FNV wint rechtszaak: Uber moet chauffeurs in dienst nemen. Een uitgebreide analyse van deze uitspraak en een blik in de glazen bol.

Goedemorgen! Afgelopen maandag werd mijn planning van tafel geveegd door de commotie rondom de uitspraak van de rechter in de zaak FNV tegen Uber. Wat resulteerde in interviews voor NOS.nl, Radio 1 (2x), ZiPconomy, Nu.nl, NRC en Telegraaf. Dat was erg leuk om te doen. De rest van de week heb ik mij vermaakt met o.a. een sessie ‘Dag overheid, hallo platform!’ op het iBestuur congres in Den Haag en een dagje data analyseren op de Universiteit Twente mbt het onderzoek naar in hoeverre platformwerkers hun reputatie- en transactiedata mee willen nemen in de vorm van een KlusCV.

Nu dit weekend het stof rondom de Uber uitspraak was neergedaald leek het mij leuk voor op de zondag avond om een uitgebreide analyse te maken wat er zich de afgelopen week heeft afgespeeld. Deze week dus geen 5 losse artikelen, maar één lang stuk over de uitspraak FNV > Uber.

Veel leesplezier en fijne week!

Alleen hij of zij die de afgelopen week zonder bereik onder een steen heeft gelegen heeft het nieuws kunnen missen: de uitspraak van de rechtszaak die FNV tegen taxiplatform Uber heeft aangespannen. De inzet: de juridische status, met de hierbij behorende (on)zekerheden, van de chauffeurs. Het werd een duidelijke uitspraak. Een uitspraak die de toon zet, maar nog zeker veel vragen met zich meebrengt. In dit stuk ga ik in op de uitspraak, de zaak, de context en denk ik na over wat de gevolgen kunnen zijn.

Wat er voorafging

Er is al een flinke tijd veel onduidelijkheid rondom de vraag wie nu wel en wie nu geen ‘echte’ zzp’er is. Zoveel onduidelijkheid, dat ook een poging een nieuwe toets in te voeren faliekant dreigt te mislukken. Dat ook bij de overheid bekend is dat het zzp-dossier op zijn zachts gezegd niet lekker loopt is ook hier niet onopgemerkt gebleven. Zo is besloten om voorlopig niet te handhaven, wat in de praktijk betekent dat ‘de markt’ het dan maar zelf op moet lossen. En hoewel het er naar uit ziet dat iedereen het erover eens is dat alleen een grondige hervorming van de arbeidsmarkt een écht duurzame oplossing is, is er geen zicht op een oplossing. Iedereen blijft veilig in de eigen silo zitten en het ziet er naar uit dat de onduidelijkheid blijft.

In de kluseconomie speelt de discussie over de juridische status van de werkende ook. Het merendeel van de kluseconomie platformen heeft intussen erkend dat zij wel een bemiddelaar zijn, maar ziet zich niet als werkgever. Vakbond FNV (CNV is in dit debat onzichtbaar) is van mening dat platformwerkers in principe ‘werknemer zijn tenzij’ en probeert, met wisselend succes, haar gelijk te krijgen in de rechtszaal. In het geval van Uber, het taxiplatform waar chauffeurs als zzp’er voor rijden, heeft de rechter vorige week bepaald dat de chauffeurs ‘gewoon’ werknemers zijn. Een historische uitspraak. FNV wint. Uber verlies. En de chauffeur? Tja, dat is nog even afwachten.

De stelling en omstreden rol van FNV in dit debat

De zaak tegen Uber is aangespannen door de FNV. De vakbond voerde eerder rechtszaken tegen Deliveroo (verloren, gewonnen en gewonnen) en Helpling (verloren) en er staan nog een aantal andere zaken in de steigers. De inzet bij deze zaken: het erkennen van het werkgeverschap. Volgens FNV is flexibiliteit en zekerheid namelijk prima te combineren binnen een uitzendovereenkomst. Het begint ook intern bij de FNV op te vallen dat zij in dit debat wel erg vaak de uitzendsector promoten. Zo zei Erik Pentenga, sectorbestuurder FNV Flex, in een ABU-publicatie: “Dat is toch erg, nou moet ik als onderhandelaar van de vakbond de uitzendovereenkomst gaan lopen verdedigen.” Ja dus.

De rol van FNV in dit debat is niet onomstreden. Zo is het de vraag in hoeverre FNV ontvankelijk is om een zaak te voeren: het is niet duidelijk hoeveel platformwerkers door de bond worden vertegenwoordigd. Ook lijkt de keuze van de aan te klagen partijen soms wat selectief. De activiteiten en voorwaarden van kluseconomieplatformen zijn in veel gevallen namelijk echt niet nieuw en worden soms al tot 25 jaar gedoogd door FNV. Zo heeft Helping een 25 jaar oudere concurrent HomeWorks en is Uber echt niet de enige die gebruik maakt van freelancers. Taxicentrales als TCA doen dit al sinds jaar en dag. En ook de ‘oude rotten’ in het vak worden steeds meer technologie gedreven. Ik verwoorrde dit in een eerder blog als volgt: “Als de FNV het belangrijk vindt om voor deze doelgroep op te komen, waarom hebben zij een organisatie als HomeWorks dan niet al veel eerder aangepakt?”

Als laatst is het de vraag in hoeverre de werkenden ook echt iets opschieten met de rechtszaken van FNV. Zo concurreert Helpling met de zwarte markt en zijn activiteiten van to-business platformen ook prima in een uitzendovereenkomst te gieten, maar bouwt de werkende ook hierin nagenoeg geen zekerheid op. Gekscherend zou je kunnen zeggen dat FNV tegen schijnzelfstandigheid vecht, maar daarmee soms iets te veel schijnzekerheid promoot.

Ben ik van mening dat alle rechtszaken tegen platformen onnodig zijn? Zeker niet: de uitspraken geven duidelijkheid. Het enige dat ik zonde vind is dat de nuance in het debat verdwijnt wanneer de strijd om het ene of andere hokje gaat. Valkbonden zien loondienst als heilige graal, terwijl de discussie over gaat over zekerheid, beperken risico, continuïteit en eerlijkheid. Ik had (met mijn naïeve hoofd) gehoopt dat de opkomst van platformen als excuus zou worden gebruikt voor een bredere discussie over de toekomst van werk, maar die kans lijkt verkeken. En dat is ook niet in het belang van de werkende en daarmee ook niet van de vakbond.

De uitspraak

Dan de uitspraak van vorige week. In het verweer in de rechtszaak pleitte Uber geen werkgever te zijn: de taximarkt is immers al jaren een zzp-markt. Het enige dat Uber toevoegt in de markt van taxi bemiddelaars als centrales is een geavanceerde app. FNV gaf aan bekend te zijn met het gegeven dat deze markt een zzp-markt is, maar dat dat in deze zaak niet relevant is: de zaak gaat puur om Uber en wat er in de rest van de taximarkt ‘normaal’ is, was volgens FNV niet relevant. In de uitspraak kiest de rechter voor de invalshoek van FNV en beperkt zich puur op wat er bij Uber speelt.

Uber moet de taxichauffeurs per direct in dienst nemen en de taxi-cao respecteren. Ook moet het met terugwerkende kracht de chauffeurs compenseren alsof zij ook de jaren hiervoor in dienst zijn geweest. Een uitspraak met grote gevolgen voor het bedrijf.

Een van de meest opvallende zaken in de uitspraak is wat de rechter heeft benoemd tot ‘modern werkgeversgezag’. Oftewel: ook al is een app je baas en het algoritme jouw manager: ook dan is er sprake van gezag. Immers: de technologie stuurt de werkende, bepaalt wie welke rit krijgt, wat de prijsstelling is en monitort de chauffeur en verbindt consequenties aan acties. Als laatst heeft de rechter ook bepaald dat het beoordelingssysteem onderdeel is van dit ‘moderne werkgeversgezag’. Het is uniek dat de rechter zo uitgebreid is ingegaan op de werking van de app. Waarbij overigens niets is gezegd over de mogelijkheid voor chauffeurs om voor meerdere apps tegelijk ingelogd te zijn, wat ook wel ‘multihomen’ wordt genoemd.

Waar in de Deliveroo-zaak de koerier nog zelf mag bepalen of deze aanspraak wil maken op het dienstverband, laat de rechter in de Uber-zaak geen ruimte voor de keuze van de werkende: iedereen moet in dienst. Direct, met terugwerkende kracht, maar zonder dwangsom als stok achter de deur.

De passage over ‘modern werkgeversgezag’ laat overigens zien dat een zaak over de contractvorm misschien de meest logische, concrete en uitlegbare was, maar dat een zaak rondom dit moderne werkgeverschap en de onzekerheden, onduidelijkheden en kwetsbaarheden die hierbij komen kijken voor een veel bredere groep relevant zou zijn geweest. Vraagstukken over transparantie van besluitvormingsprocessen, hoor- en wederhoor bij algoritmes en transparantie in algoritmes is voor een veel bredere groep werkenden, zowel binnen als buiten een dienstverband, ontzettend relevant.

Is dit het einde van de kluseconomie?

Ik hoorde direct al veel verhalen voorbijkomen dat dit het einde van de kluseconomie is. Ik ben van mening dat dat onzin is. De categorie platformen waar Uber bij hoort is de categorie waar de impact van het ‘modern werkgeversgezag’ het grootst is. Het algoritme bepaalt wie het klusje krijgt, wat de prijs is en hoe de klus moet worden uitgevoerd. De technologie controleert ook de werkende sterk. Dit soort ‘werkgeversgezag’ past bij platformen met een ‘on demand’ transactie op fysieke locatie. Oftewel: taxi, bezorging en logistiek waar de werkende per uitgevoerde klus wordt betaald. Het enige type platformen die dit overtreffen zijn de ‘micro task’ platformen als Amazon Mechanical Turk. Platformen waar onzichtbare werkenden online klusjes van een paar seconden tot een paar minuten uitvoeren, veelal om falende algoritmes te corrigeren. Online en internationaal opererende platformen en daardoor erg lastig (lees: nagenoeg onmogelijk) aan te pakken.

Bij andere platformen in de to-business en to-consumer sector is de impact van dit werkgeversgezag veel en veel kleiner en wordt, een beetje afhankelijk van de definitie die je gebruikt, geen gebruik gemaakt van algoritmes. Ook staan hier de opdrachtgevers en -nemers vaak direct met elkaar in contact. Wat dat betreft gaat deze uitspraak dus specifiek over Uber en misschien indirect over andere on-demand platformen, maar zeker niet voor heel de kluseconomie.

Maar dat de toon is gezet, dat is duidelijk. De rechter heeft aangegeven dat modern werkgeverschap een vorm van gezag is. Uber is het extreme geval, maar het is de vraag waar de grens ligt. Dit is zowel voor platformbedrijven als niet-platform-bemiddelaars een vraag.

Wat gaat er met en bij Uber gebeuren?

De grote vraag is nu: wat gaat Uber doen. Wat Uber ook gaat doen: deze zaak en de reactie van Uber hierop ligt wereldwijd onder een enorm vergrootglas. Als Uber een wijziging doorvoert, dan zal dat de ‘default’ worden in iedere discussie waar ook ter wereld die volgen gaat. Het is dan ook niet heel verrassend dat Uber nog geen actie heeft ondernomen.

Uber zelf noemt de uitspraak ‘verrassend’ en ‘complex’. Dit is natuurlijk onzin, maar een manier om tijd te kopen. Het heeft al aangegeven het vonnis voorlopig niet uit te voeren.

Wat wanneer Uber het vonnis wel uitvoert? Het bedrijf kan de chauffeurs in dienst nemen en daarmee meer controle over de chauffeur krijgen. Zij kunnen direct in dienst komen of, en dat is waarschijnlijker, via tussenpartijen. Dit laatste zal ook de minst ingrijpende aanpassing zijn in het model. Het is als taxibedrijf namelijk al mogelijk om met een bedrijfsaccount via Uber te rijden. Het taxibedrijf heeft het hoofdaccount en de chauffeurs hebben een gebruikersaccount bij Uber. De chauffeurs voeren op eigen naam de ritjes uit, maar de inkomsten worden uitgekeerd aan het taxibedrijf. Het taxibedrijf is dan degene die de verloning (in dienst, freelance of zwart) met de chauffeur moet regelen. Het zou zelfs aannemelijk zijn dat Uber taxibedrijven (bestaande of nieuwe) gaat helpen om met deze accounts online te gaan.

Mocht Uber deze stap zetten, dan wordt het probleem eigenlijk simpelweg verlegd van Uber naar een honderdtal onderaannemers. Vervolgens wordt het voor de handhavers en vakbonden heel moeilijk om hier grip op te krijgen. Dat zou een tegenvaller zijn voor handhavers en vakbonden. Voor hen was het juist handig dat één partij een ontzettend gefragmenteerde markt centraliseerde. In dat geval zou de markt weer uiteenvallen in een gefragmenteerde en lastig te controleren markt. Het is dan ook de grote vraag wat er dan voor de chauffeurs zal veranderen. Met nog een tussenlaag die geld moet verdienen en risico moet absorberen is het de vraag of zij hiermee beter af zijn. Hiermee rechtvaardig ik niet de huidige strategie van Uber, maar geef ik wel de context van de markt.

Uber heeft intussen ook de chauffeurs bericht dat het niet van plan is hen in dienst te nemen. En waarschuwt chauffeurs dat de switch naar werknemerschap “gevolgen kan hebben voor je bedrijf en je thuissituatie.” En zegt dat de “Belastingdienst mogelijk toeslagen en zakelijke fiscale zzp-aftrekposten terugvordert”. Zo creëert het bij alle stakeholders onduidelijkheid, wat vast geen onbewuste strategie is.

De bal ligt bij…

Het zal nog wel een tijd duren voordat we concreets weten wat er voor de Uber-chauffeurs zal veranderen. Want hoewel de uitspraak duidelijk is, zijn er nog genoeg vragen en is er nog een lange weg te gaan. Zo is het makkelijk om te zeggen dat chauffeurs met terugwerkende kracht moeten worden betaald, maar moeten voor die berekening ontzettend veel keuzes gemaakt worden waar nog veel discussie over moet worden gevoerd.

De bal ligt nu ook (of: juist, of: eindelijk) bij overheid en handhaving. En dan heb ik het niet over kamerleden die hun mening over de zaak geven, maar bij de mensen die hier iets concreets mee moeten. De uitspraak van de rechter is duidelijk en Uber heeft laten weten in hoger beroep te gaan en in de tussentijd de uitspraak niet te respecteren. Ik ben heel erg benieuwd wat de reactie vanuit Den Haag hierop gaat zijn en welke middelen zullen worden ingezet.

Tot slot

En die toekomst van de arbeidsmarkt? Daar heb ik nog steeds een hard hoofd in. Ook deze uitspraak heeft laten zien dat wat de werkende wil (even los van of deze in dienst wil of niet) niet relevant is in het debat. Het is hoog tijd voor een discussie over de waarde van werk. Of zoals het WRR het in 2020 nog verwoordde: “Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht.” Aan goede rapporten geen gebrek, aan een goede opvolging daarentegen wel.

Ik hoop dat er een tijd komt dat de discussie weer zal gaan ove
r waar deze over zou moeten gaan: over hoe flexibiliteit, zekerheid en autonomie kan worden gecombineerd. Over hoe we een minder ongelijk speelveld kunnen creëren met verplichtingen en verzekeringen voor de werkenden. Ongeacht de vorm van contract. Want als er iets is wat onze arbeidsmarkt nodig heeft, is het wendbaarheid en autonomie vanuit de werkende. Met een basislaag van zekerheid en een collectief stelsel. En dat kun je prima bereiken wanneer je dit combineert met zekerheid. Alleen ga je dat met de huidige houding van de verantwoordelijke instituties niet bereiken. Het wordt tijd dat ieder zijn of haar verantwoordelijkheid in pakt. Wie begint?

In de media

Is de uitspraak in Uber-zaak een kantelpunt voor platformwerk? | NOS

Is de uitspraak in Uber-zaak een kantelpunt voor platformwerk? | NOS

De taxi-app is in een rechtszaak van vakbond FNV in het ongelijk gesteld en moet zijn chauffeurs per direct in dienst nemen. Uber gaat in beroep.

Wat betekent de Uber-uitspraak voor andere diensten die werken met een soortgelijke constructie? | NPO Radio 1

Wat betekent de Uber-uitspraak voor andere diensten die werken met een soortgelijke constructie? | NPO Radio 1

Taxi-app Uber moet hun taxichauffeurs in dienst nemen. Het bedrijf verloor vandaag een rechtszaak van vakbond FNV, die de rechtszaak aanspande omdat de chauffeurs volgens schijnconstructies werkten en minder dan het minimumloon verdienden. Martijn Arets, platform economie expert, legt uit wat dit kan betekenen voor bedrijven die werken met eenzelfde bedrijfsconstructie.

Rechter legt bom onder bedrijfsvoering Uber, sectorgenoten in spanning | NU.nl

Rechter legt bom onder bedrijfsvoering Uber, sectorgenoten in spanning | NU.nl

Uber moet zijn chauffeurs in dienst nemen, heeft de rechter maandag bepaald in een zaak die door de FNV was aangespannen. Voor het techbedrijf is het een potentiële bom onder de bedrijfsvoering en het vonnis kan gevolgen hebben voor de hele platformeconomie.

Uber-chauffeurs zijn geen zelfstandig ondernemers, maar werknemers. Dit zijn de (mogelijke) gevolgen voor bemiddelaars en platform-zzp’ers – ZiPconomy

Uber-chauffeurs zijn geen zelfstandig ondernemers, maar werknemers. Dit zijn de (mogelijke) gevolgen voor bemiddelaars en platform-zzp’ers – ZiPconomy

Taxi-app Uber moet zijn chauffeurs in dienst nemen, want zij rijden onder ‘modern gezag’ via de app. De chauffeurs mogen hun werk dus niet uitvoeren als zzp’er, oordeelt de rechter. Wat betekent dat voor de rest van de markt?

Rechter bepaalt dat Uber-chauffeurs werknemers zijn – NRC

Rechter bepaalt dat Uber-chauffeurs werknemers zijn – NRC

Platformdiensten: Vakbond FNV had de rechtszaak aangespannen. De rechter is het met de bond eens dat Uber-chauffeurs geen zelfstandige ondernemers zijn,…

Rechter zet streep door goedkope taxiritjes met Uber | Telegraaf.nl

Rechter zet streep door goedkope taxiritjes met Uber | Telegraaf.nl

Een app waarmee je snel, gemakkelijk en goedkoop een taxi kunt regelen en die goed betaald werk biedt aan iedereen die maar wil. Met die belofte betrad Uber in 2012 de Nederlandse markt. Die belofte is nu sterk aan het wankelen nu de rechter een streep heeft gezet door de werkwijze van het platformbedrijf.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van pla
tformen op hoe wij werken en leven’.

Het groeiende (gig)platform ecosysteem | Offline delen via buurtkoelkasten | Uitspraak: FNV > Uber | Wie zitten er op flitsbezorgers te wachten?

Goedemorgen! Het is duidelijk dat de vakantie voorbij is: mijn agenda was afgelopen week overvol. En dat zal nog wel even zo blijven. Met leuke dingen, dat is dan weer prettig. Zo was er een belangrijke meeting voor KlusCV waar de basis is gelegd voor het afsprakenstelsel en het juridische framework en de planning voor de komende maanden vorm heeft gekregen. Er is nog veel te doen, de plannen zijn ambitieus, maar alles lijkt prima voor elkaar te komen. Ook had ik diverse voorbesprekingen met de sprekers voor het Wageindicator event “Migration and telemigration in the gig economy” dat op 24 September zal plaatsvinden. Inschrijven is trouwens nog mogelijk. Ik sprak experts uit Uganda, Estland, Brazilië, Canada en Maleisië. Dat laatste gesprek gaf overigens weer heel toffe inzichten hoe een land haar burgers helpt met het vervaardigen van digitale skills om vervolgens via online platformen werk te vinden. In een van de aankomende edities van deze nieuwsbrief lees je daar meer over. En op het event de 24ste zal een medewerker van de overheid in Maleisië dieper op deze casus ingaan. Als laatst mocht ik middels een 2 minuten filmpje het KlusCV concept pitchen op het Reshaping Work congres.

Deze week zal ik op het iBestuur congres deelnemen aan de sessie ‘Dag overheid, hallo platform!’. Ik zie uit naar de discussies 😉

Genoeg introductie: deze week weer een aantal stukken uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week en veel leesplezier!

Crearon una plataforma de beneficios para trabajadores de apps y están entre las 100 mejores startups globales

Crearon una plataforma de beneficios para trabajadores de apps y están entre las 100 mejores startups globales

Rondom platformen groeit een heel ecosysteem aan bedrijven die diensten ontwikkelen als aanvulling op het platform. Hiermee pakken zij kansen op die het platform (bewust of onbewust) laat liggen. Een van de eerste voorbeelden die ik tegenkwam waren de sleutelbedrijven die handig op de groeiende verhuur via Airbnb inspeelden met mooie beloftes als ‘het enige waar je aan merkt dat tijdens je afwezigheid iemand in je huis is geweest, is aan je bankrekening’. Ook zie je steeds meer dienstverleners die diensten ontwikkelen die aansluiten bij de behoeften van aanbieders op platformen. En hier de samenwerking met het platform opzoeken. Bij e-commerce zag ik dat eerder bij Bol in een samenwerking met Rabobank voor financiering en met Insurtech met verzekering. Ook binnen de kluseconomie zijn dit soort aanbieders actief. Zo berichtte ik eerder over de pilot van ABN AMRO met oppas platform CharlyCares en verzekeraar Alicia die verzekeringen via Temper aanbiedt.

Ook zijn er meer overkoepelende initiatieven die, al dan niet in partnership met platformen, de werkende willen faciliteren. Deze Spaanstalige blog (Google Translate is your best friend ;-)) gaat over Nippy: een Argentijnse startup die zich richt op ‘migrant workers’ in Argentinië die via het platform in het land aan het werk gaan. Nippy levert diensten rondom financiering, juridisch advies, een bankrekening, training, ziektekosten verzekering en meer. Een ander voorbeeld die hier op lijkt is Collective Benefits. Een partij die “platforms helps to protect their independent workers with sick and injury pay, mental health support, everyday savings, and more.”. Ook interessant is Opolis: “a next-generation Employment Cooperative offering high-quality, affordable employment benefits and shared services to independent contractors, freelancers, digital nomads, solopreneurs and sole-practitioners.” Opolis is een blockchain project met, zoals ik vaker bij blockchain platformen zie, een behoorlijke ambitie: “a next generation employment ecosystem for the self sovereign worker’.

Zo zie je dat er rondom platformen weer allerlei nieuwe initiatieven ontstaan. Al dan niet in samenwerking met platformen. Genoeg kansen. En natuurlijk zullen er nog genoeg falen, maar het is sowieso erg interessant om te zien hoe ieder, met eigen motivaties en al dan niet vanuit een bestaande speler, op zoek is naar een mooie oplossing in de platform wereld.

FNV en Uber allebei positief over naderende uitkomst rechtszaak | TaxiPro

FNV en Uber allebei positief over naderende uitkomst rechtszaak | TaxiPro

Vandaag (maandag) zal de rechter in Amsterdam uitspraak doen in de rechtszaak FNV <> Uber. In dit stuk komen beiden partijen aan het woord: beiden hebben vertrouwen op een goede afloop van de uitspraak. En los daarvan: beiden weten ook dondersgoed dat deze uitspraak niet het eindstation van deze zaak zal zijn. Wie verliest, gaat in hoger beroep. En uiteraard zullen beide partijen selectief gaan shoppen in de uitspraak en de positieve punten voor hun eigen standpunten hiermee in de spotlight zetten.

In deze blog op ZiPconomy ging ik eerder in op deze zaak. In dit stuk beschrijf ik hoe taxicentrales als TCA steeds meer een Uber zullen worden en Uber steeds meer een TCA. Ik verwacht dan ook dat de uitspraak morgen, hoewel de verliezende partij zeker in hoger beroep zal gaan, ook effecten zal hebben hoe we naar de niet-platform taximarkt kijken. En mogelijk verder dan de taximarkt, maar ook in markten waar automatische besluitvormingsprocessen in matching en beoordeling een rol speelt of gaat spelen. Wat dat betreft kun je vinden van de rechtszaken en motivaties hier achter wat je wilt, maar het haalt altijd weer interessante nieuwe inzichten en gedachten naar boven.

Mijn conclusie van het stuk is als volgt: “het is niet de contractvorm die centraal zou moeten staan in discussies, maar andere issues.” Afgaand op de informatie uit de zittingen zal de rechter morgen iets zeggen over de contractvorm, maar ook op de andere issues. Ook ben ik benieuwd of de rechter de context van de gehele taximarkt, wat ook hetgeen is waar Uber op heeft ingezet, meeneemt in de beoordeling.

Tot slot: in het stuk van Taxipro geeft Uber directeur Noord-Europa aan dat het oplossen van dit (bredere) issue “niet aan de rechter, maar meer aan de politiek en de bedrijven is om  op te lossen”. En die politiek, die laat het op dit onderwerp al heel wat jaren afweten. Wat dan ook weer de reden is dat FNV naar de rechter is gestapt. Wordt vervolgd…

Apple moet van rechter betaalregels voor ontwikkelaars in App Store aanpassen | NOS

Apple moet van rechter betaalregels voor ontwikkelaars in App Store aanpassen | NOS

In deze nieuwsbrief vorige week schreef ik in de titel: ‘het einde van de App Store Maffia?’. In dat stuk ging het over een aantal tegenslagen voor Apple in rechtszaken in Japen en Zuid Korea. Afgelopen week kwam daar een nieuwe tegenslag voor Apple bij: “Apple moet appontwikkelaars toestaan hun eigen betaalsysteem te gebruiken buiten de App Store om. Dat heeft een rechtbank in Californië geoordeeld in een zaak die was aangespannen door Epic, de maker van het populaire spel Fortnite.”

Volgens Bloomberg zou het het bedrijf door deze uitspraak in de toekomst enkele miljarden omzet per jaar mislopen. In dit stuk in The Verge wordt verder in gegaan op de consequenties voor developers.

Ook deze uitspraak zal, net als de uitspraak in de Uber zaak vandaag (maandag), geen eindstation zijn. Beide partijen geven aan niet tevreden te zijn met de uitspraak. Wat wel duidelijk is, is dat ‘het einde van de App Store Maffia’ dichterbij komt, maar dat het nog wel een flinke battle zal worden. Niet gek, gezien de belangen die spelen. Maar dat het huidige model niet houdbaar is, dat is intussen duidelijk. En dus is het aan Apple zaak om zoveel mogelijk te rekken en de schade, want die zal er zijn, te beperken.

Flitsbezorgers dienen vooral jongeren in Randstad op zoek naar snelle hap | NU.nl

Flitsbezorgers dienen vooral jongeren in Randstad op zoek naar snelle hap | NU.nl

Weinig tot geen berichtgeving over de opkomende flitsbezorgdiensten is gebaseerd op de cijfers uit de markt. Daar is het ook nog wat vroeg voor, maar alle inzichten zijn natuurlijk welkom. Gfk kwam vorige week via Nu.nl naar buiten met een onderzoek en “kwam tot de conclusie dat ruim 4 procent van de Nederlandse jongeren van tussen de 18 en 34 jaar in de afgelopen drie maanden gebruikmaakte van de bezorgdiensten. Gekeken naar alle leeftijdsgroepen blijft het percentage steken op 1.” Dat lijkt misschien weinig, maar weet wel dat de aanbieders alleen in grote steden, en dan ook vaak niet in alle delen van de stad, actief zijn. Ik ben dus ook vooral benieuwd naar de percentages van de doelgroep die binnen een bezorggebied van een van de onderzochte aanbieders vallen. Op de website van Gfk is het onderzoek niet terug te vinden, dus ik verwacht dat er ergens de komende maanden nog wel een rapport volgt met een diepere analyse. En nu maar hopen (ik vermoed tegen beter weten in) dat dat rapport niet achter een betaalmuur verdwijnt.

De buurtkoelkasten van New York – 2Doc.nl

De buurtkoelkasten van New York – 2Doc.nl

Het is intussen alweer een dikke zes jaar geleden toen we ons in Nederland druk gingen maken over de Deeleconomie: “het fenomeen dat consumenten elkaar gebruik laten maken van hun onderbenutte consumptiegoederen, eventueel tegen betaling”. Toen was al lang duidelijk dat het delen tussen particulieren natuurlijk niet nieuw was, maar dat juist het platform element weer een nieuwe dimensie aan iets dat al lang bestaat toevoegde, waardoor de activiteiten konden opschalen (ook buiten de eigen sociale bubbel) en konden geprofessionaliseerd (waardoor de impact kan worden vergroot).

En ondanks de opkomst van de vele platformen, gaat het offline ‘delen’ natuurlijk gewoon door. Afgelopen week stuitte ik op deze korte documentaire waar het elkaar gebruik laten maken van onderbenutte consumptiegoederen en vertrouwen als basis prachtig naar voren komt:

“Tijdens de lockdown waren ze er ineens: tientallen kleurig beschilderde community fridges, buurtkoelkasten, in de straten van New York. Buurtgenoten en winkeliers stoppen erin wat ze overhebben. Daklozen, werklozen en anderen die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen, pakken eruit wat ze nodig hebben.”

Zit er dan echt geen platform element in deze casus? Nou. Een kleintje dan: van de inhoud van de koelkast maken mensen een foto en zetten deze op speciale Instagram pagina’s, waardoor hulpbehoevenden gemakkelijk kunnen zien wat waar op te halen. is. Slim.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformr
evolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Het einde van de Appstore maffia? | Gaan platformen uitzenders vervangen? | Hoogleraren bouwen nieuw sociaal netwerk

Goedemorgen! Voor je ‘ligt’ de eerste nieuwsbrief na de zomervakantie. Ik hoop dat alles goed met je gaat en je van de zomer hebt genoten. Ik heb nagedacht over een samenvatting van het nieuws van de afgelopen weken, maar erg vrolijk werd ik er niet van. De uiterste houdbaarheidsdatum van de aarde is in zicht (iets met klimaat, schaarste van grondstoffen en overconsumeren) en intussen dobberen we (be)stuurloos in het rond, maken de kapiteins die nog niet zijn vertrokken onnavolgbare keuzes, hebben vertrouwen en draagvlak een dieptepunt bereikt en staan de beste stuurlui nog steeds aan wal. Ik vind het serieus lastig om met deze machteloosheid om te gaan.

Terug naar de platformeconomie… Onderaan deze editie vind je flink wat media stukken. Ik had ook best wat weken gehad om deze op te sparen. Opvallend vaak ben ik geïnterviewd over de flitsbezorgers, maar gelukkig ook een mooi groot stuk in De Limburger met een breder verhaal. Ook vind je een uitnodiging voor een tof online event over migratie en kluseconomie op 24 September. Wees welkom. En natuurlijk heb ik weer een paar artikelen geselecteerd en (uitgebreid) voorzien van mijn duiding en commentaar.

Fijne week!

Apple doet na Japanse druk concessie aan apps als Spotify en Netflix | NOS

Apple doet na Japanse druk concessie aan apps als Spotify en Netflix | NOS

Afgelopen jaar is de discussie rondom de grote macht van de ‘app stores’ in deze nieuwsbrief veelvuldig voorbijgekomen. App stores als de Apple Appstore zijn ontzettend machtig, omdat zij de poortwachter zijn die de voorwaarden bepalen voor app-bouwers voor toegang tot vele honderden miljoenen gebruikers. Een van de voorwaarden is dat alle betalingen lopen via de appstore. Waar de appstore vervolgens een fikse commissie voor rekent. De tweede discussie rondom appstores gaat over het voordeel dat deze bedrijven hebben wanneer zij ook eigen producten aanbieden in de eigen appstores. Dat is een oneerlijk concurrentievoordeel.

Lang leek de discussie over commissies vast te zitten. Niet heel vreemd: er valt voor de stores veel te verliezen: het gaat om jaaromzetten van tientallen miljarden dollars. Dus is ingrijpen en druk van overheid de enige manier om te zorgen voor verandering. Die druk kwam uit een voor velen onverwachte hoek: Korea en Japan. Apple kondigde vorige week aan dat apps in een specifieke categorie het Apple betaalsysteem voor het afsluiten van abonnementen mogen omzeilen.

Voor velen een verrassende stap, maar wanneer je vijf minuten langer nadenkt ook een stap die te verwachten was. En een stap waar we zeker niet tevreden mee mogen zijn. De reactie van Apple is er namelijk eentje uit het handboek ‘Lobby Voor Dummies’: weten dat je iets toe moet geven, maar intussen tijd rekken en de schade beperken. Dat deden o.a. Uber en DoorDash ook toen zij lobbyden voor de ‘Proposition 22’ wet in California. Hier wisten de bedrijven dat zij meer moesten gaan betalen voor de werkenden, maar wilden liever ietsje meer betalen dan de hoofdprijs. (Intussen staat Prop22 ook weer op losse schroeven) Apple doet het echt niet anders: ze weten dat de positie die zij nu hebben op lange termijn onhoudbaar is. Dus dan is de strategie: schade beperken en tijd rekken / kopen. Ontzettend innovatief 😉

Wat deze stap van Apple wél laat zien is dat het bedrijf zich bewust is van het probleem en probeert te redden wat er te redden valt en dat nationale uitspraken effect kunnen hebben op mondiaal beleid van platformen. Ik ben dan ook erg benieuwd wat er de komende maanden rondom deze vraagstukken gaat gebeuren. Maar ik kan mij niet voorstellen dat het model van een monopolie positie van een appstore op een toestel en ongeremde macht voor het onttrekken van geld uit een systeem een model is dat veel toekomst heeft.

Ik ben ook erg benieuwd waar de druk nog meer vandaan gaat komen. Want hoewel Europa erg goed is in het agenderen van misstanden en het zetten van de agenda rondom het borgen van publieke waarden in de platformeconomie, heb ik het gevoel dat er juist weer andere landen goed zijn om ook echt de daad bij het woord te voegen.

OnlyFans ‘suspends’ decision to ban explicit content – TechCrunch

OnlyFans ‘suspends’ decision to ban explicit content – TechCrunch

Content platformen bieden een enorme kans voor producenten van content om laagdrempelig een groot publiek te bereiken en daar geld aan te verdienen. Zo maakte YouTube deze zomer bekend dat 2 miljoen ‘creators’ geld verdienen via het platform. Daarnaast zijn er waarschijnlijk vele miljoenen creators die dankzij het platform geld verdienen.

Dat is een mooie kans, maar als aanbieder (zeker van digitale content) heb je altijd een afhankelijkheid ten opzichte van het platform. Het platform is de toegangspoort naar jouw klanten. En het platform kan als ‘private regulator’ eenvoudig de regels van het spel aanpassen, wat negatief kan uitpakken voor jouw business. Dit hebben we in het verleden vaker gezien wanneer YouTube het zoekalgoritme aanpaste en videomakers hun kijkcijfers en inkomen zagen verdwijnen.

Een recent voorbeeld van deze zomer is de casus rondom het contentplatform OnlyFans: een online platform dat voornamelijk wordt gebruikt voor de verkoop van erotische foto’s en video’s. Het platform geef creators toegang tot een groot publiek, die zij vervolgens aan hen kunnen verbinden middels o.a. een abonnement.

Het platform is hard gegroeid in de corona tijd, meldde NRC in dit artikel: “Voor veel ‘gewone’ sekswerkers was OnlyFans een oplossing om de lockdowns financieel door te komen en ook anderen die thuis kwamen te zitten gingen de site gebruiken voor de verkoop van erotische beelden. Sinds het voorjaar van 2020 nam het aantal creators toe van 350.000 tot 1,2 miljoen.”

Iedereen tevreden. Totdat OnlyFans besloot pornografisch materiaal niet meer toe te staan op het platform. Dit terwijl deze categorie content de kurk was waar het platform op drijft. De verandering van strategie bleek te zijn ingegeven door strenge eisen van betalingssystemen en de uitdaging voor het platform om nieuwe investeerders te vinden.

Uiteindelijk draaide OnlyFans bij, maar het signaal dat is afgegeven is duidelijk. En de les die is geleerd ook. De les die ik hier uit haal is dat veel platformen een goede manier zijn om een publiek op te bouwen, maar dat je er altijd voor moet zorgen dat je zelf het klantcontact in handen houdt. Op het moment dat je voor het klantcontact afhankelijk bent van het platform, bevindt je je in een kwetsbare positie. Voor de aanbieders op OnlyFans was dit dan ook een goede wake-up-call.

Is dit probleem nieuw? Natuurlijk niet. Ik weet nog dat flink wat jaren geleden veel merken investeerden in het opbouwen van communities op de Facebook pagina’s van de merken. Totdat Facebook het beleid veranderde en je opeens moest gaan betalen om de eigen ‘fans’ te bereiken. Wat dat betreft is de OnlyFans geen nieuw voorbeeld, zij het niet dat het hier om een kwetsbare groep aanbieders gaat. Ook zij zullen hun risico’s (over meerdere platformen) moeten spreiden en nadenken over manieren om het klantcontact op eigen kanalen en platformen te kunnen faciliteren. Zo zag ik al wat berichten voorbij komen over een coöperatief platform. Dat lijkt mij voor deze doelgroep een prima optie.

Gig platform Upwork haalt half miljard dollar op, bedreigt uitzenders – RecruitmentMatters

Gig platform Upwork haalt half miljard dollar op, bedreigt uitzenders – RecruitmentMatters

‘Dankzij’ covid weten werk-/opdrachtgevers dat talent niet persé vlak bij een van de kantoren hoeft te wonen om een opdracht succesvol uit te kunnen voeren. Ik ben ontzettend benieuwd wat dat voor impact gaat hebben op de arbeidsmarkt én welke rol digitale klusplatformen zullen hebben in het faciliteren in het samenbrengen van vraag- en aanbod van arbeid.

In dit stuk wordt melding gemaakt van het gegeven dat online gig platform Upwork een investering van 500 miljoen dollar heeft ontvangen om verder door te groeien. Volgens de auteur zal het platform een serieuze bedreiging voor uitzendbureaus vormen, mede ook omdat op dit platform (en anderen) mensen zichzelf aanbieden, waardoor de gegevens van kandidaten veel meer up2date zullen zijn dan de kaartenbak van de uitzender.

Ik ben zelf wel benieuwd in hoeverre de klussen op Upwork normaal bij een uitzendbureau waren komen te liggen. Het is dan ook de vraag of online werkplatformen als Upwork een bedreiging zijn voor uitzenders? Ik denk van wel. Zo zal een opdrachtgever voor sommige (kennis)opdrachten een platform als alternatief gaan zien: de talent pool van een online werk platform is vele malen groter dan een fysiek uitzendbureau ooit zou kunnen bieden. Ook zullen platformen scherper op prijs kunnen zitten vanwege de manier waarop zij zijn georganiseerd.

Uiteindelijk verwacht ik dat dit soort platformen ook steeds meer naar wat wij nu zien als uitzendbureau toe zullen groeien en de klant de keuze laten hoeveel begeleiding zij wensen in het maken van een match. Uitzenders zullen een tegenovergestelde weg afleggen, maar hebben het grote nadeel dat zij geen ‘digital first’ organisatie zijn. Daar zal dus flink aandacht aan moeten worden besteed. Ik ben erg benieuwd wat de (nabije) toekomst ons zal brengen…

Technologiehoogleraren gelauwerd, gaan nieuw sociaal netwerk opzetten | NOS

Technologiehoogleraren gelauwerd, gaan nieuw sociaal netwerk opzetten | NOS

Een mooi bericht gisteren via NOS: hoogleraren Bart Jacobs en José van Dijck kregen beiden een mooie erkenning van het NWO, inclusief een mooi persoonlijk onderzoeksbudget van 2,5 miljoen. Beide hoogleraren zetten zich al jaren in voor een platformsamenleving waar democratische legitimiteit en publieke waarden wél zijn geborgd. In het NOS stuk vertellen zij dat zij “een deel van het geld willen besteden aan een gezamenlijk onderzoeksproject, naar een alternatief sociaal netwerk.”. Later in het stuk wordt duidelijk dat zij ook echt zaken willen gaan (laten) bouwen.

Het is een mooi gebaar van deze wetenschappers dat zij een dergelijke prijs hiervoor inzetten. Zeker ook omdat zij dit samen gaan doen met PublicSpaces, een “unieke coalitie van verschillende publieke organisaties, zoals publieke omroepen, erfgoed-instellingen, festivals, bibliotheken, musea en onderwijs.” die zich inzet om bedrijven bewust te maken van “alternatieve digitale instrumenten gebaseerd op publieke waarden” als alternatief voor de bekende big tech oplossingen.

Natuurlijk zijn de mogelijkheden van het investeren van een paar miljoen ontzettend beperkt. Wat ik vooral hoop is dat deze bijdrage helpt om een vliegwiel in gang te zetten dat dit onderwerp nu voor eens en voor altijd goed en duurzaam op de agenda zet en publieke en private partijen zal verbinden om dit onderwerp serieus op te pakken. Waarbij ook de leden van PublicSpaces de daad bij het woord zullen moeten voegen: een handtekening onder een convenant zetten is leuk, maar daar kun je niet zoveel mee. Ook zij zullen een belangrijke rol spelen in het al dan niet slagen van dit initiatief. Ik hoop dat zij zich hiervan bewust zijn en dat het ambitieniveau een flinke boost krijgt.

Nieuwe wet mogelijk einde oefening Just Eat Takeaway in New York

Nieuwe wet mogelijk einde oefening Just Eat Takeaway in New York

De stad New York heeft in de corona pandemie besloten dat platformen voor maaltijdbezorging een maximum hebben aan de commissie die zij mogen berekenen. Er zijn nu plannen om deze tijdelijke regeling permanent te maken.

Volgens dit stuk zou dit het einde kunnen betekenen voor Just Eat Takeaway in New York: “De commissie wordt begrensd op maximaal 15 procent. Voor platforms die niet zelf bezorgen is het plafond 5 procent van de bestelling. De consument mag wel apart aangeslagen worden, maar restaurants niet. De nieuwe regels geven de platforms met bezorgers als kern van de strategie, zoals Uber en DoorDash, een belangrijk concurrentievoordeel ten opzichte van Just Eat Takeaway.com. Een maximum commissie kan mogelijk einde oefening betekenen voor Just Eat Takeaway.com in New York.”

Ik kijk zelf uit naar
de rechtszaken rondom dit vraagstuk en de argumenten van beide partijen. Ik ben het er overigens zeker niet mee eens dat dit het einde van Just Eat Takeaway in New York zal betekenen? Waarom? Omdat in nagenoeg alle zaken die ik ken waar platformen iets aan de commissie structuur moesten veranderen het uitliep op een ‘vestzak-broekzak-scenario’. Oftewel: de verdeling en berekening zal veranderen, maar uiteindelijk zal de prijs voor de consument en de prijs voor de aanbieder niet veranderen. Waar het wel toe kan leiden is meer transparantie in de opbouw van tarieven. Zo zal als de commissie wordt beperkt de bezorgkosten apart worden berekent. En in een uiterst geval zal het businessmodel van een platform kunnen veranderen. Maar om nu al te zeggen dat dit einde oefening is, dat is wat voorbarig,

Insurtech Insify verzekert verkooppartners bol.com op maat – pers.bol.com

Insurtech Insify verzekert verkooppartners bol.com op maat – pers.bol.com

“Insify, de innovatieve insurtech op het gebied van mkb-verzekeringen, start vandaag een initiatief om Nederlandse verkooppartners van bol.com toegang te geven tot digitale, op maat gemaakte zakelijke verzekeringen.”

Platformen verzamelen veel data van de gebruikers. Hiermee kunnen ook nieuwe dienstverleningen worden ontwikkeld om de gebruikers nog beter te helpen en binden. Eerder al startte Bol en Rabobank een samenwerking waarbij verkopers die via Bol verkopen dankzij data van Bol via een kwartier horen of zij een lening kunnen krijgen. Hier komt nu nog een dienst bij:

“De verzekering wordt direct bij Insify afgesloten via een aanvraagproces speciaal voor bol.com verkooppartners. Uniek aan deze samenwerking is dat Insify, uiteraard met toestemming van de verkooppartner, data uit het bol.com verkoopaccount gebruikt. Deze vorm van embedded insurance bespaart de verkooppartner veel werk en tijd. Want mede door het uitlezen van relevante informatie van het platform is het heel eenvoudig om de juiste dekking te krijgen en is het aanvragen en afsluiten van een verzekering een kwestie van minuten, waar er voorheen weken of maanden overheen gingen.”

Slim, omdat Bol voor de verkooppartners een nog relevantere partner zal worden. Goed voor Bol, goed voor de ondernemer en goed voor Insify.

Event!

Migration and telemigration in the gig economy – September 24, 2021 – WageIndicator.org

Migration and telemigration in the gig economy – September 24, 2021 – WageIndicator.org

Als onafhankelijk platformexpert ben ik bij veel projecten betrokken. Een project waar ik sinds een paar maanden bij betrokken ben is de Gig Economy tak van Wageindicator. Een ontzettend interessante en internationale club om mee samen te werken.

Met het Wageindicator Gig team organiseren we op 24 september een mooi online event over (tele)migratie in de kluseconomie. Het thema migratie in relatie tot platformen wordt op verschillende manieren aangevlogen. Klik hier voor meer info en aanmelden.

Ook gelezen

In de media

Oppassen met algoritmen, volgens expert Martijn: ‘Soms wordt iemand ontslagen door een app’ | De Limburger

Oppassen met algoritmen, volgens expert Martijn: ‘Soms wordt iemand ontslagen door een app’ | De Limburger

Een mooi groot interview in De Limburger over de platformeconomie en mijn boek.

Boodschappen binnen 10 minuten bezorgd: een zorg voor de een, een zegen voor de ander | NOS

Boodschappen binnen 10 minuten bezorgd: een zorg voor de een, een zegen voor de ander | NOS

Flitsbezorgers rukken op in Nederland, maar geld verdienen lukt ze nog niet | NU.nl

Flitsbezorgers rukken op in Nederland, maar geld verdienen lukt ze nog niet | NU.nl

Item Flitsbezorging | NPO Radio 1

Beluister gemiste uitzendingen van NOS Radio 1 Journaal op NPO Radio . Fragment 1:19:58

De flitsbezorgers van Gorillas en Flink in Groningen leveren boodschappen binnen tien minuten voor een schijntje. Hoe kan dat? – Dagblad van het Noorden

De fietskoeriers van Gorillas en Flink beloven razendsnel boodschappen aan huis te leveren tegen aantrekkelijke tarieven. Hoe kan dat?

Flitsbezorgdiensten schieten als paddestoelen uit de grond. Wat is hun businessmodel? | Trouw

Flitsbezorgdiensten schieten als paddestoelen uit de grond. Wat is hun businessmodel? | Trouw

De concurrentie is moordend en de kosten zijn torenhoog. Toch zien hagelnieuwe bedrijven brood in het bezorgen van boodschappen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Waarom hebben die flitsbezorgers zo’n haast? | Hoe technologie een zieke woningmarkt niet écht verder zal kunnen helpen | Ode aan de alternatieve modellen | Boekentips

Goedemorgen! Hierbij ontvang je de laatste nieuwsbrief voor mijn vakantie. De komende weken neem ik tijd om het rapport over mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata af te ronden, geniet ik van wat vrije zondagavonden en ga ik er zelf een paar weken tussenuit in eigen (ei)land. Maandag 30 augustus of maandag 6 september ontvang je weer de volgende editie. Mocht je in de vakantie meer over platformen willen lezen? Dan kan dat altijd in mijn boek ‘Platformrevolutie‘. Ook deel ik in deze nieuwsbrief een lijstje van de boeken die ik mee zal nemen. Fijne vakantie, blijf gezond en geduldig en tot over een paar weken!

Flitsbezorging onder vergrootglas: ‘Er zijn spelregels nodig’ | Het Parool

Flitsbezorging onder vergrootglas: ‘Er zijn spelregels nodig’ | Het Parool

Zoals je misschien is opgevallen ben ik de laatste tijd veel benaderd voor interviews over de opkomende ‘flitsbezorgers’. Met geld volgeladen startups die lokale magazijnen openen om vanuit daar klanten via een app binnen tien minuten hun boodschappen te kunnen bezorgen. Een van de vragen die altijd wordt gesteld is waar de haast vandaan komt. En dan niet zozeer de haast van gebruikers die binnen tien minuten hun boodschappen willen hebben, maar de haast die al die startups lijken te hebben om de markt te betreden. In Nederland zijn er 3 of 4 partijen actief en er staan een aantal te trappelen om ook ons land te betreden. Daarnaast is er een reële kans dat bestaande bezorg partijen als Uber, Deliveroo en Thuisbezorgd zich ook in deze markt zullen geven. In het buitenland is dit al het geval.

Een van mijn gedachten is altijd: er is ruimte in de markt voor een beperkt aantal spelers. Met veel lokale ‘hubs’ wil je geen 6 concurrenten in eenzelfde bezorg gebied hebben. Dus niet alleen internationaal (dit werkt alleen wanneer je voldoende schaal hebt), maar ook op hyperlokaal niveau is dit een ‘winner takes all’ markt. En ben je te laat, dan is het vaak lastig om serieus voeten aan de grond te krijgen, tenzij je bereidt bent nog dieper in de zakken te tasten.

Dit artikel waarin staat dat Amsterdam spelregels voor flitsbezorgers wil neerzetten, in combinatie van aan fragment uit het boek ‘Amazon ontketend’ dat ik momenteel lees, bracht mij op nog een verklaring. Veel startups die een nieuwe categorie claimen maken gebruik van de onduidelijkheid in de regelgeving die er is in de categorie waar zij in zijn gestapt. Of weten dat in ieder geval erg goed zo te brengen. Doordat die onduidelijkheid er is en beleidsmakers vaak ook in het begin geen idee hebben wat hier mee te doen, hebben zij een tijdsvenster van een aantal maanden tot (meestal) een aantal jaren om snel te kunnen groeien zonder zich al te druk te maken over de regels. Zeggen dat er geen regels zijn in het begin is een veelgebruikte strategie, zie ook dit 2 minuten interview met ex- Booking en ex- Uber topman Kees Koolen.

Kijk ook wat er met Airbnb is gebeurt: een nieuwe categorie claimen (je had het natuurlijk ook prima direct in de categorie bed&breakfast kunnen zetten en vanuit daar verder kijken), na een tijdje in gesprek gaan met beleidsmakers, weten dat je je uiteindelijk aan iets van regels moet gaan houden, maar vervolgens alle ruimte en tijd voor dit proces nemen. Vaak weten zij wel dat ze uiteindelijk aan iets van regels zullen moeten voldoen, maar ze hebben er al het belang bij dat de regels zo licht mogelijk zijn. Dit zag je ook bij Uber in California: het bedrijf wist dat het meer verantwoordelijkheid moest nemen voor de chauffeurs, maar wilde er alles aan doen om daar een ‘freelance-plus’ model van te maken in plaats van een kostbaar dienstverband.

Hetzelfde kwam ik tegen in het boek over Amazon, waarin staat omschreven dat Amazon gebruik maakte van een maas in de Amerikaanse wet waardoor online aankopen niet BTW plichtig waren: een groot voordeel ten opzichte van de offline retailers. Pas toen deze regel niet meer houdbaar was en ook Amazon op andere vlakken in de weg ging zitten, ging het bedrijf overstag.

Dit is allemaal een misschien wat lange introductie voor de gedachte dat ook een van de redenen dat deze bedrijven zo’n haast maken met groeien is dat zij weten dat ze nu nog in een redelijk regelvrije omgeving opereren en daardoor makkelijk kunnen opstarten en groeien. En zich ook beseffen dat steden vanzelf aan de bel zullen trekken om te praten over regulering die de groei zal afzwakken. Het is beter om voor die tijd al enig volume te hebben en gebruik te hebben gemaakt van het ongereguleerd schalen en leren. Daarnaast mag je als partij met een grote omvang doorgaans ook aan tafel zitten om te praten over de regels die straks op jou van toepassing zijn. Daar wil je natuurlijk bij zijn…

Ook potentiële doorstromers woningmarkt blijven vertwijfeld zitten | NU.nl

Ook potentiële doorstromers woningmarkt blijven vertwijfeld zitten | NU.nl

Dat de woningmarkt in Nederland ziek is en vast in de modder zit, dat zal geen nieuws voor je zijn. De laatste tijd zag ik twee interessante platform initiatieven voorbij komen  die een bijdrage zouden kunnen leveren.

De eerste is Cirkl: “Het onlangs opgerichte online platform Cirkl heeft de groep met een verhuiswens in het vizier en heeft als ambitie het beschikbare woningaanbod in Nederland binnen een jaar te verdubbelen met circa 20.000 woningen. Bij Cirkl kun je alleen naar huizen zoeken als je zelf ook je huis te koop zet. Je krijgt de garantie dat de verkoop alleen doorgaat als je zelf ook iets hebt gevonden.” Je huis verkopen onder voorbehoud van het vinden van een nieuwe geschikte woning. Het zou kunnen werken voor een specifieke doelgroep. Al is je woning kwijtraken doorgaans niet de grootste zorg van de mensen in mijn omgeving die een ander huis zoeken.

De tweede is Spottery: “Schakel vrienden, familie en collega’s in en ga samen op jacht naar jouw nieuwe droomplek. Met Spottery deel je eenvoudig je woonwensen, en verzamel je alle getipte huizen in 1 overzicht.” Vindt jouw droomplek, of deze nu wel of niet te koop staat, met behulp van je netwerk.

Beiden sympathieke en mooie oplossingen. Maar ook wel een goed voorbeeld dat je met technologie en platformen een hoop kunt doen, maar dat het geen wondermiddelen zijn om fundamentele problemen op te lossen.

How the Drivers Cooperative built a worker-owned alternative to Uber and Lyft

How the Drivers Cooperative built a worker-owned alternative to Uber and Lyft

“The inside story of a union organizer, black car driver, and former Uber executive who came together to build a new ride-hailing platform that gives profit and control to drivers.”

Ik blijf het mooi vinden dat ik steeds vaker verhalen tegenkom van platformen die niet gaan voor de snelle groei en het snelle geld, maar ook echt een duurzaam platform willen neerzetten. Zo ook dit mooie verhaal van “The Drivers Cooperative”. Intussen loopt er ook een crowdfunding campagne om het platform verder door te ontwikkelen en is er al ruim zes ton in dollars opgehaald. Ook andere alternatieve platformen zijn nog steeds online, zo las ik deze week een update over Fairbnb, het alternatief voor Airbnb. Of dan de ‘eerlijke’ Booking.com variant Beterboeken: opgezet met het steward ownership model en intussen omgedoopt tot Moonback.

Hoewel al deze drie voorbeelden nog een (hele, hele, hele) lange weg te gaan hebben blijft het belangrijk om aandacht aan dit soort ontwikkelingen te besteden. Maar ook om te kijken hoe ‘alternatieve’ modellen als coöperaties en het steward ownership model in het onderwijs een plek kan krijgen. Want dat is een stap die nog vaak vergeten wordt…

Maak deelname aan start-up en mkb aantrekkelijk voor personeel | Revue

Maak deelname aan start-up en mkb aantrekkelijk voor personeel | Revue

En om dan bij het onderwerp duurzame ondernemingen te blijven, lees dan ook deze bijdrage uit de nieuwsbrief van Ronald Kleverlaan over eigenaarschap door werknemers van startups. Een belangrijke ontwikkeling.

Boekentips

Ik heb de laatste tijd weinig tijd gehad om boeken te lezen, maar vorige week wel een stapel boeken binnengekregen voor op vakantie. Nu nog hopen dat op vakantie met 3 jonge kids (3, 6 en 8) ook tijd is om een boek te lezen 😉

De boeken die ik meeneem:

En voor wie hem nog niet heeft gelezen kan ik natuurlijk ook mijn eigen boek ‘Platformrevolutie’ aanbevelen.

In de media


Dit zijn de winnaars van de challenge Inclusief Platformwerk | Innovatief in Werk

Dit zijn de winnaars van de challenge Inclusief Platformwerk | Innovatief in Werk

Hoe maken we beter gebruik van de potentiële meerwaarde van online arbeidsplatforms voor een meer inclusieve arbeidsmarkt? Dat was de vraag achter de challenge Inclusief Platformwerk die we samen met SBCM organiseerden. Op vrijdag 9 juli maakte een jury de 3 winnaars bekend uit de overgebleven 10 initiatieven. De winnaars zijn: Professional Outsider Consultancy (Martijn

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Excuses voor de dode mus, uhm… link. Hierbij de juiste link!

Originele tekst:

Deze week is het 11 jaar geleden dat ik mijn baan als marketingmanager opzegde om mijn droom achterna te gaan. In dit toffe Volkswagen busje reisde ik 5 maanden door Europa om met de leiders van 20 mooie Europese merken in gesprek te gaan over hun merk en onderneming. Het was een fantastisch avontuur en het begin van een expeditie die nog steeds voortduurt. Waarbij nieuwsgierigheid en verwondering de kernwaarden zijn bij alles wat ik doe.

De reis heeft ook geresulteerd in het boek ‘Brand Expedition, een reis langs Europa’s meest inspirerende merken’, welke ik na een succesvolle Nederlandse editie via aandelencrowdfundingcampagne ook in het Engels op de markt heb gebracht. Dit laatste project liep niet zoals ik had gehoopt, met o.a. als gevolg dat ik op kantoor nog meer dan 1.000 exemplaren van het Engelse boek heb liggen.

Om deze onbenutte capaciteit toch van nut te laten zijn heb ik besloten om deze 1.000 boeken gratis weg te geven. Wil je een gratis exemplaar ontvangen? Vul dan dit formulier in en maak via de QR code in het formulier een Tikkie van 4 euro voor de verzendkosten over en een gesigneerd exemplaar komt zsm jouw kant op! Mocht je meer exemplaren willen ontvangen? Stuur dan even een reply op deze mail met de aantallen en ik zoek even uit wat de verzendkosten zijn. Geen zin om 4 euro verzendkosten te betalen? Stuur dan ook even een reply op deze mail en haal er dan eentje op bij de receptie van mijn kantoor in Utrecht.

Gratis boek! (lees snel verder ;-)) | Hoe je als bestaande organistaie een platform níet in moet zetten | De ‘cloud canteen’ van Deliveroo | Hoe het Nederlandse Remote de globale arbeidsmarkt een boost geeft

Goedemorgen! Morgen is het 11 jaar geleden dat ik met mijn eerste expeditie van start ging: Brand Expedition. Om dit te vieren geef ik 1.000 Engelse Brand Expedition boeken gratis weg, je leest hier meer over in deze nieuwsbrief. Dit weekend viel de derde druk van mijn nieuwste boek, Platformrevolutie, op de mat. Mooi dat het boek zo goed verkoopt en op naar de vierde en vijfde druk. En misschien na de zomer maar eens nadenken over een herziene versie: we zijn immers alweer een jaar verder. Of gewoon een heel nieuw boek, hoewel mijn agenda dat de komende maanden zeker niet toe zal laten. We gaan het zien.

Deze week weer een paar mooie stukken verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

Vereniging Eigen Huis dupeert leden met ‘uitgeklede schilderdienst’ – Follow the Money

Vereniging Eigen Huis dupeert leden met ‘uitgeklede schilderdienst’ – Follow the Money

In mijn boek beschrijf ik de keuzes die je als organisatie hebt wanneer je erover denkt om ook in de platformeconomie te stappen. Een van de keuzes hierbij is het inzetten van het eigen sterke merk en de bestaande klanten (of leden) om nieuwe proposities op de markt te zetten. In veel gevallen in het verlengde van de bestaande business. Centraal Beheer doet dit bijvoorbeeld met diverse platformen voor klussen in en om het huis en BOVAG lanceerde ViaBovag: een platform voor tweedehands auto’s van Bovag dealers met het Bovag keurmerk. Ook Funda kijkt naar nieuwe diensten naast het advertentieplatform. Allen met als doel om de klanten uiteindelijk nog beter te helpen en om de eigen positie te versterken.

Natuurlijk gaat het deze partijen ook om het vergroten van de omzet: het zijn tenslotte ondernemingen. In sommige gevallen is de stap ook defensief om andere concurrerende aanbieders te slim af te zijn.

Wat ik altijd zeg is dat je als organisatie altijd moet kijken hoe je jouw legacy in kunt zetten voor nieuwe diensten. Hoewel legacy vaak als iets negatiefs wordt ervaren (we hebben oude systemen, stroperige procedures, etc. etc., heb je als bestaande onderneming ook juist heel veel wat de concurrerende startup níet heeft: een bekend merk, klanten, geld, ervaring, etc. etc. Vanuit daar kun je gaan bouwen.

En hoewel deze legacy veel voordelen biedt, moet je natuurlijk wel oppassen dat je het opgebouwde vertrouwen (in het merk) en de waarden waarvanuit je opereert ook in de nieuwe diensten doorzet. Dat dit ook goed mis kan gaan laat dit stuk van Follow The Money zien rondom het schilderservice platform dat ze aan hun klanten aanbieden, waar ze deels ook aandeelhouder in zijn, veel geld aan verdienen, maar geen verantwoordelijkheid in nemen:

“Vereniging Eigen Huis zegt zonder winstoogmerk op te komen voor de rechten van huiseigenaren. Maar uit een reconstructie door FTM van de oprichting van de Eigen Huis Schilderservice blijkt het maken van winst wel degelijk een belangrijke drijfveer te zijn. En de geleverde diensten zijn soms belabberd, ‘de schilder had nog nooit een kwast in handen gehad’.”

Een interessant stuk om te lezen, zeker als je interesse hebt in een casus van hoe het dus (echt) niet moet.

Remote helpt bedrijven met het aannemen van werknemers in het buitenland – de startup haalt nog eens $150 miljoen op en is nu een ‘unicorn’

Remote helpt bedrijven met het aannemen van werknemers in het buitenland – de startup haalt nog eens $150 miljoen op en is nu een ‘unicorn’

Het besef dat je niet persé ergens hoeft te wonen om er te werken zal vermoed ik bijdragen aan een versnelling van een steeds globaler wordende arbeidsmarkt. Tot nu toe werd met platformen die dit faciliteerden voornamelijk met het freelance model gewerkt. Sterker nog: er wordt doorgaans met geen model gewerkt: als werkende moet je zelf maar uitzoeken hoe je de inkomsten opgeeft bij de belastingdienst in het land waar jij je aangifte doet.

In veel gevallen is het freelance model een prima oplossing, maar zeker wanneer mensen structureler via het platform werken kan het wenselijk zijn dat zij in dienst komen van het platform en zo de sociale premies en verzekeringen geregeld worden. Tot nu toe was vaak het excuus dat dit te ingewikkeld is in een globale arbeidsmarkt. De transactiekosten waren simpelweg te groot. Het was dan ook een kwestie van tijd totdat er partijen zouden opstaan die dit zouden gaan faciliteren en automatiseren. Het Nederlandse ‘Remote’ is een van deze bedrijven. Nog maar een paar jaar oud haalde het platform afgelopen week 150 miljoen dollar op om de groei te versnellen tegen een waardering van ruim 1 miljard. Nu wordt het platform voornamelijk gebruikt voor langere opdrachten, maar een tweet naar de oprichter leerde mij dat er ook een koppeling komt of is voor platformen. Zo zou je in de toekomst eenvoudig een platform voor online werk kunnen oprichten en de hele uitbetaling via Remote kunnen laten lopen.

In tien minuten een avocado bij je thuis: de grillige belofte van flitsbezorging | FD

In tien minuten een avocado bij je thuis: de grillige belofte van flitsbezorging | FD

Goed stuk afgelopen week in het FD over de opkomende flitsbezorgers en de idiote hoeveelheid geld die in deze markt wordt gestopt: tot nu toe alweer ruim 14 miljard dollar. Je leest het goed: miljard. In dit stuk een goede bijdrage over de context van deze ontwikkeling ten opzichte van bestaande aanbieders:

“Lector stadslogistiek Walther Ploos van Amstel. ‘Om winst te maken moet zo’n dark store elke dag achthonderd tot duizend bestellingen bezorgen. Met spelende kinderen op straat is dat doodeng.’ <…> Kunnen gemeentes ook nog iets anders dan toekijken? ‘Het gekke is: als jij een winkel of horecazaak opent, moet je een exploitatievergunning hebben en een mobiliteitsplan indienen. Voor dark stores zijn die regels er niet.’ Steden kunnen wel dwarsliggen met bijvoorbeeld een parkeerverbod voor koeriersfietsen en scooters, zegt de hoogleraar. ‘Ze moeten natuurlijk niet vervallen in pesterijtjes, maar wel beseffen dat dit een asymmetrische strijd is. Net als bij de deelfiets- en deelscooterbedrijven heb je te maken met partijen die er gewoon ineens zijn, zonder dat de regels hierop aansluiten. Voor je kunt reguleren, ben je zo vijf jaar verder.'”

Ook hierbij geldt: interessante ontwikkelingen, maar het is belangrijk om deze in de juiste context te plaatsen en te beseffen dat het geen ontwikkeling is die ons overkomt, maar dat wat er gebeurt het gevolg is van de keuzes die we maken. En bij die keuzes hoort verantwoordelijkheid. En natuurlijk ook de vraag of we hier leukere mensen van worden. Of zoals ik op Twitter zei: “Op naar een soort van ‘The Matrix’ samenleving. Waar de verwende (lees: verpeste) ‘gefortuneerden’ thuis worden bediend en alleen nog virtueel de deur uit gaan en een onderklasse in dienst staat voor de gefortuneerden.”

Deliveroo announces ‘hybrid cloud canteen’ for ravenous remote workers

Deliveroo announces ‘hybrid cloud canteen’ for ravenous remote workers

Toen ik de titel van dit bericht las dacht ik: wauw, dit is innovatief! Wat ik dacht dat dit bericht zou brengen is een innovatieve koppeling die Deliveroo heeft gemaakt waarbij thuiswerkers virtueel met elkaar in een kantine kunnen eten en dit eten op kosten van de baas in de virtuele kantine kunnen bestellen om vervolgens met collega’s een virtuele lunch te hebben. Ik zag al voor mij dat deze integratie ook heel goed voor online events en congressen zou werken: gasten kunnen in de congres omgeving een maaltijd uitkiezen, die vervolgens door Deliveroo bij de gasten thuis zou worden bezorgd. Internationaal, laagdrempelig en in ieder land ter wereld. Wauw: innovatief!

Helaas. Het is  nieuws is een stuk minder spannend: “Deliveroo’s new initiative, which allows workers to charge meals to company’s expenses, was designed with a remote working future in mind.”. Oftewel: eten bestellen op kosten van de baas. Alsnog een leuke innovatie voor internationale teams, maar wel een stuk minder spannend.

Maar wat niet is… Ik weet dat genoeg betrokkenen van de verschillende bezorgplatforms deze nieuwsbrief volgen, dus ik ben benieuwd wie met het idee aan de haal gaat 😉

Nederlandse mediabedrijven willen samen optrekken tegen techgiganten

Nederlandse mediabedrijven willen samen optrekken tegen techgiganten

“Samenwerking moet voorkomen dat Google en Facebook verdeel en heers toepassen bij het afsluiten van contracten voor contentgebruik.”

Platformen hebben, net als veel andere bedrijven en bemiddelaars, belang bij het in stand houden van informatie asymmetrie en het isoleren van gebruikers/stakeholders. Immers: wanneer deze zich verenigen tast dit de machtspositie aan.

Slim van de (in dit geval) mediabedrijven dat zij hun krachten bundelen. Misschien is dit dan een van de positieve resultaten van de (te) grote macht van big tech: dat bestaande concurrerende aanbieders beseffen dat zij elkaar ook nodig hebben en elkaar daarbij weten te vinden om samen te werken op vraagstukken die hun bedrijf overstijgen. Ik zag dit voor het eerst toen Daimler, BMW en Audi in 2015 voor 2,8 miljard euro kaartendienst ‘Here’ van Nokia kochten. Wat mij betreft mogen nog vele voorbeelden volgen!

Gratis boek!

Deze week is het 11 jaar geleden dat ik mijn baan als marketingmanager opzegde om mijn droom achterna te gaan. In dit toffe Volkswagen busje reisde ik 5 maanden door Europa om met de leiders van 20 mooie Europese merken in gesprek te gaan over hun merk en onderneming. Het was een fantastisch avontuur en het begin van een expeditie die nog steeds voortduurt. Waarbij nieuwsgierigheid en verwondering de kernwaarden zijn bij alles wat ik doe.

De reis heeft ook geresulteerd in het boek ‘Brand Expedition, een reis langs Europa’s meest inspirerende merken’, welke ik na een succesvolle Nederlandse editie via aandelencrowdfundingcampagne ook in het Engels op de markt heb gebracht. Dit laatste project liep niet zoals ik had gehoopt, met o.a. als gevolg dat ik op kantoor nog meer dan 1.000 exemplaren van het Engelse boek heb liggen.

Om deze onbenutte capaciteit toch van nut te laten zijn heb ik besloten om deze 1.000 boeken gratis weg te geven. Wil je een gratis exemplaar ontvangen? Vul dan dit formulier in en maak via de QR code in het formulier een Tikkie van 4 euro voor de verzendkosten over en een gesigneerd exemplaar komt zsm jouw kant op! Mocht je meer exemplaren willen ontvangen? Stuur dan even een reply op deze mail met de aantallen en ik zoek even uit wat de verzendkosten zijn. Geen zin om 4 euro verzendkosten te betalen? Stuur dan ook even een reply op deze mail en haal er dan eentje op bij de receptie van mijn kantoor in Utrecht.

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Update: challenge gewonnen!! | Platformen in de uitzendbranche | België worstelt met platformen, maar is dat nodig? | Case: platform voor rijinstructeurs

Goedemorgen! Twee weken geleden deelde ik in deze nieuwsbrief dat ik in de final stond van de NSVP ‘Inclusief Platformwerk Challenge’. Afgelopen vrijdag was de grote finale. Alle finalisten mochten een korte pitch houden en moesten vragen van de jury beantwoorden. Drie van de tien finalisten zouden ieder met 50.000euro naar huis gaan om de gepresenteerde plannen uit te gaan voeren. Ik heb goed nieuws: want mijn project ‘KlusCV’ is een van de 3 winnaars! Een hele eer, zeker gezien de kwaliteit en diversiteit van de andere inzendingen.

Wat ga ik doen? Zoals je mogelijk al weet werk ik met 6 klusplatformen, 4 universiteiten en diverse kennispartners aan een standaard voor het delen van reputatie- en transactiedata met de platformwerker in de vorm van een digitaal getuigschrift. Vervolgens is natuurlijk de vraag: helpt dit getuigschrift werkenden ook verder op de arbeidsmarkt. Met de 50.000euro van NSVP kan ik dit nu gaan uittesten. Het idee is dat in samenspraak met een gemeente een aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een half jaar via een platform werkervaring gaan opdoen. Om vervolgens met deze ervaring verzilverd in een ‘digitaal CV’ hun kansen op de brede arbeidsmarkt te gaan verkennen. Kort gezegd is dit de validatie van de waarde van een digitaal CV dat is opgebouwd door het werken via klusplatformen. Ontzettend gaaf dat er nu de middelen zijn om dit in de praktijk te gaan brengen.

Naast dit mooie nieuws in deze nieuwsbrief ook enkele bijdragen van mij in de media en een mooi stuk over ‘platforms in de uitzendsector‘ in het bijzonder. Een aanrader om te lezen, al zeg ik het zelf 😉 Verder ook weer een aantal andere mooie artikelen verzameld, inclusief twee mooie voorbeelden hoe platformen in te zetten in de praktijk. Fijne week!

Regering wil deelplatformen zoals Uber, Deliveroo, en Airbnb aan banden leggen: ‘Dringend nood aan sociale maatregelen’ | De Morgen

Regering wil deelplatformen zoals Uber, Deliveroo, en Airbnb aan banden leggen: ‘Dringend nood aan sociale maatregelen’ | De Morgen

Waar het in Nederland vooral de vakbonden zijn (lees: FNV) die zich druk maken over de klus- en deeleconomie, wordt het debat in België een stuk breder gevoerd. Zo introduceerde het in 2016 al een apart belastingstatuur voor hen die via een ‘deeleconomie’ platform (in België gooien ze deel- en kluseconomie voor het gemak op één hoop) geld verdiende. “Particulieren die diensten aanbieden via elektronische platformen zoals Uber en op jaarbasis minder dan 5.000 euro bruto verdienen, zullen op hun opbrengst de facto tien procent aan belastingen moeten betalen.” Hoewel er veel valt te zeggen over deze regeling, was het wel België die als eerst experimenteerde om dit soort inkomsten via platformen te institutionaliseren.

En nu is er dan weer nieuws uit België: “In september zal een forum online worden gezet. Gebruikers, restauranthouders, handelaars, werknemers of platformbeheerders, allemaal worden ze uitgenodigd om mee het debat in te duiken. Het ultieme doel is te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en een betere sociale bescherming van deze werknemers.”

Hoewel ik erg benieuwd ben hoe de discussie op dit forum zal worden geleidt is het een mooie stap om een breed speelveld hierbij te betrekken en zo vanuit verschillende invalshoeken informatie en inzichten op te halen.

Mijn grote vraag is wel: is het verstandig om zoveel moeite te stoppen op de platformeconomie een aparte status te geven? Platformen zijn een manier van bemiddelen, maar zeker niet de enige vorm van bemiddelen. Mijn analyse vorige week over de verschillen en vooral de overeenkomsten tussen TCA en Uber laat dit goed zien. TCA en Uber lijken op veel vlakken op elkaar en zullen in de toekomst alleen maar meer naar elkaar groeien. Ik verwacht dat dit in nog meer sectoren zal zijn. Net als dat Airbnb en Booking ook steeds meer op elkaar zijn gaan lijken. Dan is de vraag: is het verstandig om de bemiddelaar die vanuit de digitale invalshoek komt in een ander regime te stoppen dan de bemiddelaar die uit een andere context op de markt is gekomen? Ik denk het niet. En adviseer onze zuiderburen om vooral te kijken naar de platform specifieke vraagstukken en de meer bredere vraagstukken dan ook maar gelijk breed aan te pakken.

Apps van de week: Een goede rijinstructeur in de buurt vinden | NU.nl

Apps van de week: Een goede rijinstructeur in de buurt vinden |  NU.nl

In gefragmenteerde markten waar een hoge mate van informatie asymmetrie is en de kwaliteit van het aanbod onduidelijk liggen kansen voor platformen. Dat was ook de gedachte van de oprichters van de app / het platform ClickDrive. Via het platform vind je snel een geschikte en gekwalificeerde rijinstructeur. Voor rijinstructeurs biedt het platform toegang tot nieuwe klanten en faciliteert het platform in de processen waar je je als rijinstructeur liever niet nee bezighoudt, zoals administratie. Het is niet ondenkbaar dat de dienstverlening richting de instructeur in de toekomst kan worden uitgebreid: wanneer de schaal maar groot genoeg is, kan het platform ook goede deals maken met bijvoorbeeld verzekeraars, auto lease bedrijven en ga zo nog maar even door.

Het platform richt zich voornamelijk op kleine rijscholen: dit zijn vermoed ik vooral zelfstandige rijinstructeurs. Voor deze doelgroep is de toegevoegde waarde van het platform en de dienstverlening het grootst.

Een goed idee? Op zich is het een mooi idee en platform, het is alleen wel de vraag in hoeverre een transactioneel platform waarde in dit proces toevoegt. Immers: als je eenmaal tevreden bent over de instructeur zul je deze waarschijnlijk ook voor de volgende lessen willen boeken. Alleen in het beginproces in het zoeken van de juiste instructeur en het bieden van een lage drempel voor het wisselen van instructeur zal het platform echt waarde toevoegen. Dan is het de vraag in hoeverre het platform waarde blijft toevoegen voor vervolgtransacties. Per les draagt de instructeur 5 euro af, dus de kosten in een maand lopen flink op. Het platform zal dus erg zijn best moeten doen om ook bij deze vervolgtransacties van toegevoegde waarde te kunnen blijven. Een oplossing zou kunnen zijn om het businessmodel aan te passen naar een abonnementsmodel plus een bepaalde vergoeding voor het aanbrengen van nieuwe leerlingen. Maar dat is dan weer wat minder lucratief.

Er zijn ook niet-transactionele platformen in dit domein, zoals de rijschool sectie op de website van het CBR. Alleen deze zoekmachine is nog erg beperkt: de informatie over de rijscholen is minimaal, er kunnen geen waarderingen worden achtergelaten, etc. etc. Op dit moment lijkt er dus een markt voor ClickDrive te zijn, al is het de vraag wat er gebeurt wanneer bijvoorbeeld het CBR besluit om de ‘zoek een rijschool’ sectie op de eigen website een boost te geven en uit te breiden. Al met al een leuke platform case om te blijven volgen.

Hoe Doorb lokale bakkers extra brood op de plank bezorgt – MT/Sprout

Hoe Doorb lokale bakkers extra brood op de plank bezorgt – MT/Sprout

“Startup van de week Doorb geeft lokale bakkers een nieuw verdienmodel met een online broodabonnement.”

Nog een goed voorbeeld hoe een platform een bestaande sector kan ondersteunen. Kleine bakkerijen hebben vaak geen geld en kennis om goed op e-commerce in te zetten, bezorging te organiseren en met marketing nieuwe klanten te werven. In dat gat is Doorb gesprongen. “Volgens Doorb is 75 procent van de bestellingen afkomstig van klanten die voordien niet bij die bewuste bakker kwamen voor hun dagelijkse brood.”

Klanten betalen 2,50 per week voor 1-6 bezorgingen per week en het platform rekent een commissie van 25 procent over de verkochte waar. Voor 2,50 per week iedere dag een vers brood aan de deurklink klinkt natuurlijk als een goede deal. Ik ben wel benieuwd wat de verdiensten zijn voor de bezorger. Op de website wordt gesproken over 1 uur werk per dag en ik vermoed dat de bezorgers onder dezelfde regeling vallen als degenen die jou voor een paar cent per dag de krant door de brievenbus heen duwen.

Schieten bakkers hier iets mee op? Ik denk het zeker wel. Er zit wel één risico aan het concept voor de bakkers. Het platform zal de eerste jaren veel leren over de wensen van de consumenten en het klantcontact loopt via het platform. Daarnaast is het de vraag of de klanten ook hun weg naar de fysieke bakkerij zullen weten te vinden. Is dit zo, dan is dit voor bakkers een hele mooie manier om een nieuwe klantenkring aan te boren. Het platform kan hier ook een faciliterende rol in spelen. Het kan ook de andere kant opgaan: dat de klanten alleen online bestellen, Doorb leert op rekening van de bakkers en uiteindelijk een eigen broodmerk start om zo de klanten te kunnen bedienen. En de bakkers aan de kant zet of alleen inzet om de gaten te vullen die zij zelf niet kunnen bedienen. Een stuk efficiënter en een veel interessantere marge. De tijd zal het ons leren.

Akkoord onderwijs en Google over wegnemen privacyrisico’s | PO-Raad

Eind juni adviseerde de Nederlandse privacytoezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens dat het Nederlandse onderwijs en het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) uit privacyoverwegingen zouden moeten stoppen met het gebruik van de email- en clouddiensten van Google. Ik schreef hier toen dit over. In de nieuwsbrief een week later ging ik verder in op wat nu precies het probleem is. Het was ook direct duidelijk dat er niet een snelle oplossing zou komen: de lock-in in het onderwijs is simpelweg te groot. Dit heeft tijd nodig. Veel tijd. En geld. Veel geld.

Gisteren las ik het volgende bericht: “Vandaag is er overeenstemming bereikt met Google over maatregelen gericht op de eerder geconstateerde privacyrisco’s bij Google Workspace for Education. Dit betekent dat scholen gebruik kunnen blijven maken van Google Workspace for Education, mits zij zelf ook enkele acties uitvoeren. Dit is het resultaat van intensieve gesprekken die SIVON, SURF en het Strategisch Leveranciersmanagement Rijk (SLM-Rijk), mede op verzoek van de PO-Raad, hebben gevoerd met Google.”

Wat je hier ziet is dat het nut heeft om je als gebruikersgroep te verenigen. Krachten bundelen = macht. De publieke aanval van de AP heeft hier vast ook goed bij geholpen: dit heeft bij Google druk op de ketel gezet.

Zijn we er nu? Nee, nog lang niet. Maar het is een begin. Voor de korte termijn zijn goede stappen gezet, maar voor de lange termijn is er nog een lange weg te gaan. Er is ook niet één oplossing, maar een palet aan oplossingen. In de nieuwsbrief twee weken geleden deed ik een voorzetje. Ik ben dan ook erg benieuwd wat de vervolgstappen én ambities zijn van deze vertegenwoordigende partijen. Want we zijn er nog lang niet.

Ook gelezen

In de media

Steeds meer uitzenders bouwen een platform: Het voelt als een revolutie | Reflex

“Steeds meer uitzenders bouwen een platform: Het voelt als een revolutie” Precies: een platformrevolutie 😉 Mooi artikel met bijdrage van o.a. ondergetekende in de nieuwe editie van Reflex, het magazine van de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen).

Na de lockdowns: de strijd om uw vrije tijd (en uw centen) – De Standaard

Na de lockdowns: de strijd om uw vrije tijd (en uw centen) – De Standaard

Voor dit artikel in De Standaard werd ik gevraagd een bijdrage te leveren .

FNV daagt Uber: een analyse – ZiPconomy

FNV daagt Uber: een analyse – ZiPconomy

Mijn analyse van de rechtszaak FNV > Uber in deze nieuwsbrief vorige week is nu ook als blog op ZiPconomy verschenen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

FNV daagt Uber: een analyse | De volgende generatie platformen dient de gebruiker | Deelfietsen in MaaS visie

Goedemorgen! Deze nieuwsbrief valt een dagje later dan normaal op je digitale deurmat: ik was een paar dagen ziek. Ook heb ik ruim de tijd genomen om te duiken in de zaak FNV tegen Uber om te onderzoeken wat Uber nu uniek maakt ten opzichte van traditionele taxi bemiddelaars. Hierbij ontdekte ik dat Uber zich steeds meer als een normale taxibemiddelaar zal gaan gedragen en ‘normale’ taxibemiddelaars (die al 40 jaar met automatisering bezig zijn) zich steeds meer als een Uber zullen gaan organiseren. In deze editie lees je er (veel) meer over.

Afgelopen week werd ook mijn tweede paper gepubliceerd: “Online labor platforms versus temp agencies: What are the differences?” Dit is de academische versie van de vorig jaar verschenen blog “Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken?”. Altijd goed om ook zo een bijdrage aan de wetenschap te kunnen leveren. Er komen overigens nog wat papers aan, maar dat heeft altijd wat tijd nodig. Een nieuwsbrief heeft een iets kortere doorlooptijd zal ik maar zeggen 😉

Fijne week!

Nederlandse ondernemers enteren Y Combinator met ‘Salesforce’ voor restaurants – MT/Sprout

Nederlandse ondernemers enteren Y Combinator met ‘Salesforce’ voor restaurants – MT/Sprout

Afgelopen week viel dit bericht op Sprout mij op: “Twee Nederlandse ondernemers zijn met horeca-startup Tablevibe geselecteerd door accelerator Y Combinator in de VS. Hun dienst moet de ‘Salesforce’ voor restaurants worden.”.

Accelerators zijn programma’s waar veelbelovende tech startups in ruil voor een aandeel een bescheiden startkapitaal ontvangen om vervolgens in een paar maanden tijd ontzettend veel coaching en training krijgen om hun dienst een boost te geven. Zij werken daar toe naar de ‘demo day’: een dag waar de startup haar pitch mag houden voor een zaal met vele investeerders. Met als doel om een grote vervolginvestering op te halen. Om vervolgens als ‘alumnus’ van het netwerk verbonden te blijven aan het programma en een grote groep waardevolle coaches. Y Combinator is een zeer vooraanstaande variant hiervan en de lijst met grote namen die in de kraamkamer van deze accelerator zijn grootgebracht is eindeloos: Airbnb, Dropbox, Doordash, Stripe, Flexport, Twitch en ga maar door.  Een mooie manier om te versnellen en ook voor Y Combinator een prima businessmodel: als deelnemer lever je 7% van de aandelen in.

Dit stuk viel mij niet op vanwege de incubator, maar het leek mij nuttig om dit even toe te lichten voor wie niet te diep in die wereld zit. Waarom het mij wel opviel is vanwege dit fragment: Onze missie is restaurants te helpen groeien door de omzet per klant te maximaliseren. We willen de directe relatie met klant versterken en de loyaliteit van gasten aanjagen.’ De ambitie is de regie bij de restaurant ondernemer te leggen en daarmee vanuit eigen kracht klantcontact opbouwen en vasthouden.

Waar een eerste generatie platformen die lokale ondernemers faciliteren (zoals Booking en Thuisbezorgd) het klantcontact weghalen bij de ondernemer, ziet het ernaar uit dat er nu steeds meer partijen zijn die juist de ondernemer / onderneming faciliteren zélf de touwtjes in handen te houden. En dat is voor de ondernemer natuurlijk goed nieuws. Je ziet dit ook in de opkomst van Shopify, dat eenvoudige en laagdrempelige tools aanbiedt voor retailers om zelf een professioneel verkoopkanaal en website op te zetten.

Voor wie graag een koe in de kont kijkt is die ontwikkeling ook niet zo heel verrassend. In het begin van het internet was het voor ondernemers simpelweg ondoenlijk een eigen online kanaal op te zetten. Dus was het aantrekkelijk om aan te sluiten bij een van de grote platformen waar je alleen betaalde wanneer er daadwerkelijk omzet binnenkwam. Je hoefde als ondernemer minimale kennis te ontwikkelen en niet vooraf te investeren en maakte gebruik van de schaalvoordelen die het platform kon bieden door de vele aanbieders die ook van het platform gebruik maakten. Een prima deal op het eerste gezicht. Voor deze platformen was het ook behoorlijk kapitaal intensief om ondernemers aan te sluiten: in het begin van Booking werden letterlijk de brochures van hotels onder de scanner gelegd en was de fax het kloppend hard van het bedrijf.

Maar met de tijd werd het steeds makkelijker om partijen aan te sluiten en daarmee ook de unieke toegevoegde waarde van het platform een stuk minder. Daarnaast zagen slimme ondernemers (als de ondernemers achter Shopify en Tablevibe) dat er ook goed brood valt te verdienen met het ontwikkelen van tools om die ondernemers zelf direct te supporten. Wat er weer toe bijdraagt dater meer keuze is voor de ondernemer en de toegevoegde waarde van de ’traditionele’ platformen minder wordt. De ondernemer heeft immers nog steeds flexibele kosten en hoeft geen eigen tech-afdeling op te zetten en zwaar te investeren in het bouwen en onderhouden van technologie. Vaste kosten en investeringen worden variabele kosten. En dat biedt kansen om zelf weer het klantcontact terug te nemen.

Betekent dit het einde van deze ‘eerste generatie’ platformen? Nee. Ik zie het meer als een zeer welkome verbreding van het keuzepallet voor de aanbieders op platformen. Wel verwacht ik dat deze ‘eerste generatie’ platformen harder zal gaan vechten voor de klant en harder zal gaan vechten om deze klant af te pakken en binnen te houden. En daar ligt zeker een aandachtspunt voor iedereen die iets moet vinden over regelgeving en toezicht. Om maar niet te spreken over de derde kaper op de kust: de poortwachters van het internet als Google die ook een steeds grotere rol gaan spelen in het aanbieden van diensten richting eindgebruikers. Er zijn dus kansen om de ondernemers meer controle te geven en een wat eerlijker speelveld te creëren, maar dat zal niet vanzelf gaan…

Moet Uber zijn vierduizend Nederlandse taxichauffeurs straks in dienst nemen? – NRC

Moet Uber zijn vierduizend Nederlandse taxichauffeurs straks in dienst nemen? – NRC

Afgelopen week troffen Uber en FNV elkaar op initiatief van FNV weer in de rechtbank. De zaak, te lezen op de website van het FNV: “De FNV stelt dat Uber een Taxi-werkgever is en eist dat Uber de taxi-CAO toepast op haar chauffeurs en hen ook conform die cao (na)betaalt. Uber verweert zich met de stelling dat het (slechts) een technologieplatform is, dat werkt met zelfstandige taxichauffeurs.” Kort samengevat wil FNV dat Uber erkent dat het een taxibedrijf is, de chauffeurs in dienst neemt en de Taxi cao respecteert.

Er is flink wat discussie rondom deze zaak. Ten eerste is er de vraag wat de chauffeur zélf wil. Dat is en blijft onduidelijk. Uber geeft aan dat het overgrote deel van de chauffeurs graag zzp’er is en blijft. FNV lijkt eerder voor het eigen bestwil van de chauffeur op te komen en vooral een breder maatschappelijk vraagstuk te willen toetsen. Dat brengt ons ook bij de vraag hoe legitiem FNV is om deze zaak aan te gaan: voor wie doet de FNV dit? Die vraag blijft onbeantwoord. Waarmee ik niet zeg dat FNV zich hier niet mee moet bemoeien. Zeker ook omdat het voordeel van dit soort zaken is dat er veel feiten boven tafel komen en procedures goed moeten worden omschreven. En alleen dat is al positief.

Nieuwe wijn, oude zakken?

Uber is natuurlijk niet de eerste bemiddelaar op de taximarkt: taxibemiddelaars bestaan al sinds jaar en dag in de vorm van taxicentrales. Daarom leek het mij interessant om eens te kijken wat Uber nu anders doet dan een gemiddelde Toegelaten Taxiorganisatie (TTO) als de TCA in Amsterdam. Ik heb voor de TCA gekozen omdat Amsterdam de grootste markt voor Uber is in Nederland en omdat de TCA ook zelf investeert in een eigen app. De vraag van mijn weekend onderzoekje is: wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen traditionele en ‘app-only’ taxibemiddelaars?

De eerste voordehandliggende vraag is natuurlijk of TCA de chauffeurs wél in dienst heeft. En al moet je als TTO minstens 100 taxichauffeurs hebben: er wordt nergens iets gezegd over de status van deze chauffeur. Op de website van TCA is te vinden dat de TCA-chauffeurs niet in dienst zijn van TCA, maar werken allen als zelfstandig ondernemer. FNV bevestigt dit overigens ook op de eigen website: “De straattaximarkt is zolang je je kunt herinneren een zzp-markt.” Aangezien je alleen als werkgever/werknemer aan cao’s hoeft te houden, geldt de taxi cao dus ook niet voor TCA chauffeurs. Zij worden per rit betaald en het risico ligt volledig bij de individuele chauffeur.

Dan vond ik het interessant om te kijken naar de controle over – en aansturing van – de chauffeur. Uber heeft een sterke technologie focus en er is geen ‘menselijke’ interventie tussen het aanvragen, verdelen en evalueren van ritten. Hoe zit dit bij de taxicentrale? Google bracht mij bij dit geweldige artikel uit 2001 uit het Reformatorisch Dagblad over de digitalisering van de coördinatie van het taxivervoer. Hier wordt al gesproken over monitoring via GPS, duizend geïnstalleerde zenders en ontvangers én het Rit-Afhandelings Systeem van de Taxicentrale Amsterdam (RASTA). De ontwikkeling van RASTA gaat terug naar 1980 en Zwitserland weet het artikel te melden. Het systeem moet leiden tot meer efficiëntie, snelheid en lagere transactiekosten: “de computer verdeelt de ritten eerlijk over de taxi’s die zijn aangesloten bij TCA.” Over transparantie van deze black box waren destijds nog geen zorgen.

Deze alinea laat zien dat hoewel Uber vanaf dag één een ’tech first’ houding heeft ingenomen, ook de ’traditionele’ taxi bemiddelaars al zeker 40 jaar bezig zijn met het automatiseren van de operatie. Dus hoewel beide bemiddelaars een andere startpositie (en -datum) hebben, zijn er veel gelijkenissen. Ik verwacht dat TCA meer richting de operatie van Uber en Uber meer richting de operatie van TCA zal groeien. De enige reden dat we TCA een taxibedrijf noemen is vanwege het vertrekpunt, maar over een paar jaar zal TCA weinig anders zijn dan Uber vandaag. Uber zou je daarmee ook prima een taxibedrijf kunnen noemen, maar vanwege het vertrekpunt (en natuurlijk op advies van de juristen) luistert het zelf naar de naam technologiebedrijf. Wat gezien het vertrekpunt prima te verantwoorden is, maar als je kijkt naar wat het doet niet heel relevant.

Een kwestie van willekeur?

In een markt waar zelfs volgens FNV ZZP de norm is, is het opvallend om juist nu een rechtszaak over de status van de taxichauffeur te gaan voeren. Dat is dan ook een van de argumenten die Uber niet heel verrassend benadrukt. FNV geeft aan dat zij nooit hebben beweerd dat TTO’s per definitie geen werkgever zijn, maar dat in deze procedure louter de positie van Uber ter discussie staat. De standpunten van zowel Uber als FNV zijn helder, maar de vraag ‘voor wie doet FNV het’ blijft staan.

Je zou de zaak tegen Uber taxi als willekeur kunnen zien: als FNV zich echt bekommerde over de positie van de chauffeur, dan had het een jaar of 20 tot 30 geleden ook de TCA al aan kunnen klagen. Een zelfde punt maakte ik destijds ook in 2018 over de zaak FNV tegen platform voor thuisschoonmakers Helpling. Hier ontdekte ik dat Helpling zeker niet uniek is: dit soort bemiddeling bestaat al jaren. Neem het bedrijf HomeWorks. Een bedrijf dat al 25 jaar lang exact hetzelfde doet als Helping. Het enige verschil is dat dit geen online marktplaats is, maar dat het bedrijf handmatig de match tussen vraag en aanbod maakt. Daarnaast heeft het servicecoördinatoren die toezien op kwaliteit en zelfs met de eerste schoonmaak meegaan. Dit alles maakt het een duur model: de commissie die het bedrijf rekent is dan ook zo’n 39% (t.o.v. destijds 23% bij Helpling). Mijn claim was toen ook: “Als de FNV het belangrijk vindt om voor deze doelgroep op te komen, waarom hebben zij een organisatie als HomeWorks dan niet al veel eerder aangepakt?”

Waar doet FNV het dan wél voor?

Dat is natuurlijk een vraag die FNV het best zelf kan beantwoorden. Ik denk dat het FNV om het grotere plaatje en een angst voor een explosie van de markt voor flexibele arbeid gaat. Platformen verlagen immers drempels om als zelfstandige ondernemer aan de slag te gaan: marketing, sales en administratie wordt immers door het platform verzorgd. De lage regel- en premiedruk op freelance werk (in verhouding tot werknemers en uitzendkrachten) maakt deze categorie werkenden voor opdrachtgevers al snel interessant en door het ontbreken van de overdaad aan regels die bij het werkgeverschap komt kijken is deze manier van werken nu eenmaal een stuk flexibeler. Het is dan ook aannemelijk dat platformen zullen zorgen voor een groei van de markt voor flexibele arbeid: zowel vanuit het uitzend- als freelancestatuut. En dat is voor vakbonden doorgaans geen wenselijk scenario.

Een podcast aflevering waar het boek ‘De onmisbaren – een ode aan mijn sociale klasse‘ door de auteurs van Fantoomgroei wordt besproken deed mij aan het volgende denken. Misschien wat ver gedacht, maar toch. Kijkend naar de (kostbare) rechtszaken van FNV tegen Uber, Deliveroo, Temper en Helpling lijkt FNV platformwerk te zien als de belichaming van een hetrogene onzichtbare sociale klasse
die de laatste tientallen jaren uit de spotlight is verdwenen. Platformwerk geeft deze klasse weer een gezicht. Daarnaast is de framing van grote, met miljarden dollars volgepompte machtige platformen tegenover de kwetsbare niet voor zichzelf opkomende werkende een beeld dat goed tot de verbeelding spreekt. Goed (onschuldig) versies kwaad. Voor FNV is het een kans om deze hetrogene en onzichtbare groep werkenden weer op de kaart te zetten en onderdeel te maken van het publieke debat. En van het ledenbestand. Wie weet.

En nu?

FNV heeft er duidelijk voor gekozen de status van de taxichauffeurs die via (of volgens FNV: voor) Uber rijden met deze rechtszaak aan de kaak te stellen. Dat is hun goed recht, maar ik denk dat het een gemiste kans is om vraagstukken die relevant zijn voor een bredere groep werkenden in de spotlight te zetten. Zoals:

  • de impact van algoritmisch management (‘een app als baas’) op de werkende;
  • transparantie in automatische besluitvorming;
  • transparantie in prijsmechanismen (bij Uber is het niet duidelijk wat je nu precies verdient);
  • monitoring via technologie;
  • persoonlijke sturing en beïnvloeding op basis van data;
  • de rechten van werkenden wanneer een algoritme jou ontslaat;

Om maar een aantal willekeurige issues te noemen.

Duidelijk is dat als FNV wint, Uber in hoger beroep zal gaan. Als Uber wint, doet FNV hetzelfde. Het belooft nog een lange en dure strijd te worden. Intussen wacht iedereen op een nieuw kabinet en, misschien tegen beter weten in, de meer dan ooit broodnodige hervorming van de arbeidsmarkt waarbij de werkende en niet de contractvorm centraal staat. Iets dat met de aankomende krapte op de arbeidsmarkt meer behoefte dan ooit voor is. De bal ligt wat mij betreft bij de politiek. Of, zoals de rechter oordeelde in de zaak tegen Helping: “Het is niet aan de rechter, maar uitsluitend aan de wetgever om hier verandering/verbetering in aan te brengen.” We gaan het meemaken.

Behoefte aan een suikerspinmachine? Met de app Biyu kun je hem lenen in plaats van kopen | Het Parool

Behoefte aan een suikerspinmachine? Met de app Biyu kun je hem lenen in plaats van kopen | Het Parool

Er wordt al tijden gesproken over een verschuiving van bezit naar gebruik en daarmee een boost voor een meer circulair gedreven economie. Het idee is logisch: veel spullen heb je maar een paar keer per jaar nodig, dus bezit is eigenlijk onzin. Een verspilling van grondstoffen, kapitaal en ruimte in je huis. Of, om maar tot het meest cliché voorbeeld te komen: je hebt geen boor nodig, maar een gat in de muur.

Peerby was het eerste platform dat met deze gedachte de echte deeleconomie probeerde op de kaart te zetten. Via een app alles wat je zoekt lenen of huren bij de buren. Daarbij bezit het platform zelf niet de materialen: deze zijn in eigendom van de gebruikers. De meeste spullen die worden aangeboden hadden mensen toch al gekocht en een klein deel zullen mensen speciaal aanschaffen om te kunnen verhuren via het platform. Door in te tappen op spullen van andere mensen kan de dienstverlening relatief makkelijk schalen. Nadeel is dat er beperkte controle is op het proces en kwaliteit. Ik noem dat hier een nadeel, maar voor de meeste transacties zal dit geen groot probleem zijn.

Een andere variant op Peerby was de Deelkelder: een spullen bibliotheek waar je de spullen kon lenen die je soms nodig had maar niet zelf wilde of kon kopen. Naast een praktische, had het ook een sociale en maatschappelijke functie. Door de noodzaak van fysieke locaties was het lastig om het businessmodel rond te krijgen en het model beperkt schaalbaar. Uiteindelijk heeft initiatiefnemer Michiel van Wickeren afscheid moeten nemen van de Deelkelder, maar het avontuur heeft veel waardevolle inzichten opgeleverd.

In het rijtje van Peerby (dat nog steeds bestaat) en de Deelkelder (die niet meer bestaat) kwam ik onlangs de Nederlandse startup Biyu tegen: “In de catalogus van Biyu staan op dit moment zo’n tweehonderd verschillende producten, variërend van gereedschap of een goede speaker tot een professionele poffertjesmaker en een suikerspinmachine – leuk voor een kinderfeestje. Met een abonnement van een tientje per maand kun je producten lenen. Je reserveert het en komt het bij een van onze hubs ophalen. Of je betaalt een beetje extra en dan komen we het bezorgen en weer ophalen.”

Een interessant concept, zeker omdat het er ook naar uit ziet dat ook de fabrikanten betrokken zijn als partner. Zij zien het, volgens Biyu, als een manier om te verkennen hoe ook zij kunnen switchen van geld verdienen aan verkopen naar geld verdienen door gebruik. Natuurlijk zijn er nog genoeg vragen. Kan het uit? Er zijn immers buurthubs nodig en dat is een kostbare zaak. En weet Biyu een assortiment samen te stellen die het rechtvaardigt om iedere maand een tientje aan uit te geven? Allemaal vragen die door het te proberen kunnen worden beantwoord. En alleen al de deelname van de fabrikanten is interessant: want voor een transitie naar een meer circulaire economie is de deelneming van de fabrikanten en een switch in hun verdienmodel essentieel. En alles dat daar aan bijdraagt is alleen maar positief.

Donkey Republic expansion in Belgium: Final contenders for 10-year contract with Antwerp – Donkey Republic Admin

Donkey Republic expansion in Belgium: Final contenders for 10-year contract with Antwerp – Donkey Republic Admin

Bijna alle concepten rondom deelmobiliteit in steden draait om autonome organisaties die onder de al dan niet aanwezige lokale voorwaarden in de markt opereren. De lokale overheid stelt de kaders en deelt in veel gevallen vergunningen uit en het deelbedrijf (ok: verhuurbedrijf) gaat aan de slag in de stad. De synergie tussen aanbieder en overheid is beperkt en de integratie in de ‘mobiliteitsmix’ in een stad ontbreekt.

Vorige week viel dit bericht van de Deense deelfietsen aanbieder Donkey Republic (ook actief in Nederland) mij op:

“The overall terms of the anticipated contract are for 1,650 bikes in operation from 2022 on a 10-year contract operated by Donkey Republic (MaaS). The contract is estimated to generate an annual revenue of EUR 2-3m once it is fully up and running of which EUR 1.7m are revenue from public financing (B2G) and the rest are expected revenues from riders and bike ad sponsors”

Dit is de eerste keer dat ik een dergelijke samenwerking tegenkom. Waarbij deelfiet
sen van een commerciële aanbieder voor een lange tijd (10 jaar!!) wordt omarmd door een stad in een MaaS project en de stad ook een bijdrage in de kosten doet. Met deze bijdrage hoeft Donkey Republic zich dus niet alleen te richten op regio’s die commercieel interessant / rendabel zijn en kan deelfietsen voor iedereen in de stad een mooi alternatief zijn. Ik ben benieuwd naar de ervaringen.

Ook gelezen

In de media

Laatste dag van Jeff Bezos als CEO bij Amazon: de wereld betaalde een prijs voor zijn gigantische succes

Laatste dag van Jeff Bezos als CEO bij Amazon: de wereld betaalde een prijs voor zijn gigantische succes

Jeff Bezos (57) begon gisteren aan zijn laatste dag als CEO van Amazon. Het Belgische Nieuwsblad maakte een verhaal over wat Jeff ons heeft gebracht. En gekost. Ik mocht daar ook iets van vinden. Lees het in dit artikel.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Een wendbare arbeidsmarkt dankzij career wallets | Booking als platform voegt waarde toe, maar tegen welke prijs? | Amazon is overal, maar willen we dat wel? | Platform coöperaties 2.0

Goedemorgen! Afgelopen week druk geweest met het afmaken van een concept voor een pilot waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring opdoen via een platform om vervolgens met een digitaal getuigschrift hun kansen op de arbeidsmarkt te gaan verkennen. Dit doe ik ivm mijn finaleplaats voor de ‘NSVP Inclusief Platformwerk challenge‘.  Op 9 juli pitchen en over een maandje weet ik meer… Ook is mijn concept ‘kluspaspoort’ als case genoemd in het rapport “Good work innovations in Europe: Reimagining the social contract” van de invloedrijke Britse denktank RSA. Wat resulteerde tot een mailtje van een organisatie die in Afrika bezig is om ‘JobTech’ op de kaart te zetten. Zij hebben interesse om het kluspaspoort concept (binnenkort volgt een nieuwe internationale naam) in Afrika te introduceren. Deze week ook goed nieuws van de uitgever ontvangen: er komt een derde druk van mijn boek Platformrevolutie. Het kan niet op 😉 Voor deze editie weer 5 mooie artikelen voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. En ook twee stukken (Aljazeera en Trouw) toegevoegd waar ik zelf aan het woord ben. Fijne week!

Let Users Own the Tech Companies They Help Build | WIRED

Let Users Own the Tech Companies They Help Build | WIRED

“Startups typically either go public or get acquired. But a more sustainable, accountable option would be to give the user base a stake.”

Het concept rondom platform coöperaties heeft al flink wat jaren mijn aandacht. Met de opkomst van grote platformen verscheen het tegengeluid met de eenvoudige een aantrekkelijke stelling: “wat wanneer degenen die afhankelijk zijn van het platform mede-eigenaar en bestuurder zijn?”. Oftewel: een Uber app van de taxi chauffeurs zelf, een Deliveroo app van de restaurants en maaltijdbezorgers en een Helpling app van de thuisschoonmaaksters. De interesse in dit vraagstuk ging zo ver dat ik er drie keer voor naar New York vloog om de platform coöperatie congressen aan ‘The New School’ te volgen. En daar ook een bijdrage te leveren mbt de Nederlandse context. Ook deed ik een ’tournee’ van een week door Frankrijk om daar een aantal platform coöperaties te bezoeken en sprak ik met initiatiefnemers in Londen, Brussel en Berlijn. Dat was pré corona zul je begrijpen 😉 Een deel van de bevindingen schreef ik samen met Koen Frenken op in het paper ‘zijn platformcoöperaties levensvatbaar?” En op mijn YouTube kanaal vind je ook een aantal video interviews.

Deze beweging startte vanuit het idee om ‘from scratch’ coöperatieve platformen te bouwen. Een mooie en sympathieke gedachte, maar in de praktijk erg lastig. Daarom zag ik al vrij snel een verschuiving van de focus van de community naar vraagstukken hoe bestaande coöperaties platformen kunnen inzetten (en daardoor coöperatieve waarden in platformen worden geborgd) en hoe gedeeld eigenaarschap en bestuur in andere vormen kunnen worden geïntegreerd in bestaande structuren. Ik denk dat dit een hele goede stap is geweest: de focus op ‘wat als taxi chauffeurs hun eigen app bouwen’ is erg nauw en de kans op succes is klein. Daarnaast is het de vraag of we met dit soort coöperatieve alternatieven beter af zijn. In het paper zeggen we dan ook: “Meer in het algemeen blijft de vraag of, en zo ja, onder welke voorwaarden platformcoöperaties tot betere uitkomsten leiden voor betrokkenen en voor de samenleving als geheel. Zo zijn alle platformcoöperaties, op een enkele uitzondering na, ‘single stakeholder’ organisaties, waarbij men zich richt op de belangen van één groep (de aanbieders). Daarnaast zijn coöperaties niet per se heel open. Wanneer platformwerkers een gecentraliseerde coöperatie oprichten, zouden ze een prikkel kunnen hebben om nieuwkomers te weren om de concurrentie voor klussen te beperken. Tenslotte kan een platformcoop natuurlijk zelf ook uitgroeien tot een monopolist, met alle mogelijke nadelen van dien voor de consument.” Kijk naar wat er bijvoorbeeld met Funda (waar NVM als coöperatie grootaandeelhouder is) door de jaren heen is gebeurt: te veel focus op de makelaar, veel innovaties tegengehouden door de makelaars en uitsluiting van anderen (tot de ACM daar een stokje voor stak).

Wie in mijn beleving het gedachtegoed van platform coöperaties echt goed heeft doorontwikkeld is Nathan Schneider. Samen met Trebor Scholz heeft hij destijds de term ‘platform coöperaties’ op de kaart gezet. Waar Scholz (soms iets te enthousiast) meer de vertegenwoordiging naar buiten op zich nam, bleef Schneider meer op de achtergrond en in de schaduw staan. Maar wat gedachten betreft hoort hij zeker op de voorgrond.

In dit artikel spreekt hij over een concept rondom ‘exit to community’. Hier gaat hij gelukkig verder dan het idee dat de aandeelhouders bij een ‘exit’ niet het bedrijf verkopen aan bijvoorbeeld Facebook of naar de beurs gaan, maar het bedrijf aan de gebruikers verkoopt. Hij gaat in het stuk in op verschillende manieren van eigenaarschap en betrokkenheid van verschillende soorten stakeholders binnen en buiten platformen.

Samen met Morshed Mannan, een ‘PhD on democratic firms in the platform economy at Leiden Law School’ heeft hij ook een nieuw paper over dit gedachtengoed geschreven: “In a new article for the Georgetown Law Technology Review, we have detailed several pathways for how “exit to community” could work. These strategies build on longstanding examples, from the electric co-ops that power much of rural America to the Employee Stock Ownership Plan that serves around 14 million US workers today. We also explore newer possibilities raised by decentralized social media and blockchain technology.” Ik moet het stuk nog lezen (met 71 pagina’s is het eerder een boek dan een paper), maar ik weet nu al dat het zeker de moeite waard is.In diezelfde lijn is het stuk ‘de werkerscoöperatie’ van van Slooten en Holscher ook erg interessant om te lezen. Ook een mooi idee hoe stakeholders van een platform invloed kunnen uitoefenen op het bestuur van het platform.

Niet alles dat Schneider en Mannan bespreken is nu al mogelijk, soms zal er een wet moeten worden aangepast. Maar een kleine wijziging kan volgens de auteurs grote gevolgen hebben: “In 1979, Congress quietly amended the rules so that pension funds could invest in venture capital. This small move helped open the floodgates for Silicon Valley, giving rise to the tech economy we know today. As Congress now considers the future of American infrastructure, it should notice the impulse for user-ownership coming from both small startups and tech giants. These early steps could be the start of a new paradigm for innovation—this time led not by large investors, but by the people who make technology valuable by using it.”

Genoeg food 4 thought. Waarbij het belangrijk is om je niet stuk te bijten op het feit dat iets wel of niet een coöperatie is, maar dat je naar de onderliggende waarden kijkt. Dezelfde tip die ik altijd aan iedereen in het debat rondom arbeid meegeef: kijk niet te veel naar de vorm van contract, maar naar de onderliggende waarden ;-).

Career Wallets – een win-win en een no-regret move voor de arbeidsmarkt Career Wallets | KPMG

Career Wallets – een win-win en een no-regret move voor de arbeidsmarkt Career Wallets | KPMG

Er is veel discussie over de steeds flexibeler wordende arbeidsmarkt. Er wordt gesproken over ‘doorgeslagen flex’ en ‘het vaste contract’ (wat overigens niet bestaat: wel het contract voor onbepaalde tijd) waarbij het dienstverband de heilige graal voor de werkende lijkt te zijn. Eigenlijk voeren we hiermee de compleet verkeerde discussie. Alsof flexibel en zekerheid niet in één hokje passen. Dat is natuurlijk een ongelooflijk zwaktebod. Een zwaktebod waar de polder de achterban mee denkt te helpen, maar deze in de praktijk door deze houding alleen maar enorm benadeeld. Waarom? Omdat flexibiliteit en zekerheid prima in één vakje moeten kunnen. Is dat gelukt, dan kan het weer om de werkende draaien en diens autonomie. Want als er iets duidelijk is geworden de laatste jaren, is dat we de werkende veel meer zelf aan het roer moeten laten staan. Ongeacht binnen welke contractvorm hij of zij werkt. Kansloos trekken aan een (dood) paard versus faciliteren, respecteren, serieus nemen en prikkelen. Alsof een manager jou kan motiveren om een leven lang te leren… In eerdere nieuwsbrieven is dit onderwerp al vaker voorbij gekomen, zoals het stuk over hoe Schneider Electric via een eigen platform interne mobiliteit faciliteert.

Waarom dit pleidooi voor een andere blik op de arbeidsmarkt? Omdat ik ervan overtuigd ben dat het bittere noodzaak is. Technologie en platformen verlagen de transactiekosten voor het wisselen van werk, opdracht of klus en trekken zich daarbij niets aan van (organisatie)grenzen. Past de manier waarop wij met werk omgaan zich niet aan, dan loopt de arbeidsmarkt vast. En dat is onnodig.

Een van de ontwikkelingen die de transactiekosten voor het wisselen van werk, opdracht of klus zal verlagen zijn de zogenaamde ‘career wallets’. Ik ben daarmee in contact gekomen in mijn onderzoeken naar de portabiliteit van reputatie- en transactiedata voor platformwerkers. Een optie is om een soort ‘gig wallet’ te ontwikkelen waar de data van de werkende in wordt opgeslagen, maar dat is een ongelooflijk ingewikkeld en kostbaar proces. Waar dan weer een verdienmodel aan moet worden gehangen wat alles nog ingewikkelder (en kwetsbaarder) maakt. Dan is het beter om een data export zo in te richten dat deze ergens anders op kan worden aangesloten.

Wat is een career wallet? In dit stuk lees je er meer over: “Een Career Wallet is een systeem waarbij de medewerker (lees: werkende) centraal staat, niet de werkgever. De Career Wallet is een persoonlijke omgeving waarin de medewerker zélf gegevens beheert en, waar nodig en mogelijk, deelt met externe partijen zoals (potentiële) werkgevers. De medewerker is in control. Diploma’s, certificaten en veel meer kunnen in de Career Wallet worden gedownload en worden toegevoegd aan de oplossing. De oplossing verifieert dat de data afkomstig is van de source. Jij beslist zelf waar de data wordt opgehaald en hoe lang de data wordt bewaard.”

Zie het als een paspoort voor werk. Waarbij de werkende zelf in controle is welke data met wie wordt gedeeld. De inhoud van deze digitale portemonnee is nu nog beperkt: identiteit, opleidingen, diploma’s en certificaten. In de toekomst zijn de mogelijkheden eindeloos: referenties, skills, netwerk, ambities en ga zo maar door. Op die manier wordt het veel makkelijker en laagdrempeliger van werk te wisselen. Maar ook van opdracht of klus. Waarbij het niet draait om de vorm van contract of om wie de ‘werkgever’ is, maar om de individu en het maken van de beste match tussen hetgeen gedaan moet worden (of dat nu uren, weken, maanden of jaren duurt) en degene die dit uit kan voeren. Voor zowel werkende als werk-/opdrachtgever een ideaal scenario: de beste mensen op de juiste plek tegen minimale inspanningen. Maar dan moet eerst nog even worden geregd dat flexibiliteit en zekerheid in één vakje passen en de polder écht in het belang van de werkende in de toekomst (en niet in het verleden) gaan denken. Aan de slag!

Working with OTAs: The Indirect Distribution Dilemma | By Peter O’Connor – Hospitality Net

Heeft het voor hotels waarde om met Online Travel Agents (lees: platformen) te werken? Volgens deze studie met data van Booking is dat zeker het geval:

“Our findings clearly demonstrate a statistically positive effect on profitability for hotels that participated in Booking.com compared to those that did not.  <…> Overall our results show that the benefits of OTA participation substantially outweigh the costs, resulting in a clear and substantial boost to hotels’ bottom line. This challenges conventional wisdom about working with OTAs, with findings clearly demonstrating that, when all revenues and costs are considered, hotels that work with Booking.com are more profitable, with any direct or indirect costs absorbed by the resulting increased revenues, leading to enhanced financial performance.”

Dit bericht, dat ik door verschillende Booking medewerkers gedeeld zag worden, geeft een academische onderbouwing van de toegevoegde waarde van Booking. De reactie was: “zie je wel!”. Altijd fijn een bevestiging in een tijd van veel kritiek.

Er is alleen één ding dat degenen die deze berichten hebben geplaatst over het hoofd zien. Natuurlijk hebben platform als Booking een positief effect op de omzet van een hotel. Volgens mij is er niemand die daar over twijfelt en daar was en is ook geen kritiek op. De grote discussie gaat natuurlijk over of de strategie van platformen als Booking (maar ook steeds meer Google!!) die zoekresultaten opkopen en het daarbij voor hotels bijna onmogelijk maken om organische zoekresultaten te verkrijgen gewenst is. En de discussie over de manier waarop het platform door o.a. pariteitclausules de markt in haar greep houdt en zoveel marge over een transactie maakt dat dit onder de streep jaarlijks een winst van vele, vele miljarden oplevert. De discussie is dus niet of (in dit geval) Booking waarde toevoegt voor een hotel, maar of de vergoeding die het vraagt voor het toevoegen van die waarde proportioneel is en of het platform de markt oneerlijk of onwenselijk naar zijn hand zet. Ik kreeg iet het gevoel dat dit iets is dat bij de afzenders is
opgevallen. Maar misschien zie ik het verkeerd…

‘Techbedrijven verzetten zich hevig tegen voorgenomen regelgeving VS’ | NOS

‘Techbedrijven verzetten zich hevig tegen voorgenomen regelgeving VS’ | NOS

Hoewel veel initiatieven om ‘big tech’ aan te pakken uit Brussel komen, zie ik dat de VS misschien wat laat op gang komt, maar wel een stuk daadkrachtiger is. In dit stuk een mooi overzicht:

“Amerikaanse techbedrijven zijn geschrokken van een serie nieuwe wetsvoorstellen, zes in totaal, van de Democraten in het Huis van Afgevaardigden. Deze hebben als doel om de macht van Amazon, Apple, Facebook, en Google in te perken. Volgens The New York Times is er een flinke lobby op gang gekomen.”

Toekomst online platformen | Rathenau

In het bovenstaande stuk heb ik het over initiatieven en wetten vanuit Brussel. Via deze link een PDF van het Rathenau Instituut over twee Europese wetsvoorstellen rondom platformen: de  Digital Services Act ( DSA) en de Digital Markets Act (DMA). In 6 A4-tjes ben je weer helemaal bijgepraat, inclusief het standpunt vanuit Nederland. Aanrader!

Ook gelezen

In de media

Amazon is overal en overal is Amazon. Willen we dat wel? | Trouw

Amazon is overal en overal is Amazon. Willen we dat wel? | Trouw

Voor een artikel in Trouw over Amazon werd ik gevraagd duiding te geven aan de opkomst van Amazon. Ik sprak voornamelijk over de ‘consumptiemaatschappij on steroids’ en hoe een bedrijf als Amazon winsten privatiseert en de rekening bij de maatschappij neerlegt. Twee quotes uit het stuk: “We moeten ons afvragen of we willen dat de winst wegvloeit naar een bedrijf dat wel profiteert van onze infrastructuur, maar niet bereid is om hieraan bij te dragen door belasting te betalen” en “Willen we in een wereld leven waarin werknemers als inwisselbare robots worden ingezet en opgebrand? Willen we dat de drempels om te consumeren maar lager en lager worden; dat we vanuit onze luie stoel alles wat in ons brein opkomt maar snel en gratis kunnen bestellen?”

ماذا فعلت كورونا بأكبر موقع إلكتروني لحجز الفنادق في العالم؟ | هولندا | الجزيرة نت

ماذا فعلت كورونا بأكبر موقع إلكتروني لحجز الفنادق في العالم؟ | هولندا | الجزيرة نت

Het is je vast opgevallen dat Booking de afgelopen tijd niet al te positief in het nieuws is geweest. De grote vraag is natuurlijk: wat is de impact van dit soort incidenten op een platform als Booking. Een journalist van Aljazeera interviewde mij over de dit vraagstuk. Spoiler alert: ik vermoed niet al te veel. Lees meer in het artikel. Mocht je net als ik geen Arabisch kunnen lezen, dan zal Google Translate zeker een heel stuk op weg helpen ;-).

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Het ’trust and safety’ team van Airbnb: het exponent van platform als private regulator | Het doemscenario voor flitsbezorgers | Moet het onderwijs zelf platformen bouwen?

Goedemorgen! Afgelopen week weer veel werk verzet voor het ‘Kluspaspoort’ project: juridische discussies, een onderzoek dat bijna live gaat, designvoorstellen (incl. een nieuwe naam) beoordelen en gesprekken hoe skills en platformwerk te verenigen. Daarnaast nog 2 presentaties gegeven en een hoofdstuk voor het boek ‘The Sharing Economy in Europe’ afgerond. De week begon met een leuke vraag vanuit De Nieuws BV om mee te werken aan een item over een waanzinnig stuk van Bloomberg van Airbnb. In deze nieuwsbrief vind je de linkjes naar de TV en radio uitzending en heb ik een +1.000 woorden analyse van de case gemaakt. Daarnaast ook weer een aantal andere artikelen gevonden en voorzien van mijn duiding en commentaar. Flink wat leesvoer voor deze week dus 😉 Mooie week!

Inside Airbnb’s ‘Black Box’ Safety Team: Company Spends Millions on Payouts – Bloomberg

Inside Airbnb’s ‘Black Box’ Safety Team: Company Spends Millions on Payouts – Bloomberg

Vorige week maandag werd ik door de redactie van De Nieuws BV (Radio 1, NPO2) gebeld over een Bloomberg artikel over het Airbnb ’trust and safety’ team van Airbnb. Een team dat incidenten die via het platform plaatsvinden moet oplossen en, indien mogelijk, onder de radar moet houden. Voor de uitzending diezelfde dag dook ik in het fascinerende verhaal dat zeker de moeite waard is om zelf te lezen. The Guardian plaatste een kortere versie van het verhaal.

De aanleiding van het verhaal is een vreselijke gebeurtenis waar een Australische dame die in 2016 onder dreiging van een mes wordt verkracht in een appartement in New York. De dader is het appartement was met een eigen sleutel binnengekomen. Airbnb reageert snel: “The team, according to Bloomberg, cleans up only after disaster strikes and in this case relocated the woman to a hotel, paid for her mother to fly from Australia, then returned the pair back home with travel, health and counselling costs covered.” Uiteindelijk treft Airbnb een schikking voor 7 miljoen met de dame in kwestie. In het Bloomberg artikel wordt aan de hand van deze casus en diverse andere incidenten beschreven hoe het ‘trust and safety’ team, dat uit tientallen professionals bestaat en zo’n 50 miljoen per jaar besteedt om ‘brandjes te blussen’, opereert.

Context

Hoewel ieder incident er een te veel is en ook in hotels een hoop ellende zal plaatsvinden, is het bij dit artikel interessant om eens goed te kijken wat de specifieke risico’s zijn die kleven aan een platform voor vakantieverhuur met particuliere aanbieders.

Wat doet Airbnb? Het verlaagt drempels om, desnoods 1 dag per jaar, accommodaties te verhuren aan toeristen wereldwijd. Nu is het verhuren van accommodaties niet ‘nieuw’, maar de lage drempel om dit te kunnen doen wel. En waar hotels en vaak ook bed & breakfasts moeten voldoen aan (lokale) regulering, bekend zijn bij en met lokale autoriteiten, vaak een bepaalde informatieplicht hebben en onder toezicht en controle staan van (lokale) instituties is dit veelal niet het geval bij Airbnb objecten.

Airbnb valt hierdoor buiten de gebruikelijke instituties die moeten toezien op veiligheid en betrouwbaarheid. Toch profileert Airbnb zich als uiterst betrouwbaar en claimt het platform dat het een systeem heeft ontwikkeld dat je vreemden kunt vertrouwen. Eindelijk is het veilig om bij een wildvreemde te overnachten. Maar zoals het Bloomberg artikel en pure logica (met meer dan honderd miljoen transacties zal alles dat fout kan gaan wel een keer fout gaan) laten zien is dat niet altijd het geval.

Vertrouwen

Hoe zorgt Airbnb voor vertrouwen en veiligheid? Dit doet het platform enerzijds door een controle van gebruikers door o.a. ID-checks en door het faciliteren van bijvoorbeeld een gesloten chat systeem. Op de achtergrond zullen daarnaast nog vele systemen draaien die moeten bijdragen aan vertrouwen en het voorkomen van gedoe. Een ander belangrijk systeem voor vertrouwen zijn de reviews die gebruikers achterlaten. Doe je niet goed je best? Ben je niet te vertrouwen? Dan zal je reputatiescore snel kelderen en wil niemand met jou in zee gaan. Dat klinkt als iets heel logisch en een mooi systeem, maar wat meestal wordt vergeten is dat om iemand op deze manier iemand uit het systeem te ‘filteren’ er wel eerst mensen moeten zijn die een negatieve ervaring ondergaan. Eenvoudig gezegd werkt het controlemechanisme op rekening van de gebruiker. Ook is het mogelijk om een account met slechte reviews te sluiten en met een vers account weer opnieuw te beginnen.

Het buiten bestaande instituties staan en het de auto bouwen terwijl je aan het rijden bent zijn twee kenmerkende gedragingen van platformen die in het Bloomberg stuk heel duidelijk naar voren komen: die van de rol van private regulator en het leren en groeien op rekening van de gebruiker.

Platform als private regulator

Dat Airbnb-verhuur buiten bestaande instituties staat betekent namelijk niet dat er geen regels zijn: het platform stelt als ‘private regulator’ zelf de regels op, voert de controle uit en deelt sancties uit. Rollen die je doorgaans niet binnen 1 instituut vertegenwoordigd zou willen zien. Het Bloomberg verhaal laat prachtig zien hoe Airbnb haar best doet om alles intern te houden en op te lossen. Daarnaast heeft het moeite met het erkennen van verantwoordelijkheid en is het platform als de dood dat er jurisprudentie ontstaat: tot nu toe werden alle zaken geschikt.

Sorry, de rekening is niet voor mij

Wat Airbnb als platform ook kenmerkt is dat het leert op rekening van de gebruiker. Bij de reputatiesystemen stipte ik dit al aan, maar ook het besef van de risico’s en hoe hiermee om te gaan heeft het platform in de praktijk geleerd. Zo beschrijft het Bloomberg stuk een situatie in 2011 waarbij een appartement van een verhuurder door huurders kort en klein wordt geslagen. Airbnb geeftniet thuis, totdat de verhuurder zijn ervaringen deelt in een blogpost. Prompt wordt hij door een van de founders van Airbnb gebeld. Niet met excuses, maar met de vraag om de blog offline te halen. Ze zitten immers nét midden in een nieuwe financieringsronde en het nieuws kan investeerders, die ook moeten worden overtuigd dat je huis verhuren aan een wildvreemde een goed idee is, afschrikken.

Inmiddels heeft Airbnb een duidelijk beleid en veel geleerd, maar het is niet bekend hoeveel gebruikers daaraan hebben meebetaald. Het is de vraag in hoeverre dit een wenselijke strategie is. Daarnaast is het nog steeds niet duidelijk wat de werkelijke risico’s zijn, aangezien het bedrijf geen data over incidenten deelt. Daardoor valt niet te zeggen of, en zo ja in welke mate, vakantieverhuur risicovoller is dan bijvoorbeeld het boeken van een hotel of bed&breakfast. Maar dat er veel mis gaat, dat is duidelijk: “ Former safety agents estimate the company handles thousands of allegations of sexual assault every year, many involving rape. Yet only one case related to a sexual assault has been filed against Airbnb in U.S. courts, according to a review of electronically available state and federal lawsuits. Victims’ lawyers say the terms of service are an important reason.”

Airbnb is overigens zeker niet het enige platform waar het probleem van leren op rekening van de gebruiker en het sorry zeggen om vervolgens zelf tot een oplossing te willen komen speelt. Vervang Airbnb voor Facebook of Amazon (hoewel Amazon meestal niet eens sorry zegt…) en je hebt een vergelijkbaar verhaal.

Oplossingen

Vanuit het platform is het niet heel vreemd dat zij de problemen zelf willen oplossen en zelf de regels willen bepalen. Het is immers prettig en efficiënt om zelf de touwtjes in handen te hebben en externe regels is vaak lokaal of nationaal en daardoor lastig in een wereldwijd platform te implementeren. Daarnaast zorgt regulering ook voor het verhogen van drempels en een mindere gebruikerservaring. Maar dat dit logisch is vanuit een platformperspectief zegt natuurlijk niet dat het ook een wenselijke gang van zaken is vanuit een publiek perspectief. En zou er wat mij betreft moeten worden gekeken hoe publieke waarden goed (of: beter) kunnen worden geborgd in platformen als Airbnb.

Dit zou kunnen resulteren in bijvoorbeeld een vergunningplicht, het verplicht delen van data rondom gebruik en misstanden. Ook Airbnb zou hierin meer verantwoordelijkheid moeten nemen, door bijvoorbeeld het gebruik van veilige sleutels als voorwaarde te stellen om te mogen verhuren via het platform. Hierdoor zullen verhuurders afvallen, maar op de lange termijn is dit ook voor het platform alleen maar positief: meer professionele verhuurders zullen de investering prima kunnen betalen en zorgen voor een meer stabiele kwaliteit van het aanbod op het platform. Maar dan nog: ook al doet het platform nog zo zijn best, heeft het altijd een beperkte invloed en de reactie zal veelal reactief zijn. Wat pleit dat het alleen maar ontzettend logisch is dat er een hechtere samenwerking tussen de bestaande publieke instituties en een platform als Airbnb zal moeten worden opgezet. Hier ligt een belangrijke taak en verantwoordelijkheid voor Airbnb. Maar ook zeker voor de lokale en nationale instituties die hierin zullen moeten duiken. Om zo de positieve kansen van platformen te versterken en de negatieve effecten zoveel als mogelijk te voorkomen.

Zolang het onderwijs geen eigen apps bouwt, danst het naar de pijpen van Google en Microsoft – De Correspondent

Zolang het onderwijs geen eigen apps bouwt, danst het naar de pijpen van Google en Microsoft – De Correspondent

Vorige week las je al een stuk in deze nieuwsbrief over de oproep aan scholen om met Google te stoppen. Afgelopen week verscheen dit interview met universiteitshoogleraar en co-auteur van De Platformsamenleving (Platform Society) José van Dijck. Hierin besteedt zij aandacht aan het probleem dat er online nauwelijks publieke ruimten zijn. “De digitale infrastructuur is ontworpen op basis van marktprincipes en niet op basis van ‘publieke waarden’, zoals privacy, veiligheid en democratische controle. Publieke sectoren als het onderwijs raken steeds meer vermengd met private systemen die andere belangen nastreven. Van Dijck bepleit dat er met publieke middelen alternatieven worden gebouwd, die wél gebaseerd zijn op die publieke waarden.”

Een aantal problemen die zij verder in het stuk aanstipt:

  1. De lock-in van het ecosysteem. Wanneer je er in zit, kom je er amper meer uit;
  2. 70 procent van de basisscholen in Nederland is afhankelijk van de infrastructuur van Google;
  3. Universiteiten en scholen verliezen de controle over de ontwikkeling van onderwijsdiensten (en moeten zich schikken naar commerciële partijen en die veelal ook op basis van andere waarden opereren);

De oplossing ligt volgens van Dijck in het creëren van een tegenmacht. Zij ziet kansen in het organiseren van de klant-kant (zoals de SURF coöperatie) en in het ontwikkelen van eigen technologie. Bij voorkeur op Europees niveau. Ik ga hier zeker in mee, maar ik denk dat er meer nodig is. Een paar gedachten op de zondag avond:

  1. Het is duidelijk dat partijen ons hun ecosysteem in willen trekken. Dat mogen zij prima willen, maar ik denk dat het goed is om na te denken hoe het juridisch zo kan worden vastgelegd dat 1 bedrijf wel een ecosysteem van meerdere diensten mag ontwikkelen, maar dat de lock-in beperkt is door te werken met open standaarden en afsprakenstelsels. Dan kun je nog steeds in een Google ecosysteem terecht komen, maar dan op basis van dat de losse onderdelen voor jou de beste oplossing zijn. En dat het eenvoudig is (door bijv. data portabiliteit) om ook op andere aanbieders aan te sluiten. Dan moet Google meer zijn best doen en is er ruimte voor alternatieven. Die mogelijk ook kwalitatief een stuk beter zullen zijn: deze moeten vechten voor de klant en kunnen zich specialiseren in hun niche;
  2. Nog meer gebruik maken van de inkoopmacht van de (in dit geval) scholen. Er wordt gewerkt met publiek geld, dus om dat uit te geven is goed te doen hier bepaalde voorwaarden aan te hangen;
  3. Naast inkoopmacht (= gebruik maken van schaalvoordelen) ook afspraken maken over het gebruiken van alternatieven die serieuzer omgaan met publieke waarden. Veel alternatieven hebben problemen om schaal te bereiken. Wanneer publieke organisaties massaal hun krachten bundelen en deze diensten als alternatief gaan gebruiken of adviseren, dan geef je ook dit soort aanbieders een serieuze kans. Met Public Spaces wordt een poging gedaan om dit binnen de media- en cultuursector te realiseren, maar wat mij betreft mag het ambitieniveau flink omhoog. Ik snap niet waar die vrijblijvendheid vandaan komt: het probleem is immers duidelijk;
  4. Investeren in kennis en beschikbaar stellen van budget. De weg van de minste weerstand (en pijn in de begroting) leidt vaak tot de grote techbedrijven. Het kan echt anders, maar dan moet men er ook bereidt toe zijn om daar in te investeren en voor te betalen.

Het wordt tijd om hier de juiste aandacht aan te gaan besteden. Dit omdat dit verder gaat dan onderwijs. Ook in de zorg is dit een groot probleem.

Platforms en dienstverbanden kunnen heel goed samengaan | FD

Platforms en dienstverbanden kunnen heel goed samengaan | FD

Hoewel veel platformen gebruik maken van een freelance constructie, zijn er ook steeds meer (voornamelijk to-business) platformen die werken met een dienstverband, vaak in de vorm van een uitzendconstructie. In dit stuk in het FD vragen twee platformen die met een dergelijke constructie werken, to-business platform YouBahn en Thuisbezorgd.nl, aandacht voor de platformen die werken met een dienstverband.

De timing van het stuk is niet heel verrassend: een paar weken geleden legden een aantal freelanceplatformen een ‘sociaal platform akkoord’ op de formatietafel en veel discussies rondom platformwerk gaan over de status van de aanbieder. De boodschap van de twee platformen in het FD stuk is dat platformen en dienstverband prima samengaan.

En daar hebben ze zeker gelijk in: dat kan prima. In het eerder gedeelde onderzoek ‘Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken?‘ komen Jeroen Meijerink (Universiteit Twente) en ik tot een vergelijkbare conclusie. Wel zetten we hier een aantal kanttekeningen bij. Zo is het voor een uitzendplatform lastig om de zorgplicht na te komen (vraag en aanbod doen direct zaken, dus hoe ga je om met de zorgplicht, risico inventarisatie, etc.) en zijn de zekerheid (veelal met uitzendbeding) en voorwaarden (o.a. pensioen, zekerheid op werk, etc.) die uitzendplatformen bieden niet om naar huis te schrijven. Dan heb je misschien geen schijnzelfstandigheid, maar wel schijnzekerheid. (dit was ook mijn openingssteling op een groot vakbondscongres voor covid, de boel stond daarna prettig op scherp). Ook stellen we de vraag of het uitzendconstruct geschikt is voor dit soort flexibele bemiddeling, waarbij vraag en aanbod flexibiliteit willen en geen verplichtingen op willen bouwen: iets dat juist met uitzendwerk wel de bedoeling is. Uit gesprekken met verschillende ondernemers van uitzendplatformen weet ik inmiddels dat er flink wat creativiteit nodig is om die wederzijdse flexibiliteit binnen het uitzendconstruct te kunnen uitvoeren. Maar waar een wil is…

Onverwacht (voor mij dan) in het stuk is het fragment met Ard Huininga, directeur van YouBahn: “Wat hem betreft neemt de overheid bijvoorbeeld snel de — in zijn ogen vaak overbodige — werkgeverslasten voor jongeren onder de loep. ‘Zij hebben andere behoeften en die lasten zorgen ervoor dat loondienst soms minder aantrekkelijk is.'” Hier laat hij zich uit dat hoewel de bemiddeling past binnen het uitzendconstruct hij zaken ook graag anders zou zien. En dat is ook in lijn met wat ik hoorde in de vele gesprekken die ik de afgelopen jaren heb gevoerd met to-business platformondernemers die het freelance- of uitzendstatuut gebruiken. Beiden proberen vanuit hun platform de arbeidsmarkt te veranderen. De een doet dit vanuit het vertrekpunt van de bestaande manier van werken (uitzend) en de ander vanuit een ‘nieuwe’ manier van werken (freelance). En hoewel uitzend en freelance af en toe flink tegenover elkaar staan (zeker bij Thuisbezorg, maar Jitse Groen is dan ook niet echt van de nuance), zie ik vergelijkbare ambities voor een ander soort arbeidsmarkt waar de werkende en klant centraal staan. Wat dat betreft zitten die twee dus dichter bij elkaar dan ze zelf vermoed ik toe zullen willen geven.

p.s. Er zijn ook veel platformen met de consument als eindklant die werken volgens de Regeling Dienstverlening aan Huis. Denk aan thuisschoonmaak en oppaswerk. Deze platformen valleen buiten deze discussie, al zie ik vaak genoeg terugkomen in artikelen dat ook zij met freelancers werken. Dat is onzin: zij werken volgens een heel ander statuut.

Berlijnse bezorgers boodschappenapp Gorillas staken – Emerce

Berlijnse bezorgers boodschappenapp Gorillas staken – Emerce

De laatste tijd was er veel aandacht voor de opkomende ‘flitsbezorgers’. Lokale magazijnen met zo’n 2.000 producten die je via een app binnen 10 minuten bij jou thuis kan laten bezorgen. Tegen concurrerende winkelprijzen met bijbetaling van een kleine vergoeding voor bezorging. Een markt waar volgens NRC nu al zo’n 14 miljard dollar in is geïnvesteerd.

Het mag duidelijk zijn dat dit een business is met kleine marges. Hele kleine marges. Doorgaans zie je bij dit soort platformen dat de condities in het begin nog goed zijn. Er wordt immers met flink wat investeringsgeld gestrooid en om de business te laten groeien moet je niet al beginnen met beknibbelen. Op het moment dat de investeerders zich druk gaan maken om winst, gaat het meestal mis en worden de voorwaarden slechter. Dit is iets dat bij nagenoeg alle taxi- en bezorgplatforms te zien is.

Je zou zeggen dat bij de ‘flitsbezorg’ platformen de voorwaarden voor de koeriers goed zijn, maar er duiken steeds meer berichten in binnen- en buitenland op dat dit niet het geval is. De bezorgers zijn vaak wel in dienst, maar de omstandigheden zijn niet geweldig. Zo staakten onlangs de bezorgers in Berlijn om aandacht te vragen voor hun werkomstandigheden. Dit baart mij wel zorgen voor de toekomst van deze markt: als zelfs met de VC-miljarden de omstandigheden slecht zijn, hoe zal dit dan zijn wanneer er echt op de kosten zal worden gelet? Beter zal het niet worden, het is aannemelijk dat dit in een neerwaardse spiraal terecht komt. Wat op zich ook niet zo gek is: consumenten willen vanuit hun luie stoel met een app bedienden voor zich laten rondrennen en -fietsen, maar daar niet de werkelijke prijs voor betalen. En dat kan uiteindelijk alleen maar ten koste gaan van één partij: de koerier (en iedereen die in die keten werkt).

De Belgische krant ‘De Tijd’ spreekt al over een ‘logcombubbel’. Ik vond het wel mooi gevonden.

Ook gelezen

In de media

Hoe Airbnb nachtmerries laat verdwijnen | NPO Radio 1

Hoe Airbnb nachtmerries laat verdwijnen | NPO Radio 1

Voor de corona pandemie maakte meer dan een miljoen Nederlanders gebruik van het platform Airbnb voor het boeken van een vakantieadresje. Maar wat als er tijdens je verblijf iets vreselijk misgaat? Dan heeft het bedrijf een geheimzinnig veiligheidsteam klaar staan die ervoor zorgt dat het probleem er nooit is geweest, zo ontdekte Bloomberg News. Natasja Gibbs praat erover in De Nieuws BV met Martijn Arets, platformdeskundige en schrijver van het boek ‘Platform Revolutie’.

Deelscooter maakt razendsnelle opmars in Twentse steden, maar zijn ze wel zo duurzaam? | Topics.nl

Deelscooter maakt razendsnelle opmars in Twentse steden, maar zijn ze wel zo duurzaam? | Topics.nl

Elektrische deelscooters zijn bezig aan een razendsnelle opmars. In Enschede, Almelo en Hengelo rijden er al honderden rond, soms tot ergernis van bewoners. De schone scooters moeten steden verlossen van vervuilende auto’s. Maken ze die groene belofte waar? „Het verbaast me hoe naïef gemeenten in dit gelikte verhaal trappen.”

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.