to a sample of Americans in seven big metros: Boston, Chicago, New York, Seattle, San Francisco, Los Angeles, and Washington, DC.) blijkt dat dit utopisch beeld nog lang niets is bereikt. En het zelfs zo zou kunnen zijn (de onderzoekers houden een slag om de arm omdat zij niet toegang hebben tot alle data en beweegredenen) dat ride hailing er op dit moment voor zorgt dat er juist meer auto’s op de weg rijden.
Een aantal interessante fragmenten uit dit artikel:
49 to 61 percent of ride-hailing trips wouldn’t have been made without those services to provide them. That means Uber and Lyft might not be taking fossil fuel-puffing cars off the road. They could be adding them on.
It doesn’t matter who owns the vehicle, it matters how many miles are driven on the road. So me swapping out a trip that I would have driven myself for a trip that I’m riding in is still the same number of miles.” In fact, she points out, it could be more, thanks to the time your Lyft driver spends zooming to neighborhoods with surge pricing, or idling about while waiting for fares. More time on the road means, potentially, more time for a car to release carbon emissions, or to get into a crash.
Extrapolated way out, this research looks more dystopian than friendly-Wilshire Boulevard-in-the-sunshine. Uber and Lyft could be contributing mightily to traffic. They could be choking downtowns with fumes. They could be helping, incrementally, to move affluent riders from public transit systems to privately driven cars.
Dit onderzoek bevestigd mijn vermoeden dat ride hailing in veel gevallen geen concurrent is van taxi’s. In dit onderzoek komt naar voren dat 1% van de respondenten bij de afwezigheid van Uber of Lyft voor het desbetreffende ritje de taxi zou hebben genomen. Onder dit item zie je de hele grafiek.
Het is belangrijk om te melden dat er een aantal variabelen nog niet bekend zijn. Wat ook in dit artikel wordt vermeld: “According to this and other research, ride-hailing does reduce incidents of drunk driving. In some cases—but not all—it competes with public transit. In some cases—but not all—it adds cars) to the road.”
Zijn deze uitkomsten an sich nu echt zo interessant? Als je de huidige situatie als eindpunt ziet: ja. Maar dat is natuurlijk onzin: we zitten in een mobiliteitstransitie die pas eindigt op het moment dat de zelfrijdende auto is ingeburgerd. Wat kun je hier dan wel van leren? Dat de verhalen van nieuwe ‘disruptieve’ innovaties lang niet altijd zo veelbelovend zijn (op korte termijn) als wordt gezegd. En dat het goed is om de ontwikkeling goed in de gaten te houden, te onderzoeken en te experimenteren hoe deze ontwikkeling in het huidige beleid en de huidige economie kan worden ingebed. Om op die manier de maximale potentie hier uit te halen. En dat is ook iets waar later in dit artikel nog op wordt ingegaan.
Dan als laatst: in de discussie rondom de toekomst van mobiliteit wordt in mijn ogen nog te veel nadruk gelegd op het technische stuk: de ratio. Dit terwijl we al lang weten dat wij mensen niet rationeel, maar emotioneel handelen. En dat als iets technisch misschien efficiënter kan er vaak veel variabelen zijn die in die gedachte niet worden meegenomen. In het kader hiervan is het interessant om het Volkskrant artikel ‘Zo veel voordelen, en toch zo weinig animo voor carpoolen‘ (Blendle link) te lezen. Daar leer je dat de praktische voordelen van het carpoolen (efficiënter, geld besparen, etc.) het in veel gevallen verliezen van de minder logische voordelen: het ongegeneerd in je neus kunnen peuteren en een rustmomentje wanneer je lekker in je eigen ‘cocoon’ zit aan het begin en eind van de werkdag.
In een tussentijdse evaluatie van de belasting op de deeleconomie in België zijn de partners niet enthousiast. Hoewel ik zelf ook het een en ander heb aan te merken op deze regeling (zo wordt dezelfde arbeid die via een platform wordt geregeld gunstiger belast dan wanneer deze arbeid ‘offline’ wordt geregeld), denk ik dat het nu nog veel te vroeg is om hier iets zinnigs over te zeggen of het wel of niet goed werkt. Enkrijg ik het vermoeden dat door termen als ‘onbezonnen’ te gebruiker het best kan zijn dat de gevestigde partijen (met gevestigde belangen) ook niet veel baat hebben bij hebben bij en verandering in het systeem en macht. En juist dat de discussie zou moeten zijn….
Waar Airbnb oorspronkelijk draaide rondom het ‘benutten van onbenutte capaciteit’, weten we dat dit al lang in veel gevallen het geval niet meer is. Op zich niets mis mee, maar laten we die mythe dan ook maar direct begraven.
Dat ze een stap verder gaan, blijkt uit dit stuk:
“The company is collaborating with development firm Newgard Development Group to build a 324-unit building in Kissimmee, FL that will be branded as an Airbnb building. Tenants in the building will be able to rent their apartments or individual rooms (exclusively on Airbnb, of course) for up to 180 days of the year, and will be encouraged to do so. The first building will be called Niido, powered by Airbnb.”
Je kunt dus straks een appartement kopen dat is ingericht om regelmatig te verhuren via Airbnb. Alles in het gebouw is hier op ingericht.
Ook interessant, of misschien zelfs nog interessanter, is de vermelding van het ‘Friendly Buildings Program’, dat volgens dit artikel al in september 2016 is gelanceerd. Dit programma ‘allows hosts to share revenue from each rental with the landlord or building owner. <> On average, tenants share 15 percent of revenue with landlords/owners.’ Op deze manier krijgen huisbazen dus een extra incentive om Airbnb verhuur toe te laten (of misschien zelfs aan te moedigen) voor haar huurders. Ik kan mij voorstellen hier ook een interessant experiment in zit voor VvE’s waarbij de VvE profiteert van Airbnb verhuur in het pand. Dat zou een pleister kunnen zijn op de wonden van het overlast binnen een VvE.
Als je naar het grotere plaatje kijkt begint het duidelijk te worden dat veel platformen om de groei door te kunnen zetten en een stabiele ‘supply’ kant op te bouwen steeds meer in zullen gaan zetten op zekerheden van vaste en stabiele aanbieders. Als elke stad een Airbnb gebouw heeft zoals boven beschreven dat geeft dit een enorme stabiliteit voor het aanbod in de stad. SnappCar doet een beetje het zelfde door jou de kans te bieden een mooie auto te (private) leasen die je vervolgens in kunt zetten op het platform. Met logo en al. Wat er op zou kunnen wijzen dat in de ‘deeleconomie’ het aanbod van onbenutte capaciteit niet voldoende is om een alternatieve markt te kunnen aanbieden en de platformen op zoek gaan naar manieren om hun kern te verstevigen.
Het is altijd interessant om te zien hoe andere landen om ons heen omgaan met de opkomst van de platformeconomie. In dit stuk:
Denmark wants to bring the so-called sharing economy into its legal codex so that companies like Uber and Airbnb can be absorbed into the Scandinavian welfare model.
The Danish government sees little point in resisting the changes these companies represent. Instead, it’s putting forward a number of measures designed to fold the business concept into its tax and labor laws.
“If you want people to understand the prospects, in terms of new jobs and new technology, then it also has to contribute to the financing of the welfare society we live in.”
Kort samengevat: de platformeconomie wordt als iets onomkeerbaars gezien dat moet worden ingebed in de reguliere economie, waardoor ook de platformeconomie bij gaat dragen aan de welvaartsstaat. In het kamerdebat over de platformeconomie in onze eigen kamer kwam een vergelijkbaar beeld naar voren.
Nu Estland voorzitter is van de EU staat de digitale revolutie plotseling bovenaan iedere politieke agenda. En dat is nodig ook:
“Volgens de Commissie zullen in de toekomst negen op de tien banen digitale vaardigheden vereisen, terwijl gemiddeld 44 procent van de Europeanen als digibeet te boek staan. Zij schat ook dat de EU 415 miljard euro aan extra inkomen per jaar laat liggen, als alles bij het oude blijft.”
In dit stuk lees je interessante weetjes over Estland als meest digitale land ter wereld:
“Zo wordt er in Luxemburg ‘een data-ambassade’ gebouwd: een plek in een datacentrum waarover Estland jurisdictie behoudt, met een backup van cruciale informatie zodat de digitale overheid bij een calamiteit kan blijven functioneren.”
Niet iedereen is overigens zo’n voorstander van deze digitaliseringsslag. Zo maakte ik afgelopen donderdag in Brussel nog een pittige discussie mee tussen een minister uit Estland en een aantal hackers en experts die van mening waren dat digitaal stemmen (wat ze in Estland al sinds 2009 doen) nooit 100% veilig kan zijn en dat hacker communities uit heel de wereld hier al jaren voor waarschuwen. Soms is een rood potlood dus helemaal zo gek nog niet….
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of duiding nodig over de platformeconomie of op zoek naar een spreker?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
In Amsterdam is vorige week de meldplicht ingegaan: het instrument om platform onafhankelijk te kunnen handhaven. Afgelopen week kreeg ik in De Telegraaf een hele pagina de ruimte om deze ontwikkeling te duiden. Komende week zit ik vanuit een ‘European Young Leader’ programma met een hele interessante en diverse groep in Brussel voor het ‘President’s Gala Dinner’ en de ‘State of Europe high-level roundtable’. Waarbij het altijd de uitdaging is om de discussie concreet te houden. Je kunt immers in 45 minuten geen wereldvrede bereiken. Deze week heb ik weer 5 mooie artikelen voor je verzameld en van duiding voorzien en vind je het artikel uit De Telegraaf en een stuk uit het FD waar ik als expert een bijdrage mocht leveren. Fijne week!
Bij gebrek aan een betrouwbare en gebruiksvriendelijke digitale identiteit vanuit de overheid zijn we steeds meer overgeleverd aan een ID check via ons Facebook profiel wanneer we ons weer eens aanmelden voor een nieuwe service. Voor de gebruiker onwenselijk (er komt wel heel veel data over jou bij één partij terecht) en voor de betreffende website ook verre van ideaal. Zij geven in ruil voor het gemak van de inlog namelijk ook heel veel waardevolle data weg.
In Duitsland hebben een aantal uitgevers hun krachten gebundeld en een eigen media login gebouwd. Een goede en interessante stap. Al is er wel een kans dat deze nieuwe inlog alleen als concurrentievoordeel voor de aanbieder, de media in dit geval, oplevert. En ben ik benieuwd of ze ook verder gaan kijken en het ook echt een voordeel voor de klant zal opleveren (= meer controle over je eigen data), behalve dat je data nu eens niet bij Facebook terecht komt.
Alweer een stuk over Uber als een ‘Platform Coöperatie’? Ook FastCompany besteedde deze week aandacht aan deze mogelijkheid. Een aantal interessante punten uit dit stuk:
De ‘New Economics Foundation’ zet in op het ego van de burgemeester van Londen door op te roepen tot een ‘Khan’s Cars’ project. Met in het achterhoofd de ‘Boris bikes,’ van de vorige burgemeester. Oftewel: ‘burgemeester: zet uw woorden om in daden en uw naam zal de geschiedenisboeken in gaan’. Slim.
Het verdienmodel van de ‘sociale’ Uber variant Ride Austin wordt besproken: geen 25% commissie betaald door de chauffeur als bij Uber, maar een ‘flat fee’ van 2 dollar commissie welke bij de klant in rekening wordt gebracht. Op zich ook niet weinig en het is voor een deel natuurlijk vestzak-broekzak. Niks mis mee, maar als ik een normale taxi bestel zie ik op de bon (als ik die krijg) ook geen opslag vanuit de taxicentrale staan. Het idee dat de chauffeur daarmee niet de lasten van het platform moet dragen is dan ook onzin.
Hoewel we het vaak hebben over de (mogelijk) ongezonde macht van een platform als Uber, wordt in dit stuk ook terecht gezegd dat in veel steden er een ongezonde macht is van de bestaande taxi partijen, wat de service voor klanten niet ten goede komt. En daarom wordt er uitgekeken naar een moment dat de kaarten écht opnieuw worden geschud: het moment dat de zelfrijdende auto er is.
“RideAustin has donated $275,000 to local charities and provides free rides for doctor visits for customers in need.” Mooi van een systeem waar je als stad meer controle op hebt is inderdaad dat je ook dit soort opties in kunt bouwen en een koppeling kunt maken met toeslagen systemen.
Nog steeds gaat de discussie veel over wat het bouwen van een goede app kost. De twee voorbeelden die worden aangehaald hebben een kostenplaatje tussen de 55.000 en de 10.000.000. In essentie is de app belangrijk, maar de data die een platform als Uber verzameld en in kan zetten is van nog grotere waarde. Als je echt een democratischer systeem wilt, dan zul je hier iets mee moeten.
Even een gedachte over data. Als we naar Nederland kijken, dan is hier de discussie: is de taximeter nog wel van deze tijd, of moeten we om naar een systeem via de smartphone. Deze kan namelijk alles wat een taximeter ook kan en ook de taxikaart kan worden vervangen door een continu gezichtsherkenning software (even los van de vraag of je dit moet willen) die het gezicht van de chauffeur continue scant.
Dan zijn er 2 opties: je bouwt als overheid een applicatie die de taxi aanbieders in hun eigen app integreren. Klinkt het meest laagdrempelig voor de eindgebruiker (de chauffeur hoeft maar 1 app te gebruiken), maar dan moeten de aanbieders wel over de skills beschikken om dit te doen. En wordt de drempel om iets nieuws te starten ook weer hoger.
Eenvoudiger zou dus zijn om een aparte app te bouwen die dit kan en deze als taximeter verplicht te stellen. Grote voordeel daarbij, en hiermee kom ik tot de kern van mijn gedachte, is dat je dan ook toegang hebt tot veel interessante data, welke je als overheid enerzijds weer kunt gebruiken voor eigen analyses over bijvoorbeeld verkeersstromen en anderzijds openbaar beschikbaar kunt stellen voor andere taxi aanbieders, zodat zij geen grote data achterstand hebben als zij net beginnen of (bewust) een heel kleine speler zijn… En natuurlijk is dit ook erg interessante data voor onderzoekers.
Leuk stuk dat de uitdagingen tussen de ontwikkelingen van prijsstellingen van taxiritjes met zich meebrengt. Waar traditionele taxi’s vaste prijzen hebben, hebben ride hailing companies dynamische prijzen. Zo wordt de prijs bijvoorbeeld deels bepaald door de vraag en aanbod op dat moment. Is er opeens veel vraag en te weinig aanbod, dan gaat de prijs omhoog om de vraag omlaag te krijgen en het aanbod omhoog. Maar wat als er nu een nood situatie is? Wat is dan wenselijk? Op papier zou deze hefboom dan perfect werken, maar is het wenselijk dat de taxi prijzen dan opeens met een factor 10 stijgen om de balans in vraag en aanbod goed te houden? Of moet daar een maximum aan worden gesteld. Daarnaast zijn er aanbieders die de ritjes ver onder de kostprijs aanbieden om maar klanten te kunnen krijgen. Is dat oneerlijke concurrentie? Vragen, vragen, vragen….
“D66 wil dat Amsterdammers die via Airbnb hun woning verhuren 10 procent toeristenbelasting gaan afdragen.” Zoiets zou natuurlijk alleen werken wanneer dit voor alle platformen zou gelden, wat weer een platform onafhankelijke toeristen belasting inning strategie (is dit Nederlands?) vereist. Binnen het huidige systeem zou dit in Amsterdam het beste kunnen worden geregeld met een uitbreiding van de meldplicht module.
Dat wat het technische verhaal. Belangrijker is natuurlijk: moeten we dit willen. De hoogte van de toeristenbelasting is natuurlijk een politieke keuze, maar het idee dat op het moment dat je een accommodatie via een platform bij een ‘particulier’ boekt je meer toeristenbelasting betaald dan wanneer je dit bij een hotel boekt lijkt mij een slecht idee.
Lees ook dit fragment: “Ook wil D66 dat in Den Haag wordt gepleit voor de invoering van extra lokale belastingen, zodat gemeenten meer eigen inkomsten kunnen genereren. Dit zou gecompenseerd moeten worden via de loonbelasting, zodat de belastingdruk voor Amsterdammers niet stijgt.” Dus minder loonbelastingen, daardoor een lagere bijdrage vanuit Den Haag naar de steden en vervolgens mogen de steden zelf uitzoeken hoe ze dit verschil lokaal gaan innen. Op zich een interessante gedachte, maar wat uitvoering betreft lijkt mij dit een ramp.
Los hiervan vertegenwoordigd dit stuk wel een trend waarin in mijn ogen de balans en relatie tussen stad en staat onder druk komt te staan. Maar daar over later vast nog meer.
Goed stuk waarin ABU-directeur Jurriën Koops wordt geïnterviewd. Meest interessante fragment:
,,Er is dus meer mobiliteit op de arbeidsmarkt mogelijk. Om meer beweging op de arbeidsmarkt te krijgen, zou het goed zijn om bepaalde zekerheden los te koppelen van de contractvorm of de werkgever, zodat mensen eerder en gemakkelijker in beweging kunnen komen.”
Afgelopen week was het Rathenau Rapport ‘Eerlijk delen’ onderwerp van een debat in de kamer. Interessant om te zien dat de platformeconomie steeds meer op de politieke agenda komt te staan.
Bijzonder was dat er geen discussie was over arbeid via platformen. Dit komt omdat dit een debat was vanuit Economische Zaken en arbeid thuis hoort bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gijs van Dijk van de PvdA zal er vermoed (en hoop) ik voor zorgen dat dit onderwerp ook nog op de agenda wordt gezet.
Belangrijkste conclusie van Koen Frenken: “Economische Zaken ziet platformen in eerste instantie als iets positief (“innovatie”) en wil dus niet op de rem gaan staan.” Maar is gelukkig ook niet naïef. Ik zie dan ook dat de komende maanden hier nog goede en interessante discussies zullen ontstaan.
Die nieuwe meldplicht in Amsterdam, wat is dat nu precies? En waarom? In De Telegraaf kreeg ik een pagina de ruimte om deze keuze te duiden. En licht ik als je goed leest een tipje van de sluiter op van mijn plannen vanaf November 2017. Bovenstaande link is een Blendle link. Heb je geen Blendle? Lees dan hier de PDF.
Ik ben trouwens wel benieuwd wanneer de landelijke politiek ook haar verantwoordelijkheid neemt in dit soort vraagstukken. Bij de meldplicht heeft Den Haag de bal teruggespeeld naar Amsterdam, maar dat zegt niet dat ze hier uitein
delijk wel iets mee moeten. Nu gaan iedere gemeente zelf regels bedenken en het ei opnieuw proberen uit te vinden. Beter dat centraal er een framework wordt opgezet (en een kennisbank) en vervolgens binnen dat framework iedere gemeente lokaal haar eigen invulling kan maken.
Artikel over de vragen die we ons moeten stellen nu online ratings een steeds belangrijker deel van ons leven uit gaan maken. Omdat de systemen die er nu zijn in mijn ogen te mager zijn en er vaak te veel van af hangt, terwijl de ‘leverancier’ bijvoorbeeld nooit de hele situatie onder controle heeft. De Uber chauffeur heeft bijvoorbeeld geen controle over het weer, de drukte op de weg en ook heel belangrijk: jouw humeur. En toch wordt ook dit meegenomen in de 1 tot 5 sterren die je hem of haar geef….
Contact
Advies of duiding nodig of op zoek naar een spreker? Neem gerust contact op via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596)
De inspanningen van de stad Amsterdam om grip te krijgen op shortstay verhuur via online platformen. Achter de schermen heb ik vanuit mijn plek in de denktank shortstayverhuur gezien welke inspanningen worden gedaan en ik ben er van overtuigd dat deze stappen alleen gemaakt konden worden door al in 2014 met het meest dominante platform Airbnb in gesprek te gaan. Op die manier leerde de stad hoe met deze ontwikkeling om te gaan.
De vraag die nog wel staat is hoe wenselijk het aantal shortstay accomodaties dat er momenteel wordt aangeboden is. Maar dat is ook een vraag dat past in een groter visie plaatje over toerisme en leefbaarheid in de stad. Kijkend naar de gemiddelde kamerprijzen, Amsterdam staat op nummer 1 van hoogste gemiddelde Airbnb verhuur prijs, vallen er ook vraagtekens te zetten bij de opmerkingen die ik vaak voorbij zie komen dat dankzij Airbnb achtige platformen juist de goedkope toerist waar de stad niets aan overhoudt een bezoek brengt aan Amsterdam.
De volgende stap, en daar zal in de volgende nieuwsbrief vast nog iets over voorbij komen, is de stap die Amsterdam heeft gezet naar een platform onafhankelijke handhaving strategie. Dit omdat de stad veel heeft geleerd van de samenwerking met Airbnb, maar naast Airbnb geen enkel ander platform dezelfde commitment als Airbnb aan wil gaan met de hulp in het terugdringen van illegale verhuur.
Afgelopen zondag ging in Amsterdam de registratieplicht in: iedere keer als je jouw huis verhuurt, dan moet je dit digitaal melden. Doe je dit niet, dan krijg je een fikse boete vanaf 6.000euro. Dit kan een heel succesvol instrument zijn, mits het ook goed wordt uitgevoerd. En dat moet de komende maanden duidelijk worden.
“The prime minister says a decision to stop the taxi-hailing company operating in London is “disproportionate”.”. Bijzonder dat May zich even los van de vraag of je het wel of niet eens bent met haar uitspraak, publiekelijk in deze discussie mengt. Dat zet natuurlijk vraagtekens over wat daar achter de schermen heeft plaatsgevonden. Dat een nationale overheid of het bestuur van een staat een individuele stad overruled in een beslissing om Uber (mogelijk) te verbieden of om nieuwe drempels op te werpen is overigens niet nieuw. Dit is o.a. in Austin en Winconsin al eerder gebeurd. Zeer interessant en lezenswaardig is dit stuk over hoe Uber en Lyft hun plek in Austin terug hebben veroverd.
Als eerste reactie zul je (en dat had ik ook) denken: sluw van Uber om hun lobby macht op de meer overkoepelende overheidsorganen te zetten: zij kunnen blijkbaar de lokale beslissingen, die ook vaak zijn beïnvloed door lobby praktijken van de lokale spelers, dwarsbomen. Aan de andere kant is het bij een internationaal platform als Uber ook eigenlijk niet meer dan logisch dat zij het liefst met staten of landen zelf afspraken willen maken. Omdat zij anders stad voor stad in onderhandeling moeten gaan en dat is niet te doen. Je kunt dit vergelijken met Airbnb in Nederland. Amsterdam heeft een goede band en afspraken gemaakt en dat is te rechtvaardigen gezien de omzet die het bedrijf in Amsterdam draait. Maar nu zie je dat bijna iedere gemeente in gesprek wil gaan met Airbnb. En dat is een onwerkbare situatie. Ik ben dan ook benieuwd wanneer in Nederland er nationale agenda wordt opgesteld voor de platformeconomie.
Food4thought: in de hele Uber Londen discussie wordt gesproken over 3,5 miljoen klanten en 30-40 duizend chauffeurs. Dit zijn cijfers die Uber heeft aangeleverd, ik ben nog geen enkele andere bron met deze cijfers tegengekomen. De impact waar May het over heeft is een uitspraak op basis van cijfers waar de echtheid van niet vast staat. Discutabel dat op basis van die data zo’n uitspraak door zo’n invloedrijk persoon wordt gedaan.
Opmerkelijk nieuws: Ikea heeft een van de bekendste klusjesplatformen waar niet professionals hun diensten kunnen aanbieden TaskRabbit overgenomen. TaskRabbit blijft, zoals nu wordt aangegeven, een zelfstandig bedrijf.
Hoewel er geen financiële details bekend zijn gemaakt, is het interessant om eens verder na te denken waarom het in 2008 opgerichte bedrijf is verkocht. Wanneer je naar de investeringen in het bedrijf kijkt dan zie je dat de afgelopen jaren er relatief weinig geld is ingegaan, zeker wanneer je dit met concurrent Helpling (bieden ook schoonmaak aan, TaskRabbit gaat veel breder, maar Helpling gaat de komende jaren ook de breedte in) vergelijkt dan stelt het eigenlijk niet zo heel veel voor.
De verhalen van TaskRabbit lezend zijn er een aantal gebeurtenissen geweest die een negatieve invloed kunnen hebben gehad op de groei en toekomst van het bedrijf:
TaskRabbit heeft al sinds het begin een heel breed dienstenpakket voor haar gebruikers aangeboden rondom huishoudelijke klusjes. Hoewel het fijn is om een ‘one stop shop’ te hebben, is het voor de groei altijd erg lastig om direct breed te beginnen. Bijna alle platformen, waaronder ook Helpling, beginnen smal (alleen schoonmaak bijv.) en gaan als dat staat de breedte in (met bijv. glazenwassers en meer).
Het oorspronkelijke model van TaskRabbit was een bieding model zoals bij bijvoorbeeld Werkspot. De klant zet een klus op het platform en de aanbieders kunnen bieden om de klus te krijgen. Bij een Werkspot werkt dit goed omdat het om klussen gaat met een gemiddeld hoge waarde. Bij TaskRabbit ging het voornamelijk om de wat kleinere klusjes/werkzaamheden. Waardoor het voor de ‘workers’ te veel gedoe was om urenlang te scrollen door alle aanvragen. Om het technisch samen te vatten: de transactiekosten waren te hoog. In 2014 hebben ze dit model aangepast, maar ik denk dat dit te laat is geweest.
Door bovenstaande gebeurtenissen zou het mij niets verbazen dat het niet is gelukt om het businessmodel sluitend of sluitend genoeg te maken. Door de overname van IKEA hoeft de winst niet alleen te komen uit de marge op transactie, maar kan het klusplatform in een veel bredere e-commerce strategie worden meegenomen. Dan kan het platform bijdragen aan sales voor Ikea, branding, etc. etc. etc. En dan zou het model opeens wel uit kunnen.
De vraag die mij nu bezig houdt is of een retail bedrijf als Ikea het lukt om een tech bedrijf als TaskRabbit te helpen succesvol te worden.
“Upwork neemt consultans in dienst om corporates te ondersteunen bij het vinden van freelancers. Een nieuwe stap met alle bedreigingen van dien.” Interessante move van Upwork. En de beschrijving ‘bedreiging’ in dit artikel is natuurlijk puur vanuit het oogpunt van de gevestigde orde.
Wat mij opviel was dit fragment: “Een jaar geleden werd het tarievenmodel fors aangepast, waarmee duidelijk werd dat ze zich liever richten op de wat langer lopende opdrachten met een hoger tarief (dus eerder ‘interim’ dan ‘klusjes’).”
Dit doet mij vermoeden dat de transactiekosten voor het klusjesmodel niet interessant genoeg was om een steady model neer te zetten. Klusjesplatform Fiverr.com is met een vergelijkbare transitie bezig. Ik sprak de COO in december 2015 tijdens mijn bezoek aan Tel Aviv.
Een echte digitale overheid is in mijn ogen een overheid die platformen en tools aan de markt faciliteert om eenvoudige verbindingen te leggen en transactiekosten te verlagen.
Ik sloeg dan ook redelijk stijl achterover toen las over de nieuwe tarieven voor het gebruik van DigiD: “Instanties gaan dan 14 cent betalen per keer dat een burger succesvol inlogt op DigiD. Ieder bericht dat naar de inbox van MijnOverheid wordt gestuurd, gaat 57 cent kosten.”
Naar mijn mening de doodsteek voor de toekomst van een dergelijk systeem. En ook al wordt deze stap teruggedraaid, dan zal toch het vertrouwen in DigiD als tool voor developers een deuk hebben opgelopen.
Enkele maanden geleden werd ik door Mischa Verheijden tijdens een bezoek aan Gent voor een presentatie geïnterviewd. Dit artikel geeft een mooi overzicht van mijn expeditie de laatste 5 jaar en mijn visie over hoe een overheid meer digitaal als een platform en facilitator moet gaan opereren.
Naast dat ik zelf boeken schrijf, wordt ik zo af en toe ook gevraagd om een bijdrage aan andere boeken te leveren. Deze week kreeg ik door Willem Overbosch een exemplaar van het boek ‘Toptrends voor ondernemers’ overhandigd waar ik een bijdrage over de platformeconomie voor had aangeleverd.
Enquete Airbnb gebruikers
Airbnb huurders en verhuurders opgelet. Maarten ter Huurne (UU) doet een mooi onderzoek dat zich richt op de vraag waarom mensen elkaar vertrouwen in de deeleconomie. Vertrouwen is een belangrijk aspect in de deeleconomie, omdat je online vaak met vreemden een transactie aangaat. Hoewel het volgens sommige theorieën heel onlogisch is dat we dit doen, gebeurt het toch op grote schaal.
Inzicht in hoe vertrouwen tot stand komt tussen mensen in de deeleconomie kan een bijdrage leveren aan de wijze waarop platformeigenaren hun website kunnen inrichten en consumenten meer kennis van de markt geven. Meer vertrouwen kan zelfs bijdragen tot een verdere groei van de deeleconomie, want voor veel mensen blijft het gebrek aan vertrouwen de grootste barrière om deel te nemen hieraan.
Voor zijn onderzoek zoekt Maarten mensen die als huurder of verhuurder gebruik maken van Airbnb. Ik heb de enquete al ingevuld, doe je mee? Klik op deze link.
Contact
Advies of duiding nodig of op zoek naar een spreker? Neem gerust contact op via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596)
Als je afgelopen week het nieuws hebt gevolgd, dan kon je er eigenlijk niet omheen: de vergunning van Uber om als taxibedrijf in Londen te opereren wordt niet verlegd. Met 40.000 chauffeurs en 3,5 miljoen gebruikers (dit zijn cijfer van Uber zelf) is dat groot nieuws. Hoewel het nog verre van zeker is of Uber in Londen daadwerkelijk wordt verboden, het bedrijf gaat in beroep en mag tijdens de zaak haar activiteiten voortzetten, is het interessant om eens beter te kijken wat hier nu echt gebeurt en wat de mogelijke scenario’s zijn. Aan de hand van 10 publicaties neem ik je in deze speciale editie mee de diepte in.
In dit stuk wordt ingegaan op wat er nu precies aan de hand is en wat er hiervoor is gebeurd. De TfL (Transport for London) zegt:
“approach and conduct demonstrate a lack of corporate responsibility in relation to a number of issues which have potential public safety and security implications” — including for the following issues:
Its approach to reporting serious criminal offences.
Its approach to how medical certificates are obtained.
Its approach to how Enhanced Disclosure and Barring Service (DBS) checks are obtained.
Its approach to explaining the use of Greyball in London — software that could be used to block regulatory bodies from gaining full access to the app and prevent officials from undertaking regulatory or law enforcement duties
Veel voorgaande discussies gingen over het businessmodel van het bedrijf en de grote vraag of chauffeurs wel of geen werknemer zijn. Interessant aan dit statement is dat het hier puur gaat over de houding van het bedrijf. Zowel in specifieke zaken rondom het melden van incidenten (waarbij Uber geen verantwoordelijk neemt omdat zij meent een marktplaats te zijn), maar ook zaken die niet direct bewezen kunnen worden. Zo is er bijvoorbeeld geen bewijs dat de Greyball software in Londen is gebruikt. Uber wordt hier dus afgerekend op de algehele werkwijze. En dat is opmerkelijk.
Ook interessant is de reactie van de burgemeester van Londen:
I want London to be at the forefront of innovation and new technology and to be a natural home for exciting new companies that help Londoners by providing a better and more affordable service.
However, all companies in London must play by the rules and adhere to the high standards we expect – particularly when it comes to the safety of customers. Providing an innovative service must not be at the expense of customer safety and security.
I fully support TfL’s decision – it would be wrong if TfL continued to license Uber if there is any way that this could pose a threat to Londoners’ safety and security.
Any operator of private hire services in London needs to play by the rules.
Slim is dat hij eerst aangeeft dat de stad voorloper wil zijn op het gebied van innovatie. Daarmee haalt hij Uber de wind uit de zeilen, want die hadden natuurlijk direct gereageerd dat de stad tegen innovatie is. Door de boodschap op deze manier te brengen zet hij zelf de regels voor het debat. Een slimme zet.
Dat alle stakeholders in deze discussie hun eigen spel spelen en belangen behartigen blijkt uit het volgende fragment:
While, last year, Uber steered off what could have been a major impediment to its business in London when TfL dropped a series of proposed changes to PHV rules — including imposing a five-minute minimum wait period between ordering and obtaining a ride.
Die 5 minuten regel zagen we eerder ook in Parijs (daar hadden ze het zelfs over 15 minuten!). En dat heeft natuurlijk alles te maken met het centraal stellen van eigen belangen in plaats van de klant.
Wederom een interessant stuk met achtergrondinformatie over deze beslissing. Wat in dit stuk duidelijk wordt is dat er veel frustratie is over de houding van Uber in het algemeen. Ten eerste het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, zoals deze opmerking over het niet altijd aangeven van incidenten in de taxi’s: “it’s the victims’ responsibility, not Uber’s, to report sexual assault allegations against Uber drivers to the police.” Dit gaat ook terug naar de kern of Uber een transport- of een techbedrijf is. Met de verantwoordelijkheden die hier bij horen. Ik ben trouwens van mening dat Uber meer is dan alleen een tech bedrijf. Het bedrijf is zwaar technologisch gedreven, dat wel.
Incidenten zoals de Greyball affaire, een stuk software dat onder andere inspecteurs opspoorde en hen automatisch een andere versie van de app voorschotelde, doet de overheid ook beseffen wat er nog meer mogelijk is:
“Jacob Kirkegaard, a senior fellow at the Peterson Institute for International Economics, told me there are also concerns that the software could be used to shield the company from being tracked by the city for its compliance with labor laws, such as how many hours drivers are operating on a daily basis.”
Overheden zijn dus wakker geworden en beseffen wat er met deze briljante en geavanceerde technologie nog meer mogelijk is. Dit in combinatie van het wantrouwen in de intenties van Uber zorgt voor nog meer voorzichtigheid richting het platform. De technologische kwaliteiten van Uber zorgen nu dus voor een ‘backlash’ naar het bedrijf.
In dit artikel gaat Arun Sundararajan, een bekende platformeconomie professor en auteur uit New York, in op de indirecte boodschap die de TfL en de burgemeester hebben voor de ‘doen en later om vergiffenis vragende’ startup cultuur.
“Uber’s London experience holds an important lesson for Silicon Valley startups that take pride in asking for forgiveness rather than permission. As digital technologies continue to permeate our physical world lives, platforms such as Uber, Airbnb and Facebook will increasingly be called upon to take on regulatory roles that government used to perform. The future of regulation is delegation. Nurturing a corporate reputation worthy of this public trust will be far more valuable to tomorrow’s tech pioneers than the short-term glory and financial gains that come from casting oneself as a rule-breaking disrupter.”
“Facebook, Google and Uber should be held to the same rules as their older rivals.” Interessant stuk als je meer wilt weten over de strijd naar een meer ‘level playing field’, waarbij platformen niet als onafhankelijke marktplaats, maar als actieve speler en stuurder in de markt worden gezien.
Mocht Uber Londen moeten verlaten, ik schat de kans dat dit echt zal gebeuren overigens bijzonder klein in, dan is het altijd interessant om te kijken naar alternatieven. De 3,5 miljoen klanten en 40.000 chauffeurs (herhaling: dit zijn cijfers van Uber) geven aan dat er een flinke markt is voor ‘ride hailing services’ als Uber. Even los van de vraag of het een duurzame markt is: het is niet duidelijk hoe sterk de vraag zal veranderen als de prijzen zullen stijgen.
In dit stuk: “London deserves better. That is why now is the time to start an employee-owned version of Uber that pays fair wages and respects the city and its citizens.
The idea is not new: it has been done before, most notably in Austin, Texas, where, after Uber and Lyft were temporarily banned, local citizens set up RideAustin, a nonprofit that takes no commission on fares beyond what it needs to run its business. Since launching in 2016, RideAustin has attracted 5,000 active drivers and completed two million rides, according to the Ringer.”
Hoewel ik de kans niet groot acht dat Uber Londen gaat verlaten, geeft de onzekerheid in deze periode en de bevestiging vanuit de overheid over de twijfels van de intenties van het bedrijf wel nieuwe initiatieven om zich te profileren als alternatief.
Platform coops, een coöperatie waar chauffeurs gezamenlijk investeren in technologie, zou een heel interessante optie kunnen zijn. Belangrijk is wel dat de eindgebruiker een vergelijkbare of betere ervaring wordt aangeboden dan nu bij Uber. Wij mensen zijn luie donders (ik ook) en zullen alleen overstappen wanneer een alternatief beter is. Niet alleen vanwege een meer sociaal karakter.
Over co-ops gesproken: er is dus blijkbaar al een Uber alternatief in Londen actief waar de drivers ook eigenaar van zijn via een coöperatie model.
“The app is non-for-profit owned directly by the drivers themselves developed with the aim of offering an honest, trustworthy service that puts customer and driver welfare at the forefront.”
Op de website wordt niet duidelijk hoe het ‘co-ownership model’ er uit ziet. De grote vraag is of initiatieven als deze het gaan redden. Taxiapp heeft wel de ervaring in de taxi markt in huis, maar heeft de technologie development uitbesteed. Daarnaast lijkt er weinig kapitaal in te zitten. Met een beetje geld kun je wel een prima werkende app lanceren, maar als je weet hoeveel geld een platform als Uber in de marketing van de app stopt om gebruikers aan te trekken, dan is het niet waarschijnlijk dat een meer sympathieke app als deze echt een deuk in een pakje boter gaat slaan. Het ziet er naar uit dat de app ook de nodige sales en marketing ervaring in het ’team’ (2 mensen) mist.
Enig lichtpuntje voor de app is dat het samenwerkt met bestaande taxi’s en adoptie vanuit dit netwerk wel een flinke boost voor het aantal gebruikers kan zorgen. Zeker wanneer de onzekerheid van de toekomst van Uber in Londen dagelijkse gebruikers doet besluiten om op zoek te gaan naar een alternatief.
Het mogelijke scenario dat Uber een stad of land moet verlaten is niet uniek. Uber heeft meerdere malen steden of landen verlaten, nadat de dienst verboden werd of nadat het bedrijf zich niet wilde schikken naar de lokale regelgeving.
Het bekendste voorbeeld hiervan is misschien wel de case van Austin, Texas. De lokale overheid besloot om een vingerafdruk als onderdeel van het identificatieproces te eisen bij taxi chauffeurs. Zowel Uber als Lyft vonden dat hun eigen checks al voldoende waren en besloten om nagenoeg op het zelfde moment Austin te verlaten. Vele chauffeurs en klanten met lege handen achterlatend (hoezo verantwoordelijkheidsgevoel?).
In dit artikel wordt heel mooi omschreven wat er toen gebeurde. Hoe een ingekakte vakbond door een aantal enthousiastelingen nieuw leven werd ingeblazen, hoe de taxichauffeurs zich massaal verenigden en uiteindelijk een eigen coöperatieve taxidienst mét app lanceerden. Een indrukwekkend verhaal (uit 2016).
“When it opened last month, ATX Coop Taxi — which has already raised over $425,000 in ownership shares from over 360 coop members — became the third-largest worker cooperative in the country. Drivers will see immediate savings. Driving for Austin’s other three cab companies costs the workers from $250 to $315 each week in “terminal fees,” while the coop’s weekly rate is just $131. In their first weeks with cars on the road, the new coop already controls a third of the taxi permits on the market.
“We were paying out more than we could take home. It’s insanity to work 16 hours a day like that,” said Dave Passmore, president of the new coop. “That’s why we’ve been building this, to have a company for
the workers.” The drivers expect to reach 400 paid members in the next month, and are allowed to expand to 650 coop owners if they meet conditions set by the city. They are also working on adapting the CABiT app — designed with and for taxi drivers — to better attract local customers.”
Hoewel het bovenstaande artikel over de case in Austin indrukwekkend is, zul je je niet verbazen dat achter de schermen een flink lobby proces was losgebarsten. In dit stuk wordt uitvoerig beschreven hoe dit lobby proces is verlopen, welke rol welke partijen hebben gespeeld en hoe Uber en Lyft uiteindelijk hun zin (of gelijk) hebben gekregen.
Een indrukwekkend lobby verhaal, wat ook een inkijkje geeft hoe het er in Londen achter de schermen waarschijnlijk aan toe zal gaan. Hierbij zeg ik nogmaals dat het vanuit Londen heel slim is geweest om aan te geven wel open te staan voor innovatie, omdat dit het verhaal voor Uber een stuk lastiger wordt om de opinie, ook onder haar gebruikers, te beïnvloeden.
De case van Londen is voor de nieuwe Uber CEO, hij zit er net een paar weken, gelijk een mooie vuurdoop. Interessant is dit fragment uit de interne mail die hij naar medewerkers stuurde over de situatie:
“While the impulse may be to say that this is unfair, one of the lessons I’ve learned over time is that change comes from self-reflection. So it’s worth examining how we got here. The truth is that there is a high cost to a bad reputation. Irrespective of whether we did everything that is being said about us in London today (and to be clear, I don’t think we did), it really matters what people think of us, especially in a global business like ours, where actions in one part of the world can have serious consequences in another.”
Dus in plaats van naar een ander te wijzen, benadrukt hij het belang om naar het bedrijf zelf te kijken. Iets dat je van Uber founder Travis waarschijnlijk nooit zult hebben gehoord.
Resume
Wat gaat er nu in Londen gebeuren? Niemand die het weet. Met deze speciale editie heb ik geprobeerd om de juiste context bij de situatie te schetsen:
Wat is er aan de hand?
Het grotere plaatje
Wat zijn de alternatieven?
Wat kunnen we de komende tijd verwachten?
Uiteraard zal ik je in mijn volgende updates op de hoogte houden van de ontwikkelingen.
Uber moet mogelijk Londen verlaten: de vergunning van het bedrijf wordt niet verlengd. Een mogelijk kantelpunt in de ontwikkeling van de klusjeseconomie. En toch vind je in deze editie daar niets over terug. Later deze week ontvang je namelijk een aparte Uber editie, omdat de vragen die nu boven komen drijven niet in één artikeltje zijn samen te vatten. Ook los van Uber heb ik weer 5 mooie stukken voor je verzameld én deel ik de video’s van de rondetafel ‘Are platforms a new type of institution?’ die ik vorige week aankondigde. Fijne week!
Funda staat bekend om een van de weinige succesvolle platformen die zijn geïnitieerd door de gevestigde orde zelf. Een geniale zet destijds van makelaarsvereniging NWM. Immers: als zij het niet hadden gedaan, dan was er een ander geweest en was de macht van de makelaar een stuk kleiner geweest. De vraag is wel hoe goed Funda is voor de eindgebruikers. Door het platform alleen voor makelaars beschikbaar te maken (oorspronkelijk zelfs alleen voor NVM makelaars totdat een concurrent de markt betrad), staat de makelaar en niet de klant centraal.
En juist dat is hetgeen dat de laatste jaren de ontwikkeling van Funda in de weg heeft gestaan. De afweging ‘komt dit ten goede van het gebruiksgemak van de klant’ en ‘brengt dit de positie van de makelaar in gevaar’ moet continu worden gemaakt en dat is verre van ideaal voor de langetermijn duurzaamheid van het platform. Dit zorgt er voor dat het platform vanuit gebruikersperspectief op achterstand komt (de mogelijkheden worden niet optimaal benut), wat weer ruimte geeft voor een concurrent. Want een monopolie positie op de markt is mooi, maar niemand is onverslaanbaar.
Deze week werd bekend werd dat een Amerikaanse investeerder een aandeel in Funda wilde nemen tegen een waardering van 240 miljoen. Dit zette de discussie op scherp. Ook omdat de 4.000 leden vanuit de VNM samen een aandeel van 70% in Funda hebben. En zij opeens beseften wat voor goud zij in handen hebben.
Wat gaat Funda nu doen? Een optie zou zijn dat ze een minderheidsbelang verkopen en de kennis en het geld van de investeerder gebruiken om een flinke slag in ontwikkeling van het platform maken waar de gebruiker meer -en de makelaar minder- centraal staat. Dat is een slag die ze sowieso moeten maken, omdat het anders wachten is op een (buitenlandse?) concurrent die dit, waarschijnlijk met een flinke smak VC geld, alsnog gaat doen. En dan zijn de makelaars én hun kindje van 240 miljoen én hun controle over de markt kwijt. En dat zijn ze nog verder van huis.
p.s. er is altijd nog flink markt voor makelaars, ook wanneer het dominante platform meer voor de eindklanten op komt. Want hoewel het logisch klinkt dat je altijd alles online kunt doen, toch hebben mensen (ik ook) behoefte aan persoonlijke begeleiding als het gaat om zo’n belangrijke keuze in je leven. Maar dan wel volgens een ander business model. Ik denk dat het grootste probleem in deze shift gaat worden dat blijkt dat veel makelaars alleen nu kunnen bestaan door de oneerlijke macht die zij op de markt hebben en zonder dat niets meer voorstellen. En dat is sowieso geen gezonde situatie (spreekt een ervaringsdeskundige). De makelaars zouden zichzelf dus opnieuw moeten uitvinden. En een vaste inkomstenstroom uit een fonds dat is opgezet met opbrengsten uit de verkoop van het minderheidsbelang in combinatie met jaarlijks dividend van een goed draaiend dominant platform zal ze misschien juist de ruimte geven die nodig is…
Goed en leuk stuk over de impact van reputatie systemen op online platformen. Met de drang (en als je afhankelijk bent van een platform: noodzaak) om zoveel mogelijk sterren te krijgen doen mensen gekke dingen. Mijn vraag is dan wel of we hier dan ook leukere mensen van worden. De continu druk om te presteren, het feit dat je zelf geen invloed hebt op alle factoren (regen, chagrijnige reiziger, etc.) en de misschien wel ongezonde macht die je bij de klant legt zorgen er voor dat de sfeer rondom een transactie tot flinke spanningen kan leiden.
Wil je meer lezen over vraagstukken rondom online rating & reputation? Lees dan deze 2 stukken:
Interview dat ik deed (de audio is in het begin wat slecht, maar wordt later beter) met techniekfilosoof Esther Keymolen. Zij promoveerde eerder dit jaar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam met het proefschrift Trust on the Line. A Philosophical Exploration of Trust on the Networked Era.
Goede food4thought over de vraag of het model van nieuwe ‘gig’ platformen houdbaar is. Platformen die opereren in businesses die voorheen niet rendabel waren:
“Today’s tech companies, however, have somehow convinced themselves that mobile tech and app technology can make the uneconomic economic simply because the messaging comes by way of an app instead of a telephone.”
Ook mooie quote: “If the likes of Deliveroo were truly innovating, they’d not be half as dependent on under-priced human labour as they are.”
Ik vraag mij al langer af of sommige platformen in de klusjeseconomie wel echt in staat zijn om de transactiekosten zo te verlagen dat hun huidige model uit kan. En dat zonder een bepaalde stakeholdergroep stelselmatig te benadelen óf door op de zak van een investeerder te leven. Want ook die zakken kennen een bodem. En misschien moeten deze platformen ook eens goed naar hun model en belofte kijken. Dat zal ze in de ontwikkeling ook een flinke rust geven, aangezien veel platform startups nu telkens zenuwachtig worden wanneer ze zien dat het einde van hun ‘runway’ in zicht komt en ze op een punt komen: geld erbij of stekker eruit. Wat dat betreft zeggen de afsluitende woorden van de auteur van dit stuk genoeg:
“If their services were truly useful or wanted, meanwhile, they would be able to charge above break-even prices for them and still have a business model.”
“Airbnb zegt dat de typische Belgische verhuurder jaarlijks 2.100 euro extra verdient via zijn platform. De Rekenmeester heeft daar zijn bedenkingen bij.” Dit stuk verscheen in de Vlaamse media, nadat eerder door Airbnb bekend was gemaakt dat het bedrijf in België een positieve economische impact van 300 miljoen per jaar heeft.
Hoewel het makkelijk (en soms leuk) is om Airbnb te bashen, is het ook belangrijk om verder te kijken. Er ligt in dit geval ook een stuk verantwoordelijkheid bij diegenen die de data die door platformen wordt vrijgegeven in dit soort artikelen verwerkt. Er is namelijk best een hoop meer data op de markt beschikbaar: er zijn meerdere partijen die platformen als Airbnb bijna realtime scrapen. Als je die data naast die van Airbnb legt, dan heb je al een beter beeld.
In Amsterdam is de ervaring dat de data die Airbnb vrijgeeft aardig overeenkomst met de data die andere partijen of de gemeente zelf scraped. Vaak zit de nuance hem ook in het woordgebruik van typische/modale versus gemiddelde gebruiker. Alleen spreken over een gemiddelde gebruiker geeft een scheef beeld. De gemiddelde inwoner van Nederland is, als je de vermogens van de ruim honderdduizend miljonairs in Nederland meetelt, ook best hoog, maar dat geeft wel een scheef en onjuist beeld.
De cijfers lijken dus vaak goed te kloppen, het gaat dus vaak over hoe de cijfers in een bericht worden verpakt. Zet een marketeer, een journalist, een voor- en een tegenstander naast elkaar en je zult zien dat je 4 verschillende artikelen krijgt 🙂
Los daarvan is het verhaal over belasting betalen dat in het artikel wordt aangehaald vooral een verantwoordelijkheid die bij de gebruikers ligt. Daar ligt wel weer een kans voor platformen om als intermediair te faciliteren in de belasting transactie. Dat vond ik dan ook zo mooi aan de ‘deeleconomiebelasting’ die in België nu loopt. Wanneer je een voorbelasting heft, dan is het hele proces in één keer een stuk eenvoudiger, overzichtelijker en ‘waterdicht’.
‘Eigen baas Bij Uber, Airbnb en Deliveroo mag je zelf bepalen hoeveel en wanneer je werkt. Wat is het effect van zoveel flexibiliteit?’ Interessant opmaatje voor een bredere discussie die nodig gevoerd moet worden op de vraag van de impact van de verregaande ontwikkeling van een combinatie van flexwerk en losse ‘zelfstandige’ contracten. Wat doet het wanneer je alles om je heen als mogelijkheid om snel wat geld te verdienen ziet? Ook interessant inzicht van bijzonder hoogleraar filosofie Marli Huijer: „Alle uren zijn in de 24-uurseconomie hetzelfde geworden”. Zij benadrukt het belang van ritme.
Keur ik deze ontwikkeling af? Zeker niet. Maar een goede discussie over dit onderwerp is hoog tijd.
p.s. de discussie rondom Deliveroo heeft de investeerders overigens niet afgeschrikt: deze week haalde het Engelse platform 322 miljoen op bij een nieuwe investeringsronde.
Als het gaat over digitale transitie, gaat het vaak over succesvolle startups. Kun je ook als bestaande organisatie een digitale transitie maken? Voor deze blog ging ik voor Intrapreneur.nl in gesprek met Ronald van den Hoff van Seats2meet.com.
We spraken over het delen van overvloed, hoe je als bestaande organisatie een échte digitale transitie kunt doorvoeren, onverwacht relevante ontmoetingen en hoe decentraal eigenaarschap gefaciliteerd door blockchain er in de toekomst uit gaat zien. Naast de blog ook een video interview van 45min.
Zoals vorige week aangekondigd deelde ik deze week de video opnamen die ik maakte bij de sessie ‘are platforms a new type of institution’. In deze post deel ik de 3 losse bijdragen van José van Dijck (Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences), Haroon Sheikh (Dasym Investment Strategies) & Fredrik Söderqvist (Unionen) en ook de integrale opname. Alledrie (10 minuten per bijdrage) absoluut de moeite van het kijken waard.
Contact
Advies of duiding nodig of op zoek naar een spreker? Neem gerust contact op via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596)
Deze week waren platformen volop in de mainstream media te vinden. Met de vraag of platformen belasting moeten betalen op de plek waar de waarde wordt gecreëerd én over de meest gangbare vraagstukken rondom arbeid via platformen. Is een platform nu werkgever of niet? En hoe kunnen ‘workers’ zich organiseren via een vakbond wanneer zij voor een platform werken? Beide vragen kwamen aan bod tijdens mijn bijdragen op BNR Nieuwsradio, een sessie bij het Ministerie van Financiën en een mooi event over platformen en werk in Pakhuis de Zwijger (zie video, mijn inleiding begint op 07:05). Deze week deze onderwerpen en meer in de 5 bijdragen die ik voor je selecteerde en van mijn mening en duiding voorzag. Mooie week!
Deze week was er flink wat aandacht in de media voor de opstand van de Deliveroo koeriers naar aanleiding van het bericht dat Deliveroo de bezorgers niet via een nul uren contract maar als ZZP’er in wil gaan huren.
Hoewel het normaal voor platform workers lastig is om zich te verenigen, veel platformen doen er veel aan zodat zij niet weten wie de collega’s zijn, hadden de riders van Deliveroo wel een manier gevonden om elkaar te vinden. (noot: in de oorspronkelijke editie van deze nieuwsbrief stond dat de groepen van Telegram openbaar waren, dit was niet het geval). Toen Deliveroo de koeriers het ZZP-schap door de strot duwde, was het voor de koeriers eenvoudig om zich te organiseren in de ‘Riders Union‘. De aansluiting met de FNV en enkele politici van o.a. PvdA was snel gemaakt en zo hadden de koeriers opeens wél een stem. In de foto onder aan dit stuk zie je de groep riders die bij de eerste bijeenkomst waar ik aanwezig was aanwezig waren.
Er wordt nog weinig gesproken over de rol van vakbonden in de klusjeseconomie, laat staan op een vooruitstrevende manier hoe de platformgedachte en algoritmes te integreren met vakbonden. Deze week was Fredrik Söderqvist van de Zweedse vakbond Unionen in Nederland. Hij geeft in dit interessante artikel een inkijkje over hoe vakbonden en platformen elkaar kunnen versterken. Met de nodige inspirerende food4thought.
Meer weten over de visie van Fredrik? Bekijk dan de video van het event ‘Werken in de platformeconomie’ vanaf 23:50. Volgende week zal ik een video delen waarin hij deelneemt in een panel gesprek op het ‘World Interdisciplinary Network for Institutional Research’ (WINIR) congres waar ik deze week ook (met camera) aanwezig was. Absoluut de moeite van het terugkijken waard.
Afgelopen donderdag kwam er een onduidelijk bericht uit dat met de kabinetsformatie met spoed moest worden uitgezocht hoe platformen beter te gaan belasten. In het begin werd er veel naar platformen als Airbnb gewezen. Dat was bijzonder, omdat belasting rondom Airbnb in principe prima is geregeld: Airbnb regelt in veel gevallen de betaling van toeristenbelasting, over de commissie van Airbnb wordt netjes lokaal BTW afgedragen en de hosts zijn zelf verantwoordelijk voor het aangeven van hun Airbnb inkomsten bij hun belasting opgave. Hoewel er nog veel vraagtekens staan bij de variabele of mensen die doen, valt er op de wet zelf weinig aan te merken.
Een interessante passage in dit artikel: “De vraag of consumenten die platforms als Facebook of Google betalen met het kijken naar advertenties of hun gegevens geen omzet vertegenwoordigen, vindt hij wel ‘zinvol’”. Oftewel: we betalen met onze data en aandacht en moeten we niet eens kijken of hier iets met belasting moet worden gedaan?
Later bleek dat dit bericht volgde op een stuk in de Financial Times een paar dagen daarvoor waarin Frankrijk en Duitsland een vergelijkbaar voorstel deden. Het gaat nu dus niet zozeer over belasting op Uber en Airbnb of op data, maar of grote tech platformen bijvoorbeeld de advertentie inkomsten kunnen gaan belasten (ook winstbelasting) in het land waar deze worden verkocht / getoond. Zie ook dit recente stuk op Nu.nl.
Al met al is het duidelijk dat de belastingdienst steeds meer en concreter nadenkt over hoe dit soort tech bedrijven te belasten.
Opmerkelijk: het stuk in het FD werd oorspronkelijk gesproken over de ‘leeneconomie’, een paar dagen later was de kop aangepast in ‘platformeconomie’. Mooi om te zien dat de term platformeconomie steeds breder wordt ingezet…
Het is natuurlijk goed om mensen te wijzen op het risico dat verhuur via een platform als Airbnb met zich meebrengt. Zo kan het zijn dat je verzekering schade niet dekt, de bank officieel niet toestaat dat je je woning (tijdelijk) onderverhuurt en je VvE kan de verhuur ook verbieden.
Wat dan weer naïef is, is de waarschuwing dat je de kans loopt op een boete wanneer je je huis buiten de regels om verhuurd en wanneer de belastingdienst er achter komt dat je de inkomsten niet hebt opgegeven bij je aangifte. Op het moment dat je +10K verdient met het verhuren van je huis, lijkt het mij een bewuste keuze om dit wel of niet te doen, met de risico’s van dien…
In het kader van beter benutten van capaciteit is dit een interessante:
“Drivers are starting to place cameras behind their windshields to record the road ahead of them. Startups chasing the gold mine of car data are paying them to install these cameras. The startups want these videos to do everything from build maps for self-driving cars to track pedestrian activity.”
Het plaatsen van een camera of sensoren op een taxivloot is een heel interessante (even los van mogelijk discutabele) manier om snel veel data te verzamelen. Aan de andere kant is het voor de chauffeurs naast een leuk extra zakcentje, ook een manier om er voor te zorgen dat bijvoorbeeld Uber of Lyft geen data monopolie krijgen.
“In three months, they’ve mapped over 500,000 miles of U.S. roads with 2,000 drivers using their iPhone app, Payver. Drivers receive between two and five cents per mile. Lvl5 expects that with 50,000 U.S. drivers, it can gather enough data to build maps for self-driving cars.”
Dit soort praktijken is eerder ook al gebruikt om een nieuwe concurrent een voorsprong te geven. Zoals bij Uber concurrent Juno in New York in dit stuk van Forbes:
“The startup isn’t letting riders find drivers just yet. Instead, Juno is paying some Uber drivers $25 per week to join and drive their normal routes while keeping the Juno app on as well.
Marco (founder – MA) calls the data-gathering practice “beta testing” for Juno. “Making sure that everything works—at scale,” he says. “In addition, this gives us the opportunity to understand patterns, traffic behavior, activity hours and so on.””
Als je als platform wilt groeien dan kun je twee dingen doen: zelf doen of een bestaande speler opkopen. Als je in een nieuw land begint waar al een aantal sterke partijen actief zijn is de laatste optie veelal de enige juiste keuze. SnappCar heeft dit ook gezien en nam afgelopen week een Duits autodeelplatform over.
Spijtig voor SnappCar ontving de Amerikaanse concurrent Turo (voorheen Relay Rides, zie hier een interview dat ik deed in San Francisco in 2014) in diezelfde week een investering van 92 miljoen dollar van een investeringsgroep geleid door Mercedes om…. de Duitse markt in te gaan. Turo integreert het Duitse deelplatform Croove in haar systeem (welke eerst in handen was van Mercedes) om ook daar een vliegende start te kunnen maken.
Ik ben benieuwd wie er als winnaar uit de bus komt, maar dat er nu gas wordt gegeven in de peer2peer auto deel markt dat is duidelijk. (p.s.: een platform overnemen is 1, maar er voor zorgen dat de integratie – ook met het personeel en cultuur – goed verloopt is een ander verhaal).
Donderdag was ik om 06:00uur ’s ochtends telefonisch te gast in de uitzending van BNR Nieuwsradio over de geruchten dat er wordt gezocht naar een manier om de deeleconomie te kunnen belasten. In het tweede artikel van deze editie heb je hier meer over kunnen lezen.
Contact
Advies of duiding nodig of op zoek naar een spreker? Neem gerust contact op via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596)
Vannacht verstreek de deadline van de crowdfunding campagne voor ‘De Platformrevolutie. En met succes! In totaal brachten 66 supporters een bedrag van 12.435,- bijeen: oftewel 104% van het doelbedrag! Hiermee kan ik de komende maanden tijd vrij maken voor het schrijven en heb ik voor het boek gelijk een mooie ‘practise what you preach’ case erbij. Komende week staan wat mooie interviews, veel schrijftijd en het event ‘Werken in de platformeconomie’ op het programma. Ik mag de inleiding verzorgen. Er is nog (gratis) plek. In deze editie weer 5 mooie stukken, voorzien van mijn duiding en gedachten. Mooie week!
Had ik je al verteld dat de komende 12 maanden de discussie rondom ‘gig’ work via platformen een belangrijk punt op de politieke agenda gaat worden? Zo niet: bij deze. In dit stuk berichtgeving over een staking voor Deliveroo koerriers in Frankrijk. Onlangs heeft Deliveroo de voorwaarden rechtgetrokken en daar zijn zij het niet mee eens. Hoewel het platform haar workers als ‘independent contractors’ behandeld, willen zij toch graag een stukje zekerheid.
Wat hier is gebeurt, en dat is iets wat bij meerdere ‘gig’ platformen het geval is, is dat ‘workers’ onder aantrekkelijke voorwaarden zijn binnengehaald, zij afhankelijk van het platform zijn gemaakt en het platform vervolgens de voorwaarden eenzijdig heeft aangepast. Nu hoor ik mensen wel eens zeggen van: “maar je HOEFT toch niet voor dat platform te werken?”. Ja, in principe klopt dat. Alleen komt dat standpunt veelal van hoog opgeleiden die zich de luxe kunnen permitteren. Dat is lang niet voor iedereen weggelegd.
Nadenkend over waarom de discussie rondom dit soort flexwerk nu zo losbarst ben ik tot de (voorlopige) conclusie gekomen dat flexibilisering natuurlijk al lang gaan de gang is, maar de kenmerken van platformwerk de vinger extra op de zere plek leggen:
laag opgeleid;
fulltime afhankelijk (al is dat niet wat de platformen zelf zeggen, maar de logica leert dat het niet anders kan);
geen contact met collega’s en hierdoor lastig te verenigen (al laat Frankrijk zien dat het ook anders kan);
makkelijk inwisselbare werkzaamheden: opgebouwde skills geven geen onoverbrugbare voorsprong;
belangrijkste: het woord ‘gigs’: in hapklare brokjes geknipte (en vaak repeterende) werkzaamheden. Kleine klusjes. Dit brengt een extra afhankelijkheid met zich mee, omdat je als individu dit soort werk nooit zonder platform zou kunnen doen: de opbrengsten van 1 ‘gig’ kunnen nooit op tegen de acquisitie- en organisatiekosten. Dat kan alleen door een platform die a) processen automatiseert middels software (apps) en algoritmes en b) de klusjes met een grote schaal faciliteert, waardoor kosten kunnen worden verdeeld over een heel groot aantal klusjes. En dan heb ik het nog niet over de mega investeringen waar eigenlijk geen normaal individu of bedrijf tegenop kan;
in veel gevallen de ‘workers’ voorheen dit werk niet deden. Zij hebben dus geen eigen ’track record’ met vaste klanten. Dit maakt hen extra kwetsbaar.
Als laatst: luister hier het Radio 1 gesprek met Philip Padberg, directeur van Deliveroo Nederland en Mei Li Vos, oprichter van Alternatief voor Vakbond en oud-kamerlid, terug. Hoewel ik het dapper vind dat Philip überhaupt aanschoof (dat zouden veel directeuren van platformen in deze setting nooit doen en misschien had hij dat ook niet moeten doen ;-)), zie je dat zijn verhaal over waarom al hun koeriers ZZP’er moeten worden voor geen meter blijft staan. En dat ook de kern van het probleem is.
In de berichtgeving rondom blockchain komt ook steeds vaker nieuws rondom ICO’s (Initial Coin Offering) voorbij. Startups die een eigen digitale munt (cryptocurrency) ontwikkelen en vooruitlopend op de waarde hiervan er alvast een berg van verkopen om een vliegende start te kunnen maken. Cryptocrowdfunding zal ik maar zeggen. En met ‘een berg’ bedoel ik dan ook een serieuze berg: de Zwitserse start-up Tezos haalde deze zomer via een ICO bijvoorbeeld 200 miljoen euro op.
NRC berichtte deze week: “Vorige maand berekende Goldman Sachs dat ICO’s dit jaar tot nu toe ruim 1 miljard euro hebben opgebracht; meer dan wat alle beginnende internetstartups bij elkaar wisten op te halen via traditionele kanalen.” Waar startups eerst zo snel mogelijk naar de beurs wilden gaan om serieuze financiering te halen, waren het de VC’s die met enorme investeringen (gokjes…) de plek van de beurs hebben ingenomen. Het zou mij niets verbazen wanneer ICO’s en crowdfunding, en misschien een combinatie van die twee, uiteindelijk de plek van de VC’s gaan innemen. Hoewel bovenstaande quote misschien ook een vertekend beeld geeft omdat het aantal investeringen vanuit VC’s aan het dalen is. De rendementen in tech startups vallen vermoed ik toch iets tegen. En terecht.
In dit artikel een goed stuk (via @Kleverlaan) met een ‘voor Dummies’ uitleg over ICO’s.
Op de European Crowdsourcing Week (mocht daar een paar keer spreken) begint de oprichter van dit event Epi Ludvik Nekaj steevast met de vraag: ‘who gots more money than Warren Buffet?” (goed voor 77,3 miljard dollar). Zijn antwoord: de crowd! En daar heeft hij in principe natuurlijk helemaal gelijk in: er is zat geld in de markt. Interessant (en mooi) om te zien is dat dit geld steeds vaker wordt gebruikt om een positieve lokale impact te realiseren.
In dit stuk wordt ingegaan op een trend dat agrarische bedrijven steeds vaker grond (kunnen) aanschaffen met geld van betrokken bewoners, verenigd in een coöperatie. Een mooie ontwikkeling.
Met een landschap van ruim 100 crowdfunding platformen actief op de Nederlandse markt (het aantal gaat zelfs richting de 150), mag het duidelijk zijn dat er veel platformen zullen zijn die het uiteindelijk niet gaan redden. Waarom? Omdat het businessmodel vaak is ingericht rondom commissie van transactie. Hierdoor moet er behoorlijk wat geld via het platform worden opgehaald om de organisatiekosten te kunnen betalen. Veel lening platformen vragen daarnaast nog een beheer fee (verstandig!) en platformen verdienen ook geld met begeleiding, partnerships en meer.
Maar toch: het blijft een uitdagend model, zeker voor niche platforms die crowdfunding zonder financiële tegenprestatie faciliteren. Deze week werd bekend gemaakt dat ‘Wij zijn sport’ stopt. Dat zette mij aan het denken. Voor en platform als ‘Wij zijn sport’ was het eigenlijk al vanaf dag 1 duidelijk dat zij het niet zouden redden van alleen marge op transactie. Daar is de markt simpelweg te klein voor (tenzij zij een miljoenen voetbal transfer bijeengebracht door de fans van een club weten te faciliteren). Wat veel mensen vergeten is dat de toegevoegde waarde van een platform in de -in dit geval- sportbranche veel meer is dan alleen het geld. Het gaat ook over betrokkenheid, zichtbaarheid en meer. En dan zou het logisch zijn wanneer een platform zou worden geadopteerd door een overkoepelende bond als NOCNSF die dit platform als middel aanbiedt voor sporters om projectmatig of doorlopend additionele financiering voor haar sporters én een platform om de band met de fans te kunnen organiseren. Dan hoeft de opbrengst ook niet alleen vanuit de marge op transactie te komen, maar dan kunnen de kosten uit meerdere (marketing) potjes betaald worden, omdat het bijdraagt aan het grotere geheel.
Oh, en waarom ik trouwens zeg dat een organisatie als het NOCNSF het platform moet adopteren en niet zelf moet opbouwen: bestaande organisaties zijn simpelweg niet zo goed in het succesvol in de markt zetten van een platform, tenzij de activiteiten van dat platform tot hun kern activiteiten hoort. Platformen bouwen kunnen ze wel, dat is een kwestie van centen of skills. Maar een SUCCESVOL platform op de markt zetten: dat is toch echt een ander verhaal….
Een van de BMW CEO’s zei onlangs: “laat Uber maar miljarden stoppen in het mensen gewend maken om mobiliteit via een app te gebruiken, dan bouwen wij vervolgens iets beters’. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel (beter gezegd: bijna all) traditionele auto bedrijven zich in deze markt mengen. Daimler stopte deze week 50 miljoen in een Uber-concurrent. Maar dat is slechts een topje van de ijsberg….
Opmerkelijk
Naar aanleiding van berichtgeving van de AFM over transparantie in (lening) crowdfunding vielen de platformen bijna over elkaar heen om te roepen hoe zeer zij het daar mee eens waren. Daarom des te opmerkelijk dat OnePlanetCrowd in zijn laatste nieuwsbrief deze twee dingen roept:
Crowdfunding als investeringsvorm promoten ‘omdat de spaarrente lager is dan ooit’;
Mensen te motiveren om te investeren in crowdfunding door een (hele toffe) fiets te verloten.
Hoewel de spaarrente lager is dan ooit, is het risico van je geld op een spaarrekening op de bank zetten voor geen meter te vergelijken met je geld investeren in crowdfunding. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de FD enquete die ik hier onder heb geplakt laat zien dat het vertrouwen ‘dat de platformen hun zaakjes zelf wel goed zullen regelen en geen toezicht en regels nodig hebben’ bedroevend laag is.
Hoewel ik groot fan ben van OnePlanetCrowd, ik investeerde in meerdere projecten én haalde zelf voor de start van mijn Crowd Expedition 20.000euro op via dit platform, vindt ik dit soort berichtgeving echt niet kunnen. En dat zouden zij zelf ook moeten weten.
Contact
Advies of duiding nodig of op zoek naar een spreker? Neem gerust contact op via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596)