Samenwerking FNV en Temper legt complexiteit debat bloot | BlaBlaCar: van liftservice tot busmaatschappij | De ‘booming business’ van platformen in mobiliteit

Afgelopen week was ik in Antwerpen om mijn visie te mogen delen hoe platformen kunnen bijdragen aan een meer inclusieve stad en samenleving. Hierin benadruk ik altijd de rol van de overheid in deze transitie.

Ik kreeg een dag later per mail nog een mooie reflectie en compliment/veer van een van de deelnemers die ik hier graag wil delen: “Blij met de “niet-academische” aanpak. Duidelijke presentatie, naar de kern, scherpe probleemstelling. Love it! Niet dat dit de oplossingen daarom al veel dichterbij brengt, maar het maakt de richting waarin gezocht moet worden erg duidelijk. Ik vond in jouw presentatie erg veel aanknopingspunten. Dank daarvoor. Ik volg te veel studiedagen en congressen, ik krijg er stilaan een aversie van, jij was een aangenaam lichtpunt in de mistige theorieën en vaak nep-hypes.” Fijn wanneer mensen met zo’n gevoel naar huis gaan.

Fijne week!

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Afgelopen week was ik twee dagen in Antwerpen om een keynote te geven op een bijeenkomst waarin ik inging op hoe deeleconomie en platformen kunnen bijdragen aan een meer inclusieve samenleving. De dag voor de presentatie liep ik met mijn fotocamera een paar uur door de stad om sharing initiatieven in de praktijk te spotten (en mijn hoofd leeg te maken). Deze foto’s (hier boven een collage) heb ik ook in mijn presentatie gebruikt.

Mijn gedachten bij deze foto’s:

  • Collectief georganiseerd: het kan voor een individu niet om dit op individueel niveau te organiseren;
  • Door schaalvoordelen bereikbaar voor iedereen (wel drempels prijs en waar je woont);
  • Collectief eigenaarschap en bestuur, de gebruiker betaald alleen voor daadwerkelijk gebruik;
  • Alle gebruikers zijn gelijk;
  • Deze infrastructuur is de basis van onze samenleving;
  • Platformen zijn eigenlijk niets meer dan een nieuwe vorm van collectief organiseren van zaken die door het individu niet te organiseren zijn door a) te hoge kosten en b) de noodzaak van veel gebruikers / een netwerk;
  • Geen van de voorbeelden valt onder de definitie van deeleconomie.

Even wat gedachten die ik hier wilde delen. Zie overigens hier (een selectie van) de slides van mijn presentatie in Antwerpen.

FNV Horecabond en Temper verbreden samenwerking en gebruiksvergoeding freelancers verdwijnt

FNV Horeca en Temper zijn in juni 2018 een samenwerking / experiment begonnen waarbij het platform Temper de toegangspoort was voor FNV Horeca tot een flinke lijst horeca ondernemingen en freelance horeca professionals. FNV Flex en de ABU waren hier op tegen. Volgens mij was dit de eerste keer dat het verschil in mening binnen de bond hoe om te gaan met platformwerk zo op straat kwam te liggen.

Een van de resultaten van de eerste periode is dat in samenspraak met de FNV de 1 euro vergoeding per uur die wordt afgedragen door freelancers komt te vervallen. Slim, maar misschien ook nodig, aangezien ’traditionele’ intermediairs geen courtage mogen rekenen richting de ‘supply’. Deze week werd bekend gemaakt dat de samenwerking wordt voortgezet en verbreed. “Scholing is essentieel en daarom één van de speerpunten van onze samenwerking, evenals het verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid.” Een interessante en belangrijke zet om te komen tot een duurzaam model.

Ook met dit bericht kwam de verdeeldheid weer op straat te liggen. In het FD komt Erik Pentenga van FNV Flex aan het woord. Hij betreurt dat FNV Horeca: ‘meegaat met het verhaal van Temper dat het aan zzp-bemiddeling doet’.

Volgens Pentenga, die hierin wordt gesteund door het FNV-bestuur en de uitzendkoepel ABU, verliest Koerselman uit het oog dat het hier gaat om banen die mensen nooit als zelfstandige ondernemer zouden uitoefenen. ‘Bij een chef-kok kan ik me nog iets voorstellen, al heb ik daar ook mijn twijfels over. Maar niet als het gaat om afwassen in de keuken of de bediening. Dat zijn werknemers in dienst van schijnopdrachtgevers. Dat het met moderne middelen gebeurt, doet niets af aan het feit dat ze worden uitgezonden.’

Ik denk dat Temper een interessant voorbeeld is dat laat zien hoe lastig de discussie is over hoe je tegen platformwerk, platformwerkers en klusplatformen aan kunt kijken ihkv bestaande structuren. Ik pak er de case van de chefkok die ik in mijn editie over de Tegenlicht uitzending bespreek bij. Bekijk ook vooral de Tegenlicht Meetup in De Zwijger terug.

  • Hij heeft unieke skills;
  • Heeft de vrijheid te werken wanneer en waar hij wil;
  • Reageert op oproepen van horeca ondernemers die om zijn dienstverlening verlegen zitten;
  • Dit zonder een intermediair. Je zou kunnen zeggen dat een algoritme de matchmaking overneemt, maar dit is alleen hard te maken met meer on demand transacties bij standaard dienstverlening als een taxirit.
  • Neemt zijn eigen kaartjes mee, communiceert met klanten na een boeking via Temper via eigen kanalen, maar laat vanwege het ‘gemak’ dat het platform biedt ook vervolgtransacties via Temper lopen;
  • Maakt optimaal gebruik van de mogelijkheden die het platform hem biedt. Heeft hij geld snel nodig? Dan laat hij Temper met inlevering van een paar procent binnen een paar dagen uitbetalen. Hij laat het platform duidelijk voor zich werken.

Dan is de vraag: wat is Temper in het geval van deze kok. Dit is duidelijk een freelancer die weet wat hij doet, die ook zonder het platform aan zijn klussen zou komen en het platform puur gebruikt om zijn marketing, sales en administratie te outsourcen. Net als platformen als Booking.com en Thuisbezorgd.nl doen voor hotel- en horecaondernemers. Dus wat is Temper dan? Je zou kunnen zeggen een uitzendbureau. Of toch het prikbord zoals Temper zichzelf positioneert? Ik vindt het een lastige. De ene ‘worker’ is de ander niet. Daarnaast hebben de aanbieders ook de mogelijkheid om via een traditioneel uitzendbureau te gaan werken. Het is dus, en dat zal (wetenschappelijk!) onderzoek moeten uitwijzen, de vraag in hoeverre de aanbieders bewust kiezen voor de freelance constructie. En dan niet alleen de belastingvoordelen.

Is Temper nieuw?

Is Temper dan echt zo nieuw? In deze vorm misschien wel, maar in basis niet. Ik kwam onlangs toevallig op het platform freelancer.nl. Hier zie je eigenlijk een model dat ik zou omschrijven als een ‘voorloper’ van Temper:

  • Freelancers maken een profiel aan en krijgen waarderingen;
  • Opdrachtgevers plaatsen een opdracht en ontvangen reacties van ingeschreven freelancers;
  • Er zijn filters in te stellen (een algoritme 1.0).

Freelancer.nl is hierin niet uniek, er zijn veel meer van dit soort platformen die in basis doen wat Temper doet, maar dan niet ter discussie staan. Het verschil van dit soort platformen tov Temper:

  • Het verdienmodel is niet marge op transactie (wat in veel gevallen ook lastig is), maar een abonnementsfee. Dit zag ik ook in de thuis schoonmaak bemiddeling: nagenoeg alle pre-internet/platform aanbieders hadden een ander verdienmodel;
  • De dienstverlening die het platform hierdoor biedt is beperkt: het is puur een matching platform. Temper gaat een paar stappen verder door ook (met de voordelen voor zowel vraag als aanbod) tussen de transactie te zitten.

Ik denk dan ook dat, mocht deze zaak voor de rechter komen, deze er nog een erg harde dobber aan zal hebben. Ik begrijp de tegenstand van FNV Flex en de ABU: dit is mede ook op prijs keiharde concurrentie voor de uitzendsector. Maar dat is natuurlijk ook een flink stuk eigenbelang en hierdoor verre van objectief. Wanneer je voorbij het prijs stuk kijkt, dan zie je dat de uitzendsector enorm veel kan leren én profiteren van klusplatformen. En dan is het zaak om deze ontwikkeling dichtbij te houden, te onderzoeken of het uitzendmodel met wat tweaks te matchen is met het platform model om zo iets goed te doen voor de hele sector. En diegenen die er werken.

BlaBlaCar to acquire Ouibus and offer bus service – TechCrunch

BlaBlaCar to acquire Ouibus and offer bus service – TechCrunch

In Nederland is het al een tijdje stil rondom de ‘lift app’ BlaBlaCar, maar in het buitenland groeit het bedrijf nog flink. Ook in de breedte: “French startup BlaBlaCar is announcing plans to acquire Ouibus, the bus division of France’s national railway company SNCF. For the first time, BlaBlaCar is moving beyond carpooling and plans to offer both long-distance carpooling rides and bus rides.”

Wie had ooit gedacht dat een lift website een busbedrijf zou overnemen? Op zich als je er wat lange over nadenkt is het geen heel gekke stap. Wist je trouwens dat de Franse spoorwegen al enkele jaren geleden BlaBlaCar als een van hun grote concurrenten voor de toekomst omschreef? Op dat moment reden er soms al meer mensen op een traject via BlaBlaCar dan met de trein.

Bottom line zie je hier drie dingen gebeuren:

  • Waar platformen ‘asset light’ beginnen, zie ik steeds meer platformen zelf in assets investeren. Airbnb in eigen hotels, Uber in zelfrijdende auto’s, Facebook en YouTube in eigen content. Een andere variant is dat platformen hun gebruikers laten investeren in ‘universele’ assets. Zo kan je bij SnappCar een auto ‘private leasen’. Je krijgt korting op je lease bedrag wanneer je deze via het platform verhuurt en de auto heeft ook een mooie SnappCar sticker.
  • Waar platformen eerst een gefragmenteerde supply hebben, sturen zij meer en meer aan op een meer stabiele en professionele supply. Enerzijds door zelf te investeren en anderzijds door frequente aanbieders te belonen en te pushen hun spullen of diensten nog vaker aan te bieden;
  • Waar platformen vaak in een niche beginnen, zie ik ze naar verloop van tijd steeds meer verschuiven naar een totaaloplossing. Uber van taxi naar mobiliteit aanbieder. BlaBlaCar van liften naar een betrouwbaar alternatief voor dagelijkse ritjes (de bus, maar ook BlaBlaCar lines).

Misschien zou je kunnen zeggen dat platformen de gefragmenteerde en wat vrijblijvende aanpak in het begin gebruiken om data te verzamelen, om vervolgens de kersen zelf van de taart te kunnen halen. Zo gebruikt BlaBlaCar zijn platform om inzicht te krijgen op welke lijnen veel vraag is, om vervolgens een bus in te zetten. In gebieden met minder vraag kan het oorspronkelijke model blijven bestaan. Is dat erg? Hoeft niet. Maar wel een goede om in gedachte te houden, zeker voor wanneer je als aanbieder gaat investeren om bij te dragen aan een meer stabiele supply.

Ook nieuw kapitalisme heeft regels nodig – NRC

Ook nieuw kapitalisme heeft regels nodig – NRC

Interessant stukje naïviteit in het NRC deze week: in de rubriek ‘Commentaar’ van de NRC redactie zelf. “Ook nieuw kapitalisme heeft regels nodig”. Een bekende Amsterdamse filosoof zou hebben gezegd: ‘dat is logisch’.

“Dit was ook deel van de belofte van veel internetbedrijven: een revolutie die weliswaar aanvankelijk zou verstoren, ‘disruptief’ zou zijn, maar uiteindelijk een betere wereld op zou leveren.” ING hoofdeconoom Marieke Blom vatte het tijdens een debat in Pakhuis de Zwijger mooi samen: je moet niet uitgaan van de goede intenties van bedrijven. En daar ben ik het mee eens. Op het moment dat je uitgaat van goede intenties ben je volgend en niet leidend. En dat lijkt mij in dit geval een erg slecht idee.

Automotive brands step up their game in the search of alternatives for car ownership | Linkedin

Als er een sector is in de platformeconomie waar veel gebeurt, dan is het wel de automotive sector. Waarom? Omdat dit de enige sector is waar alle stakeholders de urgentie voelen om te ontdekken wat hun plek in het ecosysteem gaat worden in de toekomst. Iedereen ziet o.a. de (deels) zelfrijdende auto op zich afkomen. Iedereen snapt dat het hele ecosysteem dan op zijn kop komt te staan en de kaarten opnieuw worden geschud. Dit biedt kansen, maar is ook zeker een bedreiging voor de gevestigde orde.

Hoewel het een sector is waar ik niet bovenop zit, ik vind de vraagstukken en de puzzel rondom platformen en arbeid interessanter en relevanter, blijft het wel een interessant spel om te volgen wie nu weer in wie investeert en wie nu weer met wie gaat samenwerken. Ananda Groag, zij zit wel boven op deze ontwikkeling, schreef deze interessante blog met duidelijke graphics waarin een goed beeld wordt geschetst wat er in deze sector zich afspeelt.

In de media

Wanneer is een platform rendabel voor ondernemers? – Marketing trends en nieuws

“Een loodgieter of fietsenmaker bestellen, een schoonmaker regelen en natuurlijk eten laten bezorgen: er zijn zo veel platforms voor diensten dat je de deur niet meer uit hoeft. Maar wat halen ondernemers die deze diensten verlenen er eigenlijk uit? Wegen de baten tegen de lasten op?”

Voor frank.news werd ik geïnterviewd over de vraag ‘wanneer is een platform rendabel voor ondernemers?’. In dit stuk kreeg ik de ruimte om in te gaan op wat je als ondernemer zelf kunt doen wanneer jouw sector wordt ‘disrupted’ door de platformeconomie en probeer ik weer wat duiding in de discussie te brengen.

Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market – DIF 2018

Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market – DIF 2018

Afgelopen week deed ik een bijdrage aan het ‘Disruptive Innovation Festival’ met een sessie ‘Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market’. Erg leuk om in een Q&A format, inclusief live vragen van de kijkers, verder op dit vraagstuk in te gaan.

Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market | DIF – YouTube

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Mythes van de kluseconomie ontmanteld. Of toch niet? | Lost gedeeld eigenaarschap de uitwassen van de platformeconomie op? | Uber gaat pro | Je baas als algoritme: ook buiten de platformeconomie

Afgelopen week mij weer prima vermaakt met twee Tegenlicht meetups vol mooie discussies en debatten over de kluseconomie. De extra nieuwsbrief editie met de lessons learned is ook goed ontvangen. Ook na ik deel aan een interessant webinar ‘Making the platform economy work well for workers’. De video is hier terug te kijken, de interessante discussies met de andere live kijkers helaas niet. Komende week weer een aantal interviews voor mijn NWO verkenning en een event in Antwerpen over platformen, deeleconomie en steden. En donderdag een online presentatie en debat voor het Disruptive Innovation Festival over ‘Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market’. Wees (online) welkom! Voor nu: fijne week!

Give Gig Economy Workers Equity? The S.E.C. Is Considering It – The New York Times

Give Gig Economy Workers Equity? The S.E.C. Is Considering It – The New York Times

Degenen die jouw platform succesvol maken belonen met een stuk eigenaarschap. Waar je dit geluid eerst vooral in de meer linkse hoek hoorde, ik onderzocht onder andere het fenomeen platform coöperaties, begint het gedachtengoed in steeds meer kringen een serieus alternatief te worden. Airbnb kondigde enkele weken geleden aan te willen onderzoeken hoe het de aanbieders op het platform een aandeel in het bedrijf kon geven. Ik daagde ze uit wat meer ambitie te tonen. In dit stuk mengen ook Uber en Postmates zich in de discussie:

“Providing equity would allow partners to share in the growth of the company, which could lead to enhanced earning and saving opportunities for the partner and for the generations ahead,” Uber’s head of federal affairs, Danielle Burr, said in a letter to the S.E.C.” <> “And Postmates said it hoped it could grant equity to its contractors. “While we are proud that our fleet earns significantly higher than minimum wage across jurisdictions, we are also committed to the long term upward mobility of our Postmates,” company executives wrote, using company jargon for its gig workers.

En nu is de SEC dus ook aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.

Is het geven van aandelen aan aanbieders op het platform dé oplossing voor al onze zorgen? Ik zet wat gedachten op een rij.

Waarom dit een positieve ontwikkeling kan zijn:

  • Aandelen voor de workers zou waarschijnlijk ook leiden tot meer openheid van informatie richting deze groep;
  • Op het moment dat het aandelen met stemrecht zijn, dan zou dit een manier zijn om degenen die afhankelijk zijn van het platform een stem in het bedrijf te geven (en misschien wel een slimme manier van het platform om het voor workers minder interessant te maken om zich aan te sluiten bij een vakbond);
  • Waar platform werkers bekend staan aan een gebrek aan verzekeringen en pensioenopbouw, zou dit kunnen bijdrage aan meer zekerheden op lange termijn. Met groot risico natuurlijk: het wordt voor zekerheden dan wel heel erg wedden op één paard.

Waarom dit een slechte ontwikkeling kan zijn:

  • Aandelen is leuk (en risicovol), maar het belangrijkste is dat de omstandigheden voor de workers ook zonder aandelen goed zijn geregeld;
  • Het kan het extractieve karakter van een platform vergroten: aanbieders zijn immers ook uit op maximalisatie van opbrengsten, dus wie zegt dat dit een stap vooruit is voor het duurzame karakter van de platformeconomie;
  • Problemen die platformen veroorzaken in de maatschappij, zoals de vraagstukken rondom stijgende huizenprijzen door oa Airbnb en een drukker wordende stad door Uber, worden veelal niet door eigenbelang van de aanbieders opgelost. Bij Airbnb zijn de hosts niet het probleem: die verdienen goed geld via het platform. Het zijn de indirecte stakeholders waar de uitdagingen liggen. En die los je niet op met het geven van aandelen aan de aanbieders;
  • Het kan de kloof tussen arm en rijk vergroten. Binnen de platfformeconomie geldt doorgaans: wie niets heeft, kan niets ‘delen’. Je moet een huis hebben om geld te verdienen via Airbnb en mensen met unieke skills kunnen deze nog beter vermarkten via een platform. Maar als je geen spullen of human capital hebt, dan schiet je er niet zo heel veel mee op. Als de groep die veel aanbiedt op platformen extra goed verdient ten opzichte van wie dit niet doet dan kan dit de kloof tussen arm en rijk vergroten.
Myths of the Gig Economy, Corrected

Myths of the Gig Economy, Corrected

Harvard Business Review plaatste vorige week deze blog waarin het een aantal mythes van de kluseconomie ontkracht. Dit zijn de punten (die dus volgens HBR niet waar zijn):

  1. Millennials love to gig;
  2. We’re all going to be giggers;
  3. Gig is better;
  4. Gig work is unfulfilling.

Dit klinkt als een interessant rijtje en misschien ervaar je het als een enorme teleurstelling dat dit het dus niet gaat worden. Maar om te zeggen dat dit een verrassing is: nee. Waarom? Omdat het rijtje eigenlijk simpelweg weinig zegt. Ik was begonnen aan een stuk om op de individuele punten in te gaan, maar kwam er al snel achter dat dat niet bij zou dragen aan een constructieve en leerzame analyse. Daarom ga ik hier onder in waarom dit soort generieke onderzoeken weinig bijdragen.

1 . Arbeid en platformen is te divers om in onliners te vangen

We praten veel over ‘de’ kluseconomie, maar om iets over de kluseconomie in zijn algemeenheid te zeggen is lastig. Waarom? Omdat iedere sector en soort platformen zijn eigen dynamiek met de bijbehorende kansen en uitdagingen kent. Toch trappen we vaak in de val van het generaliseren. Zo ook bij de Tegenlicht meetup afgelopen donderdag in Pakhuis de Zwijger (hier terug te kijken). Het debat begon met de vermelding van de dynamiek en vervolgens werd alles weer op één hoop gegooid. Zo gaan dat soort dingen.

Een aantal willekeurige variabelen die de dynamiek van een platform bepalen:

  • wordt de klus online of offline uitgevoerd;
  • is het nieuwe werkgelegenheid of neemt het platform een stuk van een bestaande taart over;
  • werd het werk voorheen in de zwarte of witte markt gedaan;
  • heeft de worker unieke of commodity skills;
  • zijn de skills schaars of in overvloed (ook commodity skills kunnen schaars zijn);
  • staat het platform open voor samenwerking met bestaande instituties of niet;

Ook wanneer het gaat om de arbeidsrelatie is het publieke debat in veel gevallen niet compleet. Zo was er tijdens de meetup verwondering dat de schoonmaakster die Helpling met hulp van FNV aanklaagt geen BTW nummer heeft. Op zich hartstikke logisch als je weet dat ze volgens de wet dienstverlening aan huis werkt. Maar ook als een platform de worker in dienst neemt, betekent dit niet dat dit geweldig is. Ik hoorde verhalen van platform workers die een week vrij moeten houden om een dag vooraf hun planning door te krijgen. Wel verzekerd, maar verre van ideaal.

2 . ‘De’ platformwerker bestaat niet. De platform generatie ook niet.

Aan tafel bij de meetup zaten een schoonmaakster die via Helpling heeft gewerkt (en het platform nu aanklaagt) en een kok die via Temper aan de slag is. Deze twee platformwerkers gaven prachtig de dynamiek aan van de wereld van de platformwerker. Aan de ene kant de thuisschoonmaakster die zich afhankelijk en gecontroleerd voelde van het platform, niet het gevoel heeft iets anders te kunnen en teleurgesteld is dat het platform haar niet in dienst neemt. Aan de andere kant de kok die unieke skills bezit, precies weet hoe het maximale uit het platform te halen, zichzelf prima weet te profileren en te redden en geniet van de optimale vrijheid en flexibiliteit van het werken via een platform. Door beiden platformwerkers en platformen over één kam te scheren is natuurlijk onzin.

Net als de platformeconomie een enorme diversiteit kent, is ook ‘de’ platformwerker een breed begrip. Daarnaast is het ook altijd erg belangrijk om te kijken hoe deze ‘werker’ het zou hebben buiten de platformen om. Oftewel: is het platform een verslechtering of een verrijking voor de kans van de aanbieder.

Uit de EY studie komt naar voren dat van de respondenten uit de millennial generatie ‘slechts’ 24% geld verdient in de gig economy. En dat ’the percentage of millennials with full-time careers is rising at a brisk clip from 45% in 2016 to 66% in 2018, according to the data we collected’.

Ik weet niet waar de aanname vandaan komt dat een bepaalde generatie meer of minder ‘gig’ gevoelig is, maar ik denk (en ja, dat is ook een aanname) dat het niet verstandig is om dit soort heftige verwachtingen op een hele generatie te plotten. Want ook al is een generatie digitaal een stuk vaardiger van de generatie daarvoor, misschien ook wel wat zelfstandiger en verwend opgevoed dat alles mogelijk is (wat weer effect heeft op mindset), dat betekent niet dat deze generatie en masse ander gedrag gaat vertonen. Daarnaast is het ook zo dat ieder individu verschillende levensfases meemaakt waarin zij of hij prioriteiten op andere vlakken legt. Ik vergelijk het met de aanname dat de ‘nieuwe’ generatie geen eigen auto wil bezitten en gaat voor toegang in plaats van bezit. Dat is prima wanneer je relatief weinig verplichtingen hebt, maar op het moment dat je (zoals in mijn geval) een gezin begint, kinderen krijgt, etc. dan verschuiven je prioriteiten en worden andere dingen belangrijk. Die prioriteiten zullen telkens per levensfase verschillen. Dus ook wanneer je meer flexibiliteit en wanneer je meer zekerheid wilt. Of je nu een millennial, X, Y of Z bent.

3 . Veel gig work is onzichtbaar. En dat zal alleen maar toenemen.

In eerste instantie was het heel makkelijk om over de kluseconomie te praten. Je had platformen als Uber, Deliveroo en Helpling. Kon bijna niet eenvoudiger. Wat je nu ziet gebeuren is dat er platformen komen die steeds meer en meer vermengen met de ’traditionele’ matchmakers. Temper en YoungOnes platformiseren een bepaalde categorie die we voorheen voornamelijk via de uitzendbranche organiseerden. Volgende stap gaat worden dat platformen de flexibele schil van organisaties en vervolgens de gehele workforce van organisaties, omdat je ook vaste medewerkers veel efficiënter kunt organiseren via een platform. Daarnaast lopen ontwikkelingen als het steeds meer uitbesteden van selectieprocedures aan algoritmes (wat grote beursgenoteerde bedrijven al doen) en de inzet van kunstmatige intelligentie.

Waar dus in het begin (zeg 2 jaar geleden) de kluseconomie vrij geïsoleerd en daardoor relatief eenvoudig te identificeren was, voorspel ik dat het platform denken als denkwijze en techniek de komende jaren in iedere sector zowel voor als achter de schermen een belangrijke rol gaat spelen. En dat niet alleen de platform start- en scaleups die we nu zien een rol gaan spelen, maar ook bestaande organisaties. Er ligt een kans om a) de markt te herverdelen en b) de markt te vergroten. En het valt mij nog tegen hoe, in zware tegenstelling van de mobiliteitsbranche, bewust de branche zich hier van is.

‘Privacy? Achterhaald’ – De Groene Amsterdammer

‘Privacy? Achterhaald’ –  De Groene Amsterdammer

Waar veel discussies over de kluseconomie gaan over de vraag wat het met je doet wanneer je baas een algoritme en een app is, wordt het steeds duidelijker dat dit geen platform specifiek vraagstuk is. In dit artikel :

“PostNL, Zeeman, Shell, Achmea, banken, de Belastingdienst – bedrijven en diensten gaan er in toenemende mate toe over om karakter, kwaliteiten en prestaties van hun werknemers digitaal te meten. Soms tot in het DNA. Wat betekent dit voor onze privacy?”

Het zou goed zijn om meer onderzoek en discussie te hebben rondom dit fenomeen. Mijn ervaring, en dat komt ook deels in dit stuk terug, is dat de manieren waarop wordt gemeten (ook met reputatie scores) redelijk primitief zijn en veelal zonder context en ruimte voor het eigen denken van de ‘gestuurde’. Voor verbetering vatbaar dus. Op zijn zachtst…

Rens Lieman on Twitter: “Uber test in 🇺🇸 een loyaliteitsprogramma voor chauffeurs: Uber Pro.”

Rens Lieman on Twitter: “Uber test in 🇺🇸 een loyaliteitsprogramma voor chauffeurs: Uber Pro.”

Interessant draadje op Twitter van journalist Rens Lieman (hij deelde eerder zijn ervaringen in de kluseconomie in het boek ‘Uber voor alles’) waarin hij ingaat op een nieuw loyaliteitsprogramma van Uber.

“Platinum- of Diamond-chauffeurs -met ook min. 3.000 Uber-ritten ervaring- kunnen op kosten van Uber een cursus Engels of ondernemerschap volgen, of een online bacheloropleiding (undergraduate). De minuut- en kilometervergoeding gaat met respect
ievelijk 3% of 6% omhoog. ‘Base fare’ en ‘minimum fare’ blijven gelijk. Andere privileges, afhankelijk van status: korting bij de pomp, voorrang op vliegveldritten, gratis reparatie van deukjes, etc.”

Het ziet er naar uit dat platformen als Uber steeds meer gaan sturen op een stabielere supply voor het platform. Op zich logisch: als aanbieders meer uren maken en ook langer aan het platform verbonden blijven creëer je een heel stabiele supply, hoef je minder energie te steken in recruiten en onboarden van nieuwe medewerkers en kun je ook een meer stabiele kwaliteit richting de klant bieden.

Transforming Ownership to Create a Better Economy | Armin Steuernagel | TEDxZurich – YouTube

Transforming Ownership to Create a Better Economy | Armin Steuernagel | TEDxZurich – YouTube

Interessante TED talk van een van de oprichters van de Purpose Foundation: de organisatie die het Steward Ownership model waar ik het eerder over had promoot. In deze talk verteld hij hoe het bedrijf Zeiss de transformatie naar een steward ownership model heeft gemaakt en hoe steward ownership company Bosch al meer dan 100 miljard aan goede doelen heeft geschonken. Wil je de video bekijken? Start dan bij 10 minuten, dan wordt het pas echt interessant.

Transforming Ownership to Create a Better Economy | Armin Steuernagel | TEDxZurich – YouTube

In de media

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Aanstaande woensdag spreek ik op een bijeenkomst in Antwerpen over wat platformen en deeleconomie voor een stad kan betekenen. In de aanloop naar dit event werd dit interview met mij geplaatst:

“Eerder al vroegen we ons af: Kan Antwerpen een duurzame deeleconomie worden? Om daarachter te komen verdiept Stadslab2050 zich steeds verder in de deeleconomie, met experimenten die moeten verduidelijken wat de ideale rol van de stad is in de deeleconomie. Eén van de projecten komt er op initiatief van de Antwerp Management School, die haar eigen deelmogelijkheden als stadsactor aftast, en op 14 november samen met Stadslab2050 en enkele andere partners een workshop organiseert over een duurzame deeleconomie. Niemand beter dan een ervaren deelplatform-expert om dat event te begeleiden.”

Eigen publicaties

Deze invloed hebben online platformen op de toekomst van werk | ZiPconomy

Deze invloed hebben online platformen op de toekomst van werk | ZiPconomy

Mijn verslag van het Reshaping Work congres dat ik twee weken geleden in mijn nieuwsbrief deelde werd afgelopen week in aangepaste vorm op Zipconomy.nl geplaatst.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Tegenlicht special: platformen verlagen drempels, maar ten koste van wat? | Basisinkomen als redding van de platformwerker? | Hebben we controle over de platformen waar we afhankelijk van zijn?

Afgelopen zondag zond de VPRO de Tegenlicht aflevering over de klus- en klikeconomie uit. Ik mocht als expert en onderzoeker bij de Universiteit Utrecht een bijdrage leveren. Het was een mooie en interessante uitzending waarin zowel de kluseconomie (met als voorbeeld het Nederlandse platform Temper) als de klikeconomie (met het Amerikaanse horror platform Amazon Mechanical Turk) aan bod kwamen. Heb je de aflevering nog niet gezien? Dan heb je deze week iets te doen.

In deze speciale editie van mijn wekelijkse nieuwsbrief over platformeconomie besteedt ik aandacht aan 4 vraagstukken die op social media veel aandacht kregen en blijkbaar leven onder de kijkers.

1. Platformen verlagen drempels, maar houden ze voldoende rekening met de individuele gebruiker?

Een van de meest gedeelde Tweets (@redactie: ik neem aan dat jullie niet stiekum een gig hebben ingekocht via Fiverr om meer bereik te krijgen? ;-)) luidde: “De platformeconomie zet de arbeidsmarkt op zijn kop. Zonder sollicitatiegesprek, pensioen, verzekering of baas kan je via je mobieltje aan de slag voor online platformen als Uber of Deliveroo. Maar hoe vrij is de klik- en klusfreelancer?”

Hoewel je, zeker na deze uitzending, veel over platformen kunt zeggen, is het intussen wel duidelijk dat platformen drempels verlagen voor mensen om te participeren in de arbeidsmarkt. Bij de meeste platformen kun je zonder enige ervaring of diploma direct aan de slag. Collega onderzoeker Andrea Herrmann deed onlangs onderzoek naar de vraag of diploma’s er toe in de online kluseconomie. Het antwoord na uitgebreid onderzoek gedaan te hebben op een van de grootste klusplatformen in de wereld is duidelijk: nee. Het aantal jaren ervaring op een platform en de reputatiescore doen er, en die laatste is niet geheel verrassend, wel toe. Geslacht helaas ook: ook in de online kluseconomie verdienen mannen meer dan vrouwen voor soortgelijk werk.

In dat opzicht zou je kunnen zeggen, en dan ga ik voor het gemak niet in op de discussie rondom arbeidsvoorwaarden, dat platformen bijdragen aan een meer inclusieve arbeidsmarkt. Het kan dan ook de andere kant op werken: zo starten de social services in Zweden een experiment waar de ervaring (o.a. reputatiescore) van klusplatformen wordt omgezet in een traditioneel CV. En dan kan het zomaar zijn dat ervaring in de kluseconomie ook weer voor een betere positie op de niet-platform-arbeidsmarkt kan zorgen.

De meeste drempels die een gebruiker belemmeren om op een platform aan de slag te gaan zijn belemmeringen die door de overheid zijn bepaald. Zo moet je om bij Uber te mogen rijden o.a. een taxivergunning hebben en is een VOG bij sommige platformen verplicht. Beide voorbeelden zijn natuurlijk hartstikke legitiem.

De andere kant van het verhaal, dat ook in deze tweet naar voren komt, is dat er ook een prijskaartje aan deze flexibiliteit hangt. Bij veel platformen ga je als freelancer aan de slag en mag je je administratie en verzekering zelf regelen. Vooral dat laatste is een heikel punt: die verzekering komt er in de meeste gevallen niet. En dat is iets waar we als maatschappij een duidelijker standpunt over moeten innemen. Waarom? Omdat wanneer het mis gaat de maatschappij de rekening betaalt. De uitdaging in ons huidige arbeid systeem is dat er twee smaken zijn: zekerheid óf flexibiliteit. Hoewel het uitzendmodel daar een beetje tussenin hangt, hebben veel platformen toch de mening dat het uitzendmodel niet flexibel genoeg is. Hier ligt nog een duidelijke opdracht voor beleidsmakers om hier een oplossing voor te vinden. Maar ook voor platformen: het gegeven dat je vindt dat wetgeving verouderd is en niet aansluit bij jouw model mag natuurlijk nooit er toe leiden dat je de wetgeving dan maar aan je laars lapt. Uber en Deliveroo hebben hierin overigens de handschoen opgepakt en hun freelancers verzekerd. Niet ideaal en een risico voor het platform straks in de rechtszaal, maar ze pakken hier wel een stuk verantwoordelijkheid.

Laatste kanttekening bij de claim van flexibiliteit en vrijheid is dat je je misschien als aanbieder altijd bij een platform aan kunt melden, maar er niet altijd werk is. Zo weet je dat bij UberEats en Deliveroo en vooral werk is tijdens de zogenaamde ‘hungry hours’. Log je om 10:00uur ’s ochtends in, dan zul je weinig te doen hebben. En omdat je per uur betaald wordt, zul je er ook weinig aan overhouden. Dus: ja vrijheid, maar nee: niet de ultieme vrijheid.


2. Is het niet tijd voor een basis inkomen?

Niet zozeer trending, maar wel interessant was de tweet van @BartLankester: “Die klik- en kluseconomie eerst maar eens combineren met een basisinkomen. Krijg je betere beloning en kun je kloteklussen weigeren.”

Interessant, omdat het mij deed denken aan een onderzoek van professor Juliet Schor, Professor of Sociology at Boston College, waar ik twee weken geleden over schreef. Juliet deed onderzoek naar tevredenheid, autonomie en inkomsten van workers in de (offline) kluseconomie.

Uit haar onderzoeken bleek dat wie het platform gebruikt voor extra (supplemental) inkomen zonder daar afhankelijk van te zijn over het algemeen heel tevreden is, een groot gevoel van autonomie heeft en over het algemeen goed verdient. Waarom? Omdat deze groep de luxe heeft om alleen voor de goedbetaalde ‘gigs’ te gaan en omdat zij niet bang is om een lage score te halen: het deactiveren heeft weinig invloed op hun leven. Zijn zij ook goed in het negeren van sturingsmechanismen van de algoritmes.

Heel anders is het voor diegenen die afhankelijk van het platform zijn. Zij moeten iedere beschikbare klus aannemen en kiezen dus ook voor de slecht betaalde opdrachten. Daarnaast heerst er onder deze groep de angst voor de gevolgen van een slechte beoordeling, wat een negatief effect heeft op hoe zij hun werk en autonomie ervaren.

Conclusie: op het moment dat je een basis inkomen hebt en dus niet afhankelijk bent van een platform voor je levensonderhoud, verdien je meer. Juist ook omdat je die ‘kloteklussen’ kunt weigeren. Wat dat betreft heeft Bart dus helemaal gelijk.


3. Kunnen we dit soort bedrijven makkelijk een halt toeroepen?

De meest gedeelde tweet kwam van Tegenlicht zelf. “Waarom betalen we tol aan platform-monopolies als Uber en Airbnb, die enkel het contact leggen tussen klant en leverancier? Financieel journalist Paul Mason: ‘We kunnen dit soort bedrijven makkelijk een halt toeroepen’.”

De vragen die wordt gesteld zijn: 1) waarom betalen we tol aan een platform die ‘slechts’ contact legt tussen vraag en aanbod en 2) kunnen we dit soort bedrijven een halt toe roepen? Het korte antwoord is: ja. De vraag ‘maar hoe dan’ is helaas wat complexer.

Het zijn voornamelijk belangenorganisaties als Horeca Nederland (in het geval van Thuisbezorgd en Iens.nl) en vakbonden (in het geval van Uber) die roepen dat de percentages die gebruikers aan platformen moeten afdragen exorbitant hoog zijn. Waarom moet een restaurant 13 procent afdragen aan een website? Het antwoord is simpel: omdat Thuisbezorgd meer is dan alleen een website. Platformen verlagen drempels en bieden gemak (veelal door technologie en algoritmes) waardoor de markt groeit. Dit doen zij door veel te investeren in technologie, maar ook in marketing (reclame) en sales. En dat kost geld. Bij Thuisbezorgd op kantoor werken meer dan 1.000 mensen. Bij Uber op kantoor meer dan 16.000 mensen. Die zitten niet stil.

De aanname dat een platform dus ‘slechts’ contact legt is dan dus ook niet juist. Het neerzetten van een succesvol platform, waarbij ik succes nu beperk tot het ‘laten werken van het systeem’ is echt niet zo makkelijk en kost geld. Uiteindelijk is het aan de ondernemer ook de keuze (er van uit gaand dat er een keuze is) om te bepalen of de toegevoegde waarde van een platform de investering van x-procent commissie waard is. Zeker in de restaurant en hotel sector besteden ondernemers en ondernemingen hun marketing en sales uit aan een platform. Daar hoeven zij zelf nagenoeg niets meer aan te doen. Dat is een keuze. Dat spaart geld en dat kost geld: je betaalt alleen voor de werkelijke resultaten. Het misschien ongewenste bij-effect is dat je je klantcontact en onafhankelijkheid verliest. Maar ook dat is, in essentie, een keuze.

Het gegeven dat het niet makkelijk is om een eigen platform neer te zetten, betekent natuurlijk niet dat het onmogelijk is. Op steeds meer plekken wordt geëxperimenteerd met zogenaamde ‘platform coöperaties‘. Dit zijn platformen waarbij de aanbieders (zoals taxi chauffeurs) zich verenigen, een coöperatie opzetten en gezamenlijk investeren in een eigen app. Zie ook de slides van een presentatie die ik onlangs gaf naar aanleiding van een onderzoek dat ik naar deze ontwikkeling heb gedaan.

Het organiseren van gebruikers, en dan vooral de aanbieders, is dus een mogelijkheid om platformen een halt toe te roepen. Dit kan door zelf een eigen (lokale) variant te starten, maar ook door je als gebruikers te verenigen en samen een vuist te maken. Platform macht is namelijk alleen macht bij de gratie van de gebruikers. Zonder gebruikers is een platform niets waard. Hier ligt dus ook een kans voor vakbonden: door te organiseren en te activeren creëer je een tegenmacht. En dan heb je echt wel iets te zeggen.

Als laatst ligt hier natuurlijk ook een belangrijke en in mijn ogen zwaar onderbelichte rol van de overheid. Uiteindelijk is het aan ons als samenleving, met de overheid voorop, om te bepalen onder welke regels wij willen dat bedrijven en platformen zich in onze maatschappij gedragen. Dat besef ontbreekt nogal eens in de discussie. En dat is op zijn zachtst gezegd een gemiste kans.


4. Kunnen (publieke) waarden geborgd worden, ook bij een overname?

Op het eind van de aflevering werd Paul Eggink, de oprichter van Temper, gevraagd of zijn idealen zouden blijven staan op het moment dat er een partij zou komen die voor veel geld het platform over zou nemen. Paul reageerde in de trend van ‘nee, dan ben ik de controle kwijt en kan ik geen garanties afgeven’.

Hoewel ik geloof in zijn intenties is dat antwoord natuurlijk onjuist. Op het moment dat je kiest voor de belangen van de investeerders, dan richt je je model zo in dat zij verschillende opties hebben om hun investering (en genomen risico) te kapitaliseren. Op zich niets mis mee, maar helaas gebeurt het regelmatig dat dit kapitaliseren niet ten goede komt van de toekomst van het bedrijf en de andere stakeholders. Dat is een keuze, maar er zijn meer smaken.

Een voorbeeld is door het gebruik maken van het ‘Steward Ownership’ model. Dit model gaat uit van de filosofie dat niet het bedrijf dienend is aan de eigenaar/investeerder, maar de eigenaar/investeerder aan het bedrijf. Vorige week was ik toevallig in Berlijn op een conferentie die alleen hier over ging. Hier sprak ik een van de oprichters van Sharetribe, een bedrijf dat (open source) software maakt waarmee iedereen laagdrempelig zijn eigen platform kan beginnen. Zij hebben vorig jaar een transitie doorgemaakt naar dit model, waarmee de rendementen van investeerders worden beperkt (maar alsnog netjes zijn) en er een constructie is neergezet waarmee het bedrijf nooit verkocht kan worden. Lees meer over dit model en check de video van een kort interview dat ik deed via deze link.

Bottom line: natuurlijk is het mogelijk om de belangen van het bedrijf, haar gebruikers en de goede intenties van de oprichters te borgen en te beschermen voor de lange termijn.

Conclusie

Al met al vindt ik het een interessante aflevering geworden waar de voor- en nadelen van de opkomst van de platformeconomie goed naar voren zijn gekomen. Uiteraard daag ik de redactie uit om een vervolg te overwegen met de vraag ‘hoe kunnen platformen bijdragen aan een meer inclusieve samenleving en arbeidsmarkt’. Om vanuit de huidige situatie echt vooruit te kijken naar waar het heen kan gaan. En welke keuzes wij (ook als maatschappij) daarvoor moeten maken. Ik zie er naar uit.

Tot slot

Iedere maandag om 08:00uur deel ik in mijn nieuwsbrief de 5 meest interessante artikelen uit de platformeconomie en voorzie deze van mijn duiding en commentaar. Al ruim twee jaar lang. Voel je vrij om je in- en uit te schrijven. Inschrijven kan via deze link.

Overige links:

Vragen of opmerkingen? Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

FNV en de platformeconomie: deel 2 | Rapport regeldruk deel- en kluseconomie | Vraagstuk verantwoordelijkheden platformen

Goedemorgen! Afgelopen week in Berlijn weer veel geleerd hoe je een investeringsmodel zó kunt inrichten zodat de investeerder dienend is aan het bedrijf in plaats van andersom. En natuurlijk gisteravond de Tegenlicht uitzending over de click- en kluseconomie waar ik een bijdrage aan mocht leveren. Volgende week doe ik verslag van de aflevering. Dat lukte niet meer voor deze editie en aan nachtwerk doe ik al lang niet meer, behalve natuurlijk met het voeden van onze jongste dochter ;-). Ook voor de gelegenheid mijn eigen website maar weer eens strak getrokken en een Engels deel aan toegevoegd. Fijne week!

FNV begint rechtszaak tegen schoonmaakplatform Helpling – en snijdt zichzelf uiteindelijk in de vingers | ZiPconomy

FNV begint rechtszaak tegen schoonmaakplatform Helpling – en snijdt zichzelf uiteindelijk in de vingers | ZiPconomy

Het doel van deze nieuwsbrief en alle dingen die ik doe in de platformeconomie is het brengen van duiding in de discussie en debat en het uitdagen van stakeholders om beter bekend te worden met de diversiteit van de platformeconomie en verder te denken dan de eigen agenda.

Mijn stuk over de zaak FNV <> Helpling twee weken geleden deelde ik vorige week op Zipconomy.com. Het was te verwachten dat er een reactie zou komen die het cliché beeld van vakbonden bevestigde: naar binnen gekeerde dino’s die hun plek aan de onderhandelingstafel aan het verliezen zijn. Als er iets is dat ik de afgelopen jaren heb geleerd is wel dat cliché beelden te makkelijk zijn en de waarheid veelal geen eer aan doen. En het veel interessanter én constructiever is (uiteindelijk willen we vooruit, toch?) om verder te kijken dan de cliché neus lang is.

Mooi vond ik het dat twee abonnees op deze nieuwsbrief werkzaam bij FNV in een comment op deze post uitleg geven wat de standpunten van FNV zijn wat betreft de platformeconomie. Helaas, maar ook begrijpelijk, gingen zij niet diep in op mijn bedenkingen bij de Helpling case. Maar wat ik vooral mooi vindt is dat zij de stap hebben gezet om deel te nemen in het debat. Hoewel ik denk dat er nog een hoop te winnen valt, is dit in ieder geval een mooie eerste stap.

Natuurlijk kan ik de bijdrage hier uitgebreid ontleden, maar ik denk dat het in dit geval het beste is waneer je zelf de commentaren (ook die van mij) onder de post leest en een eigen mening vormt.

Een Uber-chauffeur rijdt een jonge vrouw dood en Uber, stellen haar ouders vast, ‘doet daar helemaal niets mee’ | De Volkskrant

Een Uber-chauffeur rijdt een jonge vrouw dood en Uber, stellen haar ouders vast, ‘doet daar helemaal niets mee’ | De Volkskrant

Deze week in de Volkskrant een aangrijpend stuk over een jonge vrouw die werd doodgereden door een taxichauffeur die via de Uber app (hij had op dat moment geen passagier) ritjes aan het uitvoeren was. Ik heb getwijfeld of ik dit stuk mee moest nemen in deze editie. Het is een super heftig verhaal, ik ken niet alle feiten en ben geen jurist. Ik heb besloten om het toch wel te doen, omdat deze casus een voorbeeld is van de uiterst moeilijke vraag hoeveel verantwoordelijkheid een platform (kan) nemen en hoe de balans tussen ration (is het platform verantwoordelijk?) en emotie (al ben je niet verantwoordelijk, niets doen of zeggen is dan niet de juiste route).

Platformbedrijven worden geroemd om hun exponentiële groeipotentieel. Het grootste hotel ter wereld, maar (nog) zonder eigen vastgoed, het grootste taxibedrijf ter wereld zonder eigen auto’s, etc. Op die manier kunnen dit soort platformen die niet zelf de assets bezitten door het verbinden van vraag en aanbod snel opschalen. Dat is indrukwekkend, maar het gegeven dat Uber de chauffeurs en taxi’s die via het platform worden gelinkt aan klanten, betekent ook dat het risico dat normaal bij een taxibedrijf lag, nu wordt neergelegd bij de individuele chauffeur. En het de vraag is of deze goed de risico’s (verzekering, financieel, etc.) kan inzien.

Wanneer het gaat om financiële producten hebben we in Nederland de AFM. Deze instantie heeft als uitgangspunt dat mensen domme keuzes maken (ik chargeer) en heeft als doelstelling om mensen hier voor te behoeden. In platformland (buiten de financiële sector, zo moeten lening platformen gewoon een AFM vergunning of ontheffing hebben) is het niet duidelijk aan te wijzen wie op dit soort zaken toeziet. Ik vraag mij al vanaf het begin af aan hardop af of we hier niet iets mee moeten.

Hoeveel verantwoordelijkheid kun je van een platform verwachten? Dat is een lastige vraag. Wanneer ik deze vraag doortrek naar de crowdfundingbranche dan zie je dat donatie en voorverkoop platformen relatief weinig verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk valt er van alles terug te lezen over de risico’s, maar de checks aan de voordeur voor nieuwe projecten is minimaal. Als investeerder heb je nagenoeg geen zekerheden. Bij lening crowdfunding is dit weer anders. Hier doen de platformen financiële checks die normaal ook bij een lening aanvraag van een bank plaatsvinden. En ook al nemen zij geen verantwoordelijkheid als het mis gaat (hoewel er wel constructies in de maak zijn om dit op te vangen), zij zullen een actieve rol spelen bij het vertegenwoordigen van de belangen van de investeerders. Je ziet hierdoor dat bij lening crowdfunding ook maar een klein deel van het aantal ingediende projecten echt online komt. Bij een platform als Kickstarter komt bijna alles online. Hoeveel verantwoordelijkheid je neemt als platform is dus ook een keuze van het platform zelf, al is deze soms ook een gedwongen keuze door regulering (in dit geval AFM) en de houdbaarheid van je model. Immers: als lening platformen nul checks doen, dan is het vertrouwen van investeerders zo weg en kan het platform de deuren sluiten. Hoewel je ziet dat het per platform verschilt hoeveel verantwoordelijkheid het neemt, toch zal een gebruiker altijd ook vertrouwen op het merk van het platform en aannames maken dat het platform ook een rol speelt en dus ook verantwoordelijkheid neemt voor een transactie. Dit is deels natuurlijk terecht: een platform heeft immers ook een naam hoog te houden.

Juridisch gezien is het lastig om een platform aansprakelijkte stellen. Zo kan de Gemeente Amsterdam wel overtreders die op heterdaad worden betreft met het illegaal verhuren van hun huis aanpakken, maar niet het platform zelf. Dat is dan ook de grote uitdaging van de gemeente. Ook bij Uber verwacht ik dat dit scenario vergelijkbaar is. Uber zorgt voor het platform, de spelregels en basis voorzieningen, maar de chauffeur draagt alle verantwoordelijkheid. Hier kun je een hoop vinden, maar dat is wel hoe het nu is geregeld.

De belangrijkste gedachte die ik bij dit stuk heb is dan ook niet óf Uber juridisch (mede-)verantwoordelijk is. Dat is voer voor juristen en als die er niet uitkomen voor de politiek. Want deze laatste wordt in veel gevallen buiten beschouwing gelaten. Voorbeeld: het gegeven dat er een beeld is dat er te veel taxi’s in Amsterdam rondrijden is ook het gevolg van (falend?) overheidsbeleid.

De belangrijkste gedachte die ik bij dit stuk had is dat als Uber juridisch niet verantwoordelijk is, dit geen excuus is om niets van je te laten horen en geen empathie te tonen. Want ook al ben je juridisch gezien niet verantwoordelijk, ook al zou het voor het platform geen doen zijn om alle verantwoordelijkheid te nemen voor de acties van de gebruikers van de app, dat neemt niet weg dat hier een vreselijk ongeluk is gebeurd met meerdere slachtoffers waar ieder bedrijf op zou moeten reageren en waar niet alleen naar de ratio, maar ook naar de emotionele kant van de zaak moet worden gekeken. Ook zonder de verantwoordelijkheid te erkennen.

Built to last: how Sharetribe shifted from a tradition to a steward owned model. – YouTube

Built to last: how Sharetribe shifted from a tradition to a steward owned model. – YouTube

Afgelopen week was ik in Berlijn voor de ‘Ownership Conference’, een congres waar de vraag centraal stond hoe de aandeelhouders dienend kunnen zijn voor het bedrijf in plaats van dat het bedrijf dienend is aan de aandeelhouders. Het model waar dit congres om draaide heette dan ook het ‘steward ownership model’.

Ik verken dit model, omdat in de platformeconomie veel discussie is over het extractieve karakter van geld. Venture Capital durfinvesteerders en ondernemers zitten er in flink wat gevallen (laten we niet iedereen over één kam scheren) in voor een korte termijn en maximaal rendement. Iets dat perverse prikkels kan opleveren mbt het maken van keuzes voor de lange termijn. Daarnaast: in veel gevallen dat een bedrijf wordt verkocht en de oprichters en deze weg gaan (samen ook vaak met wat werknemers van het eerste uur), is het daarna ook snel gedaan met het bedrijf.

In onderstaande video interview ik Juho Makkonen, oprichter van Sharetribe. Sharetribe levert (open source) software waarmee iedereen zijn eigen deeleconomie marktplaats kan bouwen, zonder enige technische kennis. Sharetribe heeft vorig jaar een transformatie doorgemaakt naar een Steward Ownership company. Dit houdt in dat

  • het stemrecht niet bij investeerders, maar bij teamleden die voor het bedrijf werken ligt;
  • het bedrijf nooit verkocht kan worden;
  • salarissen een max hebben;
  • investeerders maximaal hun investering factor 5 kunnen terugkrijgen en er per jaar maximaal 40% van de winst mag worden gebruikt voor het terugkopen van aandelen.

Hoewel dit model niet voor alle ondernemers is weggelegd, is het wel een interessante manier om bepaalde zekerheden ‘by design’ in het eigenaarschap model vast te leggen. Nieuw is het model overigens niet, het 130 jaar oude Bosch heeft ook een (deels) steward ownership structuur.


Built to last: how Sharetribe shifted from a tradition to a steward owned model. – YouTube
Co-operatives get new lease of life as contract workers join up | Financial Times

Co-operatives get new lease of life as contract workers join up | Financial Times

Na mijn onderzoek maar platform coöperaties valt het mij op dat er steeds meer berichten verschijnen van nieuwe coöperaties. Dit is een voorbeeld waar freelancers zich verenigen in een coöperatie en daarbij een soort van ‘best of both worlds’ model voor zichzelf creëren. “Being able to voice opinions and help shape the work and working environment without concern for hierarchy and powerplay is just great <…> We were all contractors and freelancers beforehand. We wanted to pool our knowledge and resources and form a company”. Oftewel: wel de lusten van het collectief, maar niet de lasten.

Rapport regeldruk platformeconomie

De klus- en deeleconomie als aanleiding voor het moderniseren van de regelgeving.| Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kan de opkomst van de platformeconomie leiden tot het verlagen van de regeldruk? Dit was de vraag die centraal stond in een onderzoek dat ATR Regeldruk de afgelopen maanden deed in opdracht van de tweede kamer. Het onderzoek werd uitgevoerd door Sira Consulting. Ik was door ATR gevraagd om deel te nemen in de begeleidingscommissie van het onderzoek. Naast dat dit erg leuk en interessant was om te doen, gaf het mij ook de gelegenheid om ook duiding en context te verschaffen rondom de onderzoeksvragen en -resultaten. Het vraagstuk werknemer of freelancers wordt in dit rapport overigens niet behandeld: hier zijn al een aantal andere partijen mee bezig. Hoewel dit rapport voornamelijk gaat over de huidige situatie, is het interessant om ook vanuit dit perspectief verder te kijken hoe platformen nog meer een bijdrage kunnen leveren. Genoeg voer voor een vervolg…

In het kort de aanbevelingen:

  1. Overweeg om werkgever gerelateerde verplichtingen te moderniseren;
  2. Creëer duidelijkheid in de regelgeving;
  3. Pas op voor regel- en toezichtreflex, gebruik andere beleidsinstrumenten;
  4. Herijk bestaande regelgeving;
  5. Omarm verandering en jaag beleidsinnovaties aan.

Events

Tegenlicht Meet Ups

Tegenlicht Meet Ups

Aanstaande maandag ben ik te gast op de VPRO Tegenlicht Meetup in Utrecht. Hier gaan we in gesprek over de uitdagingen en kansen van de kluseconomie. Kom je ook?

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Over twee weken ben ik in Antwerpen te gast als spreker op een event over hoe de deeleconomie kan bijdragen aan een meer inclusieve stad. Voor deze blog werd ik geïnterviewd over mijn visie op de platformeconomie icm steden.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Reshaping Work: hoe groot is de kluseconomie | Platformen als nieuwe generatie uitzendbureau? | Doet een diploma er nog toe? | Hoe tevreden is de kluswerker?

Afgelopen week heb ik mij uitermate vermaakt met 3 presentaties over platformeconomie en platformcoöperaties, een publiek debat tijdens de Dutch Design Week over de vraag ‘wie betaalt de prijs van ons gemak’ en het Reshaping Work in the Platform Economy congres. Wat mij opvalt is dat de verschillende stakeholders op persoonlijk niveau steeds meer zichtbaar zijn in het debat en open staan voor elkaars meningen en uitdagingen. Dat praat een stuk prettiger dan voor de rechtbank 😉 Volgende stap is dat de stakeholders ook op institutioneel niveau en ook naar buiten een constructievere houding aannemen. Want dat is de manier om tot oplossingen te komen. Ik merk dat ik steeds vaker de rol van bruggenbouwer oppak om binnen een stakeholder groep verschillende partijen bijeen te brengen en door stakeholders met elkaar te verbinden. Dat is tof om te doen vanuit mijn onafhankelijke positie. Ik vermaak mij wel zoals je merkt 😉

Deze nieuwsbrief heeft eenmalig een andere opzet. Iets dat ik mij op mijn 39ste (auw) verjaardag vandaag wel kan permitteren ;-). In plaats van 5 losse artikelen te voorzien van mijn duiding en commentaar praat ik je bij over de laatste discussies binnen de kluseconomie aan de hand van een aantal tweets die ik stuurde tijdens het Reshaping Work congres.

Komende week vertrek ik naar Berlijn om te leren over het Steward Ownership Model. Een investeringsmodel waarbij alle variabelen die kunnen leiden dat de investering een extractief effect hebben op het bedrijf ‘by design’ elimineren. Ik ben benieuwd…. Voor nu: mooie week! En vergeet a.s. zondag niet naar de Tegenlicht uitzending over de klik- en kluseconomie te kijken. Ik ben heel benieuwd naar het eindresultaat.

Hoe groot is de kluseconomie?

Afhankelijk van de definitie en duur van een klus komen onderzoekers uit op een omvang van 0,4% tot 22% van de arbeidsmarkt. Je ziet: er valt nog erg weinig zinnigs over te zeggen. Is dat erg? In principe niet, zolang je bij een onderzoek maar duidelijk maakt welke variabelen je wel en niet meeneemt in de definitie die je gebruikt. Al zou het geen overbodige luxe zijn als er iets meer eenduidigheid komt.

Een van de belangrijkste variabelen waar naar mijn mening te weinig over wordt nagedacht en gesproken is of een transactie wel of niet via een online platform verloopt. Wanneer je wilt praten over de uitdagingen en kansen die opdoemen wanneer je een transactie via een online platform laat lopen, dan is het prima om in de definitie alleen de transactie die via een online platform loopt mee te nemen. Maar wanneer je wilt weten hoe groot de kluseconomie is en iets wilt zeggen over de omstandigheden waarin de workers hun werk doen, dan is het toch ook wel fijn om te weten hoe groot de markt in zijn geheel is. Zo kun je bijvoorbeeld weinig zeggen over de schoonmakers die via Helpling werken, wanneer je niet weet hoe de schoonmakers die via andere intermediairs (bemiddelaars die zonder platform werken, het briefje bij de supermarkt, etc.) aan het werk zijn.

Ander punt dat in de opening keynote van collega Koen Frenken naar voren kwam is dat veel kluswerkers het werk gebruiken voor ‘supplemental income’. Lauren Sepoetro, public policy advisor van Uber, bevestigde dit later tijdens het congres. UberEats is niet bedoeld als hoofdinkomen. Dat is ook nagenoeg onmogelijk, aangezien er vooral werk is rondom lunch en avondeten. Maar ook fijn om dat eens van een platform zelf te horen.



Platformen als nieuwe generatie uitzendbureau?

ING publiceerde eerder het rapport ‘Algoritmes versus de flexbranche – Bestaat het uitzendbureau straks nog?’ waarin het voorspelt dat 20 – 70 procent van het marktaandeel van flex op het spel staat door de opkomst van online platformen. Ik deelde vorige week een blog over het Deense platform Meploy dat zowel de eigen als de externe flexibele schil van organisaties via één platform organiseert. En de uitzendbranche heeft de afgelopen weken een flink aantal statements en opiniestukken de media in gebracht over de rol van uitzendbranche in de platform en freelance discussie.

Tijdens een presentatie van onderzoekers van het Oxford Internet Institute, zij doen waanzinnig onderzoek naar het online werk in de kluseconomie, kwam onderstaande slide voorbij. Platform Sourcing is een term die ik nog niet was tegengekomen, maar hij bekt lekker. Hoe meer ik er over nadenk en hoe meer ik er met mensen over praat, hoe meer ik er van overtuigd raak dat de link tussen platformen in de kluseconomie en de uitzendbranche een hele logische is. Ik denk dat ook dat de oplossing in de vraagstukken over zekerheden voor platformworkers in deze hoek kan liggen.

Volgens mij is iedereen er intussen wel van overtuigd dat het systeem van arbeid volledig op de schop moet. Matthew Taylor, Chief Executive van het in de UK gevestigde RSA (check deze club!), deelde in zijn keynote zijn visie dat er voor opdrachtgevers en werkers geen fiscale verschillen tussen vast en flexibele vormen van werk mag zijn. En zo waren er nog wel meer ideeën. Maar intussen is het ook wel duidelijk dat als er zo’n shift komt, dat dit nog wel een paar jaar op zich laat wachten. En moeten we op zoek naar een oplossing for the time being…


Doe een diploma er nog toe in de kluseconomie?

Platformen verlagen de drempel tot de arbeidsmarkt. Bij het merendeel van de klusplatformen kun je zonder enige ervaring aan de slag. Geen diploma vereist. Gedurende het werken op een platform bouw je vervolgens een reputatie score op, wat je weer helpt bij het verder verkrijgen van nieuwe opdrachten.

De vraag is dan ook: doen diploma’s er toe in de online kluseconomie? Het antwoord van collega Andrea Herrmann et al is duidelijk: nee. Dit na uitgebreid onderzoek gedaan te hebben op een van de grootste klusplatformen in de wereld. Het aantal jaren ervaring op een platform en de reputatiescore doen er, en die laatste is niet geheel verrassend, wel toe. Geslacht helaas ook: ook in de online kluseconomie verdienen mannen meer dan vrouwen voor soortgelijk werk.

Andersom is het ook interessant om mee te experimenteren. Zo starten de social services in Zweden een experiment waar de ervaring (o.a. reputatiescore) van klusplatformen wordt omgezet in een traditioneel CV. En interessant experiment.



Hoe tevreden is de worker in de kluseconomie?

Juliet Schor, Professor of Sociology at Boston College, doet al jaren met haar team onderzoek in de platformeconomie. Ik ontmoette (en interviewde) haar ruim drie jaar geleden tijdens de eerste International Workshop on the Sharing Economy in Utrecht. Mijn eerste confrontatie met de academische wereld. Juliet deelde in haar keynote resultaten uit onderzoek over tevredenheid, autonomie en inkomsten van workers in de (offline) kluseconomie.

Interessant is om te zien dat wie het platform gebruikt voor extra (supplemental) inkomen zonder daar afhankelijk van te zijn over het algemeen heel tevreden zijn, een groot gevoel van autonomie hebben en over het algemeen goed verdienen. Waarom? Omdat zij de luxe hebben om alleen voor de goedbetaalde ‘gigs’ te gaan en omdat zij niet bang zijn om een lage score te halen (het deactiveren heeft weinig invloed op hun leven), zijn zij ook goed in het negeren van sturingsmechanismen van de algoritmes.

Heel anders is het voor diegenen die afhankelijk van het platform zijn. Zij moeten iedere beschikbare klus aannemen en kiezen dus ook voor de slecht betaalde opdrachten. Daarnaast heerst er onder deze groep de angst voor de gevolgen van een slechte beoordeling, wat een negatief effect heeft op hoe zij hun werk en autonomie ervaren.


Kluseconomie vanuit het perspectief van de worker

Bijzonder aan het Reshaping Work congres is dat alle stakeholders die bij deze ontwikkeling betrokken zijn aanwezig zijn, ronde tafels hosten (ik schoof uiteraard na mijn blog van vorige week bij FNV aan tafel) en op de tweede dag gezamenlijk op het podium staan in het debat ‘meet the gig worker’. (zie de video van vorig jaar).

Deze keer stonden afgevaardigden van Deliveroo en UberEats op het podium met 6 van hun gig workers. Een aantal bevindingen:

Gepland of écht on demand?

Deliveroo werkt met ingeplande diensten. Drie variabelen zorgen er voor of een bezorger voorrang krijgt bij het inschrijven voor een dienst:

  1. Komt een bezorger afspraken na en werkt deze voor de sessies die eerder zijn gereserveerd;
  2. Last minute afzeggingen (als iemand meer dan 24 uur van tevoren een sessie cancelled heeft dit geen effect);
  3. Werkt de bezorger ook gedurende piekuren (vrijdag, zaterdag, en zondag tussen 18-20 uur).

Natuurlijk kun je je ook proberen je spontaan aan te melden, maar als het maximum aantal bezorgers binnen een bepaald gebied is bereikt, dan is aanmelden niet meer nodig. UberEats werkt niet met ingeplande diensten, dit gaat echt allemaal on demand. Je zou zeggen dat het Deliveroo model zorgt voor betere verdiensten voor de koeriers: je hebt grip op het aanbod, zodat er nooit te veel koeriers tegelijkertijd aan het werk kunnen zijn ten opzichte van het aantal opdrachten. Bij UberEats is er minder controle op de supply van het platform. Het zou interessant zijn om te (laten) onderzoeken welk model voor de meeste inkomsten voor de koerier zorgt.

Freelance of niet?

Dé discussie van het moment en de komende jaren is: is de platform werker freelancer of moet het platform hem of haar in dienst nemen? Verschillende advocaten die ik heb gesproken voorspellen dat er de komende jaren echt geen duidelijkheid hier in komt.

Hoewel er veel over de kluswerker wordt gesproken, wordt er beroerd weinig mét de kluswerker gesproken. En dat kan tot verrassende resultaten leiden. Op de vraag: ‘wat wil je liever: freelancer of in dienst’ antwoordde de kluswerkers unaniem: freelancer. De motivaties:

  • Je ziet direct resultaat van je inspanningen. Fiets je hard, dan verdien je meer. Het competitieve element wordt als positief ervaren;
  • De flexibiliteit: werken wanneer je wil, korte of lange shifts;
  • Autonomie: eigen baas, eigen keuzes maken.

Hoewel de keuze duidelijk is, is het wel de vraag of de individuele koeriers de risico’s kunnen inschatten rondom verzekering, arbeidsongeschiktheid en pensioen. Een aantal platformen die ik tijdens het congres sprak staan dan ook open voor verplichte verzekeringen van de workers. Zolang dit ze niet in de hoek van werkgever drukt.

Waar ligt de bottleneck?

Tijdens deze discussie kwam ook een voor mij verrassende of in ieder geval onderbelichte stakeholder naar voren die een grote invloed heeft op het wel en wee van de fietskoerier: het restaurant. Platformen als Deliveroo en UberEats geven restaurants die voorheen geen delivery deed de mogelijkheid om in te tappen op een netwerk van koeriers van het platform. Maar dit zegt nog niet dat ze daar klaar voor zijn en hun processen op hebben ingericht. Een aantal punten:

  • Lange wachttijden: vaak gaan andere klanten voor en moet de fietskoerier op eigen rekening wachten;
  • Niet ingesteld op het verpakken van de maaltijd voor transport. Resultaat: overstroomde, door elkaar gehusselde en niet heel smakelijk ogende maaltijden en verzopen papieren zakken. Iets waar de koerier, ook in de waardering, vaak voor wordt afgerekend.

Deliveroo gaf aan actief advies te geven aan restaurants. Maar het dus nog beter voor beide platformen. Ik ben overigens ook wel benieuwd of deze negatieve ervaringen ook gelden voor restaurants die hun eigen koeriers in ‘dienst’ hebben. Ik vermoed van niet: dan zal er meer een gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid zijn.




Tot slot

Ruim zes jaar geleden besloot ik fulltime in de platformeconomie te duiken. Met de overtuiging dat deze ontwikkeling de komende jaren iedere sector zou beïnvloeden. Eerst crowdfunding, dan deeleconomie en vervolgens de kluseconomie. Ook voorspelde ik, vanuit logica redenerend, dat die laatste de meest interessante en relevante vraagstukken zou opleveren. Immers: hoe meer afhankelijk iemand van een platform is, hoe duidelijker de pijn wanneer het model niet optimaal is.

Het was mooi om te zien dat er nu (eindelijk) het momentum ontstaat dat alle instituties het belang van deze ontwikkeling erkennen en zich actief in het debat begeven. Ook al is het kennisniveau nog in de beginfase: toch zie ik dit als een heel positieve ontwikkeling. Tof om hier onderdeel van te zijn.


Event report

De video van het debat.
De schaduwzijden van de platformeconomie: wie betaalt de prijs van ons gemak?

De schaduwzijden van de platformeconomie: wie betaalt de prijs van ons gemak?

Vorige week nam ik tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven deel aan een anderhalf uur durend publiek debat over de vraag ‘wie betaalt de prijs van ons gemak?’.

In het panel (vlnr):

  • Erik Pentenga, Sectorbestuurder FNV Flex
  • Martijn Arets, Onderzoeker Universiteit Utrecht Platformeconomie
  • Pim Graafman, Managing Director YoungOnes
  • Joost Gielen, Oprichter Werkspot

Dat was erg leuk om te doen en ik heb weer veel nieuwe inzichten opgedaan. Debatteren is iets dat ik eerst voornamelijk online deed en wat ik de laatste tijd steeds vaker in publieke settings doen. Ik merk dat ik dat hartstikke leuk vindt om te doen en met mijn ervaring van honderden interviews, gesprekken, onderzoeken en deze nieuwsbrief goed de context van bepaalde (politiek geladen) discussies kan geven. Met een vleugje humor, het moet natuurlijk wel leuk blijven ;-).

Organisator Freshheads plaatste dit verslag van het debat online. Door op het bovenstaande plaatje te klikken kom je bij de video van het hele debat.

Eigen publicaties

Case analysis: Dutch Trade Union sues gig platform.

De laatste tijd laat ik steeds vaker stukken uit deze nieuwsbrief vertalen naar het Engels om deze ook voor een breder publiek toegankelijk te maken. Zo ook dit stuk over de rechtszaak tussen FNV en Helpling.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

FNV sleept Helpling voor de rechter. En vergeet de context van het probleem. | Uber werkt aan de Uber voor uitzenden | Hoe ride sharing wél werkt

Afgelopen week mocht ik voor een NWO verkenning waar ik mee bezig ben 5 platformen uitgebreid interviewen en nam ik deel aan het expertpanel Trends in Internetgebruik van SIDN. Een leerzame week dus. Deze week was sowieso interessant door het bericht dat FNV Helpling voor de rechter daagt. In deze nieuwsbrief doe ik een (hele) uitgebreide analyse van wat er aan de hand is. Komende week weer veel op pad, onder andere naar het Reshaping Work in the Platform Economy congres in Amsterdam. Gaat vast weer veel interessante inzichten en gesprekken opleveren.

Zet daarnaast zondag 4 November 21:05 NPO2 in je agenda. Dan wordt de Tegenlicht uitzending over de klus- en klikeconomie uitgezonden. Voor deze uitzending werd ik een uur op camera geïnterviewd. Erg benieuwd naar het resultaat. Tof om een bijdrage aan te mogen leveren. Voor nu: fijne week!

FNV begint rechtszaak tegen schoonmaakplatform Helpling – FNV

FNV begint rechtszaak tegen schoonmaakplatform Helpling – FNV

Het zat er al even aan te komen, de geruchtenmachine ging al een jaar geleden van start, maar deze week was het zover. Op de dag dat platform voor schoonmakers bij huishoudens Helpling een nieuwe investering en de uitbreiding naar Zwitserland bekend wilde maken was het FNV die het feestgevoel verstoorde met de aankondiging dat het het platform voor de rechter daagt.

De boodschap in het persbericht is helder: FNV is van mening dat Helpling de schoonmakers die van het platform gebruik maken in dienst moet nemen. Wat mij wel verbaasde is dat er wel een aantal flinke feitelijke onjuistheden in het bericht stonden. Zo onjuist, dat dit echt geen toeval kan zijn. Zo spreekt FNV in het bericht over ZZP’ers. Dit is onjuist, schoonmaakhulpen vallen onder de regeling dienstverlening aan huis. “Dit is een uitzonderingsregeling op de verplichte lasten die een werkgever normaal gesproken wel heeft als het gaat om kleinschalige diensten en klusjes van particulieren onderling.” Daarnaast staat in het bericht dat een hulp 11,50 per uur verdient, terwijl op het platform de aanbieder zelf zijn of haar prijs mag bepalen. Er is wel een ondergrens om een race to the bottom te voorkomen. Er is geen maximumprijs, maar er wordt wel een adviestarief aangegeven wat andere schoonmakers in dezelfde omgeving vragen.

Even los van nog flink wat suggestieve uitspraken, als voormalig marketeer weet ik dat je af en toe wat zaken naar je hand moet aandikken en ook dat je als je een bericht ontvangt goed in gedachten moet houden wat de agenda van de zender is, is het de vraag waarom FNV deze onjuistheden in het bericht heeft geplaatst. De boodschap is immers helder en was met de feiten echt niet minder duidelijk en overtuigend geworden. Onnodig dus.

Is de keuze om Helpling te dagvaarden willekeur?

Helpling is niet het enige platform dat bemiddelt tussen particuliere vragers en aanbieders volgens de regeling dienstverlening aan huis. En als verdienmodel een commissie over de transactie rekent. Ook schoonmaakplatformen iemand.nl, ziso.nl en oppasplatform Charley Cares maken gebruik van deze combinatie. Hoewel dit volgens mij los staat van het vraagstuk werknemer ja of nee zie dus dat er meer platformen zijn die volgens eenzelfde marge op transactie constructie werken. Wat dat betreft had FNV het voor het kiezen.

De zaak in perspectief: is het Helpling model nu echt zo nieuw?

Wat doet Helpling? Het stelt huishoudens in staat om via een online platform (marktplaats) een schoonmaakhulp te vinden. Daarnaast ondersteunt het platform in een stuk kwaliteitscontrole (telefonische intake, ID check en reputatie systeem), backoffice (klachten, vragen, vervangende hulp bij vakantie), planning tool en betaalmodule. Het bedrijf verdient geld door een marge van iedere transactie af te romen. Een veel gebruikt model, hoewel ik bij andere platformen voor particuliere schoonmaak ook wel vaak het abonnement model tegenkom.

Is Helpling uniek in wat het doet? Zeker niet. Dit soort dienstverlening bestaat al jaren. Neem het bedrijf HomeWorks. Een bedrijf dat al 25 jaar lang exact hetzelfde doet als Helping. Het enige verschil is dat dit geen online marktplaats is, maar dat het bedrijf handmatig de match tussen vraag en aanbod maakt. Daarnaast heeft het servicecoördinatoren die toezien op kwaliteit en zelfs met de eerste schoonmaak mee gaan (een interessante in de discussie wel/geen werknemer). Dit alles maakt het een duur model: de commissie die het bedrijf rekent is dan ook zo’n 39% (t.o.v. 23% bij Helpling).

Als de FNV het belangrijk vindt om voor deze doelgroep op te komen, waarom hebben zij een organisatie als HomeWorks dan niet al veel eerder, zeg bij de oprichting in de vorige eeuw, aangepakt?

Dit voorbeeld laat zien dat de gig economy al honderden jaren bestaat, maar dat door de opkomst van platformen het matching proces wordt geautomatiseerd of geoutsourced naar de klant via een marktplaats model. Door alleen de matchmakers die via een online platform tot de gig economy te rekenen laat je het grootste deel van de markt buiten beschouwing. En dat is een gemiste kans. Lees hierover ook mijn blog ‘is the discussion on the gig economy still on-topic?’.

Wat gebeurt er als FNV zijn gelijk haalt?

Ik ben geen jurist, heb de aanklacht niet gelezen en kan dus geen voorspellingen in deze zaak doen. Maar wat nu als FNV wint en Helpling de huishoudhulpen in dienst moet nemen? Dan is wat er daarna gebeurt vrij eenvoudig te voorspellen. Wanneer Helpling de huishoudhulpen in dienst neemt, dan gaat de prijs van de hulp voor de klant omhoog naar een bedrag van minimaal 20 euro. Nagenoeg geen enkele particulier is bereid dit bedrag per uur te betalen. Er zal niemand meer boeken via het platform en Helpling is binnen de kortste keren failliet. Is daarmee het probleem opgelost? Nee. Die schoonmaak wordt ook daarna nog wel gedaan. Maar dan via de zwarte markt.

(De regeling dienstverlening aan huis wordt wel vaker bekritiseerd. In België hebben ze een ander interessant systeem: de Dienstencheque. Van wat ik er nu over heb gehoord een heel interessant systeem. Duik er binnenkort wat dieper in…)

Verbrand FNV met deze aanvliegroute haar schepen?

Iedere vakbondsvrouw om -man die ik 1-op-1 spreek is er van overtuigd dat de opkomst van platformen die bemiddelen (in welke vorm dan ook) in arbeid niet meer te stoppen is. Ook zie ik veel kansen in samenwerkingen tussen platformen en vakbonden, zoals het borgen van collectieve afspraken in algoritmes.

Uiteindelijk hebben beide partijen, zeker in de markten waar de gevraagde arbeid schaars is, een gemeenschappelijk belang. En snapt iedereen dat wil de markt echt groeien het noodzakelijk is dat er geen onduidelijkheden en onzekerheden meer zijn. Investeerders willen immers ook gewoon duidelijkheid en onduidelijkheid staat gelijk aan risico.

Als we er dan toch van overtuigd zijn dat beiden stakeholders nog wel vaker door een door zullen moeten gaan, dan is dit wel een wat onaangename start van een relatie. Ik denk ook echt dat FNV door het kiezen van deze route zichzelf flink in de vingers snijdt. Een oplossing voor de vraagstukken komt alleen wanneer alle partijen (platformen, belangenorganisaties, overheid) hun gezamenlijke verantwoordelijkheid pakken. FNV heeft al een interessant trackrecord in de relatie tot platformen:

  1. Aanklacht Deliveroo (binnenkort uitspraak);
  2. Samenwerking Temper tussen FNV Horeca en het platform waar de top van FNV en publique zijn ongenoegen uitsprak over de samenwerking;
  3. Nu de Helpling case.

Ik kan mij niet voorstellen dat er nu nog een platform is die met een gerust hart een samenwerking of experiment met FNV aandurft. Ik zou als ik voor een platform werkte het risico niet durven nemen en op zoek gaan naar een andere samenwerkingspartner. En dat vindt ik oprecht zonde en een gemiste kans. Juist vanwege de mogelijkheden die ik zie dat een samenwerking tussen platformen en vakbonden kan bijdragen aan een meer inclusieve arbeidsmarkt. Zeker in de sectoren waar de arbeid nu nog heel gefragmenteerd wordt uitgevoerd en we officieel geen idee hebben hoe de omstandigheden zijn, maar wel een vermoeden hebben dat deze voor verbetering vatbaar zijn (schoonmaak, maaltijdbezorging, etc.).

Conclusie

De conclusie van bovenstaand is dat ook al wint FNV de rechtzaak, de schoonmaakhulp die zij omschrijven als de ‘dappere individu’, wordt er onder de streep niet beter van. Daarnaast is het duidelijk dat het aanklagen van alleen Helpling over komt als willekeur: het voorbeeld van HomeWorks laat zien dat deze manier van werken al heel oud is. En de kluseconomie vele malen groter dan wat er op een platform als Helpling gebeurd.

Het ziet er dan ook naar uit dat het doel van deze zaak voornamelijk ligt bij het ‘aankaarten van de problematiek achter de platformeconomie’. Een niet onbekende route, maar niet een waar ik voor zou hebben gekozen.

Voor nu is het afwachten hoe de rechtzaak afloopt en of er ruimte komt voor een meer volwassen en constructief debat.

Uber is testing an on-demand staffing business called Uber Works – The Verge

Uber is testing an on-demand staffing business called Uber Works – The Verge

Deze week werd bekend dat Uber werkt aan de…. Uber voor de uitzendbranche. Het is altijd interessant om te zien hoe dit soort pilot projecten in de media worden ontvangen.

In dit stuk staat: “Amazon started with books. I’m not sure Uber can be Amazon, but the notion applies.”. Ik deel deze mening, maar Uber heeft nog wel een lange weg te gaan om door een simpele aankondiging de beurskoersen van concurrenten in die sector te laten dalen. Ze zullen moeten bewijzen dat ze hier succesvol in zijn. Hoewel een nieuw model als UberEats (6 miljard omzet aan boekingen in 250 steden per jaar volgens dit stuk) echt iets anders is dan taxi’s, zit het nog wel in de transport / mobiliteit hoek.

Wat Uber nu eigenlijk doet, mochten ze dit gaan opschalen, is twee ingrediënten van het oorspronkelijke model uitbouwen. Mobiliteit en arbeid. Over mobiliteit heb ik het een aantal weken geleden al gehad: begonnen met taxi’s en nu als wens om de entry app te worden van (on demand) mobility. Dit is ook de ambitie die is uitgesproken door de nieuwe CEO. Met deze weg zal arbeid steeds minder belangrijk worden en ligt de nadruk op mobiliteit, al dan niet in bezit van Uber.

Dit project gaat over het arbeid stuk. Hier heeft het bedrijf ook enorm veel ervaring mee hoe je mensen via een app aan het werk kunt krijgen en houden. Dit is eigenlijk te waardevolle ervaring om niet iets mee te doen wanneer ze alleen op het uitbouwen naar de ‘entry app’ voor mobiliteit waar de rol van arbeid kleiner zal worden. Als ze dit goed aanpakken, dan kan dit ook uitgroeien tot een ‘entry app’ voor de kluseconomie.

Dit scenario is overigens wel een stuk moeilijker uit te bouwen dan het mobiliteit scenario. Bij mobiliteit versterken de verschillende opties elkaar en kies je on demand wat op dat moment het beste bij jou aansluit. Bij arbeid is dat een heel ander verhaal: je kunt klusjesmannen, schoonmakers, chauffeurs en meer in 1 app kunnen boeken, maar dat is een stuk lastiger te verenigen. Het kan ook zijn dat, en daar lijkt dit bericht op uit te komen, Uber zich richt op de zakelijke markt. En die is nog moeilijker mee te krijgen.

Al met al dus een goed idee, maar het is afwachten of dit een succes kan worden. Met de beursgang in aantocht is het sowieso een slimme zet: de marktwaarde van de uitzendbranche wereldwijs is enorm groot en een manier om potentie van het bedrijf op te krikken. Daarnaast: ik voorspel dat de invloed van platformen een grote rol gaan spelen in de toekomst in de uitzendbranche. ING kwam eerder dit jaar ook tot die conclusie. Wat dat betreft is dit bericht van Uber een goede wake up call voor deze sector. Voor het geval ze die nog niet al hadden gehad.

Carpooling service Klaxit partners with Uber for last-minute changes – TechCrunch

Carpooling service Klaxit partners with Uber for last-minute changes – TechCrunch

Waar veel platformen zich in eerste instantie met de consumenten mark bezig hielden, hier kun je op korte termijn veel vaart maken, zie ik ook steeds meer platformen zich richten op de zakelijke markt.

Afgelopen week kwam ik dit bericht over Klaxit tegen: een ride sharing (carpooling) platform voor bedrijven. “Klaxit currently handles 300,000 rides per day. In particular, the company has partnered with 150 companies, including big French companies such as BNP Paribas, Veolia, Vinci and Sodexo.” Voordeel van het focussen op de zakelijke markt is:

  • Het gaat om vaste routes die mensen elke dan weer afleggen (woon-werk verkeer);
  • Hierdoor is het veel eenvoudiger om een match te maken;
  • Voor de werkgever is dit ook interessant: de band tussen werknemers wordt vermoed ik groter wanneer zij samen rijden, kosten voor mobiliteit kunnen omlaag en het is ook goed voor de MVO doelstellingen;
  • Het verdienmodel hoeft niet op basis van marge op transactie, maar kan in de vorm van een abonnement op een white label oplossing voor de organisatie. Dit is een veel minder omslachtig model.

Door een stukje extra zekerheid aan het model toe te voegen, mocht je rit afzeggen dan regelt Klaxit een Uber taxi, wordt deze vorm van ride sharing een volwaardig alternatief. Slim gedaan.

Eerste Nederlandse security token offering | Revue

Eerste Nederlandse security token offering  | Revue

Via de nieuwsbrief van Ronald Kleverlaan ontdekte ik de ‘security token offering’. In dit bericht informatie en gedachten over de eerste case in Nederland. “De investeringen worden via een Ockelcoin vastgelegd in een smart contract. De tokens worden gekoppeld aan certificaten van aandelen in een STAK. Een mooie oplossing om digitale tokens te koppelen aan een bestaande juridische infrastructuur.”

Er zijn uiteraard genoeg haken en ogen, maar zeker een ontwikkeling om te volgen.

Events!

Session 7- 2018 — Reshaping Work Conference 2018

Session 7- 2018 — Reshaping Work Conference 2018

Komende donderdag en vrijdag vindt in Amsterdam de 2e editie van het ‘Reshaping Work in the Platform Economy’ plaats. Ik zit in de advisory board van het event en presenteer ook een nieuw paper dat ik samen met Koen Frenken schreef over platform coöperaties.

#FHDEBAT: Wie betaalt de prijs van ons gemak? – Freshheads | Dutch Design Week

#FHDEBAT: Wie betaalt de prijs van ons gemak? – Freshheads | Dutch Design Week

Morgen (dinsdag) avond ga ik tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven in debat over de kluseconomie. Het belooft een interessante avond te worden met:

  • Pim Graafman, Managing Director YoungOnes
  • Joost Gielen, oprichter Werkspot
  • Erik Pentenga, Sectorbestuurder FNV Flex
  • Ondergetekende

Inschrijven kan hier.

Eigen publicaties

Airbnb als coöperatie? Het zou zomaar eens kunnen | Marketingfacts

Airbnb als coöperatie? Het zou zomaar eens kunnen | Marketingfacts

In de tsunami aan discussies die opspelen rondom vakantieverhuur-website Airbnb was daar op 21 september ineens een opmerkelijk bericht. In een brief aan de Amerikaanse beurswaakhond SEC deelde…

Is the discussion on the gig economy still on-topic?

Een meer uitgebreide versie van een bijdrage in deze nieuwsbrief of we nog de juiste discussie voeren in de kluseconomie publiceerde ik deze week in het Engels.

Meploy is showing businesses the future of organizing flexible work.

Vorige nieuwsbrief deelde ik informatie over het uitzend platform Meploy. Deze week schreef ik een uitgebreidere versie van dat stuk in het Engels.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Hoe platformen de flexibele schil organiseren. En hiermee een nachtmerrie kunnen worden voor uitzendbureaus | Airbnb concurrent Wimdu stopt. Wat is het verhaal? | Bijeenkomst met die waar iedereen het over heeft, maar niemand mee praat: de gig worker

Goedemorgen! Afgelopen week was ik in Brussel bij de Single Market conference “Collaborative Economy: Opportunities, Challenges, Policies”. Mijn verwachtingen waren niet heel hoog, maar ik werd positief verrast. Hoewel er in de collaborative economy (ik noem het meestal platform economie) nog te veel op 1 hoop wordt gegooid, is het niveau van discussie en awareness is wel een stuk beter dan 2 jaar geleden.

Voorafgaand aan de conference had ik nog afspraken met twee nieuwsbrief volgers: bij een vakbond en bij een coöperatie. Wat mij bij vakbonden opvalt is dat zij op institutioneel niveau niet al te constructief de discussie rondom platformeconomie voeren, maar wanneer je medewerkers 1-op-1 spreekt er veel besef, interesse én ideeën leven. Oftewel: trek je niet te veel aan van de oneliners, achter de schermen is er echt wel wat in gang gezet.

Ook deze week weer 5 artikelen op een rij gezet en voorzien van mijn duiding en commentaar. En een Engelstalige blog waarin ik de Airbnb oprichters uitdaag om ambitie (en ballen) te tonen en van Airbnb een coöperatie te maken. Wie weet…. Fijne week!

We work. We share. We launch: meploy Community bonus program.

In Kopenhagen ontmoette ik een dik jaar geleden de oprichter van het gig platform Meploy. Meploy is gestart als platform dat freelancers aan bedrijven koppelt voor kortlopende klussen. Al snel maakten zij een belangrijke switch: zij pakten de verantwoordelijkheid van het werkgeverschap en namen de mensen die zij via hun platform wegzetten in dienst. En werden zij een compleet digital first uitzendbureau.

Ik bleef Michael, de oprichter, volgen, kwam hem regelmatig in het buitenland tegen, zo ook afgelopen donderdag in Brussel. Hij vertelde mij dat ze tegenwoordig voor vaste klanten de hele flexibele inhuur faciliteren. Deels met het flex netwerk vanuit de klant, deels met de profielen op het Meploy platform. En afgelopen jaar factor 10 zijn gegroeid.

Meploy is een platform dat een beetje laat zien hoe ik verwacht dat de kluseconomie de komende jaren zich zal ontwikkelen. Van het faciliteren van klusjes voor consumenten steeds meer een middel om de flexibele schil van organisaties via een platform, al dan niet whitelabel, te organiseren. Dit is voor organisaties super interessant. Ook omdat de organisatie dan ook, naast de eigen flexibele schil die in het systeem wordt gezet, ook gebruik kan maken van de talent pool van het platform. Dit kan voor de uitzendbranche een flinke impact kan hebben. Of die impact een kans of een bedreiging is, dat is aan de uitzendbranche zelf. Dit is een stuk van de kluseconomie waar nog niet over wordt gesproken, maar die volgens mij een enorme impact gaat hebben….

Een aantal dagen voordat ik Michael sprak las ik ook zijn laatste blog waarin hij bekend maakt dat hij vanaf nu ieder jaar 10% van de winst zal verdelen onder hen die dat jaar via het platform hebben gewerkt. Hij heeft ook nagedacht over een coöperatief model, maar gezien de vluchtige relatie van workers met het platform zag hij daar geen toegevoegde waarde in. Volgens mij heeft hij nu een prima en unieke oplossing neergezet.

London’s food couriers under attack – BBC London

London’s food couriers under attack – BBC London

Wie denkt dat het rondbrengen van voedsel een relaxed bijbaantje is, die moet vooral (niet) dit filmpje van de BBC bekijken. In Londen is het in sommige buurten letterlijk levensgevaarlijk om dit beroep uit te oefenen.

Kunnen we hier de platformen de schuld van geven? Natuurlijk niet. Het voorbeeld in dit item gaan dan ook over koeriers die in ‘dienst’ zijn van een aantal restaurants die gezamenlijk hun logistiek organiseren.

Wat heeft dit item dan met de kluseconomie te maken?

  1. Het laat zien dat we niet alleen wanneer we een mening moeten vormen over een ontwikkeling naar de manier waarop de transactie tot stand is gekomen moeten kijken. Ik haalde het voorbeeld van TakeAway.com er al eerder bij: 1,4% van hun bezorgingen wordt gedaan door eigen koeriers, 98,6% door koeriers waar het platform geen zicht en grip op heeft. Oftewel: het grootste deel van de ‘gig economy’ wordt zonder tussenkomst van een online platform georganiseerd en bestond voor de komst van de platformen ook al. Natuurlijk is het prettig om de peilen op een grote speler te kunnen richten, maar als je jezelf een beetje serieus neemt dan weet je ook wel beter. Wat niet betekent dat de grote spelers geen verantwoordelijkheid hebben natuurlijk. Verre van;
  2. Wanneer we voorbij de (overigens heel belangrijke) korte termijn discussies kijken, is het ook tijd om te bedenken hoe platformen de omstandigheden van een groep workers die al jaren bestaat, maar die te gefragmenteerd waren om echt iets voor te organiseren kan verbeteren. De vraag is een beetje wie de handschoen oppakt. De platformen? De overheid? De vakbonden? Idealiter natuurlijk een combinatie van. Misschien hier binnenkort maar eens iets voor organiseren. Interesse? Je weet mij te vinden.
London’s food couriers under attack – BBC London – YouTube
Tech Workers Now Want to Know: What Are We Building This For? – The New York Times

Tech Workers Now Want to Know: What Are We Building This For? – The New York Times

How to break platform or company power? Dit is de vraag die ik mijzelf stelde tijdens een presentatie (link: begin bij slide 17) op het Permanent Beta festival eerder dit jaar bij Seats2Meet in Utrecht.

Ik kwam erop uit dat door mensen samen te brengen en een gezamenlijke actie op te zetten (wat van alles kan zijn). Dit kan bij platformen vanuit vraag (de klant), aanbod (de aanbieders), aandeelhouders/investeerders en de medewerkers zelf. Over deze laatste groep, die blijkbaar steeds bewuster wordt van de mogelijke impact van hun acties, gaat dit stuk:

“Across the technology industry, rank-and-file employees are demanding greater insight into how their companies are deploying the technology that they built. At Google, Amazon, Microsoft and Salesforce, as well as at tech start-ups, engineers and technologists are increasingly asking whether the products they are working on are being used for surveillance in places like China or for military projects in the United States or elsewhere. That’s a change from the past, when Silicon Valley workers typically developed products with little questioning about the social costs.”

Een goede ontwikkeling, maar wel heel erg afhankelijk van de cultuur en het type mensen dat wordt aangenomen. De vraag is dan ook dat wanneer de arbeidsmarkt minder overspannen is (nu is er een war on talent bij techbedrijven, dus je moet je mensen tevreden houden) of dit nog steeds zo krachtig is. Maar op zich: het personeel als controlerende macht is natuurlijk een interessante ontwikkeling.

Wimdu haalt de stekker eruit – TravelPro

Wimdu haalt de stekker eruit – TravelPro

Ik wordt regelmatig om advies gevraagd door journalisten die, geïnspireerd door de voorbeelden met miljarden waarderingen, een artikel willen schrijven over hoe je makkelijk rijk kunt worden met een platform. Die gesprekken duren meestal heel kort. Want rijk met een platform worden, dat is maar voor een enkeling weggelegd. Voor de ‘happy’ 0,01 procent. Een succesvol platform neerzetten dat geen verlies, laat staan winst, maakt is namelijk een hele kunst. De meeste platformen falen. En soms keihard. Zo ook de voormalige Airbnb concurrent Wimdu.

Hoewel dit nieuws wordt gebracht alsof het platform van de een op de andere dag stopt, ziet het er naar uit dat het al langer slecht ging met het platform:

  • 2011:  Rocket Internet (o.a. ook Zalando) steekt 90mln in Wimdu
  • 2016: er wordt bekend dat het grootste deel van de investering op is, er wordt gezocht naar een koper;
  • 2016: 9Flats koopt Wimdu (9Flats heeft slechts 10mln investering ontvangen en heeft dus nooit veel voor Wimdu kunnen betalen)
  • 2016: enkele weken later koop het 50 jaar oude vakantiehuis verhuur bedrijf Novasol beide merken;
  • 2018: de stekker wordt uit Wimdu getrokken.

Belangrijkste vraag is nu natuurlijk: wat is het echt verhaal? Wimdu is dus, ondanks een mooie investering, nooit van de grond gekomen. Novasol heeft uiteindelijk waarschijnlijk een schijntje voor het merk, het aanbod van het platform en een stuk ICT betaald. Het zal ook zomaar kunnen dat Novasol het aanbod van Wimdu overzet naar het eigen platform. En dit al vanaf het begin de bedoeling was. We zullen er waarschijnlijk weinig meer van horen. Voor mij wel een les om af en toe eens dieper in het verhaal en de cijfers te duiken. En een bevestiging dat het neerzetten van een succesvol platform, ook al heb je veel geld opgehaald, een grote uitdaging is.

Reflections on a food delivery workshop that almost did not happen (part 2) | Platform Labor

Reflections on a food delivery workshop that almost did not happen (part 2) | Platform Labor

Onderzoeker Niels van Doorn zit momenteel in New York voor veldwerk in de kluseconomie. In deze blog beschrijft hij de outcomes van een sessie tussen diverse UberEats riders en Uber. Hij is iemand die deze twee stakeholders al vaker naast en tegenover elkaar heeft gezet, zoals ook in onderstaande video die ik maakte op het Reshaping Work congres in Amsterdam vorig jaar. Zie hier ook alle video registraties die ik maakte van de keynotes.

Mooi aan dit soort dingen is dat we eindelijk iets te horen krijgen van de groep waar iedereen over praat, maar bijna niemand mee praat. Ik wilde eerst een samenvatting van het stuk maken, maar het leest zo makkelijk weg, dat ik je toch echt adviseer om het stuk zelf te lezen. Let wel op dat dit een uniek voorbeeld is van de markt in New York, waar relatief veel fulltime gig workers werken. Dit is anders in Nederland, waar (volgens de berichten) een groot deel van het bezorg werk door studenten wordt gedaan.

Deze serie kent uiteraard ook nog een deel 1. Die is minder de moeite van het lezen waard. Deze blog gaat meer in op het organisatorische proces vooraf en hoe moeilijk het was om vertegenwoordigers van platformen zelf bij deze sessie aanwezig te laten zijn. Uiteindelijk kwam alleen een vertegenwoordiger van UberEats opdagen. De andere platformen lieten het afweten.

Het valt mij sowieso op dat Uber de laatste jaren heel zichtbaar is geworden in het debat. Ook op plekken waar je ze misschien niet zo snel zou verwachten. Zo stond er tijdens een bijeenkomst eerder dit jaar in Brussel in een zaal vol vakbondsmensen een public policy manager van Uber op het podium. Wat ik heb gemerkt, ik kwam hem vervolgens op meerdere bijeenkomsten tegen, is het effect wanneer de ‘elephant in the room’ in… ’the room’ is. Dan matigt iedereen toch wel zijn toon wanneer het over dit platform gaat (the elephant) en denkt 2x na voordat er iets wordt gezegd. Niets is namelijk makkelijker dan de ‘elephant’ bashen. Een gezamenlijke vijand/pispaal. En dat veranderd wanneer deze zelf aanwezig is. Niet dat hierdoor dingen niet worden gezegd, maar het niveau van de discussie wordt wel een stuk hoger. Een voorbeeld voor anderen.

Questions from Gig Workers session at ‘Reshaping Work in the Platform Economy conference – YouTube

Gekkies…


Getting worse? Leuk geprobeerd om met een dramatische kop aandacht te trekken, maar misschien moeten ze eerst de feiten wat beter op een rijtje zetten… Zolang we niet weten wat het aantal gewerkte uren is, is het een kwestie van gissen waarom Uber chauffeurs door de jaren heen minder zijn gaan verdienen. En ja, dan is ‘getting worse’ slechts één van de opties. Leuk geprobeerd…

Eigen publicaties

Airbnb as a cooperative: a viable scenario?

Twee weken geleden kwam het nieuws naar buiten dat Airbnb de hosts aandelen wil geven. In dit stuk (de Nederlandse versie verschijnt volgende week) ga ik verder in op deze actie en daag ik Airbnb uit om een stap verder te gaan door Airbnb om te vormen tot een coöperatie.

Heb ik het idee dat dit ooit gaat gebeuren? Nee. Wat ik met dit stuk wil illustreren is:

  • Laten zien dat platform coöperaties een alternatief kunnen zijn in platformland;
  • Mensen bewust maken dat een platform coöperatie niet persé een coop vanaf het begin hoeft te zijn, maar dat we ook na kunnen denken over modellen waarbij een bestaand platform in fases wordt overgenomen door de gebruikers;
  • Dat gedeeld eigenaarschap mooi is, maar dat het probleem bij Airbnb niet bij de hosts ligt: die verdienen al goed geld met de verhuur van hun huis;
  • Dit wel een goede aanleiding is voor de discussie over gedeeld bestuur en eigenaarschap van platformen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Voeren we het juiste debat over de kluseconomie? | Juridisch kader Airbnb krijgt vorm, maar hoe zit het met de handhaving? | Groei platformen via API’s

Goedemorgen! Ik was even aan het genieten van de rust van de Ardennen, vandaar deze week een dagje later. Deze week reis ik af naar Brussel voor het ‘Single Market Forum 2018/2019’ dat vanuit de Europese Commissie wordt georganiseerd. En als ik er dan toch ben plak ik er gelijk nog wat bezoekjes aan vast bij twee interessante stakeholders in de kluseconomie. Fijne week!

The gig economy will continue to expand, according to experts – Vox

The gig economy will continue to expand, according to experts – Vox

Vorige week deelde ik een studie van JPMorgan met cijfers over de kluseconomie in de VS.  Dit artikel geeft een extra inkijkje in de resultaten en de reactie van 4 experts.

Onderstaand fragmentje geeft goed aan dat de kluseconomie voor verschillende doeleinden te gebruiken is. In dit voorbeeld hebben ze dat aan de generaties gekoppeld. Ik geloof niet dat het zo zwart/wit is, maar het geeft aardig beeld:

“Why people turn to gig work has a lot to do with how old they are. According to a 2018 study, Gen X-ers work the most hours per week of any generation and usually have a high school education. They are also more likely to rely exclusively on gig work for income. Baby boomers usually have high degrees and are retired. They use on-demand service platforms to make money they may not be getting in retirement. Millennials use it as a side gig way to pay off debt and are often more highly educated as well. Both millennials and boomers say they enjoy the flexibility offered by gig economy jobs.”

Wat je heel duidelijk naar voren ziet komen wanneer je het rapport en de bijdragen van de experts leest is dat de kluseconomie (gig economy) nog heel erg als een nieuw en op zichzelf staand fenomeen wordt gepresenteerd. Gig economy gaat wel/niet banen vervangen, etc. Daarnaast gaat de discussie over de voorwaarden die nu gelden.

Maar we moeten de gig economy niet behandelen alsof het een andere planeet is. Een andere arbeidsmarkt. Of een andere economie. In veel onderzoeken wordt specifiek gekeken naar het werk via de bekende platformen, terwijl er heel weinig bekend is over de gehele markt. Ik gebruik nogmaals de case van Thuisbezorgd (TakeAway): 1,4% van de bestellingen wordt uitgevoerd door eigen bezorgers, 98,6% gaat via bezorgers die door de restaurants zelf regelen. Zij werken niet via een platform en niet in de gig economy zoals velen hem nu zien. Dat is een gemis in het debat.

Ook verwacht ik dat platformen voor veel organisaties de organisatie van flexibele inhuur gaat overnemen. Zowel bij bedrijven zelf als in de rol die nu wordt gepakt door uitzendbureaus. Dat zijn in veel gevallen dus minder zichtbare platformen die wel veel impact en volume hebben, maar relatief onder de radar opereren.

De vraag is dan ook: wordt de juiste discussie gevoerd door alleen te focussen op de match van vraag en aanbod van arbeid die door een digitaal platform tot stand komt? Ik denk het niet.

Stumbling and Mumbling: Worker ownership: threat or promise?

Stumbling and Mumbling: Worker ownership: threat or promise?

“Labour’s plan to force large companies to give workers a 10% stake in them seems popular: Yougov reports that most voters and even a plurality of Tory supporters think it a good idea. On the other hand, though, it’s given the CBI a fit of the vapours.”

Zou je kunnen afdwingen dat organisaties een x-percentage van de aandelen aan de  employees verkoopt of toewijst? Dit is in dit stuk en serieuze discussie. Het zou wel revolutionair zijn dat de grens tussen werkenden en eigenaren (en dus ook indirect de werkgevers) vager kan worden. Ik weet het niet, maar dat maakt dit als food4thought niet minder interessant.

Gemeente mag winst afpakken bij illegale woningverhuur | NU.nl

Gemeente mag winst afpakken bij illegale woningverhuur | NU.nl

“Wie zijn woning illegaal verhuurt via website Airbnb, pleegt een economisch delict en is strafbaar. Gemeenten kunnen voortaan niet alleen boetes opleggen, maar ook de winst van illegale kamerverhuur afpakken.”

Het ziet er naar uit dat Den Haag gemeenten gaat helpen met grip krijgen op vakantieverhuur via platformen als Airbnb en Booking. Naast de plannen voor een landelijk registratiesysteem wordt het nu dus ook makkelijker om de winst uit illegale verhuur af te pakken, aangezien dit straks als economisch delict wordt gezien. Dit zijn stappen naar een landelijk (juridisch) kader dat ik eerder al opperde, waarbij er nationale middelen zijn en de gemeenten lokaal aan de knoppen kunnen draaien.

Hoewel dit weer een stap is in het in de hand houden van vakantieverhuur, zal de tijd moeten leren of dit ook echt effect gaat hebben. Het grootste probleem is namelijk niet zozeer de boetes die kunnen worden opgelegd, maar het vinden en (op een juridisch correcte manier) vaststellen van de illegale bezigheden. Dit moet namelijk op heterdaad gebeuren en op het moment dat niemand de deur open doet, kunnen de handhavers niets doen.

Het zou mooi zijn als (en hier spreekt een gezond verstand en niet de developer ;-)) er vanuit de overheid een API (= technische koppeling) kan worden vrijgegeven met een koppeling tussen identiteit en kadaster. Als platformen gedwongen kunnen worden om hier in samen te werken en dit te koppelen aan het ID van een advertentie, dan kan hier een waterdicht systeem ontstaan. Twee uitdagingen:

  1. De platformen moeten hier in samenwerken. En ook al horen we veel over goede wil van platformen, toch is het nog kinderlijk eenvoudig om op 1 adres meerdere advertenties aan te maken;
  2. De overheid moet hier ook klaar voor zijn. Niet alleen moet alle ID en kadaster data op orde zijn (vooral die laatste is een uitdaging), maar ook moet de overheid een dergelijke koppeling maken. En hier ligt dan ook een kern van het probleem waarbij een steeds meer digitaal wordende wereld de aansluiting verliest met de nog veelal offline georiënteerde overheid.

Bottom line: de oplossing voor vakantieverhuur via platformen laat echt nog wel even op zich wachten….

Handy charges fees to its workers for being late or canceling jobs — Quartz at Work

Handy charges fees to its workers for being late or canceling jobs — Quartz at Work

“Imagine that the company you work for charged you a fee—$10, $20, or even $40—every time you showed up late for work, left an hour early, or called in sick. Professional cleaners working for Handy, a cleaning and handyman service, don’t have to imagine this scenario: They are living it.”

Interessant stuk van de altijd (terecht) kritische Nederlandse onderzoeker in de kluseconomie Niels van Doorn. Als onderdeel van een groter onderzoek interviewde hij 19 aanbieders op het klusjes platform Handy.

In veel onderzoeken gaat het over de ‘nudging’ en ‘gamification’ technieken die platformen gebruiken om de aanbieders op het platform te sturen naar gewenst gedrag. Want hoewel de aanbieders ieder voor zich een ‘independent contractor’ zijn, is het de klant die ook bepaalde verwachtingen heeft aan de hand van het merk en de merkbelofte van het platform.

Niels heeft het in dit stuk over de ‘carrot and the stick’. Oftewel: je kunt een worker een wortel voorhouden (nudging en gamification), maar tegelijkertijd ook een stok gebruiken om met een hardere hand gewenst gedrag te sturen. Uit de 19 interviews kwam naar voren dat Handy gretig gebruik maakt van de ‘stick’ methode door niet gewenst gedrag af te straffen met een boete. Een cancellation fee, missed job fee, late arrival fee, early departure fee en een referral fee (hoewel deze laatste en positieve beloning is).

Zijn conclusie: “By enforcing contractual relations that use debt as a mechanism to bind a segment of its workforce to its platform, I believe Handy effectively updates a system of debt peonage whose terms and conditions it can modify unilaterally, suddenly, and without any substantive form of appeal—save for private arbitration. As we continue to debate and reflect on the pros and cons of app-based gig work, we should remember that practices like these would be unacceptable in any regular workplace.”

HotelRunner Launches Airbnb API Integration

HotelRunner Launches Airbnb API Integration

In een stuk over de ‘5 voorspellingen voor de deeleconomie in 2016‘ schreef ik hoe platformen API’s zouden gaan inzetten om hun groei te versnellen. Hoewel hier veel kansen liggen, zie ik dit nog minimaal gebeuren.

Daarom vond ik dit artikel dan ook des te interessant. Over HotelRunner: “HotelRunner has more than 49,000 accommodation partners from 193 countries ranging from small and boutique hotels, bed and breakfasts, and daily rentals to enterprise hotels and chains. This partnership will allow properties to save time, focusing on creating exceptional and unforgettable guest experiences.” Duidelijk een platform in de B2B markt. Met deze integratie kunnen de klanten van HotelRunner dus heel eenvoudig hun aanbod op Airbnb doorplaatsen.

Het is natuurlijk de vraag hoe uniek dit is voor de hotels. Ik vermoed dat Airbnb dit soort tools ook al aanbiedt of in de toekomst aan gaat bieden. Wel is het voor Airbnb handig om in één keer veel nieuwe klanten binnen te halen. Als ik hun was, dan zou ik nu zeggen: dankjewel. En over een jaartje de dienst zelf ontwikkelen.

Hoewel het lastig is om te zeggen of en zo ja hoeveel impact dit heeft op het aanbid op Airbnb, wordt het wel duidelijk dat er een steeds grotere groep professionele aanbieders op het platform actief zal worden. Airbnb zal hier een keuze in moeten gaan maken. Ten eerste of ze dit willen. Ik vermoed van wel: op korte termijn kan dit een mooie groei opleveren. Ten tweede hoe ze dit richting de gebruikers gaan positioneren. Het contrast tussen Henkie om de hoek die 1x per jaar zijn huis verhuurd en een professioneel Boutique Hotel is enorm. Ik verwacht dan ook dat Airbnb hier stappen in gaat maken door klanten de optie aan te bieden te kiezen uit verschillende soorten niveau’s van hoe professioneel de listing is. Dat is ook goed in het kader van verwachtingsmanagement en uiteindelijk ook de tevredenheid van de klant.

Als laatst is het de vraag in hoeverre dit de lange termijn positie van het platform beïnvloed. Airbnb en Booking.com groeien zo wel erg naar elkaar toe en er is straks misschien nog weinig unieke toegevoegde waarde van één partij te ontdekken.

Discutabel

Waar crowdfunding in het begin uitblonk in eenvoud worden de producten steeds ingewikkelder. Geldvoorelkaar spant met de introductie van de FLEX lening waarover zij communiceerden in hun nieuwsbrief de kroon. Ik vraag mij sterk af of dit een goede ontwikkeling is. Wat een politiek correcte manier is om te zeggen dat ik het een slecht idee vindt. Zeker in een markt waarbij er een overschot aan geld in de markt is en een tekort aan goede projecten om in te kunnen investeren. Misschien iets waar de vorige week opgerichte brancheorganisatie ‘Stichting MKB Financiering’ zich over kan buigen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Airbnb geeft voorzet voor platformeconomie 2.0 | Gevestigde orde bundelt krachten | Cijfers platformeconomie VS

Goedemorgen! Komende week staan presentaties gepland voor een groep van 200 makelaars over de impact van platformeconomie voor de makelaarsbranche. En ga ik in debat tijdens een sessie ‘When your boss is an Uber algorithm: about the role of automated decision making in the platform economy.’ Daarnaast start ik vandaag met een interviewserie voor een onderzoek waarvoor ik de komende 5 maanden met 50 platform verantwoordelijken, beleidsmakers en belangenvertegenwoordigers rondom de platformeconomie in gesprek ga. Ontzettend veel zin in.

Ook deze week weer 5 stukken gevonden en voorzien van mijn duiding en gedachten. Mooie week!

Airbnb Proposes Giving Hosts a Stake in the Company – WSJ

Airbnb Proposes Giving Hosts a Stake in the Company  – WSJ

“Airbnb has asked the SEC to change rules to potentially allow the home-sharing platform to offer hosts a stake in the company.”

Platformen krijgen regelmatig kritiek dat degenen die mede verantwoordelijk zijn voor de waarde(ring) van het platform hier niets van terug zien. Ik heb het hier over de gebruikers. Want een platform is simpelweg niets waard zonder de gebruikers die hun woning verhuren of een woning verhuren, die een taxi aanbieden of hier gebruik van maken en ga zo nog maar even door.

Airbnb co-founder Brian Chesky heeft in een brief naar de SEC zijn wens uitgesproken om de host, de aanbieders van woningen op hun website, te belonen met een aandeel in het bedrijf. Zodat zij ook profiteren wanneer het bedrijf naar de beurs gaat.

Nieuws is dit natuurlijk niet: de platform coöperaties die ik onderzoek en waar ik hier regelmatig iets over roep doen niet anders. Nieuw is wel dat deze wens vanuit een bestaande ‘commerciële’ organisatie komt. De vraag of dit een marketing stunt is, is misschien niet eens zo relevant, want Airbnb zet door deze uitspraak een nieuwe vorm van platformen waarbij de gebruikers ook mede-eigenaar (en bij voorkeur ook mede bestuurder) zijn. Hoe meer stakeholders eigenaar zijn, hoe kleiner de kans dat er een extractief model ontstaat waarbij de ene stakeholder ten koste van de ander aan de slag gaat.

Een uitgebreide analyse en gedachte experiment volgt volgende week, ik heb een stuk geschreven dat hopelijk snel in de krant verschijnt.

Blinde vlek?

Mijn eerste reactie op dit nieuws (De Volkskrant schreef hier ook over), naast het enthousiasme over het mede eigenaarschap (er wordt overigens niets gezegd over mede bestuur) was ook een reactie van onbegrip. Volgens mij zijn namelijk in de uitdagingen die Airbnb heeft de hosts niet het probleem. Die verdienen hun geld wel met het verhuren van hun woning. Is de focus op puur de hosts een blinde vlek van Airbnb?

Intussen zie je ook dat de toon rondom de discussie van politiek en Airbnb verhard. Zo wordt er gekeken of niet alleen de verhuurders die in overtreding zijn, maar ook het platform zelf aansprakelijk kan worden gesteld voor het faciliteren van illegale verhuur. En wordt uitgezocht of illegale verhuur niet als economisch delict kan worden aangezien, wat de mogelijkheden van het geven van een hogere boete vergroot.

Waar de gemeente en Airbnb eerst in harmonie leken te leven, lijkt het voor de buitenwereld of dat huwelijk op de klippen is gelopen. Is dat erg? Ik denk dat het wel meevalt hoe erg het is. Intussen is de gemeente er achter dat het beleid, ook mbt handhaving, platform onafhankelijk moet worden opgesteld en hiervoor geen absolute voorwaarde moet zijn dat alle platformen meewerken. Wat dat betreft lijkt het er op dat ook deze markt, langzaam maar zeker, volwassen aan het worden is.

BMW and Daimler plan to headquarter mobility company in Berlin | Global Fleet

BMW and Daimler plan to headquarter mobility company in Berlin | Global Fleet

“BMW Group and Daimler plan to locate the headquarters of their new global mobility company in Berlin, Germany.”

Je kunt veel zeggen van de gevestigde orde in de mobiliteit sector, maar niet dat ze stilzitten. Mooi om te zien hoe BMW en Daimler al langer hun krachten bundelen.

“The two German based premium car manufacturers create a joint venture to combine and expand their on-demand offering in the areas of carsharing, ride-hailing, parking, charging and multimodality.”

Met al het platform geweld en de grote investeringen van buiten de sector is samenwerken volgens mij de beste manier om een kans te maken in de toekomst nog relevant te zijn. Dat hebben ze dan weer goed begrepen.

Welcome to our digital nation, Your Holiness Pope Francis

Welcome to our digital nation, Your Holiness Pope Francis

Estland is heel goed in twee dingen: technologie en marketing. Met het e-Residence project kunnen mensen van buiten Estland een digitaal burgerschap krijgen. Hiermee kunnen zij op afstand gebruik maken van de technologische infrastructuur van het land. Ik schreef daar eerder dit over.

Naast dat technologie het land organisatorisch veel brengt, door digitalisering zijn de kosten van de overheid in vergelijking met andere landen minimaal, heeft het ook het land internationaal op de kaart gezet. En dat doen ze erg slim. Afgelopen week zag ik het bericht voorbij komen dat nu zelfs Paus Francis digitaal inwoner van het land is geworden. De eerste e-residence uit Vaticaanstad. Hoewel hij er zeer waarschijnlijk nooit meer naar om zal kijken (mijn e-residence kaart ligt ook al jaren in mijn bureaula), is dit wel weer een mooie stukje marketing.

The Online Platform Economy in 2018 | JPMorgan Chase Institute

Banken zitten op een bak aan data. En daar kunnen ze interessante onderzoeken mee doen. Dit onderzoek van JP Morgan geeft weer wat interessante inzichten in de ontwikkeling van de platformeconomie in de VS aan de hand van een sample van 39 miljoen bankrekeningen.

De 5 belangrijkste findings (volgens de auteurs):

  1. The Online Platform Economy has continued to grow. Between 2013 and 2018, transportation platforms have grown to dominate in terms of both the number of participants and total transaction volume.
  2. Most participants in the Online Platform Economy are active in just a few months out of the year.
  3. The growth in the supply of drivers has come alongside a 53 percent decline in average transportation earnings.
  4. Platform earnings represent a major source of income for families in the months they participate but only 20 percent of income among those who participated at any point in the prior year.
  5. Participation rates in the Online Platform Economy varied significantly across the nation.
Stormachtige groei deelauto’s houdt aan – CROW-KpVV

Stormachtige groei deelauto’s houdt aan – CROW-KpVV

“In 10 jaar tijd is autodelen uitgegroeid tot een serieus alternatief voor de eigen auto. Dit blijkt uit de jaarlijkse Monitor Autodelen van kennisplatform CROW-KpVV.”

Dit bureau publiceert al jaren interessante onderzoeken rondom autodelen. Kanttekening wel is dat de groei voornamelijk zit in het aanbod van auto’s op peer2peer platformen als SnappCar. Waar een ‘fulltime’ deelauto van bijvoorbeeld Greenwheels 24/7 beschikbaar is en eenvoudig is te openen zonder tussenkomst van een verhuurder, zijn de auto’s op peer2peer platformen een heel stuk minder beschikbaar en is de drempel om er een te huren ook een stuk hoger.

Kort gezegd: mooi de groei van het aantal deelauto’s, maar het meest belangrijk is natuurlijk de groei van het gebruik. De groei van het aantal is overigens een goede ontwikkeling: hoe meer deelauto’s bij je in de buurt, hoe kleiner de kans dat je misgrijpt wanneer je er eentje nodig hebt en hoe groter de kans dat je een deelauto als alternatief voor een eigen (2e) auto zal nemen.

Bewustwording

In de media

Deliveroo 3 jaar in België: “Ze kunnen nog groeien door mensen dagelijks hun eten thuis te laten leveren” | De Morgen

Deliveroo 3 jaar in België: “Ze kunnen nog groeien door mensen dagelijks hun eten thuis te laten leveren” | De Morgen

Voor de Vlaamse krant De Morgen werd ik uitgebreid geïnterviewd over Deliveroo (in België), het model en waar de kansen liggen. Helaas is dit artikel achter een betaalmuur, ik hoop later deze week een PDF binnen te krijgen van het stuk van 800 woorden,

Podcast: ‘Ophef Kavanaugh schaadt Trump’ | Einde van illegale verhuur? | NU.nl

Podcast: ‘Ophef Kavanaugh schaadt Trump’ | Einde van illegale verhuur? | NU.nl

Voor de Nu.nl podcast werd ik geïnterviewd over het nieuws dat vanuit Den Haag wordt gewerkt (of in ieder geval: die intentie is er) aan een landelijk registratie systeem voor vakantieverhuur.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Nieuw rapport kluseconomie | Waarom vakbonden zelf een platform moeten starten. Of misschien niet? | Hoe New Taipei platformen inzet voor een meer inclusieve samenleving

Goedemorgen! Ik besefte mij dit weekend dat ik regelmatig roep: ‘de platformeconomie is meer dan alleen Uber en Airbnb’. Om vervolgens een flink deel van mijn nieuwsbrief aan de ‘usual suspects’ te besteden. Deze week dus anders: een nieuwsbrief zonder de usual suspects. Voor de afwisseling. Maar daarmee zeker niet minder interessant. Mooie week!

How New Taipei is turning back the tide on ageing | GovInsider

How New Taipei is turning back the tide on ageing | GovInsider

“Mayor Eric Chu shares how the city is building a gig economy for the elderly.”

In de (broodnodige) discussies rondom platformeconomie en de transitie naar een steeds meer digitale (platform) samenleving wordt naar mijn mening één vraag zwaar onvoldoende gesteld: wat voor samenleving willen we en hoe kunnen platformen (en andere digitale middelen) er aan bijdragen dat de samenleving leuker, beter en inclusiever wordt. Daarnaast is in veel discussies de markt leidend en de overheid volgend. Die combinatie zorgt er voor dat er veel potentieel blijft liggen.

Gelukkig zijn er ook voldoende voorbeelden van, meestal lokale, overheden die zich deze vraag (al dan niet noodgedwongen) stellen. In dit stuk wordt het verhaal verteld van New Taipei, een stad waar het aandeel van de ‘senior population’ in 2026 zal zijn gestegen naar 25% van de inwoners. Deze stad heeft heel goed begrepen dat:

  • Wanneer iemand een hogere leeftijd heeft bereikt, betekent het niet dat deze de opgebouwde kennis en skills uit het verleden niet meer toe kan passen. Dit is een doelgroep die van grote toegevoegde waarde is voor de samenleving. Behalve wanneer je ze achter de geraniums zet natuurlijk 😉
  • Het vanuit korte termijn perspectief misschien aantrekkelijk is om aan deze groep geen aandacht (en geld) te besteden, maar dat dit op de langere termijn een negatief effect heeft. Door er voor te zorgen dat deze groep betrokken blijven bij de samenleving en laagdrempelig toegang hebben tot vervoer en gezondheidszorg, voorkom je een hoop (dure) problemen in de toekomst.

Kost dit dan niet enorm veel geld? Ik denk van niet. Enerzijds omdat er een preventieve werking vanuit gaat en anderzijds omdat zij ook (met behulp van technologie) ouderen uitdagen om andere ouderen te helpen:

“The city has recruited social care volunteers from an unexpected demographic: the seniors themselves. “You can have professional social workers to help you, but it costs you a lot of money,” Chu noted. “So why don’t you provide a service to other seniors who need the service?”

The city’s officials train senior citizens to provide care services for their fellow seniors. “Every district government in my city creates a lot of channels for those senior citizens to join us as volunteers.” Senior volunteers have to undergo 40 hours of training before they can become official volunteers.”

Ook leunen zij voor samenwerkingen met het bedrijfsleven niet op een aantal grote spelers, maar op de lokale middenstand.

Daarnaast: geluk en succes zijn natuurlijk niet uit te drukken in geld. Maar de begroting moet natuurlijk wel sluitend zijn 😉 Volgens mij is deze case een voorbeeld voor velen.

Report: Digital labour platforms and the future of work – ILO

Report: Digital labour platforms and the future of work – ILO

Het valt mij op dat er de laatste tijd, eindelijk, steeds meer aandacht komt voor de uitdagingen en kansen die platformen bieden voor onze samenleving. Wat mij ook opvalt is dat voor veel discussies stakeholders puur binnen hun eigen verticale koker blijven. Platformen, overheid, belangenorganisaties…. doen allemaal onderzoek, bedenken oplossingen en nemen standpunten in zonder met elkaar in gesprek te gaan.

Zo publiceerde het ILO (International Labour Organization) deze week het super interessant en relevant rapport: ‘Digital labour platforms and the future of work‘.

“This report provides one of the first comparative studies of working conditions on five major micro-task platforms that operate globally. It is based on an ILO survey covering 3,500 workers in 75 countries around the world and other qualitative surveys.

The report analyses the working conditions on these micro-task platforms, including pay rates, work availability and intensity, social protection coverage and work–life balance. “

In dit rapport worden 18 adviezen gegeven hoe platformen er voor kunnen zorgen dat de conditie van workers op online klus platformen (let op: dit gaat dus alleen over platformen die online arbeid faciliteren) goed zijn. Hoewel de noodzaak van deze adviezen duidelijk zijn, valt het mij wel op dat ze wel erg zijn geschreven vanuit het perspectief van de ILO: de aanbieders/workers. Begrijpelijk, maar ook een gemiste kans. Waarom? Omdat op het moment dat in dit soort rapporten ook de belangen van andere stakeholders worden meegenomen (of beter nog: deze rapporten samen worden geschreven!), dan is de kans dat er een werkbaar iets uit komt veel groter.

Want als er iets is dat ik de afgelopen jaren hen geleerd is dat binnen iedere stakeholdergroep, ook al staan zij soms lijnrecht tegenover elkaar, slimme en hardwerkende mensen staan die vanuit hun overtuiging de dingen doen die zij doen. Door de cliché’s los te laten (corporates zijn dinosaurussen, vakbonden leven in het verleden, startups willen alleen maar alles stuk maken en cashen) kan er (eindelijk) een veel betere en gelijkwaardige discussie worden gevoerd. En nee, dan zullen we het echt niet altijd net elkaar eens zijn, maar dan zal de discussie wel een stuk inhoudelijker worden en de oplossingen breder gedragen en toepasbaar.

Misschien moet ik hier maar eens een sessie over organiseren…

‘Vakbonden moeten hun eigen Uber bouwen’ – NRC

‘Vakbonden moeten hun eigen Uber bouwen’ – NRC

Ik heb je geen stukken over Uber beloofd, maar daar gaat dit stuk ook niet over 😉

NRC interviewde economisch historicus Louis Hyman ter ere van zijn nieuwe boek ‘Temp: How American Work, American Business, and the American Dream Became Temporary’ In dit interview pleit hij er voor dat chauffeurs en bezorgers zelf hun voorwaarden bepalen met een eigen app en dat vakbonden alternatieve platformen waarbij de gebruikers eigenaar van het platform zijn moeten bouwen.

Als trouwe lezer van deze nieuwsbrief herken je deze zin vast: het (volgens NRC radicale) idee is al vaker voorbij gekomen in mijn ideeën over platform coöperaties. Zoals in deze blog.

Ik bestudeer platform coöperaties nu al een jaar of 3 en heb gezien dat hoewel het een super sympathiek idee is, deze executie in de praktijk toch best lastig is. In dit stuk omschrijf ik de 5 succesfactoren. Binnenkort verschijnt een uitgebreid paper waar ik momenteel met Koen Frenken de laatste hand aan leg met nog meer insights.

Wat mij, in het kader van de discussie rondom platform coöperaties, opvalt in dit stuk is dat Hyman erkent dat platformen ‘here to stay’ zijn. Hij zegt letterlijk: ‘de geest is uit de fles’. Hij richt zijn betoog primair op vakbonden: zij zijn degenen die dit soort alternatieve platformen moeten initiëren. Ik deel zijn mening dat hier een rol én kans voor vakbonden is weggelegd. Alleen is dit iets dat al in de praktijk gebeurt: een aantal platform coöperaties in de kluseconomie in de VS zijn door vakbonden geïnitieerd of vakbonden of andere maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke rol in de oprichting gespeeld.

Hyman zegt ook het volgende: „Uber is slechts een platform. Waarom kunnen taxichauffeurs niet een alternatief starten waarvan ze zelf eigenaar zijn? De technologie is er klaar voor. Met hulp van open source-software kunnen mensen relatief gemakkelijk platforms bouwen waarbij de opbrengsten met name naar de werknemers gaan en waar zij zelf de voorwaarden bepalen in plaats van de uitbaters.” Hoewel dit mooi klink, zet het weinig zoden aan de dijk. Een platform is (veel, heel veel, ontzettend veel) meer dan alleen de technologie. Als het zo simpel was, dan zou iedere stad 100 lokale apps hebben en was de discussie over monopolie en afhankelijkheid al jaren geleden gestopt. Dat het neerzetten van een succesvol (alternatief) platform veel skills vereist is op zich natuurlijk geen probleem, maar dan moeten we wel ophouden met het naïef zijn en de complexiteit erkennen en er echt serieus werk van maken en resources voor vrijmaken. Alleen dan kan iemand echt het verschil maken.

Critical Algorithm Studies: a Reading List – Social Media Collective

Critical Algorithm Studies: a Reading List – Social Media Collective

Ik uit wel eens kritiek op de academische wereld dat zij wanneer het over technologie gaat vrij naïef zijn. Zo merk ik in sessies rondom platformeconomie dat er vaak de aanname wordt gemaakt dat een algoritme een neutraal iets is. En wordt er ook veel vertrouwd op wat platformen zelf naar buiten brengen.

Gelukkig kan het ook anders. Misschien heb ik ook iets te veel in mijn eigen bubbel gekeken 😉 Mijn collega wees mij deze week op deze verzameling van ‘critical algorithm studies’.

“This list is an attempt to collect and categorize a growing critical literature on algorithms as social concerns. The work included spans sociology, anthropology, science and technology studies, geography, communication, media studies, and legal studies, among others. Our interest in assembling this list was to catalog the emergence of “algorithms” as objects of interest for disciplines beyond mathematics, computer science, and software engineering.”

Een interessante collectie om eens dieper in te duiken…

Decentralisation: the next big step for the world wide web | Technology | The Guardian

“The decentralised web, or DWeb, could be a chance to take control of our data back from the big tech firms. So how does it work and when will it be here?”

Na de melding van velen dat het internet stuk is, is het tijd om te kijken ‘how it can be fixed…..’. Dit artikel gaat over een bijeenkomst dit jaar, de ‘Decentralized Web Summity’ in het Internet Archive van Brewster Kahle.

Wat is dan het zogenaamde Decentralized Web? “It is supposed to be like the web you know but without relying on centralised operators. In the early days of the world wide web, which came into existence in 1989, you connected directly with your friends through desktop computers that talked to each other. But from the early 2000s, with the advent of Web 2.0, we began to communicate with each other and share information through centralised services provided by big companies such as Google, Facebook, Microsoft and Amazon. It is now on Facebook’s platform, in its so called “walled garden”, that you talk to your friends. “Our laptops have become just screens. They cannot do anything useful without the cloud,” says Muneeb Ali, co-founder of Blockstack, a platform for building decentralised apps. The DWeb is about re-decentralising things – so we aren’t reliant on these intermediaries to connect us. Instead users keep control of their data and connect and interact and exchange messages directly with others in their network.”

Is dit de oplossing? Geen idee. Maar het is wel goed om te zien dat er steeds meer mensen zich in deze discussie gaan mengen en er ook steeds meer experimenten worden gedaan.

Tegenlicht maakte trouwens een paar jaar geleden een geweldige uitzending ‘digitaal geheugenverlies‘ waar Brewster een belangrijke rol in speelt. Tijdens een expeditie in San Francisco in 2015 heb ik hem mogen ontmoeten in zijn archive. Een indrukwekkend verhaal en bijzondere man.

Video

‘Platform Capitalism’ – Dr Nick Srnicek, University of London – YouTube

Door Koen Frenken werd ik gewezen op het boek ‘Platform Capitalism‘ van Nick Srnicek. In dit boek zet hij de opkomst van de deel- en kluseconomie in een perspectief van een trend die al even bezig is rondom flexibilisering en outsourcing. Voordat ik het boek bestelde keek ik eerst een college van een half uurtje van deze expert op YouTube. Uiteraard gaf het mij weer de nodige food4thought die ik met hem heb gedeeld. To be continued dus….

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]
m) of telefoon (06-50244596).