Airbnb gaat naar de beurs en zet de waarde verdubbelaar in | The age of platform regulation is finally here (maar we moeten nog even geduld hebben) | Dit zorg platform zet de gebruiker ipv het proces centraal

Goedemorgen! Vorige week heb ik mijzelf ondergedompeld in het onderwerp GaaP. En nee, dat is niet iets slaapverwekkends 😉 GaaP staat voor Government as a Platform. In mijn boek heb ik hier de nodige aandacht aanbesteedt, vooral met de input van mijn bezoeken aan Estland. Nu is het tijd om verder de diepte in te gaan. Met overheden en platformen spreek ik altijd over 3 stappen: grip, bestaande processen optimaliseren via platformen en vervolgens echt een overheid als platform. In de verkenning die ik nu doe gaat het echt om die laatste stap. Over overheden en platformen gesproken: een platform die vooral in de discussie rondom ‘grip’ blijft hangen ging vorige week naar de beurs: Airbnb. Voor een item op 1Vandaag mocht ik de nodige duiding geven. Weer erg leuk om te doen. Komende week nog 3 presentaties staan en daarna eveb rustig aan rondom de kerst. In eigen huis en land natuurlijk, nog ‘even’ volhouden… Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

Airbnb gaat naar de beurs: boze steden, maar blije beleggers – NRC

Airbnb gaat naar de beurs: boze steden, maar blije beleggers – NRC

Je kon er deze week eigenlijk niet omheen: Airbnb ging naar de beurs. De beursgang was geen verrassing: er is lang naartoe gewerkt. Natuurlijk kun je denken: waarom midden in een pandemie naar de beurs? Goede vraag, maar dan is de tegenvraag: is de timing over een jaar beter? Mwha. Misschien zitten we dan echt diep in een recessie en zou de timing nog slechter zijn.

Dan nog even de vraag over de waarom. Nou:

  1. Nu is geen goed moment, maar wanneer dan wel?
  2. Airbnb heeft in Q3 voor het eerst winst gemaakt, dat geeft vertrouwen
  3. Op de beurs is echt geld en vertrouwen teveel: de Amerikaanse UberEats concurrent Doordash ging een dag voor Airbnb naar de beurs en de beurswaarde steeg met 92% in Ă©Ă©n dag tijd. De beurs is verliesgevende platformen goedgezind 😉
  4. Airbnb had aan het begin van de crisis een lening van 2 miljard met 11% rente afgesloten. Dat is duur geld;
  5. Veel medewerkers hadden aandelen waarvan de geldigheid begin 2021 zou verlopen. Oftewel: ook vanuit intern was er de nodige druk.

Het aandeel begon de dag op 68 dollar en sloot de eerste dag af op 146 dollar. Het bedrijf is dus in Ă©Ă©n dag tijd 2x zoveel waard geworden: ruim 100 miljard dollar. En dat voor een bedrijf waar investeerders bij de start echt geen vertrouwen in hadden. Lees ook deze blog van Brian Chesky waar hij 7 ‘rejection letters’ deelt.

De vraag die ik onder andere in een interview voor 1Vandaag kreeg was: wat gaat er nu veranderen? Heeft de beursgang impact op de strategie van het platform? Ik denk dat de beursgang op korte termijn niet voor veel verandering zal zorgen. Op lange termijn zou het kunnen dat aandeelhouders druk kunnen uitoefenen om groeicijfers en winst te laten groeien door bijvoorbeeld commissies te verhogen.

Het grootste effect hebben we denk ik al voor de beursgang gezien. Het bedrijf heeft Covid aangegrepen om:

  • 1/3 van het personeel te ontslaan
  • verlieslatende projecten te schrappen
  • meer controle over de regels van het platform naar zich toe te trekken: in de eerste weken van covid hebben zij bijvoorbeeld de annuleringsvoorwaarden voor alle hosts overruled.

Wat kunnen we de komende tijd van Airbnb verwachten? Ik verwacht dat het platform nog meer focus zal leggen op de veelverhuurders. Immers: zij leveren een constant aanbod en constante kwaliteit waar de gast op zit te wachten. In dit artikel staat hier het volgende over:

“Airbnb began with hosts renting out air mattresses in their homes. A former Airbnb host acquisition specialist told Reuters “individual hosts are good for PR.” But hosts managing hundreds or thousands of properties drive an outsized portion of revenue. As of end-September, 10 percent of Airbnb’s hosts were professional managers, and they accounted for 28 percent of nights booked, according to Airbnb’s IPO filings”

Er liggen natuurlijk nog wel een paar gevaren op de loer:

  • Met een focus op meer professionele host is er ook een gevaar dat de aanbod kant minder trouw blijft (want: economisch gedreven en schaal) en het aanbod ook op andere platformen zal plaatsen;
  • Regulering: zeker op het moment dat dit nationaal wordt geregeld en wanneer grote steden internationaal gaan samenwerken. Platformmacht is macht bij gratie van een gefragmenteerde markt, maar wanneer beleidsmakers elkaar weten te vinden dan kan dit negatief uitpakken voor Airbnb;
  • Airbnb heeft net als Booking baat bij internationale netwerkeffecten. Waar klanten en aanbieders zich in andere landen (of nog beter: op andere continenten) bevinden. Op het moment dat toerisme meer nationaal en lokaal wordt, dan krijgt het concurrentie van lokale platformen en is er groter gevaar voor nieuwe nationale spelers.

Dus ondanks die +100 miljard beurswaarde is de strijd nog (lang) niet gestreden en zijn de schaapjes nog (lang) niet op het droge. Ik blijf de ontwikkelingen volgen…

The age of platform regulation is finally here – Platforms, AI, and the Economics of BigTech

The age of platform regulation is finally here – Platforms, AI, and the Economics of BigTech

Het zal je als lezer van deze nieuwsbrief niet verrassen: er zal de komende tijd veel aandacht worden besteed aan vraagstukken rondom regulering en platformen. De tijden dat platformen als ‘private regulator’ kunnen doen wat zij doen zijn hopelijk over een paar jaar voorbij. Ik zeg bewust ‘over een paar jaar’, omdat het echt nogwel even zal duren voordat regelgeving Ă©n handhaving definitief zijn. Hoewel er de laatste tijd voldoende aandacht is, zal het echt nog wel even duren voordat de maatregelen serieuze impact hebben. En daardoor mag het goede nieuws van ‘ze zijn op de goede weg’ niet zorgen voor naĂŻviteit en achterover hangen. Op een schaal van 0 – 100 zijn er nu wanneer ik mijn roze bril opzet bij 8.

Sangeet Paul Chaudary, een collega platform expert die al jarenlang waanzinnig interessante en scherpe content deelt mbt platform strategie, publiceerde vorige week  een blog ‘The age of platform regulation is finally here’. In zijn blog besteedt hij aandacht aan de volgende 4 onderwerpen:

  1. The dark side of platform dominance
  2. How moving fast and breaking things combined with archaic antitrust laws have let BigTech run unchecked far too long
  3. Four schools of thought on platform regulation
  4. Design principles for platform regulation and unintended consequences of over-regulation

Vooral het stuk ‘Crafting regulatory responses’ is interessant om te lezen. Hij schrijft over ‘An expandable and effective regulatory framework for platforms must be centred around the regulation of data.’. De 4 hoofdingrediĂ«nten volgens Chaudary:

  1. Decreasing information asymmetry between platform and ecosystem actors
  2. Reducing ecosystem dependency driven by proprietary data that locks-in users
  3. Regulating through open data
  4. Enabling alternate regulatory structures on the data

Voldoende interessante en relevante food4thought…

Uber didn’t sell its self-driving dream — it’s just outsourcing the hard work

Uber didn’t sell its self-driving dream — it’s just outsourcing the hard work

Een goede en slimme zet van Uber om de ambities van de ontwikkeling van een eigen zelfrijdende auto aan de kant te schuiven. Die hele ontwikkeling duurt natuurlijk veel langer dan menig tech-optimist (daarom kun je ook beter een realist zijn) had voorspeld.

Daarnaast is het voor Uber ook niet handig om een eigen auto te ontwikkelen. Er zijn andere spelers op de markt met nog diepere zakken en betere kaarten. Daarnaast is het voor Uber ook niet handig om van 1 type / merk auto afhankelijk te zijn, ook al is het een eigen merk. Als platform werk je immers het best als verbinden van alle type aanbieders. De unieke waarde die Uber heeft is het klantcontact en dat is iets dat geen enkele bouwer van auto’s heeft.

Dus nu heeft Uber de divisie die bezig was met een eigen zelfrijdende auto verkocht en kan het nog meer de focus leggen op de eigen kern: het platform. Uber heeft ook een belang genomen in het bedrijf waar het de divisie aan heeft verkocht. Zo houdt het alsnog een vinger aan de pols Ă©n kan het eventueel met Uber data deze organisatie een stapje verder brengen. Eigenlijk voor Uber dus een ‘best of both worlds’ scenario. Slim.

RIBW Overijssel: regie bij de cliĂ«nt dankzij nieuw platform – FWG Progressional People

Een mooi voorbeeld hoe platform technologie de gebruiker in plaats van het proces centraal stelt. Roamer timmert druk aan de weg met Roamler Care en ontving vorige week een HR Zorg Award voor de volgende case:

“Met MijnRIBW heeft de cliĂ«nt volledig regie over zijn zorgvragen. Hij stelt via de app een vraag, die vervolgens wordt uitgezet bij een netwerk van begeleiders en mantelzorgers. In principe bepaalt de cliĂ«nt hoe dat netwerk eruitziet, maar in deze crisistijd kunnen alle cliĂ«nten gekoppeld worden aan alle medewerkers. De cliĂ«nt geeft aan hoe (telefonisch, beeldbellen, face to face op locatie) en wanneer hij begeleiding wil. Wie tijd heeft, accepteert de vraag – en heeft direct een afspraak met de cliĂ«nt staan. Zo wordt de zorg slimmer verdeeld over de medewerkers, en houdt RIBW Overijssel zicht op alle cliĂ«nten, zonder onnodige administratie en overdracht.”

Tweet van de week


Met de bouw van Platformwerk.nl heb in de nodige algemene voorwaarden van platformen gelezen. Ik kwam daar genoeg opmerkelijke voorwaarden tegen. Deze week kwam deze tweet van de WorkerInfoExchange voorbij, waar Uber in de algemene voorwaarden aangeeft gebruikers via de app te informeren met nieuws over ‘elections, ballots, referenda, and other political and nitice processes that relate to ouyr services’. Je mag je natuurlijk best afvragen of dit wenselijk is. (spoiler alert: nee).

Ook gelezen

In de media

Item 1Vandaag beursgang Airbnb

Item 1Vandaag beursgang Airbnb

Op 11 December ging Airbnb naar de beurs. Actualiteitenprogramma 1Vandaag maakte een item om op deze gebeurtenis in te gaan en ik mocht voor dit item de nodige duiding geven.

MaaS als platform: welke lessen zijn er voor regionale overheden? – VerkeersNetVerkeersNet

MaaS als platform: welke lessen zijn er voor regionale overheden? – VerkeersNetVerkeersNet

Voor dit artikel werd de nodige input uit mijn boek gebruikt. Leuk om terug te lezen!

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Hoe UberEats en TakeAway de komende jaren (nog meer) uit elkaar zullen groeien | Hoe ACM laat zien dat de verantwoordelijkheid van platformen als bemiddelaar alleen maar zal groeien | China beschermt gebruikers platformen

Goedemorgen! Misschien is het je niet opgevallen, maar deze wekelijkse nieuwsbrief tikt met 985 abonnees bijna de 1.000 abonnees aan. Wat ik vooral tof vind om te zien is hoe divers de groep is die deze nieuwsbrief iedere week weer leest. Een mooie verzameling publiek, privaat, ondernemers, beleidsmakers, belangenvertegenwoordigers en ga zo nog maar even door. Een mix professionals en professies waarvan je zou hopen dat die ook zo divers zou zijn in het publieke debat. (hint! ;-)).

Vorige week weer flinke stappen gezet met het blog + paper over de overeenkomsten en verschillen tussen freelance- en uitzendplatformen die ik samen met Jeroen Meijerink schrijf. Voor dit onderzoek hebben we diverse interviews gedaan. Echt interessante materie (al zeg ik het zelf). Begin van het nieuwe jaar kan ik de blog met jullie delen. Voor een nieuwe opdracht denk ik ook na over het concept van de provincie als platform. Dat is erg interessant om over na te denken, omdat een provincie enerzijds met de voeten in de klei staat en anderzijds ook nog net genoeg afstand heeft om het grotere plaatje te kunnen bekijken. Mocht je hier zelf ideeën over hebben: geef gerust een gil.

Voor deze editie weer een aantal interessante stukken verzameld. Hij is wat lang geworden, maar dat ben je hopelijk intussen wel van mij gewend. Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

Uber officially completes Postmates acquisition – TechCrunch

Uber officially completes Postmates acquisition – TechCrunch

Uber heeft vorige week bekendgemaakt de Amerikaanse concurrent Postmates over te nemen. 2,65 Miljard had Uber daar voor over. Geen cash, maar in aandelen. En zo blijven er in de Amerikaanse markt steeds minder spelers over, waarvan het de vraag is of dit goed of slecht nieuws is. Ik denk dat het enige juiste antwoord hierop is: ‘het ligt er aan voor wie’. De consument zal blij zijn (lage prijs en gemak), degenen wiens waar moet worden vervoerd in eerste instantie ook blij (city logistics as a service) en de koeriers… dat is maar de vraag.

In veel discussies en publicaties in Nederland worden Uber(Eats), Deliveroo en Thuisbezorgd/TakeAway op Ă©Ă©n hoop gegooid. Zeer onterecht. Daarom gebruik ik het bericht van de overname van Postmates als haakje om te laten zien hoe verschillend deze bedrijven zijn en dat dit verschil in de (nabije) toekomst alleen maar groter en groter zal worden.

Om te beginnen: TakeAway. Dit platform met Nederlandse roots is een website en een app om eten te bestellen. Je zou het een verkoop platform kunnen noemen. De nadruk ligt dus bij… het verkopen van maaltijden. Bezorgen is een bijzaak: minder dan 5% van de maaltijden die via het platform worden verkocht worden door eigen TakeAway koeriers bezorgd. De reden dat zij bezorgen is puur marketing (= zichtbaarheid op straat) en het aansluiten van restaurants zonder eigen bezorging (en daarmee het assortiment uitbreiden). De overnames van TakeAway betreft allemaal vergelijkbare verkoop platformen.

Dan UberEats en Deliveroo. Dit zijn bezorg platformen, waar je in eerste instantie alleen eten kon/kunt bestellen. Nagenoeg alle via het platform verkochte maaltijden worden door de ‘eigen’ koeriers bezorgd. Het is ook mogelijk om besteld eten op te halen of voor restaurants eigen koeriers in te zetten, maar dit is meer extra, geen kern. Net als dat bezorgen bij TakeAsway geen kernactiviteit is.

Nu zul je misschien zeggen: boeiend, wat moet ik met die informatie? Nou. Het wordt pas echt interessant wanneer je kijkt welk effect deze verschillen zullen hebben op de ontwikkeling van deze platformen naar de toekomst. TakeAway zal altijd maaltijd blijven. Zij hebben nagenoeg geen eigen bezorgers, waardoor zij altijd afhankelijk zullen zijn van bezorgers van de aanbieders op hun platform. In theorie kunnen zij wel actief worden in andere sectoren, maar dat vraagt erg veel en de vraag is wat hun concurrentievoordeel dan is ten opzichte van andere verkoop platformen. Waarschijnlijk minimaal en daarmee niet de moeite waard om een uitstapje te nemen. De ontwikkeling van TakeAway zal dus voornamelijk zijn in het vergroten van de markt, nieuwe gebruikers aansluiten en de frequentie van gebruik verhogen. Daarnaast zal TakeAway proberen steeds meer aanvullende diensten aan de aanbieders aan te bieden. Immers: zij verenigen een gefragmenteerd aanbod en kunnen meer met die schaalvoordelen. Zo hebben zij een shop platform voor restauranthouders. Daar lees je: “Bespaar tijd en geld op je restaurantinkopen – Bestel nu duizenden producten voor de scherpste prijs. Gratis bezorgd bij jouw restaurant!”. Een platform voor de aanbieders op het platform. Slim natuurlijk en ik verwacht dat zij meer van dit soort dienstverlening los zullen proberen te laten op hun aanbieders. Maar ook dan: het blijft binnen food sector.

Uber(Eats) en Deliveroo kiezen als bezorgplatformen een heel andere route. Beiden begonnen zij met maaltijden. Mij is eens verteld dat dit een goede start is: dit is zo complex (vers, warm, ligt snel door elkaar, etc.) dat wanneer je dat spelletje doorhebt, alles daarna een koud kunstje is. De corona crisis was voor beide platformen een versneller voor de doorontwikkeling naar een logistiek platform. “Focusing on the needs of its merchant population is doubly important, given the current global pandemic, which has seen Uber Eats emerge as even more of a key infrastructure component in the food service and grocery industries as people seek more delivery options in order to better comply with stay-at-home orders and other public safety recommendations.” Deliveroo sloot samenwerkingen af met veel retailers in de UK zoals de Lidl. Uber ging nog harder en chef Uber sprak onlangs nog de volgende quote uit: “Any place you want to go or anything you want to get. We are getting into groceries, getting into pharmacies, getting into a host of adjacencies, anything you want to get to your house in the next hour.” Wat hij hier eigenlijk zegt is dat het zijn ambitie is om ondernemers in steden een platform te bieden voor ‘on demand’ logistiek van… alles. Uber wordt daarmee een vloot van (freelance) koeriers die kunnen worden ingezet voor de bezorging van alles wat je maar kunt bedenken, zolang het maar ‘on demand’ en dus snel moet gebeuren binnen een stad. Als je dat beseft, dan snap je de link met Uber Freight ook beter. Transport met vrachtwagens in combinatie met taxi’s is wat onlogisch, maar vrachtwagens gecombineerd met last mile transport per fiets is wel heel logisch. Nu kennen we deze platformen vooral van het bezorgen van maaltijden, maar zij kunnen natuurlijk ook zo heel eenvoudig in andere sectoren intappen. Waar zij in sommige sectoren ook daadwerkelijk spullen via de eigen app gaan verkopen en in andere sectoren meer een bezorgservice kunnen worden voor andere (lokale) ondernemers. En daarmee een concurrent kunnen worden van Picnic, PostNL, fietskoerierbedrijven en ga zo nog maar even door.

Bottom line is de groeipotentie van een bezorgplatform dus vele malen groter dan die van een maaltijd verkoop platform. Is TakeAway dan daarmee niet meer interessant? Ik denk het zeker niet: de markt is groot en er is nog voldoende ruimte voor groei. En het grote voordeel van TakeAway is dat het een relatief veilige en daarmee stabiele business is. Juist omdat het het stukje logistiek nĂ­et organiseert. Iedereen weet dat er flink wat rommelt met de omstandigheden van koeriers in dienst van restaurants, maar dat is niet een zorg van TakeAway. Bezorgplatformen hebben daarentegen een veel interessanter groeipotentieel, maar het risico is simpelweg groter. Want of die bezorgers freelancers kunnen blijven in alle landen is nog zeker geen gelopen zaak. En als dat voor hun mis gaat, dan heeft dat grote gevolgen voor de toekomst van de business. Het is dus maar net de vraag hoeveel risico je wilt nemen. En dan is het misschien niet zo heel gek dat TakeAway Nederlandse en Uber Amerikaanse roots heeft.

Vuistregels Online platformen – Supplement bij de Leidraad bescherming online consument. Grenzen aan Online BeĂŻnvloeding | ACM

Een van de grote vraagstukken mbt beleid en platformen zal gaan rondom de vraag over de verantwoordelijkheid van platformen als bemiddelaar tussen vraag en aanbod. Waar platformen nu nog redelijk weinig verantwoordelijkheid hebben en zich in sommige (steeds minder) gevallen positioneren als een prikbord, verwacht ik dat er de komende jaren vooral veel verantwoordelijkheden bij zullen komen. Een goede zaak, al moet wel goed worden gekeken hoe dit niet kan leiden tot een oneerlijk concurrentievoordeel voor bestaande (gevestigde) platformen die hebben kunnen groeien en leren zonder deze verplichtingen. Iets waar bij de ‘platform to business’ verordening wel goed rekening mee is gehouden.

De ACM publiceerde onlangs dit document met vuistregels. Op de eerste pagina wordt gelijk duidelijk gemaakt dat de tijd van vrijblijvendheid voorbij is: “Aanbieders van online platformdiensten spelen een cruciale rol bij het waarborgen van de rechten van consumenten en het naleven van toepasselijke verplichtingen voor professionele partijen. Dit supplement bevat een kader waaraan aanbieders van online platformdiensten moeten voldoen”.

Ook wordt het snel duidelijk dat het woord platform vrij breed wordt gezien: “Online platformdiensten komen in veel verschillende vormen voor. Online platformdiensten die zich (onder meer) op consumenten richten zijn bijvoorbeeld marktplaatsen, appstores, deelplatformen, zoek- en vergelijkingsplatformen, platformen voor groepsaankopen, beoordelingsplatformen en social media platformen”

In de vuistregels wordt gesproken over zowel informatie- als transparantieverplichtingen. De informatieverplichtingen zijn interessant om eens door te nemen, maar niet heel schokkend. De controleverplichtingen daarentegen hebben wel een flinke impact:

  • niet zo maar iedere professionele gebruiker toe te laten op het platform. Zo kunt u de voorwaarden van deze gebruikers controleren voordat u ze toelaat;
  • alleen professionele gebruikers toe te laten die zich houden aan de consumentenregels;
  • professionele gebruikers die zich niet houden aan het consumentenrecht hierop aan te spreken en sancties op te leggen als zij hun gedrag niet aanpassen.

Ook wordt er gesproken over “een aantal van de vuistregels als meer gespecificeerde informatieverplichtingen voor aanbieders van online marktplaatsen.” die per 28 mei 2022 van kracht zullen gaan:

  • de belangrijkste parameters die de rangschikking bepalen van de aanbiedingen die aan de consument worden gepresenteerd als gevolg van de zoekopdracht. En het relatieve belang van die parameters ten opzichte van andere parameters.
  • wat voor soort gebruiker via uw dienst producten aanbiedt. Maak duidelijk of het al dan niet een handelaar is. Dit kunt u baseren op de verklaring van de gebruiker. Is het geen handelaar? Geef dan aan dat het EU-consumentenrecht niet van toepassing is op de overeenkomst tussen de consument en die gebruiker.
  • de wijze waarop de verplichtingen op grond van het consumentenrecht tussen u en de professionele gebruiker zijn verdeeld. Zo moet voor de consument duidelijk worden bij welke partij hij terecht kan met problemen.

Nu er steeds meer verplichtingen aan zitten te komen, lijkt het mij verstandig wanneer bijvoorbeeld EZK een duidelijk overzicht zou maken van alle verplichtingen (inclusief toelichting op uitvoerbaarheid) die eraan zitten te komen. Dit omdat ik nu al af en toe door de bomen het bos niet meer zie en er de komende jaren nog flink wat bomen bij zullen worden geplant.

Daarnaast ben ik, net als bij de platform 2 business verordening, ook erg benieuwd naar de handhaving. Hoe wordt dit vormgegeven? Is dit alleen bedoeld als iets dat consumenten die een klacht hebben kunnen gebruiken om een platform te wijzen op de verantwoordelijkheid, of wordt er ook (pro)actief gecontroleerd en gehandhaafd? En zo ja: hoe wordt dit vormgegeven en wat zijn de consequenties. Ik ben ook erg benieuwd in hoeverre ACM ‘het veld’ bij dit soort vuistregels betrekt. Ik heb het gevoel dat dit echt te weinig gebeurt, waardoor je straks zit met mooie theoretische richtlijnen die in de praktijk niet werken of niet optimaal werken. En dat is een gemiste kans. Ook ben in benieuwd hoe het zit met de legitimiteit van dit soort maatregelen: in hoeverre kan ACM zelfstandig regels bedenken en hoe wenselijk is dat? Nog genoeg vragen die in mijn ogen cruciaal zijn in de ontwikkeling van de platformeconomie.

For China’s Overburdened Delivery Workers, The Customer — And App — Is Always Right : NPR

For China’s Overburdened Delivery Workers, The Customer — And App — Is Always Right : NPR

Een algoritme en app als baas. Een onderwerp dat in veel rechtszaken voorbij komt: in hoeverre ben je vrij als werkende wanneer je wordt aangestuurd door een app? Via Ed Sander, hij weet ontzettend veel van platformen in China, kwam ik bij dit bericht terecht dat een behoorlijk extreme variant laat zien van hoe ver dit kan gaan.

“He had accidentally delivered a package to a neighbor of mine who took it and would not give it back. Now, trembling, he wanted to personally reimburse me for the lost item. I refused to take his money, but for two days, he called me nonstop to apologize. At the time, I did not understand why he was so repentant. Then I found out how closely monitored — and severely punished — delivery workers like him are.”

Een indrukwekkend, maar ook afschrikwekkend verhaal. Een aantal passages:

  • The delivery workers described grueling routines: 12-hour days, six days a week, under the automated and watchful eye of mobile apps that track how and when they deliver hundreds of packages a d
    ay.
  • Good customer reviews earn delivery workers virtual points in the app, which serve as a buffer against deductions. In the case of a late package or a three-out-of-five-star review, the app will knock off points. Too few points, and a worker gets fined. If Wang fails to garner at least one five-star review a month, he gets slapped with an $8 pay deduction. If someone complains by email, Wang is fined about $300, nearly a week’s wages. Lesser offenses can carry fines of about $30 to $80.
  • “Misplace a package because the customer wrote the address wrong? That does not matter — it is always our mistake,” says Zhang.
  • Then there are the more arbitrary rules Zhang has to remember. For example, he is not paid for packages delivered outside the preferred time window. Customers who sign up for his employer’s VIP courier service must be called when their package is delivered; Zhang’s mobile app tracks whether he makes the calls and fines him $8 if he does not.
Can a New Regulation Fix China’s ‘Big Data Backstabbing’ Problem?

Can a New Regulation Fix China’s ‘Big Data Backstabbing’ Problem?

En niet alleen de aanbieders hebben wat te vrezen: ook de klanten zelf. En daar wil de regering in China iets aan doen:

“Earlier this month, just a day before the annual “Double Eleven” Nov. 11 shopping extravaganza, China’s State Administration for Market Supervision quietly dropped a bombshell on the country’s e-commerce industry. The draft “New Anti-Monopoly Guidelines for the Platform Economy,” not only confirms the applicability of basic anti-monopoly systems and analytical frameworks to e-commerce and digital platforms, it also takes aim at certain business practices that have raised regulator and consumer hackles — including the much-maligned phenomenon known as “big data backstabbing.”

“Big data backstabbing” — dashuju shashu — refers to the increasingly common practice of using big data to compile user profiles, then leveraging that information to market the same product at various prices to different users, usually in the form of charging higher prices to older users. This behavior is hardly new or unique to China: As early as 2000, Amazon was offering DVDs at a lower price to new users more than older ones; in 2012, office supply store Staples came under fire for offering consumers different prices based on their unique IP addresses.”

Het is interessant om te lezen dat de Chinese overheid een actieve rol speelt om dit soort zaken te voorkomen. Voor mij als niet China kenner opmerkelijk, gezien de reputatie van het land.

Een fragment: “Much of this can be attributed to the inherent complexity of regulating tech. Previous attempts to address big data backstabbing include 2019’s “E-Commerce Law,” which placed limits on the use of big data to set differential prices “based on characteristics such as consumers’ interests, habits, and more.” Last October, the Ministry of Culture and Tourism issued new regulations to curb the practice in the online travel industry, while a draft Personal Information Protection Act promises individual users greater control over their personal information in an effort to cut big data backstabbing at the source.”

Interessant om te blijven volgen… (en lees dan ook gelijk het stuk ‘China drafts rules on mobile apps’ collection of personal data’)

Tweet


Interessant Twitter-draadje over deze uitspraak. Klik op de tweet om het hele verhaal te lezen.

In de media

Zij nemen het op tegen Booking.com: ‘Techgiganten hebben ongekend diepe zakken’ | NU.nl

Zij nemen het op tegen Booking.com: ‘Techgiganten hebben ongekend diepe zakken’ | NU.nl

Voor een artikel over het initiatief Beter Boeken werd ik gevraagd om input en commentaar te geven.

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Hoe je je fans en klanten kunt bedienen met een eigen platform | Podcast serie Platformania over…. de platformeconomie | Uber laat chauffeurs zelf prijzen bepalen, maar heeft dat zin? | Wat voegt taxi-app Bolt toe?

Goedemorgen! Afgelopen week was een mooie week, met onder andere de lancering van Platformwerk.nl middels een mooi interview bij ZiPconomy. De reacties waren bijzonder positief en de eerste platformen die nog niet in de lijst stonden maar wel graag willen worden toegevoegd hebben zich gemeld. Afgelopen week was ook de bekendmaking van de winnaar voor de ‘Marketing Literatuur Prijs 2020’ waar mijn boek Platformrevolutie voor was genomineerd. Helaas heb ik niet gewonnen, maar het was een eer om mij tussen al die mooie titels te mogen vertoeven. En dat is ook zeker wat waard. Verder ontvang ik steeds meer aanvragen voor (online) presentaties en coaching / begeleiding bij platform vraagstukken. Fijn dat steeds meer mensen uit de ‘survival’ modus komen en weer vooruit gaan kijken. Voor deze week ook weer een paar mooie artikelen verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Mooie week!

Grote sterren lokken hun fans weg van Facebook en Instagram | FD

Grote sterren lokken hun fans weg van Facebook en Instagram | FD

Het is natuurlijk al even bekend dat op het moment dat je als (persoonlijk) merk ambassadeurs via social media aan jou verbindt, dat je vervolgens moet betalen om deze te bereiken. Die discussies lopen al jaren. Het is dan ook niet heel verrassend dat steeds meer bekendheden een eigen app (laten) bouwen om het contact met de fans geheel in eigen beheer te houden. Een ontwikkeling die vermoed ik door corona een flinke boost heeft gekregen: artiesten hebben tijd over Ă©n zijn op zoek naar nieuwe manieren om fans te betrekken Ă©n om hier geld aan te verdienen door bijv. online concerten. En dat werkt natuurlijk het best wanneer je de communicatiekanalen in eigen beheer hebt.

Dat is dan ook waar dit artikel over gaat. Het krijgen van geen toegang tot de fans wordt in dit artikel als ‘gijzelen’ omschreven, en daar ben ik het wel mee eens. “De muziekproducent schat in dat hij met een bericht op sociale media nu 2% Ă  3% van zijn volgers bereikt. ‘Als ik de rest ook wil bereiken, zal ik een advertentiecampagne moeten inzetten. Dat vind ik vreemd. Je fans worden gegijzeld door de sociale media die met een tolhuisje gaan staan tussen mij en mijn fans.’”

Dit verhaal is een mooi voorbeeld van wat ik in mijn boek noem: laat jij een platform voor jou werken of werk jij voor een platform. Oftewel: bedenk goed op welke vlakken een platform voor jou waarde toevoegt. Ben je hotelier: gebruik platformen als Booking om nieuwe gasten binnen te halen. Zijn ze eenmaal binnen? Zorg er dan voor dat ze bij een volgende vakantie weten wie je bent (contentmarketing) en dat als ze bij jou willen boeken, dit ook een beetje eenvoudig kan worden geregeld. Ook in dit stuk maken de artiesten deze keuze: “de rol van sociale media verandert wel. Het wordt een bron van verkeer dat je zo snel mogelijk moet converteren naar een eigen platform.” Dat betekent dus ook dat je je eigen kanalen goed op orde moet hebben en hier flink in moet investeren. Daar ontkom je niet aan en dat hoort er nu eenmaal bij. En op lange termijn werpt dit zijn vruchten af. Zoals dit voorbeeld van een vertegenwoordiger van grote DJ’s: “De waarde zit voor mij in de data. Als ik wil draaien in Amerika en ik kan al duizend fans aanleveren in New York, dan zullen ze mij eerder boeken.”

Bedenk dus goed hoe je jouw klanten, ambassadeurs of fans kunt aantrekken en behouden en hoe je het contact in handen houdt. Want dat is waar het in de platformeconomie veelal om draait: het klantcontact.

En het mooie is: door de opkomst van gratis en goedkope tools is dit tegenwoordig niet alleen weggelegd voor partijen met hele diepe zakken. Mooi voorbeeld dat ook in het FD wordt aangehaald is de popband Pip Blom. “Pip Blom was dit jaar de eerste Nederlandse popband met een eigen platform met muziek, achter-de-schermenfilmpjes en snelle releases van nieuwe nummers. Een online plek waar muzikanten zonder de tussenkomst van YouTube, Instagram of Facebook met hun fans kunnen praten.” In de nieuwsbrieven van haar vader Erwin Blom (o.a. oprichter Fast Moving Targets) heeft hij meerdere malen omschreven hoe hij met slimme tooltjes dit platform / deze app in elkaar heeft gezet. Via Twitter vat hij kort samen wat ze doen: “Het platform hebben we zelf met Glide gemaakt, inclusief koppeling met Memberful en Petje.af voor betalende leden. Iedere week maken we content voor member. Free members krijgen mooie waar, betalende premium members krijgen exclusieve digitale waar (magazines, posters, demo’s, etc) en ook fysieke spullen thuis.” Op de site van Pip Blom lees je er meer over. Met zijn dienst ‘Productschool‘ helpt hij anderen hetzelfde te doen: slimme dingen bouwen door gebruik te maken van slimme tooltjes. En laat hij zien dat dit soort oplossingen in principe voor iedereen zijn weggelegd.

Deze nieuwsbrief is voor mij overigens een manier om via een eigen kanaal waar ik alle controle over heb te communiceren, intussen met bijna 1.000 abonnees. Rond de kerstdagen ga ik eens nadenken hoe ik hier mee mee kan. Dus heb je ideeën, heb je behoefte aan meer of andere vormen van content of begeleiding? Laat het weten in een reply op deze mail.

Uber considers letting drivers set prices

Uber considers letting drivers set prices

Het is een eeuwige discussie: zijn Uber chauffeurs nu wel of geen ondernemers? Ja: er zijn veel vrijheden, maar die vrijheid is in veel gevallen ook erg relatief. Je kunt werken wanneer je wilt, maar uiteindelijk is er natuurlijk alleen werk wanneer er vraag is naar ritjes. Buiten die tijden kun je prima inloggen, maar zul je geen euro verdienen. Een van de zaken waar de ondernemende chauffeurs geen invloed op hebben is het tarief. Dat is vanuit het perspectief van de ondernemer gek: als ondernemer bepaal jij jouw eigen tarief. Maar vanuit het perspectief van de klant is het logisch: het proces wordt er niet makkelijker op wanneer je prijzen moet gaan vergelijken of moet bieden. Het gaat immers om een ritje van A naar B, niet om een nieuw huis.

Toch moet er een middenweg zijn en die wil Uber in AustraliĂ« gaan verkennen. Het is overigens niet de eerste keer dat Uber het probeert: chauffeurs het eigen tarief laten bepalen, maar toch. “Uber is set to decide whether to roll out a trial to Australia to let drivers bid for rides and set their own prices, in a move that would cement their status as independent contractors.”

Op zich is dit natuurlijk een interessant experiment. Niet alleen voor Uber, maar ook platformeconomie breed. Er zijn vanaf het begin al veel verwachtingen dat platformen ook de pricing veel dynamischer gaat maken, maar in de praktijk komt dit nog erg weinig voor. Dus wie weet dat we hier weer iets van kunnen leren.

Wat natuurlijk lastig is, is dat prijs zetten altijd een kwestie is van vraag en aanbod. Is het aanbod schaars: dan heeft aanbod meer in de melk te brokkelen. Is er overvloed in aanbod? Dan heb je als aanbieder weinig over de prijs te zeggen en ontstaat er een reëel risico naar een race to the bottom. Wat natuurlijk kan worden opgevangen door in te stellen dat chauffeurs alleen naar boven mogen bieden, nooit naar beneden. Bottom line is het belang van het platform en de klant natuurlijk wel betaalbare (lees: met de markt concurrerende) tarieven. En aangezien het platform de toevoerskraan van nieuwe aanbieders op ieder moment open kan draaien waardoor er overvloed ontstaat is het maar zeer de vraag of dit soort systemen impact zullen hebben op de gemiddelde verdiensten van de chauffeur. Mijn idee: het zal vooral incidenteel iets kunnen uitmaken, maar over het algemeen weinig tot geen impact hebben op de gemiddelde verdiensten. Maar een experiment hierin is natuurlijk helemaal prima.

Dan nog een interessante quote in het stuk: “Any place you want to go or anything you want to get. We are getting into groceries, getting into pharmacies, getting into a host of adjacencies, anything you want to get to your house in the next hour.” Dit geeft goed de ambities weer van deze bezorgdiensten. Beginnen met maaltijden en vanuit daar uitbreiden naar bezorging van andere goederen. Hier zie ik de laatste tijd, zeker vanuit de UK, veel updates over voorbij komen, maar het is wel prettig om dit ook even zo in Ă©Ă©n quote samengevat te zien worden.

Taxi-app Bolt in Nederland: in alles zoals Uber, maar ‘beter voor chauffeurs’? | door Rens Lieman, schrijver en journalist

Taxi-app Bolt in Nederland: in alles zoals Uber, maar ‘beter voor chauffeurs’? | door Rens Lieman, schrijver en journalist

Taxi-app Bolt is sinds maand ook in Nederland actief. In vrijwel alles lijkt het op grote concurrent Uber, maar Bolt belooft lucratiever te zijn voor chauffeurs. ‘Daar is in Nederland behoefte aan.’

Wat gaat Bolt, dat toegeeft voor 95% hetzelfde te werken als Uber, nu voor een verschil maken? Om te beginnen: concurrentie kan natuurlijk nooit kwaad. Zeker in sectoren waar de ‘switching costs’ voor zowel vraag als aanbod bijzonder laag zijn. Als je eenmaal de papieren en materialen hebt om taxi te mogen rijden, kun je heel eenvoudig van Uber naar Bolt switchen. Ook voor de klant is dit het geval. Dat maakt dat je als app continu het beste aanbod en de beste voorwaarden moet hebben voor de klanten van jouw marktplaats.

Bolt richt zich duidelijk op de aanbieder: de chauffeur. “Medewerkers van onze support-afdeling hebben veel verantwoordelijkheid gekregen zodat ze problemen van chauffeurs snel kunnen oplossen. We willen chauffeurs op termijn voordelen bieden, zoals korting aan de pomp of op een verzekering. En het belangrijkste: we willen dat ze via onze app beter verdienen. Het klopt dat onze ritprijzen hetzelfde zijn als bij Uber, maar door chauffeurs een lagere commissie te rekenen, houden ze meer over. We verwachten dat chauffeurs via onze app met meer plezier hun werk doen, wat ook tot een fijnere rit voor de passagier zal leiden.”

In deze quote uit het artikel van Rens Lieman laat de directeur van Bolt Nederland mooi zien hoe platformen met de schaalvoordelen die zij creëren ook iets kunnen doen voor de aanbieders. De vraag is alleen: is dat genoeg om de loyaliteit te winnen? Ik denk dat dat tegenvalt: uiteindelijk gaat het om de inkomsten en op het moment dat er via Bolt geen ritjes zijn, zullen chauffeurs binnen enkele seconden overschakelen naar Uber, de centrale of wat dan ook.

Dan die commissie. Bolt rekent 15 procent, dat is aanzienlijk minder dan Uber. Bolt denkt ook hiermee uit de kosten te komen, omdat de organisatie naar eigen zegge efficiĂ«nter is ingericht en daarmee de kosten van de organisatie lager. Op de vraag van Rens of ze van plan zijn om de commissie op termijn te verhogen (hij geeft ook aan dat in andere landen deze al baar 20% is verhoogd) antwoord de directeur: ‘Nee, dat staat op dit moment niet op onze tijdlijn. We hebben niet eens over zo’n scenario gesproken.’

Als ik een chauffeur, of voor een vakbond die chauffeurs vertegenwoordigd, was, dan zou ik hier garanties over willen krijgen. Het is namelijk een bekende platform strategie om met lage commissies en veel extra voordelen een kritieke massa op te bouwen, om vervolgens de voorwaarden te versoberen. Dat is natuurlijk heel slim, maar als aanbieder zou ik hier garanties over willen krijgen. Natuurlijk kan het zijn dat de commissie omhoog gaat, maar je kunt altijd afspreken dat deze met maximaal X% per jaar mag stijgen. Daar valt vast over te praten.

En als laatst: hoe zit het met die andere kant van de marktplaats die ook tevreden moet worden gehouden: de consument die de taxi besteld? Los van de gedachte dat blijere chauffeurs voor een betere ervaring zorgen wordt je daar uit dit interview niet wijzer van. Hij geeft aan dat de app voor 95% hetzelfde werkt als die van Uber en dat de prijzen gelijk zijn. Ben ik dus benieuwd waarom ik als consument van Bolt gebruik zou moeten maken.

Opmerkelijk

In een Tweet van Rogier de Langhe zag ik deze voorbij komen: Amazon-reviews van geurkaarsen in Covid-tijden. Bj reviews wordt al vaak de context niet meegenomen in de beoordeling, in dit geval is dat niet anders. Maar wel een opmerkelijk en actueel voorbeeld.

Ook gelezen

In de media

#1 Een Kleine Geschiedenis van het Platform – bol.com | Microphone Media | Podcast on Spotify

#1 Een Kleine Geschiedenis van het Platform – bol.com | Microphone Media | Podcast on Spotify

Afgelopen week verscheen de eerste aflevering van de zesdelige serie Platformania waar ik als geĂŻnterviewde aan heb meegewerkt. In deze eerste aflevering hoor je hoe de platformeconomie is ontstaan en hoe platformen zich nu en in de toekomst gaan ontwikkelen. De serie is ontwikkeld in opdracht van bol.com.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Nieuws: Wie is wie in de kluseconomie? Platformwerk.nl geeft een overzicht

Goedemiddag! Dat is even schrikken: een nieuwsbrief op de donderdag rond lunchtijd. Bij deze ontvang je een ‘special edition’ van mijn nieuwsbrief, waarin ik een mooi nieuw initiatief aankondig. Het leek mij goed om dit met jou te delen. Vandaag lanceerde ik een nieuw initiatief: Platformwerk.nl. Een overzicht van alle platformen in de kluseconomie die actief zijn op de Nederlandse markt. De website werd ontwikkeld door Freshheads: zij leenden een van hun teams twee weken ‘aan mij uit’ om de website te realiseren, waarvoor dank! Journaliste Claartje Vogel van ZiPconomy interviewde mij over dit nieuwe initiatief en schreef daar een mooi stuk over. Je leest het hier onder, of via deze link op ZiPconomy. Mooie dag!

Wie is wie in de kluseconomie? Platformwerk.nl geeft een overzicht – ZiPconomy

Wie is wie in de kluseconomie? Platformwerk.nl geeft een overzicht – ZiPconomy

Hoe ziet de kluseconomie in Nederland eruit? Welke platformen bestaan er en wat zijn de verschillen en overeenkomsten? Platformexpert Martijn Arets brengt het in kaart op Platformwerk.nl.

De nieuwe website Platformwerk.nl geeft een overzicht van alle platformen in de kluseconomie die actief zijn op de Nederlandse markt. Platformexpert Martijn Arets verzamelt hier alle online marktplaatsen die vraag en aanbod van arbeid bij elkaar brengen.

Die kluseconomie is namelijk hard gegroeid en overzicht ontbrak, vertelt hij. “Er zijn veel meer aanbieders dan Uber en Deliveroo, maar toch zijn dat de voorbeelden die in de media en het politieke debat telkens terugkomen”, zegt Arets. Hij onderzoekt sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. “In veel discussies wordt vergeten hoe omvangrijk de kluseconomie is. Daar wil ik iets aan doen.”

Verschillen zichtbaar maken

Op de nieuwe website Platformwerk.nl zie je dat er grote verschillen zijn tussen de platformen. “Ze hebben ieder hun eigen manier om matches te maken, vergoedingen te bepalen en ieder heeft zijn eigen reputatiesysteem”, vertelt Arets. “Je ziet ook dat lang niet alle platformen werken met freelancers. Er staan platformen op die werken met zzp’ers en partijen die uitzenden, zoals Youbahn en NowJobs. Zo’n verschil is nogal belangrijk als je onderzoek doet naar de partijen.”

In de database staan trouwens geen cijfers over omzet, aantal gebruikers of matches. “Dat soort gegevens delen ondernemers liever niet. En als ze ze al delen, moet je het vaak met een flinke korrel zout nemen. In de database staat alleen feitelijke informatie.”

Nut voor de markt

Op moment van schrijven staan er 80 platformen op Platformwerk.nl. “De profielen zijn ingevuld door de platformen zelf”, zegt Arets. “Op dit moment zijn er 15 volledig gevalideerd, de rest van de platformen ga ik aanschrijven om de vragenlijst in te vullen.”

De meeste platformeigenaren werken graag mee, vertelt hij. “Ze vinden het fijn dat er overzicht is. En als ze zien dat andere platformen meedoen, willen ze zelf natuurlijk niet achterblijven. Het scheelt ook dat ik veel ondernemers persoonlijk ken.”

Arets bouwde de database samen met Freshheads, een partij die gespecialiseerd is in de bouw van online marktplaatsen. Directeur Wout Withagen: “Het is een ontzettend interessante markt. Wij kunnen het weten, want we hebben ooit zelf Werkspot.nl opgezet en recentelijk YoungOnes geholpen om te bouwen. We willen graag onze kennis delen.”

Withagen verwacht dat de platformwereld veel heeft aan deze database. “Dit wordt een plek waar alle informatie bij elkaar staat. Welke platformen zijn er, hoe werken ze, wat is hun model? Daar kun je als ondernemer je voordeel mee doen.”

Korte klussen die offline uitgevoerd worden

Op het Platformwerk.nl staan vooralsnog alleen marktplaatsen waarbij het werk ‘offline’ gedaan wordt. Denk aan schoonmaakwerk, horecapersoneel en logistiek medewerkers. De focus ligt daarbij op korte klussen (per dag of per uur) en transactionele marktplaatsen. Dat laatste betekent dat de betaling verloopt via het platform. “Ik moest een grens trekken”, verklaart Arets. “Daarom staan bijvoorbeeld Jellow, Freelance.nl en Fiverr er niet bij.”

Wie op zoek is naar platformen voor lange opdrachten, kan terecht in de ZiParena. Met de filter ‘freelance selfsourcing tools’ vind je een overzicht van jobboards, talentpools en marktplaatsen. Ook vind je tooling om eigen platformen te bouwen als opdrachtgever.

Bijdragen aan debat en onderzoek

Er zit trouwens geen verdienmodel achter Platformwerk.nl. De nieuwe website is bedoeld als een voedingsbodem voor debat en onderzoek. De Sociaal Economische Raad (SER) en TNO hebben voor hun recente rapporten zelfs al gebruikgemaakt van de database.

De data is voor iedereen toegankelijk. Met Ă©Ă©n druk op de knop download je een excel-bestand met daarin de gegevens van alle profielen. Arets: “Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar platformen voor arbeidsbemiddeling, onder andere vanuit de overheid. Wat is bijvoorbeeld de impact? Wat maakt zo’n platform anders dan andere vormen van bemiddeling? Momenteel zie ik meer meningen dan feiten in het debat. Hopelijk leidt meer onderzoek naar betere conclusies. En draagt deze database daaraan bij.”

Contact

Mocht je vragen hebben over het nieuwe initiatief? Stuur dan een reply op deze mail of mail naar [email protected].

De stormachtige groei van Too Good To Go | Hoe Blokker een blauwdruk schetst voor gedeeld eigenaarschap | Hoe Airbnb ook een poging daartoe doet | Nerd alert: een blik in de S-1 documenten van platformbedrijven

Goedemorgen! Afgelopen week weer 3 presentaties (waarvan 1 offline) gegeven, maar ook zelf de nodige webinars en 1 offline presentatie bijgewoond. En weer mooie inzichten opgedaan. Zo was ik te gast bij een bijeenkomst van nlgroeit met een ‘collegetour’ sessie met Pieter Zwart van Coolblue. Mijn conclusie: Coolblue is juist zo succesvol omdat het gĂ©Ă©n platform is. Uiteindelijk is het zijn van een platform ook een keuze. en toch aan het eind van de laatste sessie Pieter mijn boek overhandigd, je weet maar nooit. Ook weer twee corporate innovatie teams die met platform proposities bezig zijn geholpen in een sessie van ieder 4 uur. Iets dat ik de laatste tijd steeds vaker doe en erg leuk en leerzaam is (voor beide kanten) om te doen. Deze week staat de eerste sessie met 6 klusplatformen op het programma waar we geen kijken hoe we de opgedane ervaring van platformwerkers kunnen doorzetten naar een digitaal CV. Dat zou echt een mijlpaal zijn. Daarnaast lanceer ik deze week ook iets anders tofs, maar dat lees je volgende week maandag pas, nog even geduld. In deze editie weer een aantal mooie stukken over de platformeconomie. Fijne week!

Too Good To Go turns food waste into business: ‘It really is a win-win-win concept’

Too Good To Go turns food waste into business: ‘It really is a win-win-win concept’

In deze nieuwsbrief aandacht voor het platform Too Good To Go. Niet als haakje mbt een actualiteit, maar simpelweg omdat ik het een mooi voorbeeld van hoe een platform laagdrempelig vraag een aanbod met elkaar kan verbinden, transactiekosten kan verlagen en een nieuwe markt creëert.

Dit AD artikel geeft een goed overzicht van wat het platform doet. “Wat we doen is voedselbedrijven die produceren of voedsel verkopen in contact brengen met consumenten als ze dat eten niet kunnen verkopen voordat de houdbaarheid verloopt. Consumenten betalen er een redelijke prijs voor en zo redden we voedsel dat anders weggegooid had moeten worden. -…- Veel mensen maken gebruik van onze Magic Box. Daarin stoppen ondernemers producten waarvan de houdbaarheid in zicht is. Omdat ze niet vooraf weten om welke producten het gaat, is het een verrassing voor de consumenten wat het is.”

Voor een Magic Box betaal je doorgaans 3, 4 of 5 euro. Mijn vriendin is aardig verslaafd aan deze app en daardoor heb ik ook flink wat ervaring met dit platform. En fiets ik minstens twee keer per week naar de bakker, Lidl of Makro voor een verrassingsdoos. De Makro is mijn favoriet, al is het soms ook creatief recepten bedenken wanneer je 1 kilo gesneden uit of 3 zakken spinazie in de Magic Box aantreft.

Too Good To Go groeit hard in Nederland: in 2,5 jaar hebben ze al ruim 4 miljoen maaltijden gered, 4.530 aanbieders aan het platform verbonden en de app is 1,7 miljoen keer gedownload. Een ongekend aantal. In totaal heeft het platform 25 miljoen gebruikers. Dit kan ook alleen maar met een flink team. Alleen in Nederland al werken zeker 40 mensen voor Too Good To Go, internationaal zijn dit er 600: 250 meer dan een jaar geleden. Het platform heeft in totaal 13,3 miljoen aan investeringen opgehaald en is in zeker 13 landen actief.

De reden dat zij snel willen groeien is volgens mij duidelijk: op het moment dat er 1 platform in het systeem van de bedrijven en klanten zit, zal er niet snel ruimte zijn voor een tweede. Daarnaast is er voor een dienst als deze schaal nodig om de hoge kosten te kunnen verantwoorden en kan de schaal worden ingezet om andere activiteiten rondom ‘food waste’ te ontplooien.

Blokker gaat ‘blokjes’ aandelen uitdelen aan klanten

Blokker gaat ‘blokjes’ aandelen uitdelen aan klanten

Deze week interessant nieuws van de kwakkelende winkelketen Blokker: “Blokker introduceert binnenkort een loyaliteitsprogramma waarmee shoppers mede-eigenaar kunnen worden van het retailconcern. Het is nog onduidelijk of de certificaten in de toekomst verhandelbaar zullen zijn.”

Als klant van Blokker krijg je dus ‘zegeltjes’ die een aandeel in het bedrijf vertegenwoordigen. Daar betaal je niets voor, die krijg je. Het gaat dus duidelijk om een loyaliteitsprogramma. Natuurlijk kun je cynisch zijn: het gaat Blokker niet voor de wind, de toekomst is onzeker en daardoor weet je ook niet of de certificaten ooit iets waard zullen worden.

Als je deze pragmatische blik los laat en deze case wat breder bekijkt is het wel een heel erg interessant experiment. Zeker wanneer een platformbedrijf dit gedachtegoed zal overnemen. Platformen leren en groeien op rekening van de gebruiker. Niet alleen verzamelt het platform data van de gebruiker, ook draaien zij 24/7 experimenten met de gebruikers om te ontdekken wat wel en wat niet werkt. Zonder deze ervaring kan geen enkel platform groeien en succesvol worden. De gedachte dat de gebruikers dus ook profiteren van de waarde die door die zelfde gebruikers wordt gecreĂ«erd is dus lang niet gek en ook niet nieuw. Het hele concept van platform coöperaties (waar de gebruikers naast eigenaarschap ook invloed hebben op het bestuur van het platform) is een behoorlijk rigoreuze stap voor een platformorganisatie. De stap van een loyaliteitsprogramma lijkt een stuk minder ingrijpend. Het zou mooi zijn wanneer een platformbedrijf et aan zou durven om een deel van het aandelenkapitaal, zeg 10 procent, te reserveren voor ‘zegeltjes’ voor de gebruikers. Hoe meer je gebruikt, hoe groter deel van de taart je als gebruiker ontvangt. Een idee dat ook in veel blockchain concepten voorkomt, maar naar mijn weten nog niet van de grond is gekomen. Door het te ‘verkopen’ als een loyaliteitsprogramma zou het een breder publieken moeten kunnen aanspreken.

Hoe we zorgen dat hosts een stem krijgen – Airbnb

Hoe we zorgen dat hosts een stem krijgen – Airbnb

Naast Blokker werkt ook Airbnb aan een loyaliteitsprogramma. Via een van de lezers van deze nieuwsbrief werd ik gewezen op een mailing naar hosts hierover. Op deze pagina wordt meer informatie gedeeld over de adviesraad voor Airbnb-hosts en het schenkingsfonds voor deze zelfde Airbnb.

De adviesraad van Airbnb-hosts moet een diverse groep hosts samenbrengen die “regelmatig namens alle hosts overlegt met het management van Airbnb om ervoor te zorgen dat hun ideeĂ«n worden gehoord.” Ook zet Airbnb een fonds op voor de hosts “dat we nu en in de toekomst gaan gebruiken om in de ideeĂ«n van hosts te investeren en dat we in eerste instantie uit 9,2 miljoen Airbnb-aandelen financieren.”

Worden hosts dan ook mede-eigenaar van Airbnb? Nee. Airbnb stopt aandelen in het fonds en wanneer de waarde van deze aandelen 1 miljard dollar waard zijn, dan zal de rente of groei van die hoofdsom worden gebruikt om activiteiten voor hosts te financieren. In het nieuwsbericht geeft Airbnb een aantal voorbeelden waar dit geld voor kan worden gebruikt:

  • noodfondsen voor hosts in tijden van crisis
  • investeringen in nieuwe producten die het succes van hosts ondersteunen
  • een jaarlijkse uitbetaling aan een klein groepje hosts dat zich hard maakt voor de missie van Airbnb
  • subsidieprogramma’s voor de onderwijskosten voor hosts en hun gezinnen

Het is dus niet dat Airbnb 1 miljard in het fonds stopt: het zet aandelen apart en op het moment dat deze 1 miljard waard zijn, dan wordt de rente of de groei die boven die miljard wordt gerealiseerd in de activiteiten geĂŻnvesteerd. Tot die tijd “blijven we feedback en voorstellen van de community verzamelen en financieren zoals we dat nu ook doen.”

Het verhaal rondom het fonds is nog wat vaag. Wat is de waarde van die 9,2 miljoen Airbnb aandelen? En hoe lang duurt het tot deze 1 miljard waard zijn? Hoe groot is de kans dat deze ĂŒberhaupt 1 miljard waard worden? En dan nog: wat gaat er precies met die overwaarde gebeuren (de hosts lijken nooit toegang te krijgen tot die miljard, alleen tot de rente of de waarde boven die miljard) en hoe komt dit bij de hosts terecht?

Wat deze stap wel duidelijk maakt is dat waar Airbnb in het begin de hosts heeft laten vallen als een baksteen (het platform paste eenzijdig de annuleringsvoorwaarden voor de hosts aan, wat een grote impact had op de verhuurders) het platform nu hard bezig is om deze groep te verbinden aan het platform. Daarnaast is het ook duidelijk dat ‘superhosts’, verhuurders die met grote regelmaat en goed volgens de Airbnb standaarden verhuren, een steeds belangrijk wordende doelgroep van het platform aan het worden is. Niet gek: uiteindelijk willen huurders ook steeds meer zekerheden en een meer uniforme dienstverlening. Dat lukt alleen met de meer professionele aanbieders. Dat is geen rocket science en een te verwachte ontwikkeling, zeker met een beursgang voor de deur.

DoorDash Says Its Own Pay Model Is a Risk to Its Business in Public Filing

DoorDash Says Its Own Pay Model Is a Risk to Its Business in Public Filing

Het leuke van beursgenoteerde platformen als Uber en TakeAway is dat zij verplicht zijn om ieder kwartaal de laatste inzichten en resultaten te publiceren. Ik luister zelf ook regelmatig de ‘investor calls’ terug. Dit zijn openbare audio bestanden van telefoongesprekken naar aanleiding van het publiceren van nieuwe cijfers tussen grote investeerders en de board van het platform. Dat is super leerzaam. Je hoort welke vragen en zorgen er spelen bij de investeerders (die doorgaans goed geĂŻnformeerd zijn in de markt) en de antwoorden van de leden van de board.

Ook zijn er op dit moment een aantal platformen die op weg zijn naar een beursgang, zoals Airbnb en DoorDash. Een van de stappen naar een beursgang is het publiceren van het S-1 document. Een document met ontzettend veel inzichten van organisaties die daarvoor vaak extreem gesloten waren over wat er achter de voordeur plaatsvond. Zo kwamen in de S-1 documenten van WeWork behoorlijk wat lijken uit de kast, wat ervoor zorgde dat de waarde van het bedrijf kelderde. De beursgang zelf werd uiteindelijk afgeblazen.

Deze blog gaat over de S-1 van DoorDash, waar een aantal interessante zaken in voorkomen. “In its S-1, DoorDash lays out why it’s its own worst enemy and warns it may never be profitable. -…- In its S-1 filing with the Securities and Exchanges Commission, there’s little to no evidence DoorDash can achieve let alone sustain profitability (in fact, that it may never be profitable is another “risk”), and lots of evidence that its business model is largely based on taking advantage of both restaurants and drivers. “

“That’s a mouthful, but says that DoorDash’s pay model for delivery drivers is algorithmic, which leads to an “inconsistency in earnings” which is likely to piss off both its workforce and its customers to the point where it may be challenged both in court and by regulators, and reported on in the media. This problem is even worse when you consider the labor patterns of gig companies: they require a large reserve of idle labor to keep wait times low and to fight extremely high turnover rates, but they also rely on a core of full-time gig workers to do the vast majority of work. As a result, the workers hurt the most by this “inconsistency in earnings” are the most precarious and vulnerable workers who rely on DoorDash to make ends meet.”

Geen verhaal waar ik als investeerder blij van zou worden. En overigens niet alleen als investeerder.

Voor wie zich verveelt: de S-1 van Airbnb is hier terug te lezen.

Apple Halves Its App Store Fee for the Smaller Companies – The New York Times

Apple Halves Its App Store Fee for the Smaller Companies – The New York Times

Er is al even gedoe rondom de Apple App store en de commissie die de store vraagt (vragen klinkt overigens iets te vrijblijvend). Vanuit verschillende instanties wordt er momenteel naar deze situatie gekeken. Om wat positief in het nieuws te komen heeft Apple besloten dat app ontwikkelaars die minder dan 1 miljoen omzetten via hun app geen 30, maar 15 procent commissie betalen.

Dat klinkt natuurlijk super sympathiek. Zeker als je in dit stuk leest dat 98% van de bedrijven die aan Apple commissie betalen hierdoor minder commissie betalen. Alleen als je dan vervolgens leest da
t deze groep ontwikkelaars verantwoordelijk waren voor minder dan 5 procent van de omzet van de store, dan weet je ook gelijk dat de impact op de omzet van Apple minimaal zal zijn. En die omzet, die is enorm. “In June 2017, Apple announced that App Store had generated over $70 billion in revenue for developers since its 2008 launch. By 2020, this had increased to $155 billion.” Neem daar 30 procent van en tel uit je winst…

Boekrecensie

De donkere kant van platformen – Frankwatching

De donkere kant van platformen – Frankwatching

Afgelopen week verscheen op Frankwatching een boekrecensie van mijn boek Platformrevolutie:

“Aan inspiratie voor nieuwe platformen zit het boek in ieder geval vol. Ook aan voorbeelden is geen gebrek. Daarbij horen uiteraard de meest bekende voorbeelden, maar Arets schudt ook talloze andere casussen uit zijn mouw die doorgaans minder vaak de revue passeren. Met name de case over Country as a Service, Estland, is een inspirerend verhaal dat laat zien dat overheden best in staat zijn om voor te lopen in de digitale wereld. Er worden ook B2B-casussen besproken, al had dit van mij een groter aandeel mogen krijgen. Van B2B-voorbeelden zijn er echter simpelweg minder. De voorspelling is gelukkig dat dit nog een vlucht gaat nemen. Of zoals de schrijver zegt: “De echte revolutie moet nog komen.”

Al met al is het boek interessant voor iedereen die de wereld in de gaten wil houden. Van startende ondernemers tot doorgewinterde CEO’s. Van marketeers tot beleidsmedewerkers. En van mensen met een uitgedokterd idee, tot diegene die zit te wachten op een eureka-moment.”

Ook gelezen

Food4thought

De twee kanten van Stephen Fry – De Wereld Draait Door – BNNVARA

De twee kanten van Stephen Fry – De Wereld Draait Door – BNNVARA

“Als we iets hebben dat volmaakt lijkt, schuilt daarin onvermijdelijk ook het tegengestelde”. Mooie kijk van Stephen Fry op internet en technologie. Check het fragment 10:23-13:33. Of beter: 7:14-13:33. Of nĂłg beter: de volle 30 minuten. Wat een mooi gesprek.

Als je denkt: “hoe komt ie daar nu weer bij??”. Om mijn blik te verbreden ben ik een (online) jaaropleiding Grote Denkers gestart: over de belangrijkste denkers uit de westerse en oosterse filosofie, de politieke theorie, sociologie en psychologie en uit de kunst en literatuur. Een toffe en laagdrempelige manier om mijn blik te verbreden.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

EU daagt Amazon om een van de belangrijke vraagstukken voor e-commerce platforms | Hoe o.a. Uber Prop22 als blauwdruk willen inzetten voor de rest van de wereld | How workers learn skills in the online platform economy

Goedemorgen! Afgelopen week weer twee mooie sessies mogen doen. Een online sessie in samenwerking met de Zweedse UWV met deelnemers uit Zweden rondom het vraagstuk van portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. De video vind je hier. En een ronde tafel online workshop (de tafeldiscussie was offline, de andere deelnemers online) tijdens INNOvember over de platformeconomie en de strijd om publieke waarden. Deze video vind je hier. Komende week weer een volle agenda. Ik krijg steeds vaker de vraag ‘waar kan ik jou voor inhuren’? Ik werk aan een overzicht en zal deze ergens de komende weken hier delen. Heb je een vraag: stuur een mail of reply op deze nieuwsbrief. Voor deze editie weer wat mooie stukken bij elkaar gevonden. Veel leesplezier en mooie week!

[Opinion] California’s new ‘gig worker’ law – why EU must say No

[Opinion] California’s new ‘gig worker’ law – why EU must say No

Vorige week besteedde ik al aandacht aan de uitzondering op de AB5 wetgeving in California voor ‘app workers’: de Proposition 22. De wet / uitzondering met de twijfelachtige eer van recordhouder van de wet waar de meeste lobby kosten ooit voor zijn gemaakt in de staat California.

Dit weekend weer de nodige stukken en reacties gelezen, zoals dit opiniestuk. Het was een slimme zet van de platformen om genoeg stemmen te verzamelen om het zelfgeschreven wetsvoorstel op het stembiljet te krijgen. Om vervolgens ruim 200 miljoen dollar te besteden om reclame te maken voor dit eigen wetsvoorstel. Nu het voorstel door de inwoners van California is aangenomen, gebruikt Uber dit als blauwdruk om in andere staten en landen de lobby te starten voor een vergelijkbaar scenario. In dit artikel vond ik een quote van de huidige CEO van Uber als reactie op de winst van Prop22: ““Going forward, you will see us more loudly advocate for new laws like Prop 22, which we believe strike the balance between preserving the flexibility that drivers value so much, while adding protections that all gig workers deserve,” Khosrowshahi said, adding that “it’s a priority for us to work with governments across the U.S. and the world to make this a reality.” Niet verrassend, maar die investering van 200 miljoen gaat natuurlijk verder dan alleen 1 staat.

De vraag die ik vorige week al stelde was: wisten mensen in California waar ze voor stemden? Om daar wat meer inzicht in te krijgen heb ik wat promotiematerialen van de platformen bekeken, zoals deze advertentie video van Lyft. Wat ik daar zag, bevestigde mijn gevoel: ze hadden geen idee. In de video wordt aangegeven dat de chauffeurs er met Prop22 op vooruit zullen gaan. Dat zou het geval zijn wanneer de chauffeurs als freelancer zouden worden geclassificeerd, maar de rechter in California had net daarvoor de uitspraak gedaan dat de chauffeurs werknemers waren. Met het invoeren van Prop22 leveren ze dus een hoop in. Of zoals de auteur van het opiniestuk het mooi verwoord: “Should Big Tech and gig platforms push for a policy similar to Proposition 22 in Europe, workers’ rights could quickly become a ceiling rather than a floor.”.

Valerio De Stefano, Professor of Labour Law, omschreef de situatie in zijn blog pakkend met de volgende anekdote: “The story goes that, during a Lent fast that must have felt very long for French king Louis XIV, his chief minister Cardinal Giulio Mazzarino decided to offer some relief to the impatient sovereign. Put in front of a superb truffle-stuffed pigeon, the Cardinal blessed the fowl by saying: “I now pronounce you a fish”. Fish was acceptable meal during fasts, so problem solved – and pigeon eaten.” Naast deze mooie intro is zijn blog ook zeker het lezen waard.

Waar wil ik met dit stuk heen? Ik ben er zelf ook nog niet helemaal achter. Wat ik belangrijk vind is om aandacht te vragen voor de feiten, niet voor de duurbetaalde lobby verhalen. En dat je niet mooie klinkende ideeĂ«n gaat echo-en, maar ook zelf kritisch na blijft denken en jezelf blijft informeren. Ja, ik ben van mening dat ons arbeidsstelsel aan een grondig herdesign toe is, maar dan wel een nieuw design waar de zekerheden voor iedereen goed geregeld zijn en de feiten leidend. Dat is broodnodig: technologische ontwikkelingen als platformisering zorgen ervoor dat de transactiekosten voor het organiseren van werk (of beter gezegd: het inrichten van werk rondom het individu, niet persĂ© rondom een bepaald type arbeidsrelatie) zullen dalen. Dat is goed nieuws, tenzij het leidt tot meer kwetsbaarheid bij een doelgroep die die kwetsbaarheid juist niet kan gebruiken. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Flexibiliteit hoeft niet ten koste te gaan van zekerheid. En we hebben alle stakeholders nodig om dit goed in te richten. Een dan niet vanuit een positie van ‘hakken in het zand en vasthouden aan verworden / verdorven rechten’, want daar komen we al jaren niets verder mee. Dat moge intussen wel duidelijk zijn: wie dat ontkent die is af.

Antitrust: Commission sends Statement of Objections to Amazon for the use of non-public independent seller data and opens second investigation into its e-commerce business practices | European Commission

Antitrust: Commission sends Statement of Objections to Amazon for the use of non-public independent seller data and opens second investigation into its e-commerce business practices | European Commission

Een van de grote vraagstukken rondom e-commerce platformen is die van de dubbele rol die het platform heeft waarbij het zowel als marktmeester (beheerder van de marktplaats die als ‘private regulator’ de regels van het spel bepaalt en toegang heeft tot alle data) als aanbieder op de eigen marktplaats is.

Vorige week startte een belangrijke en interessante zaak vanuit de EU tegen Amazon. Uit het persbericht:

“The European Commission has informed Amazon of its preliminary view that it has breached EU antitrust rules by distorting competition in online retail markets. The Commission takes issue with Amazon systematically relying on non-public business data of independent sellers who sell on its marketplace, to the benefit of Amazon’s own retail business, which directly competes with those third party sellers.

The Commission also opened a second formal antitrust investigation into the possible preferential treatment of Amazon’s own retail offers and those of marketplace sellers that use Amazon’s logistics and delivery services. “

Waarbij Margrethe Vestager het heeft over de dubbelrol zoals hierboven omschreven: “We must ensure that dual role platforms with market power, such as Amazon, do not distort competition. Data on the activity of third party sellers should not be used to the benefit of Amazon when it acts as a competitor to these sellers.”

Verder in het stuk wordt ook goed omschreven wat de risico’s en in dit geval concurrentievoordelen zijn van deze situatie: “the use of non-public marketplace seller data allows Amazon to avoid the normal risks of retail competition and to leverage its dominance in the market for the provision of marketplace services.” Daarnaast is het natuurlijk het vraagstuk dat het platform de macht heeft om succesvolle concurrenten op het eigen platform minder goed vindbaar te maken. Iets dat Amazon altijd heeft ontkend (en zal blijven ontkennen), maar waar al enkele voorbeelden uit de praktijk bekend zijn.

OII | How workers learn skills in the online platform economy, and how platforms, policies, and learning providers can support them — Oxford Internet Institute

Een blog over een interessant onderzoek rondom het vraagstuk hoe aanbieders in de online gig economy (met meer specifieke skills, geen clickwork) leren en hoe platformen hier een bijdrage aan kunnen leveren.

Er wordt onder andere gesproken over de ’21 century skills’ die mensen nodig hebben om in de online kluseconomie aan het werk te gaan: “Our study revealed that self-regulatory learning skills are a fundamental skillset in crowdwork, as they are increasingly in all 21st-century jobs. Such skills include the ability to understand and identify changing skill requirements; to be proactive in seeking feed­back; and to be self-reflective and capable of changing one’s learning strategies when they are not working. Such skills are best developed before entering work­ing life. Therefore, even in the age of remote and platform-based work, both initial and continuing voca­tional education and training should focus on de­veloping peoples’ self-regulatory learning skills and capabilities.”

Interessant is ook het stuk onder de titel “Platform work is not a silver bullet for labour market integration”. Hier wordt het volgende over gezegd:

“Platform-based work is often seen as a tool for labour market integration. For example, almost a third of online freelance workers surveyed in our study reported having an immigrant background. Yet newcomers to online work report having difficulties in getting started, because they lack a record of feedback from previous clients, which is the most important way of signalling skills and trustwor­thiness in platform-based work.

To address this barrier, we propose that policymakers and platforms could collaborate to experiment with subsidised ‘micro-internships’, in which clients are offered a discounted rate on new and untested workers in exchange for providing high-quality feedback on and to them.”

In de praktijk zie ik dat veel nieuwkomers zonder ’track record’ zich vooral op prijs onderscheiden. Daarnaast zou portabiliteit van reputatiedata voor diegenen die al een keer via een ander platform hebben gewerkt bij kunnen dragen aan dit probleem. Portabiliteit zou overigens ook de drempel voor hen zonder enige ervaring kunnen verhogen: een onbedoeld bijeffect dat niet over het hoofd mag worden gezien.

The Antitrust Case for Gig Worker Rights | Revue

The Antitrust Case for Gig Worker Rights | Revue

Voor wie nog niet is uitgelezen over mededinging en platformen hier nog een heel interessant stuk.

Online studio

De laatste tijd geef ik steeds meer online presentaties en workshops. Omdat dit de komende tijd nog wel even zo zal blijven en ik ook verwacht dat dit in de toekomst zal blijven heb ik flink geĂŻnvesteerd in een professionele setup. Bovenstaande opstelling is van de sessie met de Zweedse UWV. Op dit moment wordt mijn kantoor verbouwd naar een permanente setup. Zodat ik eenvoudig een presentatie kan geven met 1 of 2 professionele camera’s, goed licht en professionele audio. Dat in combinatie met razendsnel internet zorgt er voor dat ik laagdrempelig online de wereld over kan gaan met mijn verhaal en mijn kennis kan delen. Dat hele covid brengt dan ook wel weer goede dingen met zich mee…

Terugkijken

Afgelopen week nam ik deel aan de workshop “”Platformbedrijven en de strijd om publieke waarden” als onderdeel van de INNOvember. Dat was erg leuk om te doen en we hebben mooie discussies gevoerd. De video van de workshop is vanaf nu online terug te bekijken. Omschrijving sessie:

Grote internationale platformbedrijven zijn onmiskenbare aanjagers van veel innovaties en hebben een grote impact op de manier waarop wij werken, organiseren en leven. Ieder departement heeft wel direct of indirect met ze te maken en stoeit wel met vragen over hoe beleidsmatig het beste kan worden omgegaan met de problematiek die ze veroorzaken.

In deze workshop bespreek ik de context van de platformbedrijven en brengt ik de voor- en nadelen aan het licht. Om vervolgens in te gaan hoe we het beste de publieke waarden kunnen borgen in een steeds meer platformgedreven samenleving. Vervolgens laten Anko van Hoepen (vicevoorzitter PO-raad) en Willem-Jan van Elk (strategisch adviseur leeromgevingen Kennisnet) vanuit de casus onderwijs zien hoe je door te organiseren een gelijk(er) speelveld kunt creëren. En hoe besturen een visie kunnen en moeten ontwikkelen op de rol van digitalisering van het onderwijs.

Afsluitend volgt een debat waar ook Frits Bussemaker (voorzitter IADA) aansluit en waar aan de hand van stellingen en vragen van het publiek wordt besproken hoe publieke waarden kunnen worden geborgd in de platformeconomie en de rol van de overheid in dit geheel.

10-11-2020 Uitgelichte sessie: Platformbedrijven on Vimeo

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

California ‘kiest’ voor een nieuwe categorie workers | Deze overheid bouwt zelf een maaltijdbezorg app | Hoe Bookstore.org de winkelier een online etalage wil bieden | Have Platforms Become Part of the Immigration Experience?

Goedemorgen! In deze nieuwsbrief veel aandacht voor ‘alternatieve’ platformen. Waar overheden, goeddoeners en branches zelf regelmatig proberen een alternatief platform te lanceren, zie ik dat dit in veel gevallen mislukt. Waarom? Daarop ga ik in in deze editie. Ook in deze editie een uitnodiging voor een online workshop waar ik deze week aan deelneem. In het kader van INNOvember wordt dinsdag 10 November van 13:30 – 14:30 de sessie Platformbedrijven en de strijd om publieke waarden” georganiseerd. Ik ben een van de sprekers en er is ook een discussie. Het online publiek kan ook vragen stellen. Verderop in deze nieuwsbrief lees je er meer over. Je bent (virtueel) welkom om aan te schuiven. Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

Californië stemt voor initiatiefwet: Uber en Lyft hoeven chauffeurs niet in dienst te nemen | door Rens Lieman, schrijver en journalist

Californië stemt voor initiatiefwet: Uber en Lyft hoeven chauffeurs niet in dienst te nemen | door Rens Lieman, schrijver en journalist

Vorige week besteedde ik uitgebreid aandacht in deze nieuwsbrief aan de strijd in California om de status van de aanbieder op klusplatformen als Uber, Lyft en Doordash. Daar investeerden de platformen ruim 200 miljoen dollar in een campagne om een uitzondering op de AB5 wetgeving, de wet die hen dwingt de aanbieders in dienst te nemen, erdoorheen te krijgen. Het resultaat is intussen bekend: 58,6 procent van de stemmers in California stemden voor en daarmee is de uitzondering (Proposition 22) aangenomen.

Met deze door de platformen zelf ontworpen wet wordt een tussencategorie gecreëerd, waarbij de aanbieders meer rechten krijgen dan wanneer zij als freelancer aan het werk zouden zijn, maar een stuk minder rechten dan wanneer zij in dienst zouden zijn van het platform.

Heikel punt (oké, een van de heikele punten) in de nieuwe wet (of beter gezegd: uitzondering op de AB5 wet) is het minimum uurloon. In dit stuk schrijft journalist Rens Lieman daar het volgende over:

“Twee Amerikaanse groepen die opkomen voor de belangen van werkenden brengen daar tegenin dat dit een kariger pakket is dan waar chauffeurs recht op zouden hebben als ze in dienst zijn. Zo rekenen Uber en consorten in de berekeningen van het ‘uurloon’ niet alle tijd mee die een chauffeur werkt, zoals de tijd dat een chauffeur moet wachten op een ritje.

Een onderzoeksteam van de Californische Universiteit van Berkeley ontkrachtte ook al de belofte van een minimumuurtarief voor chauffeurs. In theorie zou die ruim vijftien dollar bedragen, maar in de praktijk zal het chauffeurs slechts vijf en een halve dollar per uur opleveren, zo rekenen de onderzoekers voor. (Uber en Lyft betwisten deze berekening.)”

Die berekening van het tarief en de kosten is dus nog zeker een aandachtspunt. Het zou natuurlijk mooi zijn geweest wanneer er iets van een uurtarief zou kunnen worden afgesproken: voor de tijd dat je online en beschikbaar bent krijg je betaald en per gereden kilometer een vergoeding voor het gebruik van de auto. Dat zou de zaak een stuk eenvoudiger maken. Het zal je niet verbazen als ik je vertel dat er de komende tijd goed zal worden meegekeken hoe de uitvoer in zijn werk zal gaan.

Wat je ook van deze uitzondering vindt: Proposition 22 is nu een feit. Los van de inhoud is het natuurlijk de grote vraag in hoeverre kiezers de inschatting kunnen maken of een dergelijk nieuw statuut wel of niet goed is voor de ‘app workers’. Ik denk dat ze geen idee hebben en een dergelijke keuze hoort natuurlijk niet thuis in een verkiezing. Toch is dat wat er is gebeurt. En wanneer je dan op TV hoort dat iets goed is (of beter gezegd: beter dan de huidige situatie) dan stem je al snel voor. Fijn dat hier in Nederland dat soort keuzes op een andere manier worden gemaakt. Al kun je jezelf soms wel afvragen in hoeverre de huidige polder partners alle werkenden en organisaties nog voldoende vertegenwoordigen. Maar dat is weer een heel ander onderwerp en debat 😉

South Korean food delivery gets a government-backed challenger – Nikkei Asia

South Korean food delivery gets a government-backed challenger – Nikkei Asia

Hoe borg je publieke waarden in technologie en hoe zorg je voor voldoende concurrentie? Dat zijn vragen die zowel in de markt als door overheden worden gesteld. In Zuid Korea pakken ze een interessante route: daar lanceert de overheid een eigen app voor maaltijdbezorging: “The government of South Korea’s most populous province is set to launch a public-private food delivery app in hopes of loosening the iron grip that the two dominant players have on the fast-growing market.”

Mooi aan deze casus is dat de initiatiefnemers flink wat ambitie en budget hebben. De app is bijna klaar, het is duidelijk in welke steden de pilot gaat lopen en hoe het traject er daarna uit komt te zien. De grote vraag is natuurlijk: gaat dit werken. De pijn in deze markt ligt in het geval van Zuid Korea bij de restauranthouders: de markt groeit door corona, maar de platformen ‘kapen’ het klantcontact en vragen steeds meer commissie en fees voor advertenties aan de restauranthouders. Het nieuwe platform belooft minder commissie te vragen en geen vergoedingen voor advertenties. Hoe de maaltijdbezorgers er aan toe zijn en of de alternatieve app ook daar iets voor zal betekenen is niet bekend, daar wordt in dit artikel niet over gesproken.

Restauranthouders meekrijgen moet geen probleem zijn: op het moment dat de dienstverlening via de app van de juiste kwaliteit is en en commissie lager, dan zijn zij al snel tevreden. Daarnaast is het voor een restaurant eenvoudig om tegelijkertijd met verschillende apps te werken. Waar de pijn zeer waarschijnlijk niet ligt dat is bij degenen die de maaltijden bestellen: de klant. De grote vraag is dan ook: wat gaat het publiek private alternatief de klanten bieden, zodat ook zij gebruik zullen maken van de nieuwe aanbieder. Een probleem dat ik veel zie bij ‘alternatieve’ platformen als bijvoorbeeld ook het eerdergenoemde Beterboeken. In Zuid Korea hebben ze hier het volgende voor bedacht: “Gyeonggi Province provides a 10% subsidy on all transactions through what the government calls “regional currency” — vouchers distributed to the public that can only be used at local businesses.”. Oftewel: niet alleen de restauranthouder is blij, maar ook de klant krijgt tegoedbonnen die lokaal kunnen worden besteed. Of dit genoeg is om voldoende klanten aan te trekken en zo het vliegwiel op gang te brengen en of het team ĂŒberhaupt in staat is om een competitieve app met competitieve dienstverlening te kunnen opzetten is de vraag, maar het is sowieso een interessante stap om te blijven volgen.

‘This is revolutionary’: new online bookshop unites indies to rival Amazon | Booksellers | The Guardian

Dan nog een artikel over een ‘eerlijke’ concurrent van een dominant platform. Ditmaal in de boekenbranche: “It is being described as a “revolutionary moment in the history of bookselling”: a socially conscious alternative to Amazon that allows readers to buy books online while supporting their local independent bookseller. And after a hugely successful launch in the US, it is open in the UK from today.”

In Nederland hebben we ook een ‘eerlijke’ poging gehad onder de naam Bookaroo. Lees dit mooie stuk van Bas Vermond over dit initiatief. Het initiatief kreeg als snel veel aandacht en 350 boekenwinkels sloten zich aan. Alleen hadden de initiatiefnemers de ‘klus’ van het neerzetten van een serieus platform overschat en al snel was het initiatief ter ziele. Bookaroo werd onderdeel van Bazarow, een boekensite die het ook beter wil doen, maar nu een jaar later is het nog niet gelukt om het Bookaroo systeem in deze webshop te implementeren. Wat nogmaals aangeeft dat je het serieus neerzetten van een platform nooit moet onderschatten. Mensen mee krijgen voor je idee is 1, maar daarna begint de uitdaging pas echt.

Het initiatief Bookshop.org lijkt het beter te doen: “Initially starting with 250 bookshops, more than 900 stores have now signed up in the US. “We went from selling $50,000 worth of books in all of February, to selling $50,000 a day in March, then $150,000 a day in April,” said Hunter. By June, Bookshop sold $1m worth of books in a day. The platform has now raised more than $7.5m for independent bookshops across the US.”

Een miljoen dollar aan boeken per dag verkopen is fors, ook in de Verenigde Staten. Het concept is simpel: “It allows independent bookshops to create their own virtual shopfront on the site, with the stores receiving the full profit margin – 30% of the cover price – from each sale. All customer service and shipping are handled by Bookshop and its distributor partners, with titles offered at a small discount and delivered within two to three days.” Mooi aan deze constructie is dat de boekwinkels hun focus kunnen leggen op waar zij goed in zijn en het team van het platform zich op de technologie en marketing kan storten.

Gaat Bookshop.org het verschil maken? De tijd zal het leren. Amazon heeft diepe zakken en kan eenvoudig boeken onder de kostprijs verkopen. Aan de andere kant heeft het initiatief laten zien goed boeken te kunnen verkopen. Maar het initiatief zou ook zomaar een negatief effect kunnen hebben. In het stuk over Bookaroo zegt Bas Vermond daar het volgende over: “Wat de heren van Bookaroo zich niet realiseren is dat zij een stroming op gang kunnen brengen, waarbij klanten die eerst hun boeken gewoon in de boekwinkel kochten, dit nu online via Bookaroo gaan doen. Volledig in de veronderstelling dat zij hiermee alsnog hun boekwinkel steunen. Minder klanten in de winkel betekent minder verkochte boeken, maar ook hogere kosten en minder marges.” Daarnaast hebben boekwinkels geen zekerheid over de strategie van het platform in de toekomst. In de juridische structuur van het platform zijn de belangen van de boekwinkels niet geborgd. Dat het platform nu een B-corp certificering wil verkrijgen draagt niets bij aan de zekerheid voor de winkels. En hoewel de huidige eigenaar misschien te vertrouwen is, kan het zomaar zijn dat met de investering van 7,5 miljoen dollar er ook andere belangen gaan spelen die meer focus op rendement dan op het ‘goed doen’ hebben. Een onzekere variabele wat een boekhandelaar extra alert zou moeten maken, want straks leg je al het klantcontact naar het platform en gaat ze er met jouw klanten vandoor. Dat zou een zuur, maar niet ondenkbaar scenario zijn. Wat dat betreft is het dus belangrijk dat de belangen van de boekwinkels ook in de juridische structuur wordt geborgd.

Hotels-Backed Online Search Platform Roomkey Suspends Operations – Skift

Hotels-Backed Online Search Platform Roomkey Suspends Operations – Skift

Een derde en daarmee laatste voorbeeld dat aantoont hoe lastig het is een competitief platform neer te zetten is een artikel over Roomkey.com. “Roomkey — a joint venture among Choice Hotels, Hilton, Hyatt, IHG, Marriott, and Wyndham — launched in January 2012 as “an innovative new online hotel search engine that will provide the simplicity, transparency and breadth of choice consumers expect from a search engine” while also booking directly from the hotel companies instead of a third-party site like Priceline.”

En is nu offline.

Have Platforms Become Part of the Immigration Experience? | Platform Labor

Een goed stuk dat de nodige food4thought geeft. Een aantal highlights uit het stuk:

  • Empirical studies using quantitative census data shows immigrants are more likely to be doing gig work as compared to non-immigrants in Canada.
  • We found that while many migrants did not see platform work as an end goal, the extent to which they believe that it is transitionary depends on the concrete steps and goals they have beyond the platform. They are making the best out of their situation in response to the constraints they face in the Canadian labor market. When a participant expressed that the predominant challenge
    was having a language barrier that barred access to an office job, they reasoned that platform work provided them with free English-speaking lessons – gained tangentially in the course of working on their ride-hailing app. This illustrates a process of sensemaking where migrants create stories that focus on the positive sides of their precarious working conditions.
  • Our research made us aware that in some instances, platform work has become part of the settlement experience for a newcomer, often promoted by their ethnic social networks, responding to the push factor of the inability to integrate into a competitive labor market and the pull factor of how employment barriers highlight the comparative accessibility of the platform economy.
  • Perhaps in addition to the calls for greater platform work regulation, we should also be having a conversation about the need for more viable alternatives for migrants navigating the challenges of an unfamiliar labor market.

In de media

Maakt de deelscooter zijn groene beloften waar? | Eindhovens Dagblad

Maakt de deelscooter zijn groene beloften waar? | Eindhovens Dagblad

“De een vindt het een ‘groen onding’, de ander ziet het als dĂ© oplossing voor de auto in de stad. Maar bovenal worden ze in heel Brabant ongelooflijk veel gebruikt: elektrische deelscooters. Wie zijn de bedrijven achter die scootergekte? En doen ze wat ze beloven?”

Voor dit stuk in het Eindhovens Dagblad werd ik gevraagd om wat meer context te geven aan de opkomst van de deel (ahum: huur) scooter in Brabant. Naast een artikel in de krant, werd ook onderstaand filmpje gemaakt:

Martijn Arets: ‘Ik kan geen business bedenken waarin platformtechnologie niet kan helpen’ | Managementboek Magazine

In de laatste editie van het Managementboek Magazine verscheen een interview met mij over mijn boek. Voor wie het magazine niet ontvangt is het stuk ook via deze link te lezen.

Workshop: wees welkom!

HĂ©t innovatie congres van en voor de Rijksoverheid – INNOvember

HĂ©t innovatie congres van en voor de Rijksoverheid – INNOvember

Online workshop “Platformbedrijven en de strijd om publieke waarden” op dinsdag 10 November van 13:30 – 14:30

Grote internationale platformbedrijven (zoals Amazon, Uber en Google) zijn onmiskenbare aanjagers van veel innovaties en hebben een grote impact op de manier waarop wij werken, organiseren en leven. Ieder departement heeft wel direct of indirect met ze te maken en stoeit wel met vragen over hoe beleidsmatig het beste kan worden omgegaan met de problematiek die ze veroorzaken.

In deze workshop bespreekt platformexpert Martijn Arets de context van de platformbedrijven en brengt hij de voor- en nadelen aan het licht. Om vervolgens in te gaan hoe we het beste de publieke waarden kunnen borgen in een steeds meer platformgedreven samenleving. Vervolgens laten Anko van Hoepen (vicevoorzitter PO-raad) en Willem-Jan van Elk (strategisch adviseur leeromgevingen Kennisnet) vanuit de casus onderwijs zien hoe je door te organiseren een gelijk(er) speelveld kunt creëren. En hoe besturen een visie kunnen en moeten ontwikkelen op de rol van digitalisering van het onderwijs.

Afsluitend volgt een debat waar ook Frits Bussemaker (voorzitter Institute for Accountability in the Digital Age) aansluit en waar aan de hand van stellingen en vragen van het publiek wordt besproken hoe publieke waarden kunnen worden geborgd in de platformbedrijven en de rol van de overheid in dit geheel.

Ben je rijksambtenaar: schrijf je dan in via deze link.

Ben je géén rijksambtenaar en wil je toch de sessie online bijwonen? Dan kun je deze openbare sessie volgen via het Vimeo kanaal van INNOvember. Via de chat van Vimeo kun je vragen stellen, die in de sessie zullen worden meegenomen.

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

California kiest morgen niet alleen voor de toekomst van de democratie, maar ook voor de toekomst van de arbeidsmarkt | De krokodillentranen van Booking | Uber chauffeurs in beroep tegen geautomatiseerd ontslag

Goedemorgen! Met de verkiezingen in de Verenigde Staten belooft het een spannende week te worden. Ik weet nog dat ik de week na de verkiezingen in 2016 in New York was en de onrust, onzekerheid en ongerustheid voelde bij iedereen die ik sprak. Ik denk dat die onrust, onzekerheid en ongerustheid in het niet valt bij wat er daar de komende weken gaat gebeuren. Ik houd mijn hart vast…

Naast een nieuwe president stemmen de inwoners van California ook voor een nieuwe wet mbt de kluseconomie die ook verstrekkende gevolgen kan hebben. In deze editie ga ik daar uitgebreid op in. Ook deel ik de aankondiging voor een tof online workshop die ik samen met de Zweedse Employment Services organiseer rondom het vraagstuk van portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. Voel je vrij om dit online event bij te wonen op 11 November. Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

California’s Proposition 22 Presents an Alarming Turning Point in Labor Law – Fairwork

California’s Proposition 22 Presents an Alarming Turning Point in Labor Law – Fairwork

Op dinsdag 3 November 2020 stemmen de inwoners van California niet alleen voor een nieuwe president, maar ook voor de toekomst van de ‘gig economy’ in hun staat. Dan zal duidelijk worden of de door de platformen ingediende ‘Proposition 22’ (Prop22) wel of geen meerderheid zal halen. Wat de uitslag ook gaat worden: deze proposition heeft nu al een ongemakkelijk record gezet: met een bedrag van 218 miljoen dollar (and counting…) is dit de stemming waar het meeste lobby / campagne geld in is gestoken in de geschiedenis van de staat California.  Dat daarvan zo’n 90 procent ten goede komt voor het ‘ja’ kamp maakt duidelijk hoe de kaarten zijn verdeeld.

Net als in Nederland is er ook in de Verenigde Staten onenigheid of ‘gig workers’ die voor (on demand) platformen werken werknemer of freelancer zijn. De reden dat ik ‘on demand’ duidelijk vermeldt, is omdat juist bij klusplatformen waar de klusjes kort zijn, de dienstverlening universeel, 1-op-1 en de app automatisch bepaalt wie welke klus krijgt degenen die het werk moeten uitvoeren extra kwetsbaar zijn.  Je moet denken aan het bezorgen van maaltijden, boodschappen of pakketjes en het rijden van taxi. De Verenigde Staten loopt flink ‘voorop’ in dit segment van de gig economy: de markt is enorm en door covid is deze markt alleen maar groter geworden. Zo kondigde boodschappen bezorg app Instacart in april aan 300.000 extra aanbieders op het platform toe te laten en heeft het plannen om dat aantal met nog eens 200.000 te laten stijgen.

In het zeer lezenswaardige artikel ‘California’s Proposition 22 Presents an Alarming Turning Point in Labor Law’ van de Fairwork Foundation (onderdeel van het Oxford Internet Institute) wordt duidelijk uitgelegd wat deze stemming behelst en wat de context hiervan is in de (geschiedenis van de) Amerikaanse arbeidsmarkt. Vorig jaar werd in de staat California de AB5 wetgeving aangenomen. Het doel van deze wetgeving is om klusplatformen te verplichten hun aanbieders in dienst te nemen en hun verantwoordelijkheid als werkgever te erkennen. De voorwaarden om onder AB5 als freelancer te mogen opereren zijn als volgt:

(A) they are free from control or direction

(B) they perform work that is outside of the company’s usual course of business

(C) the worker is engaged in an independently established trade or business.

Hoewel het duidelijk is dat deze platformen onder AB5 vallen, was het al snel duidelijk dat zij dit anders zagen. Een maand na het ingaan van AB5 dienden een coalitie geleid door Uber, Lyft en Doordash dus Prop22 in. Met als doel om een uitzondering voor ‘app-based transportation and delivery platforms’ te verkrijgen. Wat in zou houden dat deze platformen hun aanbieders nu definitief niet in dienst hoefden te nemen. In ruil daarvoor moeten zij de aanbieders iets tegemoet komen met o.a. een bijdrage in ziektekosten, verzekering en een arbeidsongeschiktheids uitkering.

Kort samengevat wordt er met Prop22 een tussencategorie gecreëerd waarbij de platformen vanuit hun perspectief water bij de wijn doen, om zo de juridische strijdbijl te kunnen begraven. Dat is natuurlijk puur eigenbelang: de uitkomst van dit debat heeft grote impact op de toekomst en levensvatbaarheid van dit soort platformen. Daarnaast is deze wet voor de platformen belangrijk, omdat het als voorbeeld kan worden gebruikt voor andere staten en landen. Daarnaast is de wet eenmaal aangenomen nagenoeg in beton gegoten: een herziening is onwaarschijnlijk.

In het Fairwork artikel worden valide punten aangehaald waarom deze wet in alle opzichten een achteruitgang is voor de rechten van de aanbieders. En al klinkt het misschien sympathiek dat de aanbieders via Prop22 vanuit de situatie waar de aanbieders nu in zitten er iets op vooruitgaan: uiteindelijk is het een achteruitgang en een vrijkaart voor dit type platformen om zonder juridische drempels hun verantwoordelijkheid niet te pakken.

En die campagne? Die is intussen in volle gang. Het Fairwork artikel omschrijft deze als volgt. “These funds have been used on an aggressive marketing campaign, which has relied on misleading surveys showing high levels of support and fliers distributed alongside delivery orders. Workers have filed a lawsuit, believing these tactics constitute illegal political coercion. Labor unions have backed “No On Prop 22,” supported by Gig Workers Rising, We Drive Progress, Mobile Workers United, and Rideshare Drivers United. With a tenth of the funding, this coalition has had less presence but has organized several protests and driver caravans.” Ook worden de platformen ervan beschuldigd van het financieren van niet representatieve onderzoeken en worden platformwerkers onder druk gezet door pro-Prop22 alters die in hun app verschijnen.

De strijd om Prop22 gaat er (ook) om spannen. Wat de uitslag ook gaat worden: het zal sowieso impact hebben op het debat rondom de gig economy dat nog komen gaat.

Uber Drivers challenge dismissal by algorithm – Ekker Advocatuur

Uber Drivers challenge dismissal by algorithm – Ekker Advocatuur

Platformen als ‘private regulator’ bepalen de voorwaarden waaronder gebruikers gebruik kunnen maken van het platform. Zij bepalen (direct of indirect) wie werk krijgt, wat de ‘huisregels’ zijn en onder welke voorwaarde iemand de toegang tot het platform kan worden ontzegd. Formeel is dit geen ontslag: de aanbieders zijn geen werknemer, maar het ontzeggen van toegang tot het platform heeft wel dezelfde gevolgen. En op het moment dat jij afhankelijk bent van het inkomen dat je via het platform verdient zou je op zijn minst een goede onderbouwing willen ontvangen wanneer het platform jou ‘ontslaat’.

En dat is waar deze rechtszaak over gaat. 4 Voormalig Uber chauffeurs klagen het platform aan, omdat zij vinden dat het niet duidelijk is gemaakt waarom hun de toegang tot het platform werd ontzegd en zij van mening zijn dat zij door het algoritme zijn ontslagen. En dat mag niet.

Uit het artikel: “Under the UK Data Protection Act and Article 22 of the EU General Data Protection Regulation (GDPR), individuals have the right to certain protections from automated decisions which create negative affects but are carried out without meaningful human intervention.”

Deze zaak is relevant, omdat het verloop en de uitspraak inzicht zullen geven hoe onder de huidige regels de (informatie)positie van werkenden in de digitale economie zijn geborgd. Voor ons Nederlanders is het extra interessant, aangezien deze zaak in Nederland dient. Net als de zaak die in juli dit jaar is aangekondigd waar Uber chauffeurs het platform, met dezelfde advocaat als in de zaak van vorige week, aanklagen, omdat zij van mening zijn dat zij meer informatie van het platform moeten ontvangen.

Booking.com is bang dat Brussel het bedrijf aanpakt wegens marktdominantie | Business Insider

Booking.com is bang dat Brussel het bedrijf aanpakt wegens marktdominantie | Business Insider

In de EU wordt gekeken naar strengere regels voor dominante platformen. In onder andere een interview in de Financial Times merkt Booking op dat zij het een slecht idee vinden wanneer ook zij worden aangepakt. Booking legt sterk de focus op de Europese (Nederlandse) roots, terwijl het natuurlijk al heel lang geen Nederlandse eigenaren meer heeft. Daarnaast is het platform van mening dat het geen dominante marktpositie heeft: ‘slechts’ 13 procent van alle hotelinkomsten in Europa afkomstig is van de site. Een standaard reactie op ieder mededingingsvraagstuk, dat heb ik intussen ook wel geleerd van de specialisten die ik door de jaren heen over dit onderwerp heb gesproken. Het komt op mij dan ook eerder over als krokodillentranen dan als een goed onderbouwd betoog.

Amsterdam and Helsinki become first cities to launch AI registers explaining how they use algorithms

Amsterdam and Helsinki become first cities to launch AI registers explaining how they use algorithms

“Amsterdam and Helsinki today became the first cities in the world to launch open AI registers that track how algorithms are being used in the municipalities. – the cities said the registers would help ensure that the AI used in public services operates on the same principles of responsibility, transparency, and security as other local government activities.”

Op de website van  het algoritme register van de Gemeente Amsterdam wordt het volgende gemeld: “Per algoritme vindt u eerst algemene informatie over de bedoeling en werking van het algoritme. Daarna vindt u meer gedetailleerde technische informatie. Ook kunt u door feedback te geven helpen om de algoritmes die gemeente gebruikt beter, eerlijker en verantwoorder te maken. Het register is nog in ontwikkeling en bevat daarom nog niet alle algoritmes die de gemeente gebruikt. We werken er hard aan om alle algoritmes van de gemeente in het register op te nemen.”

Een interessante (eerste) stap.

Reviews: hoeveel waarde hechten we eraan en hoe betrouwbaar zijn ze? – Kassa – BNNVARA

Reviews: hoeveel waarde hechten we eraan en hoe betrouwbaar zijn ze? – Kassa – BNNVARA

Leuke uitzending van Kassa over hoe betrouwbaar online reviews op klanten overkomen. Kassa hield een enquĂȘte onder ruim 2.000 kijkers over hun ervaringen met reviews. Geen representatief onderzoek, maar wel een interessant inkijkje. “Bijna de helft (46 procent) van hen geeft aan regelmatig reviews te lezen vooraf. En 23 procent zegt dit zelfs altijd te doen. Slechts 6 procent zegt nooit naar reviews te kijken. Maar hoe belangrijk vinden zij die reviews dan? 8 op de 10 zegt dat het zijn of haar keuze kĂĄn beĂŻnvloeden, maar voor 14 procent zijn ze zelfs doorslaggevend.”

Ook gelezen

Event

Webinarium: Gigekonomin, dataportabilitet & en inkluderande arbetsmarknad Registrering, ons, 11 nov. 2020 vid 09:30 | Eventbrite

Op 11 November 2020 organiseer ik samen met de Zweedse Employment Service een online event mbt de portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. Het event is een kopie van de besloten workshop die ik eerder in Utrecht organiseerde. Deze editie is openbaar, dus pak je kans 😉

In de media

Tweedehandskleding-app Vinted neemt het Utrechtse United Wardrobe over | Trouw

Tweedehandskleding-app Vinted neemt het Utrechtse United Wardrobe over | Trouw

Voor dit artikel in Trouw werd ik gevraagd context te geven aan de overname van United Wardrobe door Vinted.

Drie rapporten over de platform-economie in een week. Een overzicht van wat er in staat. En wat nog niet. – ZiPconomy

Drie rapporten over de platform-economie in een week. Een overzicht van wat er in staat. En wat nog niet. – ZiPconomy

Mijn analyse over de rapporten over de kluseconomie die je in de nieuwsbrief vorige week hebt kunnen lezen is nu ook als blog gepubliceerd op ZiPconomy.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Drie (!) rapporten over platformwerk in Ă©Ă©n week: een analyse en verdieping | De discussie over de macht en strategie van Google | Een duik in de wereld van microklussen

Goedemorgen! Vorige week kwamen in Ă©Ă©n week 3 (!!) rapporten over platformwerk uit. Deze rapporten brengen veel nieuwe inzichten. En tof om te zien dat mijn werk meerdere malen als input is gebruikt voor deze rapporten. Maar er zijn (gelukkig!) ook nog genoeg vragen. In deze editie ga ik uitgebreid in op de ruim 200 pagina’s tellende rapporten. Daarnaast voor de podcast liefhebbers ook twee podcast interviews met mij: BNR De Werkprofessor en Listen To The Future van Jarno Duursma. En ook goed nieuws: mijn boek Platformrevolutie is genomineerd voor de Marketing Literatuur Prijs 2020, een initiatief van Platform Innovatie in Marketing (PIM). Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

SER: vrees voor platformeconomie onterecht. Rapport laat aantal vragen nog onbeantwoord. – ZiPconomy

SER: vrees voor platformeconomie onterecht. Rapport laat aantal vragen nog onbeantwoord. – ZiPconomy

Afgelopen weken regende het onderzoeken over de Nederlandse kluseconomie. De SER publiceerde de verkenning ‘Hoe werkt de platformeconomie‘. Tegelijkertijd publiceerde SEO een meting van de kluseconomie. Deze was eigenlijk al 31 januari dit jaar klaar, maar aangezien deze onderdeel uitmaakte van het SER rapport moest de publicatie even wachten. En alsof dat nog niet genoeg was publiceerde TNO ook hun rapport ‘Platformarbeid in kaart brengen‘. Met ruim 200 pagina’s leesvoer over de Nederlandse kluseconomie, zou je zeggen dat alle vragen nu wel beantwoord zouden moeten zijn. Voor wie dat denkt heb ik slecht nieuws: nee. Nog lang niet.

Wat hebben de rapporten ons wél gebracht?

Nou, best veel. Zo heeft TNO in hoofdstuk 2 van het rapport uitgebreid de markt van platformen die bemiddelen tussen vraag en aanbod van arbeid in kaart gebracht. Belangrijke bron van dit overzicht is een lijst die ik heb samengesteld voor een nog te lanceren startpagina voor platformwerk. TNO heeft vervolgens uitgebreid naar deze platformen gekeken en hier mooie en nuttige overzichten van gemaakt.

Het SER rapport, met 121 pagina’s de dikste van het stel (maar daar moesten dan ook veel stakeholders iets van vinden) geeft een mooi overzicht over de diversiteit van de kluseconomie. Zo wordt er in gegaan op digitalisering in de meest brede zin van het woord, wat werkplatforms nu precies zijn, wat er nieuw is aan werkplatforms en de gevolgen van platforms voor overige bedrijvigheid en werkgelegenheid. Tof vond ik ook om te zien dat mijn werk een belangrijke bijdrage aan dit rapport heeft geleverd: mijn werk (blogs, boek, nieuwsbrieven en paper) worden in het rapport maar liefst 12 keer aangehaald. Een hele eer.

De SER besteed in het rapport en bijbehorende blog aandacht aan de positieve kanten van platformwerk: “Ze (platformen) vormen een snelle manier om aan werk te komen, ook als dat door opleiding of achtergrond moeilijk is. Meer mensen kunnen dus aan het werk. Ondernemers kunnen meer omzet maken door bijvoorbeeld een bezorgdienst op te zetten en consumenten krijgen meer keuze en gemak.” Ook waarschuwt de SER voor de risico’s, zoals afhankelijkheid (vooral voor lage inkomens) en het spelen van het spel met andere regels dan de rest van de markt.

Over het algemeen is de SER mild over de impact van platformwerk. SER-voorzitter MariĂ«tte Hamer zegt in het FD: “De waanzinnige spanning die de platformeconomie op de arbeidsmarkt zou geven, zien we nog niet”. Uit de enquĂȘteresultaten van de SEO blijkt dat slechts 0,9 procent van de Nederlandse beroepsbevolking tussen 18 en 67 jaar aangeeft in november 2019 werkzaam te zijn geweest in de kluseconomie. Dat is nog geen aantal om je nu zorgen over te maken. Daarnaast is de algehele tendens in de rapporten ook dat men zich er van bewust is dat dĂ© platformwerker niet bestaan.

Opvallend is de oproep van de SER in de laatste alinea van hun bericht: “Om de kansen die de platformeconomie biedt beter te kunnen benutten, zal Nederland meer moeten doen aan het ontwikkelen en implementeren van nieuwe technologieĂ«n. Dit vraagt om meer durfkapitaal, meer passend opgeleid personeel, met name bij de grotere platforms en investeringen in digitale vaardigheden van burgers. Werkgevers, werknemers, overheid en de platformbedrijven moeten hierin samen optrekken.” Het is duidelijk dat de SER het rapport, wat een uitgebreide verkenning is, niet afsluit met een punt, maar met een komma. En de leden uitdaagt / uitnodigt om vervolgstappen te nemen. Iets dat ik zeer kan waarderen.

Wat hebben de rapporten ons nĂ­et gebracht?

Je zou kunnen zeggen: de impact is klein en de voor- en nadelen zijn te overzien. Wat willen we nog meer? Nou, eigenlijk moeten we nog veel meer willen weten. Ten eerste is het natuurlijk fijn voor het debat dat de kluseconomie nu nog klein is, maar dat zegt natuurlijk niets over waar het heen zou kunnen gaan. Dat iets nu nog geen pijn doet, hoeft niet te betekenen dat we er niets van hoeven te vinden. En hoewel de rapporten breed hebben gekeken naar het begrip kluseconomie en platformwerk is het geschetste landschap nog lang niet allesomvattend. Zo heeft TNO (bewust) de online klusecomomie zo goed als buiten beschouwing gelaten. Het SEO rapport gaat hier wel meer op in. Maar toch wordt er nog weinig aandacht besteedt aan bijvoorbeeld uitzendbureaus die platformen beginnen (wat voor impact heeft dat bijvoorbeeld op de zorgplicht die je als uitzender = werkgever hebt?), aan organisaties die platformen gebruiken om hun flexibele schil en interne mobiliteit te organiseren, in platformen voor meer gespecialiseerd (ZZP) werk en ga zo nog maar even door. Ook mis ik nog (en ik moet eerlijk zijn: ik heb dit weekend niet alle ruim 200 pagina’s gelezen) een meer brede blik van platformwerk in een bredere context van digitalisering en arbeid met onderwerpen als algoritmisch management, surveillance management, etc. etc.

Als laatst mis ik de benchmark. Oftewel: hoe verhouden de omstandigheden (in de meest brede zin van het woord) van de platformwerker zich ten opzichte van de werker die hetzelfde werk uitvoert, maar waar een platform niet de matchmaker is tussen vraag en aanbod. Zo heeft de SER het over risico’s voor “wie weinig opleiding heeft, eenvoudig werk doet zoals oppassen of schoonmaken en geen ander inkomen heeft.”. Oppassen en schoonmaak is doorgaans werk dat zich in de zwarte markt bevindt waar de omstandigheden en vergoedingen niet optimaal zijn. Zijn de omstandigheden en verdiensten voor wie dit werk via een platform uitvoert slechter, gelijk of beter dan voor hen die het werk zonder tussenkomst van een platform doen? Volgens mij een enorm relevante en interessante vraag. Maar toch zie ik die nergens terugkomen.

En natuurlijk besef ik mij dat een rapport nooit allesomvattend kan zijn, maar ik vond het wel belangrijk om deze aanvulling te vermelden.

Hoe representatief zijn de cijfers?

Veel inhoud van de onderzoeken is gebaseerd op interviews. Heel veel interviews. En natuurlijk literatuuronderzoek. Mijn idee is dat dit gedeelte bij alle 3 de onderzoeken grondig is gedaan en de uitkomsten waardevolle input en duiding geven aan het debat.

Naast de interviews met verschillende experts en stakeholders en literatuuronderzoek hebben alle rapporten ook onderzoek gedaan naar hen waar veel over wordt gesproken, maar beroerd weinig mĂ©t wordt gesproken: de platformwerker. Op basis van deze data zijn de nodige resultaten gepubliceerd, zeker het SEO is grondig te werk gegaan. De vraag die wat mij betreft te weinig wordt gesteld in de reacties op de onderzoeken is: hoe representatief is deze data / doelgroep? En daaropvolgend: hoe serieus moeten we deze resultaten nemen? Zowel TNO als SER/SEO hebben interviews afgenomen met platformwerkers. Bij TNO waren dit er 70, bij het SEO (dat is gebruikt als input voor het SER rapport) 142. Daarnaast heeft SEO ook brede enquĂȘte met een netto-respons van 5.440 personen uitgezet om te kunnen bepalen welk deel van de Nederlandse beroepsbevolking werkzaam is via platformen.

Heel positief is dat de onderzoekers in zowel het TNO als het SEO onderzoek zelf ook de beperkingen van de dataset inzien. Bij TNO zijn ze hier het meest duidelijk over. In het rapport valt te lezen: “Deze verkenning levert nadrukkelijk geen representatief beeld van de kwaliteit van arbeid van platformwerkers.” De vragenlijst van TNO is dan ook naar eigen zegge een pilot vragenlijst met als doel om tot een definitieve vragenlijst te komen voor in de toekomst. Ook in het SEO onderzoek wordt, zij het niet zo direct als bij TNO, de beperking van de meetmethode aangegeven: “Een beperking van het onderzoek is dat alleen werkers met een Nederlandse nationaliteit en beheersing van de Nederlandse taal zijn benaderd om de enquĂȘte in te vullen. Het panel van I&O research is weliswaar representatief voor de Nederlandse beroepsbevolking, maar bevat geen panelleden met een niet-Nederlandse nationaliteit. Daarnaast is alleen een Nederlandse versie van de enquĂȘte uitgezet onder de panelleden. Het is mogelijk dat een deel van de werkers actief in de kluseconomie in Nederland een niet-Nederlandse nationaliteit heeft, de Nederlandse taal niet beheerst of illegaal verblijft in Nederland. Navraag bij platforms bevestigt dit beeld. Doordat deze groep niet is meegenomen, is de schatting van de omvang van de kluseconomie mogelijk een onderschatting. Een andere beperking is dat het invullen van enquĂȘtes (relatief kortdurende en gestandaardiseerde taken) kan samenhangen met het verrichten van andere online taken in de kluseconomie. Hierdoor is de schatting van het aandeel online werkers mogelijk een overschatting.”

Deze transparantie in eigen bedenkingen is natuurlijk erg positief. Alleen ben ik dan wel weer van mening dat deze flinke slagen om de arm ook in de communicatie, zeker in het SER rapport, meer naar voren hadden moeten komen. Want wat er in feite moet worden gezegd is: “we hebben met de beste bedoelingen een inschatting gemaakt, maar we weten dat deze niet compleet en daarmee niet volledig representatief is.” Dit omdat de beperkingen van de SEO enquete er toe hebben kunnen leiden dat een groot deel van de platformwerkers niet in de steekproef is meegenomen en dat daardoor ook de resultaten van hoe platformwerkers hun werk ervaren, hoeveel inkomen zij hier uit halen, etc. etc. niet representatief zijn. Zo laat bijvoorbeeld het werk van Niels van Doorn van de UvA zien dat veel maaltijdbezorgers een migratieachtergrond hebben en zij bovengemiddeld veel uren werken en zeer afhankelijk zijn van het platform. Deze groep is niet terug te vinden in de cijfers van SEO en dus ook SER. Daarnaast geeft ook TNO aan dat deze doelgroep ook voor hun lastig te interviewen was vanwege een taalbarriĂšre, maar ook omdat zij simpelweg het zich niet kunnen permitteren om tijd vrij te maken voor een enquete of interview omdat zij geld moeten verdienen.

Wat zijn de rapporten waard?

Als je naar de rapporten kijkt is er veel waardevolle informatie te vinden, wat weer te gebruiken is voor hen die meer met dit onderwerp willen of moeten. De rapporten vormen een goed basis document dat voor veel stakeholders hartstikke waardevol is. Even, en misschien nog, belangrijk(er) is dat de opmaat naar deze rapporten veel stakeholders bij elkaar aan tafel heeft gebracht om over dit onderwerp in gesprek te gaan. Om te leren en te verdiepen. En dat is ook heel wat waard. En hoewel in verschillende stakeholders (vooral de vakbonden) de rapporten in eerste instantie gebruikten om, al cherry-pickend, hun agenda naar voren te schuiven heb ik er ook echt wel het vertrouwen in dat dit soort rapporten bijdragen voor een meer professionele blik op de ontwikkeling van de kluseconomie. Waarbij je je wel moet beseffen dat dit slechts een begin is en het ook belangrijk is dat de verbinding meer horizontaal wordt gelegd. En daar wordt achter de schermen hard aan gewerkt kan ik mededelen. Ik zie dat dus positief in. Maar dat zit dan ook wel in het aard van mijn beestje 😉

Een euro voor je privacy – wat zijn de gevaren van microklussen? | De Volkskrant

Een euro voor je privacy – wat zijn de gevaren van microklussen? | De Volkskrant

“Met microklussen, eenvoudige online taakjes, kun je een beetje geld verdienen. Wereldwijd is dat een uitkomst voor mensen die een extraatje kunnen gebruiken of het geld hard nodig hebben, zeker nu corona tot meer thuiswerken leidt. Marjolein van Trigt probeerde het zelf en kwam erachter wat de gevaren van microklussen zijn.”

Een interessant artikel, waar ik middels een interview input aan heb mogen geven, over de online kluseconomie. Online kluseconomie is platformwerk waarbij vraag en aanbod elkaar niet fysiek ontmoeten. Net als bij ‘offline’ (ook wel on-site) platformwerk is ook het online (ook wel off-site) platformwerk heel divers. Van hele slechte tot hele goede verdiensten, van mensen die het voor erbij doen en mensen die van het inkomen afhankelijk zijn en ga zo nog maar even door.

Voor dit artikel is journaliste Marjolein van Trigt zelf aan de slag gegaan in de online kluseconomie. Zij spreekt enkele ‘collega’ klussers en deelt haar eigen ervaringen en bedenkingen. Een leuk stuk om te lezen om wat meer inzicht te krijgen in deze sector.

Booking.com kan wel inpakken, ‘eerlijk’ alternatief in de maak | AD Werkt | AD.nl

Booking.com kan wel inpakken, ‘eerlijk’ alternatief in de maak | AD Werkt | AD.nl

Een paar weken geleden berichtte ik over het ‘Steward Owned’ initiatief ‘Beterboeken’, dat ambities heeft om met Booking de concurrentie aan te gaan. Het platform was toen net gestart met een crowdfunding campagne om 1 miljoen euro op te halen: (ruim) genoeg om een eerste start van het platform te kunnen financieren.

Hoewel ik het initiatief een warm hart toedraag was (en ben) ik ook kritisch. Ook was het mij niet duidelijk of het geld zou worden opgehaald voor niets meer dan een idee. Immers: het idee is nog niet eens gevalideerd. En dan is 1 miljoen een hoop geld. En toch is het de initiatiefnemers gelukt: de teller staat (op zondagavond) op 1.684,750,-. Ze kunnen dus van start. Beter gezegd: ze zijn achter de schermen al lang begonnen. Ik investeer morgen dan ook maar: voor een heel klein stukje aandeelhouder worden via crowdfunding doe ik eigenlijk altijd bij platformen die aandelen crowdfunden. Als investeerder (dat kan in dit geval al voor 250euro) heb je immers recht op veel informatie en dat is natuurlijk alleen maar leerzaam.

In dit artikel in het AD een mooi achtergrondverhaal.

Google, a Longtime Ally of Travel Sites, Is Now a Powerful Rival – WSJ

Google, a Longtime Ally of Travel Sites, Is Now a Powerful Rival – WSJ

“Google has long been one of the biggest drivers of new business for travel websites like Expedia and Tripadvisor. Some of them say the Alphabet unit is also a big competitive threat.”

De marktmeesters van de marktmeesters (Apple App Store en Google) staan de laatste maanden behoorlijk in de spotlight wanneer het gaat om het ge/misbruiken van hun positie en het afdwingen van voorwaarden voor iedereen die van de marktplaats gebruikt wilt maken. Zo ligt Apple onder vuur over de 30% commissie die appbouwers moeten betalen om hun app in de store van Apple te mogen aanbieden. Maar ook Google ligt onder vuur dat zij eigen diensten en producten voorrang geven boven diensten en producten van derden. En zelfs boven de betaalde advertenties.

Daar gaat dit stuk dan ook over: reisplatformen die traffic aan Google kwijtraken omdat Google eigen producten voorrang geeft. Ik verwacht dat deze discussie nog wel even zal voortduren en nog regelmatig in deze nieuwsbrief voorbij zal komen.

Ik tweette rondom een ander artikel over marktmacht en Google dit weekend nog het volgende: “Ik snap trouwens ook niet dat iedereen Google nog een zoekmachine noemt. Volgorde resultaten: 1) eigen producten en diensten, 2) advertenties en 3) search. Search is dus alleen in de ‘long tail’.”

Richting de reisplatformen zou je ook kunnen zeggen: “Karma is a *****”. Deze platformen hebben er alles aan gedaan om het klantcontact te winnen en op rekening van de aanbieders hun algoritmes te optimaliseren om zo hun model te kunnen optimaliseren. En dat is eigenlijk ook precies wat Google doet en heeft gedaan met deze platformen: leren op rekening van deze platformen (en daarnaast ook nog voor miljarden aan advertenties verkocht) om vervolgens het trucje in eigen beheer te ontwikkelen en de markt over te nemen.

Ook gelezen

  • Welk probleem lossen we eigenlijk op met economische groei? – Met twintig miljard euro moet het Nationaal Groeifonds de komende jaren de groei van de Nederlandse economie aanjagen. Maar waar is die groei eigenlijk een oplossing voor, vragen Sander Heijne en Hendrik Noten zich af.
  • Deliveroo dragged to court in unfair dismissal case that could have “significant ramifications” for the Aussie gig economy
  • Apple, Google and a Deal That Controls the Internet – In a landmark antitrust complaint, the Justice Department is targeting a secretive partnership that is worth billions of dollars to both companies. > Bizar verhaal waarin o.a. bekend wordt hoe deze twee tech giganten samenwerken en hoe Google Apple vele miljarden per jaar betaald om Google als default zoekmachine op Apple apparaten te krijgen.
  • Vakbonden slepen werkplatform Temper voor rechter > dat zat er natuurlijk een keer aan te komen…

Nominatie!

Over PIM Marketing Literatuur Prijs 2020 – PIM

Over PIM Marketing Literatuur Prijs 2020 – PIM

Mijn boek ‘Platformrevolutie, Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’ staat op de shortlist voor de Marketing Literatuur Prijs 2020, een initiatief van Platform Innovatie in Marketing (PIM). Een mooie stapel om tussen te mogen liggen!

In de media

Martijn Arets Platformeconomie podcast – Jarno Duursma

Martijn Arets Platformeconomie podcast – Jarno Duursma

Spreker en auteur Jarno Duursma interviewde mij voor zijn podcast serie ‘Listen To The Future’ over de platformeconomie. Het was een erg tof en informeel gesprek en er zijn veel onderwerpen aan bod gekomen:

“Wat is de platformeconomie? Wat is het verschil met wat ook wel de ‘kluseconomie’ wordt genoemd? Wat zijn de grootste bedrijven in de platformeconomie? Wat is de de impact van platforms op de (traditionele) economie? Wat gaat er in het algemeen goed? Wat niet? Platformwerkers worden behandeld als robots.. toch? Zijn platformwerkers niet teveel afhankelijk van het platform? Is algoritmisch management realiteit? Moeten de bedrijven in de platformeconomie zelfregulerend zijn of moet de overheid ingrijpen? Hoe voorkom je een grote machtspositie
van bedrijven? Wat zijn schadelijke voorbeelden van het “winner takes all” effect? Hoe zit het met de onderhandelingspositie van de overheid bijvoorbeeld? Hoe gaat deze technologische trend zich ontwikkelen richting de toekomst?”

Niet zo naĂŻef over die platformeconomie | BNR

Niet zo naĂŻef over die platformeconomie | BNR

Voor de podcast ‘De Werkprofessor’ had ik een gesprek over….. de platformeconomie.

“Kun je als individuele ondernemer op tegen een bedrijf dat honderd miljard op de bank heeft staan?” Internationaal platform-expert en schrijver van het boek ‘Platformrevolutie’ Martijn Arets denkt van wel, als je het vanuit de markt weet te organiseren. Slim omgaan met platforms en kansen zien is essentieel. Zo lang je er niet naĂŻef over bent…

Nu restaurants dicht zijn, jagen maaltijdbezorgers op marktaandeel. ‘De telefoon is onze grootste concurrent’ | Trouw

Nu restaurants dicht zijn, jagen maaltijdbezorgers op marktaandeel. ‘De telefoon is onze grootste concurrent’ | Trouw

Naar aanleiding van het uitkomen van het SER rapport werd ik voor een artikel in Trouw geĂŻnterviewd over de ontwikkelingen in de maaltijdbezorgmarkt. Hier ook duiding kunnen geven aan de verschillen tussen de platformen die in die markt actief zijn:

“al moeten we wel onderscheid maken tussen Deliveroo en UberEats aan de ene kant en Thuisbezorgd aan de andere kant. De eerste twee werken vooral met freelancers, terwijl Thuisbezorgd het bezorgen grotendeels overlaat aan de restaurants zelf. Thuisbezorgd is echt een bestelplatform.”

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Verslag workshop portabiliteit reputatiedata voor klusplatformen: Eerste stappen zijn gezet, platformondernemers willen aan de slag

Deze editie geen reflectie en analyse van artikelen in de media mbt platformeconomie, maar een uitgebreid verslag van een workshop die ik op 5 oktober organiseerde. Met 13 vertegenwoordigers van klusplatformen en een groep beleidsmakers, wetenschappers en experts verkenden we onder welke voorwaarden de portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers zou kunnen werken. We spraken zowel over portabiliteit tussen platformen als een export naar een digitaal CV. Het uiteindelijke doel hiervan is dat werkenden die via platformen klussen uitvoeren deze ervaring kunnen gebruiken om verder te komen in de arbeidsmarkt. En hoewel er nog veel vragen te beantwoorden zijn ben ik trots met deze eerste belangrijke stap en de wil die er is om dit verder te verkennen. Veel leesplezier en fijne week!

Verslag workshop portabiliteit reputatiedata voor klusplatformen:

Eerste stappen zijn gezet, platformondernemers willen aan de slag

Online reputatie is essentieel voor iedereen die online zaken wil doen. Als huurder moet je er tenslotte op kunnen rekenen dat het mooie appartement dat je boekt op AirBnb wel echt bestaat. Of dat die Fiverr-freelancer ook echt verstand heeft van code, voordat hij met je website aan de slag gaat. Als honderd mensen vóór jou schrijven dat ze goede ervaringen hebben met de verhuurder of freelancer, dan zal het wel goed zitten.

Momenteel moeten aanbieders op elk platform opnieuw reputatie opbouwen. Ook al sta je al jaren bekend als betrouwbare verkoper op eBay, als je jouw auto te huur zet op Snappcar moet je jezelf weer helemaal opnieuw bewijzen. Zou het niet handig zijn als je jouw reputatiedata kunt meenemen van het ene naar het andere platform? Onder welke voorwaarden voegt zogenaamde ‘dataportabiliteit’ in de kluseconomie waarde toe? Die vraag stond centraal tijdens een bijeenkomst van 25 vertegenwoordigers van platformbedrijven, wetenschappers en andere belanghebbenden in Utrecht.

Verkennend onderzoek: belangrijkste vragen

Initiatiefnemer Martijn Arets doet al jaren onderzoek naar de platformeconomie en richt zich momenteel specifiek op portabiliteit van reputatiedata. Arets: “Het onderwerp dataportabiliteit in de platformeconomie is een hot issue: iedereen praat erover en vindt er iets van, maar concrete invulling ontbreekt nog.”

Als onderdeel van zijn onderzoek organiseert hij drie workshops waarin belanghebbenden samen vormgeven hoe een systeem voor dataportabiliteit eruit moet zien. De eerste bijeenkomst begint met een presentatie van Jeroen Meijerink, universitair docent Human Resource Management aan de Universiteit Twente.

Hij onderzoekt dataportabiliteit in de platformeconomie vanuit het perspectief van Human Resource Management. Er is nog erg weinig bekend over deze zogenoemde ‘reputation transfer’. Daarom begint hij met een definitie: reputatiedata is volgens hem data over de prestaties van een werkende door een derde. Het zijn beoordelingen van opdrachtgevers, klanten of het platform zelf over de aanbieder. Het gaat dus niet om persoonsgegevens die een gebruiker zelf invoert.

Wat moeten we weten voordat we aan de slag kunnen met reputation transfer? Samen met drie studenten zet Meijerink uiteen welke vragen we moeten beantwoorden:

Waarom?

Het antwoord op die vraag hangt sterk af van je perspectief. Voor gebruikers is dataportabiliteit handig en soms zelfs noodzakelijk, omdat zij sneller aan de slag kunnen op een nieuw platform. Je krijgt tenslotte eerder aanvragen of klussen als je kunt laten zien dat je betrouwbaar bent. Wie bijvoorbeeld al bewezen heeft dat hij goede klantenservice levert op het platform Fiverr, hoeft niet van voren af aan te beginnen op Toptal.

Dat is ook voordelig voor de platformen: hoe betrouwbaarder de gebruikers, hoe meer transacties en hoe succesvoller het platform. Dataportabiliteit is al helemaal bruikbaar voor wie wil werken via twee of meer concurrerende platformen, bijvoorbeeld taxichauffeurs die rijden voor zowel Uber als Lyft. Al zullen die concurrerende bedrijven daar juist weer niet zo blij mee zijn, denkt Meijerink.

Wat?

Welke gegevens maak je overdraagbaar? Platformen hebben ieder hun eigen reviewsysteem: geschreven recensies, sterren, duimpjes omhoog of omlaag. Hoe vertaal je het ene systeem naar het ander?

Je zou er ook voor kunnen kiezen om het aantal transacties mee te nemen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de inkomsten op een platform sterker samenhangen met het aantal afgeronde klussen dan het aantal sterren. Maar dat geldt dan weer niet voor platformen die bemiddelen in langdurige opdrachten.

Verder moet je nadenken over de vorm. Data is zinloos als het niet toepasbaar, bruikbaar en valide is op andere platformen. Kies je voor persoonlijkheidskenmerken en competenties, gedrag (communicatie, reactiesnelheid) of deel je alleen resultaten (productiviteit, klanttevredenheid)?

Wie en hoe?

Delen twee platformen onderling hun data, of moet dit via een derde partij verlopen? En wat heeft de gebruiker hierover te zeggen? Je kunt je voorstellen dat een platformwerker met een schone lei wil beginnen. Of dat hij specifieke gegevens liever niet deelt met een ander platform. Moet er een opt-in of opt-out komen, zodat gebruikers kunnen kiezen of ze data delen?

Onderzoek: geĂŻmporteerde ratings kunnen zorgen voor betere reputatie

Professor ‘Trust in Digital Services’ Timm Teubner heeft alvast wat wetenschappelijk getoetste antwoorden op die vragen. Via een videoverbinding vanuit Berlijn deelt hij de eerste resultaten van zijn studie ‘Bring your own stars – reputation portability between online platforms’.

Wat blijkt? Sterrenratings die je meeneemt van een ander platform zorgen wel degelijk dat potentiĂ«le klanten of opdrachtgevers je meer vertrouwen. Het kan dus zeker van nut zijn voor gebruikers. Bonanza heeft bijvoorbeeld al zo’n koppeling gemaakt, vertelt Teubner. Gebruikers kunnen hun bestaande eBay-reviews importeren en krijgen zo een kickstart op het nieuwe platform. Dat staat eBay toe, maar de online verkoopgigant is er niet echt blij mee.

Derde partijen

De vragen ‘wat’, ‘wie’ en ‘hoe’ zijn lastiger te beantwoorden. De professor zag de afgelopen jaren allerlei ondernemers die de reputatiedata van gebruikers probeerden samen te voegen in een online paspoort, zoals Deemly, Traity en TrustCloud. Dat businessmodel bleek niet succesvol: alle ondernemingen zijn inmiddels niet meer actief.

“Het grootste probleem is dat deze partijen begonnen met grote, internationale ambities en ingewikkelde systemen, de scope heel breed hielden en dat zij de platformen en andere stakeholders te weinig bij hun plannen”, vertelt Arets. “Met meer eenvoud, een aanpak met meerdere stakeholders en brede erkenning van de toegevoegde waarde zou zo’n derde partij wel succesvol kunnen zijn. Het is dan ook niet voor niets dat ik voor dit onderzoek partners heb betrokken vanuit de platformen zelf, maar ook een vakbond, het UWV en beleidsmakers. Dit is niet iets dat je in je eentje voor elkaar gaat krijgen.”

Afsprakenstelsel in cocreatie

Dat grootschalige cocreatie kan werken, daar is iDeal het bewijs van. Matthijs Ros vertelt hoe zijn bedrijf Innopay zo’n 15 jaar geleden aan de slag ging met banken om het project van de grond te krijgen. Terwijl iDeal een manier was om gezamenlijk te concurreren met de creditcardmaatschappijen, is volgens Ros het delen van reputatiedata in het belang van alle burgers.

“Er moet een afsprakenstelsel komen tussen data en toepassingen”, is zijn tip voor de platformeconomie. “Dat voorkomt dat alle data en macht bij de grote platformen liggen. Stel in cocreatie met een heel grote groep juridische kaders, protocollen en standaarden op over alle belangrijke elementen van het delen van reputatiegegevens. Het doel is een afsprakenstelsel waar ieder platform bij aansluit.”

Nederlandse platformen willen delen…

Hoe denken de platformen erover om reputatiedata te delen? Tijdens de workshopronde bleek dat alle dertien aanwezige afgevaardigden van platformbedrijven er wel iets in zien om met portabiliteit van reputatiedata aan de slag te gaan.

“Het is een goed idee, maar er zijn wel praktische bezwaren”, zegt Wiggert de Haan, mede-oprichter van Roamler. Daarmee vat hij goed samen hoe de aanwezige ondernemers erover denken.

“Tijdens de coronacrisis zagen we dat chauffeurs veel minder aanvragen voor taxiritten kregen”, zegt hij. “Om onze chauffeurs te helpen, hebben we zowel geprobeerd de vraag te stimuleren als gekeken hoe we ze konden helpen als ze werk in een andere sector wilden zoeken. We hebben het toen mogelijk gemaakt om een prestatieoverzicht te krijgen. Daarop staat hoeveel ritten een chauffeur gereden heeft, de gemiddelde klantwaardering op de laatste 500 ritten, de complimenten en een omschrijving van de vaardigheden die nodig zijn om taxi te rijden. Dit certificaat wordt erkend door arbeidsbemiddelaar Adecco, die het gebruikt om chauffeurs aan werk te helpen.” Lees er meer over in het whitepaper Eerlijk Werk.

…als de gebruiker het ook wil…

“Als het de arbeidsmarkt- en inkomenspositie van werkenden vergroot, dan zie ik er zeker iets in om reputatiedata van ons platform overdraagbaar te maken”, zegt Pim Graafmans van freelanceplatform YoungOnes.

Stijn Verstijnen van bezorgapp Deliveroo: “Voor ons platform lijkt het nu niet zo relevant, omdat we nauwelijks werken met ratings. Maar als blijkt dat onze gebruikers er iets aan hebben, bijvoorbeeld omdat het hen helpt een baan te vinden in een andere sector, dan wordt het interessant. Als onze gebruiker er belang bij heeft, dan hebben wij dat ook.”

Ook Roderik Kuster van chauffeursapp Sjauf wil het faciliteren, zegt hij. “Bij ons staat de flexwerker echt centraal en als het helpt om data te delen, moeten wij dat mogelijk maken.”

Wiggert de Haan van Roamler is ook positief, maar benadrukt dat het goed is om na te denken welke soorten informatie te onderscheiden. “We moeten eerst uitzoeken hoe dit model kan werken. Een pdf’je uitprinten heeft weinig zin, tenzij bijvoorbeeld partijen als UWV en Randstad dit erkennen.”


 en als het niet ten koste gaat van concurrentievoordeel

Hoe zit het met het uitwisselen van reviews tussen apps die elkaars concurrent zijn? Reinier Vastenburg van digitaal uitzendbureau NowJobs: “We steken er veel geld en tijd in om cv’s aan te vullen met relevante data en referenties. Daarmee voegen wij als bedrijf waarde toe. Ik voel er weinig voor om over twee jaar al die moeite zomaar te koppelen. Dat blijft lastig in deze discussie.”

Uber erkent dat dit een lastig onderwerp is, zegt Hilhorst: “Data delen om onze gebruikers te helpen, doen we graag. Maar de vraag is wel wat je deelt en waarom. Als een chauffeur vraagt om een prestatieoverzicht dan is dat natuurlijk prima, maar bijvoorbeeld een lijst van alle Uber-gebruikers willen we vanuit privacy- en concurrentie-oogpunt niet zomaar delen. Overigens is nog niet uit onderzoek gebleken of het delen van reputatiedata ook echt iets toevoegt voor chauffeurs. Je rating heeft namelijk geen invloed op of je ritten krijgt aangeboden, afstand tot de klant is de voornaamste factor.”

Andere platformen zien wel voordelen voor hun eigen business. Hoe meer data een platform kan verzamelen over gebruikers, hoe beter het vraag en aanbod bij elkaar kan brengen. Graafmans: “Maar het moet wel wederkerig zijn: de baten moeten opwegen tegen de kosten. Ik wil wel aanbevelingen delen, maar we willen niet dat kandidaten proactief naar andere platformen worden doorgestuurd. Het is prima als zij zich inschrijven bij een ander platform en de mogelijkheid hebben om gegevens uit onze database te importeren, maar het initiatief moet altijd van de kandidaat zelf zijn.”

Vervolgstappen

Er valt dus nog genoeg te bespreken. Deze workshop is onderdeel van een serie van drie. In een tweede workshop eind november komen de partijen opnieuw bijeen om te bespreken hoe reputatiedata kunnen worden gekoppeld aan skills om een digitaal cv te creĂ«ren. Uiteindelijk willen de partijen komen tot een eerste versie van dit digitale ‘gig cv’.

Martijn Arets: “De grote uitdaging is de eenvoud erin houden, zodat we meteen praktisch aan de slag kunnen. Vandaag hebben we de eerste stappen gezet om te ontdekken voor wie zo’n systeem waarde toevoegt, wie het moet opzetten en hoe een digitaal cv kan zorgen voor meer kansen op de arbeidsmarkt.”

Over dit onderzoek: Deze workshop is onderdeel van een onderzoek naar manieren waarop reputatiescores duurzaam kunnen worden verankerd op platformen die vraag en aanbod van arbeid met elkaar verbinden. Door sterk te focussen op het ontwikkelen van concrete, relevante adviezen, draagt dit onderzoek bij aan de verdere volwassenwording van de platform-markt Ă©n aan het versterken van de positie (‘empowerment’) van de opdrachtnemer die van platformen gebruikmaakt. Dit onderzoek is een initiatief van Martijn Arets en wordt ondersteund door: UWV, FNV, YoungOnes, Seats2Meet, Freshheads, de Zweedse Employment Service, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het European Trade Union Institute (ETUI). Meer informatie vind je op www.kluspaspoort.nl