Deepdive in de DSA en DMA: wat kunnen we verwachten? | Download: rapport reputatie data transfer kluseconomie | Gameification in de kluseconomie.

Goedemorgen! Afgelopen week de succesvolle lancering van mijn onderzoeksrapport gehad. In samenwerking met het team van Reshaping Work organiseerde ik het event ‘Data portability in the gig economy’. Met interessante sprekers en uiteindelijk ruim 80 bezoekers vanuit heel de wereld. Fijne dat het rapport nu uit is, al is een rapport natuurlijk nooit af. Download hier de Nederlandse versie en hier de Engelse versie. Ik ben trots op het eindresultaat. Tussen nu en twee weken zullen de video’s en een verslag van het event online staan.

Deze editie schrijf ik in het vliegtuig op weg naar Athene. Even een paar daagjes met mijn vriendin er tussenuit. Is het verstandig om in deze tijd te reizen? Ik weet het niet, maar nu ik de keuze heb gemaakt om toch te gaan dan moeten we er dan ook maar optimaal van genieten.

In deze editie een flink stuk geschreven over de nieuwe wetgevingen DMA en DSA en ook nog een aantal andere mooie stukken voor je verzameld. Mooie week! (En wees een beetje lief voor elkaar, het zijn onzekere tijden en iedereen gaat daar met zijn of haar eigen manier mee om). Groet!

Europa wil regels voor online platforms aanscherpen: dit zijn de plannen | NU.nl

Europa wil regels voor online platforms aanscherpen: dit zijn de plannen | NU.nl

Wanneer het gaat om het borgen van publieke waarden en democratische legitimiteit in de platformeconomie was lang een van de grote beperkingen het gebrek aan regelgeving om platformen verantwoordelijk te houden voor hetgeen op het platform plaatsvond. Platformen hebben zich lange tijd verscholen achter de bewering dat zij slechts het bord bij de supermarkt zijn waar mensen (aanbod) een kaartje konden plaatsen en anderen (vraag) het kaartje hier vervolgens uit kon pakken. Hierbij had, en dat was de redenering van veel platformen, het platform geen verantwoordelijkheid over wat anderen op het platform uitspookten. Natuurlijk hadden zij wel een belang dat het niet de spuigaten uitliep: uiteindelijk hebben zij ook een klant te bedienen, maar het ontkennen van een rol en daarmee verantwoordelijkheid was lange tijd de boodschap.

En dat is natuurlijk onzin. Het platform heeft wel degelijk een rol, belang en verantwoordelijkheid. De rol van het platform kun je dan ook het best omschrijven als die van de marktmeester. Net als bij een fysieke markt op een plein. Je hebt vraag en aanbod en de marktmeester zorgt voor de omgeving waar deze beide partijen bij elkaar komen. De marktmeester (in de literatuur ook wel ‘private regulator’ genoemd) zorgt ervoor dat de vergunningen op orde zijn, dat er een juiste mix aan aanbieders is (niemand wil een markt met alleen maar kaasboeren, tenzij het een kaasmarkt is), wie mag meedoen (en onder welke voorwaarden) en wie niet, dat er klanten komen, dat de kwaliteit enigszins is geborgd en ga zo maar door. Platformen zijn een marktmeester ‘on steroids’. Waarbij het ene platform absoluut niet het andere is. Sommige platformen bemoeien zich een beetje met de transactie, zoals de zoekresultaten, en anderen hebben heel veel invloed op de transacties. Dat laatste is bijvoorbeeld bij social media platformen en on demand platformen het geval.

Lang kwamen platformen weg met het ontkennen van rol en verantwoordelijkheid. Iets dat ook echt wel aan te rekenen is aan beleidsmakers, die waren (zeker in het begin), ontzettend naïef. Dat er geen regelgeving was om hen die wel iets wilden doen te ondersteunen hielp natuurlijk ook niet.

Dat dit geen eeuwig houdbare situatie was, dat was voor iedereen duidelijk. Er moest iets komen. Dat de regels vanuit Europa en niet vanuit de landen zelf zou moeten komen, daar zijn velen het er mee eens. Eerder is er natuurlijk al het een en ander aan regelgeving en verordeningen gepubliceerd, zoals de Platform To Business verordening in 2020. Het was wachten op een meer grondig en breed stuk beleid. En die is er / is in aantocht: de DSA (Digital Services Act) en de DMA (Digital Market Act).

Er valt veel te lezen en te vinden over deze twee nieuwe ‘acts’ en ik heb in dit stuk niet de ambitie om hierin volledig te zijn. Om deze twee nieuwe regels meer te begrijpen heb ik, met hulp van een aantal lezers, een aantal stukken verzameld die voor wie het wil meer inzicht geven:

  1. De ‘Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen, 25 en 26 November 2021’ > Dit document geeft goed inzicht in hoe Nederland staat de ‘geannoteerde agenda met daarin de beschrijving van de discussiepunten en de Nederlandse inzet’;
  2. Het openbare eindverslag van de ‘rapporteurschap Digital Services Act (DSA) en Digital Market Act (DMA) > een fijn en beknopt overzicht van de belangrijkste aandachtspunten van zowel de DSA als de DMA;
  3. Het bericht ‘EU-ministers akkoord met regelgeving voor digitale diensten en markten’ > Een stuk van een jaar geleden die iets meer inzicht geeft over de context van deze regels: “Een betere positie voor internetgebruikers, extra toezicht op én regels voor de wereldwijd grootste online platforms en meer verantwoordelijkheden voor aanbieders van digitale diensten richting hun gebruikers.”;
  4. Als laatst de informatie pagina “Wet inzake digitale diensten: Zorgen voor meer veiligheid en verantwoordingsplicht online” vanuit de Europese Commissie met veel interessante en relevante informatie.

In bovenstaande documenten vind je ook weer de nodige linkjes, voor ieder wat wils. Wat is nu de grondslag van deze nieuwe regels?

“De nieuwe regels zijn evenredig, stimuleren innovatie, groei en concurrentievermogen en vergemakkelijken de groei van kleinere platforms, kleine en middelgrote ondernemingen en startups. De verantwoordelijkheden van gebruikers, platforms en overheden worden herverdeeld in overeenstemming met de Europese waarden, waarbij de burgers centraal staan.”

Er wordt gesproken over:

  • Burgers en hun grondrechten worden online beter beschermd;
  • Onlineplatforms krijgen een krachtig kader voor transparantie en duidelijke verantwoordelijkheden;
  • Innovatie, groei en concurrentievermogen binnen de interne markt worden gestimuleerd.

Binnen deze nieuwe regels wordt onderscheid gemaakt tussen grote en kleine platformen, waar de regeldruk evenredig wordt verdeeld over het formaat van het platform. Een goed en ontzettend belangrijk iets: te strakke regelgeving voor ook kleine opkomende platformen zal de concurrentiepositie van de grote spelers, die mede dankzij een gebrek aan regelgeving hard hebben kunnen groeien, alleen maar versterken.

Wat is nu het verschil tussen de DMA en de DSA? Laten we beginnen bij de DMA:

“Het voorstel voor de DMA is op 15 december 2020 door de Europese Commissie gepubliceerd en bevat regelgeving voor poortwachtersplatforms. Aanleiding voor het voorstel zijn zorgen over de marktposities van deze mondiaal opererende platforms, waardoor afhankelijkheid ontstaat voor zowel ondernemers als consumenten en concurrentie in digitale markten wordt beperkt.”

DMA richt zich dus erg op de zogenaamde poortwachtersfunctie die bepaalde platformen hebben. Zo wordt er onder andere geplet voor interoperabiliteit:

“Het kabinet heeft net als andere landen aangegeven via artikel 6 platforms te willen verplichten om stakeholders toe te staan gebruik te maken van andere diensten dan die van het platform. Het moet mogelijk zijn om aanvullende diensten te gebruiken in samenwerking met de diensten van het platform. De pre-installatie van apps op besturingssystemen moet dan ook verboden worden. Gebruikers moeten zelf kunnen kiezen welke app store, zoekmachine en webbrowser ze willen gebruiken wanneer ze voor het eerst een apparaat gebruiken dat een besturingssysteem gebruikt dat wordt geleverd door een poortwachter.”

Een heel belangrijke passage, al zit ‘the devil as always in the details’ (een dooddoener, I know, maar dat zijn alle clichés in het leven ;-)). Dit omdat veel aanbieders steeds meer gaan naar het aanbieden van een totaaloplossing, een ecosysteem. Zie de aanklacht tegen Microsoft deze week over het voortrekken van de eigen cloud dienst. Ik ben dan ook erg benieuwd naar de invulling van deze passage en ambitie.

Dan de DSA:

“De DSA voorziet in gemeenschappelijke regels die bedrijven nieuwe mogelijkheden geven om grensoverschrijdende digitale diensten aan te bieden en zorgt voor een betere bescherming van eindgebruikers en consumenten in Europa. Daarbij zijn de belangrijkste basisprincipes van de e-commerce richtlijn in de DSA behouden, zoals het beperkte aansprakelijkheidsregime voor online tussenpersonen, het land-van-oorsprong beginsel als basis voor de interne markt, en het verbod op een algemene monitoringsverplichting.”

De DSA ziet er vanaf een afstandje (ik ben geen insider in dit onderwerp) een stuk praktischer uit.

Een punt van aandacht en zorg is in dit soort nieuwe wetgeving altijd de handhaving. Kijk naar de worsteling van de Authoriteit Persoongegevens (AP). Compleet onderbezet en met achterhaalde manieren van handhaven. Mijn mening is dat je de AP nog zo kunt uitbreiden als je wilt, maar zolang je de huidige manier van handhaven vasthoudt, blijft het vechten tegen de bierkaai. Bij de DSA en DMA is dit niet anders. Het probleem van handhaving is dat er bij het maken van nieuwe wetten vaak niet over wordt nagedacht. Om de simpele reden: this is not my cup of tea. Gelukkig dat bij de DMA en DSA er wel iets over wordt gezegd:

“Zo is een nieuwe bepaling opgenomen die bepaalt dat de digitale dienstencoördinatoren (hierna: DDC) van de lidstaten elkaar actief assisteren en informatie verschaffen voor onderzoeken of handhaving van de DSA-regels door de DDC van het land van oorsprong. Om het risico van forum shopping te voorkomen, wordt de lidstaten meer handvatten geboden om – met tussenkomst van het bestuur van DDC’s de DDC van het land van oorsprong er toe te bewegen de nodige onderzoeks- en handhavingsmaatregelen te nemen bij een redelijk vermoeden van een schending van de verordening. En het toezicht en handhaving van de VLOP’s wordt exclusief bij de Commissie belegd in plaats van het land van oorsprong.”

Kort gezegd (zoals ik het interpreteer): er wordt samengewerkt tussen landen en de ‘schaalvoordelen’ van handhaving worden centraal geborgd. Iets dat wat mij betreft meer mag gebeuren: nu zijn de uitspraken bijvoorbeeld vaak een lappendeken en dat is voor en die worden aangeklaagd erg prettig, maar voor het borgen van publieke waarden een ramp.

Dan de vraag over de houdbaarheid en wendbaarheid van regelgeving. Het is heel fijn dat dit er nu is en komt, maar hoe blijf je wendbaar. Dat is naast handhaving vermoed ik ook een van de belangrijke, dan wel niet belangrijkste, aandachtspunten. In het stuk van de Tweede Kamer wordt gesproken dat de DMA de 20 jaar oude e-commerce wet vervangt en we moeten “zorgen voor een meer meebewegende wetgeving”. Een heel belangrijk aandachtspunt, waarvan ik benieuwd ben hoe deze uiteindelijk wordt ingevuld. Zeker met de ontwikkelingen die er nog aan zitten te komen met zaken als het steeds meer online verbonden zijn en opereren (zie de discussies over de Metaverse, de online parallelle wereld waar het borgen van publieke waarden en democratische legitimiteit voor mij nog een raadsel is) en het verdwijnen van landsgrenzen door verregaande digitalisering.

Wat begon als een kort stuk over de DSA en DMA in het vliegtuig op weg naar Athene is een flinke longread geworden. Zo gaat dat. Er zijn nog genoeg vragen rondom deze nieuwe wet, maar ik denk dat het belangrijkste is dat de grondslag – het beschermen van gebruikers, het streven naar een meer gelijk speelveld, het benadrukken van de rol en verantwoordelijkheid van online platformen en het borgen van publieke waarden en democratische legitimiteit in de platformeconomie –  duidelijk is neergezet en in wat er gaat komen niet meer weg gaat. En dat is iets waar we allemaal blij van moeten worden.

Amazon’s “Delivery Premier League” gamifies gig work in India

Amazon’s “Delivery Premier League” gamifies gig work in India

In deze nieuwsbrief is het onderwerp ‘een algoritme als baas’ menigmaal voorbijgekomen. Een onderwerp dat in de kluseconomie het meest van toepassing is op platformen met een ‘on demand’ karakter: voornamelijk bezorging en taxi. Waar minder aandacht voor is, is hoe deze algoritmes en systemen sterk gebruiken van gameification technieken om de werkende de kant op te sturen die op dat moment goed is voor het platform.

Zoals in dit stuk:

“From Indonesia to India, platforms have harnessed game mechanics to drive participation and competitiveness of part-time workers. Leaderboards, customer ratings, level-up badges, and engagement rewards are now becoming a mainstay in the gig economy. Amazon’s DPL program exemplifies how effective these gamification tactics are at driving workforces and changing driver behavior.”

Een leerzaam, maar ook soms heftig en confronterend, stuk over hoe delivery platformen gameification inzetten om voor het platform het maximale uit de aanbieders te halen. Zonder zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de risico’s. En hoe een bewust informatie asymmetrie wordt gecreëerd voor de werkte om deze te sturen, controleren en…. In sommige gevallen te weinig uit te betalen.

Just Eat Takeaway gaat ‘heel snel’ groot worden in boodschappen bezorgen | NRC

Just Eat Takeaway gaat ‘heel snel’ groot worden in boodschappen bezorgen | NRC

Waar Jitse Groen, oprichter en CEO van Just Eat / Thuisbezorgd, lang in zijn investor calls volhield geen heil te zien in bezorging voor anderen lijkt het tij bij het bedrijf 180 graden te zijn gekeerd. In dit stu k in NRC: “Maaltijdbezorger Just Eat Takeaway gaat „heel groot” worden in het bezorgen van boodschappen.”.

Wat interessant is aan deze move is dat het grote verschil tussen het bedrijf van Groen en de nieuwe platformen in maaltijd- en boodschappenbezorging lang was dat Thuisbezorgd puur een verkoop platform is voor maaltijden met een mini beetje eigen bezorging en de concurrenten zich vanaf dag één positioneerden als logistiek platform dat toevallig is gestart met het verkopen en vervoeren van maaltijden.

Het alleen verkoop model is natuurlijk veel lucratiever: je hoeft geen lokale bezorg infrastructuur op te bouwen (laat het aansturen en uitknijpen van de bezorger maar over aan de horeca onderneming) en je richt je puur op het online stuk van verkopen via het platform. Een model met prima marges, net als bij een bedrijf als Booking. Door de opkomst van concurrentie werd Groen ‘gedwongen’ om ook steeds meer een logistieke speler te worden. In het begin tegen wil en dank. Misschien nu nog steeds trouwens. Met als gevolg dat de operatie alleen maar ingewikkelder zal worden en de concurrentie heviger. En misschien nog wel belangrijker: de unieke toegevoegde waarde van Thuisbezorgd mbt de opgebouwde legacy wordt kleiner. Wat het alleen maar lastiger zal worden om zich staande te houden ten opzichte van concurrentie.

Nog geen gelopen race dus. Ik ben ben benieuwd hoe de markt er over een jaar of 5 voor staat. En zou niet graag in Jitse zijn schoenen willen staan…

Thijs Verheul (United Wardrobe): ‘We dachten Frankrijk wel te pakken met een miljoentje’ | Sprout

Thijs Verheul (United Wardrobe): ‘We dachten Frankrijk wel te pakken met een miljoentje’ | Sprout

Veel mensen denken dat een platform opzetten en succesvol maken een eenvoudig klusje is, om vervolgens met een klein team het geld binnen te kunnen harken. Niets is minder waar. Het opzetten van een succesvol platform is echt een kunst en zeker in 99,9999% van de gevallen geen snelle manier om rijk te worden. Sorry. Daarnaast zijn er veel mensen nodig om een platform draaiende te houden. Zo hebben platformen als Uber en Booking ieder zo’n twintigduizend werknemers. Amazon spant daarmee overigens de kroon met 1 miljoen werknemers, waarvan het overgrote merendeel werkt in de vele warehouses. Onder discutabele omstandigheden.

Er zijn de laatste tijd steeds meer boeken met (ondernemers)verhalen die een kijkje achter de schermen geven van succesvolle en minder succesvolle platformen. Daar valt altijd iets van te leren. Zo besteedde ik in mijn vorige nieuwsbrief aandacht aan het nieuwe boek van Uber. Dit artikel op Sprout komt Thuis Verheul, oprichter van United Wardrobe, aan het woord. Hij spreekt over zijn nieuwe boek ‘Voor hoeveel heb je het verkocht?’. Een leerzaam interview. Het boek heb ik nog niet gelezen, dat komt er vast nog wel een keer van.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Seoul zet in op de metaverse, wat zegt dit over fysieke grenzen? | Boektip: het nieuwe boek over Booking.com | Het belang van een exit scenario voor platformen | Waarom gaat Bol naar de beurs?

Goedemorgen! Vorige week was het even stil, aangezien ik voor een presentatie en afspraken in Stockholm was. Mijn eerste zakelijke reis sinds twintig maanden, dat werd tijd. Wat was het fijn om weer op pas te zijn. In Stockholm veel geleerd over de klusecononmie in Zweden en een pre-launch gedaan van het onderzoeksrapport dat ik aanstaande donderdag zal presenteren. Het is nog mogelijk om je aan te melden voor dit online event, meer informatie vind je hier.

Deze week leg ik de laatste hand aan het eindrapport (NL en ENG) en de presentatie donderdag. Erg benieuwd naar de reacties.

Ook deze week weer een aantal mooie stukken voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Mooie week!

Event!

De afgelopen anderhalf jaar heb ik op eigen initiatief en gesteund door UWV, FNV, Seats2Meet, YoungOnes, Freshheads, EZK, ETUI (European Trade Union Institute) en de Zweedse UWV, onderzoek gedaan naar de vraag:

“Kan portabiliteit van reputatie- en transactiedata bijdragen aan de wendbaarheid van de werkende op de arbeidsmarkt, zowel binnen als buiten de kluseconomie?”

Op 25 November aanstaande zal ik het rapport (NL en ENG) lanceren met de resultaten van dit verkennende onderzoek. Op diezelfde dag organiseer ik van 14:00 – 15:45 in samenwerking met het team van Reshaping Work een speciaal online en internationaal event over dit onderwerp.

Wees welkom! En deel dit event vooral ook binnen jouw netwerk. Meer informatie en inschrijven kan via deze link.

‘Booking.com is een machine die mensen verdeelt en uitput’ | De Tijd

‘Booking.com is een machine die mensen verdeelt en uitput’ | De Tijd

Het is een van de grootste platformen van Nederlandse bodem en toch was er maar beroerd weinig over bekend: Booking. Gelukkig is daar met het zojuist verschenen boek ‘De Machine – in de ban van Booking.com‘ een eind aan gekomen. Dat ging overigens niet over één nacht ijs: Booking werkte officieel niet aan het boek mee en ook de oprichters wilden niet meewerken. Honderden andere betrokken gelukkig wel. Uit deze enorme hoeveelheid interviews en een groot aantal (interne) documenten schreven drie NRC journalisten dit mooie boek met een fascinerend verhaal. Booking is een van de 1.0 platformen die groot geworden is met de opkomst van het internet. Dat heeft geprofiteerd van een enorme voorsprong, maar zich de komende jaren echt zal moeten bewijzen. Ik heb het boek intussen bijna uit en kan het iedereen aanraden.

Het is van buiten niet moeilijk om een oordeel over het bedrijf te vellen. Een geldmachine met ongekend hoge groeicijfers en winstmarges. Een bedrijf dat, ondanks de bijna 20.000 medewerkers, lang onzichtbaar is gebleven. Een geoliede machine die goed liep zolang het goed ging, maar die minder wendbaar bleek toen het nodig was.

Het boek leest als een spannend avonturenboek. En wat je ook van Booking vindt: het is reuze interessant om het verhaal achter het platform te leren, om daarmee te begrijpen waarom het doet wat het doet. Want uiteindelijk wordt de koers van een bedrijf bepaald door de tijd/timing, de mensen, de keuzes en de belangen die er spelen.

Seoul to become the first city to enter the metaverse. What will it look like? | Euronews

Seoul to become the first city to enter the metaverse. What will it look like? | Euronews

De laatste tijd heb ik regelmatig geschreven over de metaverse: een digitale parallelle wereld waar grote en kleine tech spelers het erg warm van krijgen. Waar Facebook het vooral op een 3D wereld gooit (te bezoeken met een Virtual Reality bril), verwachten anderen dat het toch echt voornamelijk een 2D ervaring zal worden.

Een van mijn grootste vragen rondom dit soort concepten is hoe publieke waarden kunnen worden geborgd in een dergelijke parallelle online wereld die, volgens velen, dan wel decentraal en open zal zijn, maar de regels en voorwaarden toch ergens moeten worden geborgd.

Mede daarom viel mij dit artikel op waar Seoul heeft aangegeven de eerste stad te willen zijn die ook ‘beschikbaar’ is in de metaverse. Waar de stad enerzijds hun huidige burgers in een parallelle digitale wereld wil gaan helpen, maar bijvoorbeeld ook bekende attracties online beschikbaar wil maken. En daarmee de beperkingen van een fysieke locatie achter zich laat. In een online wereld heb je immers niet de beperkingen die een fysieke wereld wel heeft.

Wat deze casus interessant is dat dit soort ontwikkelingen ons uitdagen na te denken over wat, in dit geval, een ‘stad’ nu precies is. In de fysieke wereld zul je direct denken aan een fysieke plek met infrastructuur, etc. Maar wat wanneer je die fysieke beperkingen niet meer hebt? Wat is dan een stad? Net als dat we vroeger bij het woord ‘bank’ dachten aan lokale kantoren, pin apparaten, een pinpas en een duur kantoor op de Zuidas.

Met gesprekken over de metaverse gaat het al snel om de angst dat alles alleen nog maar online af zal spelen. Ik denk dat dit wel mee zal vallen. Voor Seoul liggen de kansen vooral in de combinatie van fysiek en online. Waarbij fysiek en online optimaal op elkaar moeten worden afgestemd. Een van de valkuilen die ik zie is dat ‘men’ een digitale kopie (digital twin) van bestaande processen en omgevingen wil gaan maken, zonder na te denken hoe deze twee elkaar kunnen versterken. Dat zou natuurlijk zonde zijn, maar je kunt er vergif op in nemen dat dat veelvuldig zal gebeuren.

Een voorproefje waar het heen kan gaan heb je al kunnen zien in Estland, waar het land het ‘besturingssysteem’ van het land heeft opengezet voor mensen die niet in het land zelf wonen. Zij kunnen al een flink aantal jaren als ‘e-Resident’ gebruik maken van de digitale infrastructuur van het land. De e-Residents zetten vervolgens bedrijven op, die weer gebruik maken van fysieke diensten en bedrijven die in het land zijn gevestigd. Waarbij het uiteindelijk prima kan zijn dat Estland, of Seoul, straks meer digitale dan fysieke inwoners heeft. De vraag is dan ook: maakt dat wat uit?

Ik ben erg benieuwd hoe dit zich zal gaan ontwikkelen. Ik vermoed dat er een hoop onzin op de markt komt, veel startups het woord ‘metaverse’ in hun plan meenemen om geld op te halen zonder te weten wat ze nu echt willen gaan doen en veel bestaande organisaties (publiek en privaat) hier in springen zonder echt na te denken. Is dat erg? Mhwa. Nee. Uiteindelijk zijn er veel experimenten én tijd nodig om dit te laten landen. Aan jou de taak om kritisch naar dit soort ideeën te kijken om zo, op basis van logisch verstand, de zin van de onzin te kunnen onderscheiden.

Bol.com gaat waarschijnlijk volgend jaar naar de beurs | NU.nl

Bol.com gaat waarschijnlijk volgend jaar naar de beurs | NU.nl

Het was in 2012 een opmerkelijke stap toen Ahold de webwinkel / platform Bol.com overnam en het als vijfde retailmerk aan de collectie toevoegde. Opmerkelijk, maar ook niet heel vreemd. Ahold kon immers veel van een digitale speler als Bol leren en Bol kon op haar beurt weer teren op de ervaring van een grote logistieke speler als Ahold.

En nu gaan de twee (waarschijnlijk) los van elkaar verder. Ik ben benieuwd (en zal wanneer de beursgang definitief is het zeker aan Bol vragen) wat zowel Bol als Ahold Delhaize nu precies hebben overgehouden aan het huwelijk. Wat ging erg goed? En wat niet? Voor een buitenstaander ziet het er naar uit dat het beide partijen niet is gelukt de kruisbestuiving, vast een van de reden van de aankoop in 2012, tussen de twee merken succesvol te maken. Ja, je kan/kon Bol pakketjes ophalen bij de Appie, maar dat is natuurlijk geen rocket science. Ik vermoed dat als er sprake is geweest van kruisbestuiving, dit voornamelijk achter de schermen heeft plaatsgevonden. Een groot moederbedrijf is immers een fijne basis om vanuit te kunnen bouwen, maar op eigen benen staan heeft ook zijn voordelen.

De timing zou je opmerkelijk kunnen noemen, zeker nu die andere grote e-commerce speler Coolblue net de beursgang in de ijskast heeft gezet. Het is de vraag dan ook waar de groei van Bol zit. Ik verwacht dat de focus op Nederland en België zal blijven liggen: andere markten zijn immers al vergeven en daar een voet aan de grond krijgen is een ontzettend kostbare zaak. De groei zal dan vooral moeten komen uit de groei van deze twee markten. In de breedte (nieuw assortiment en klanten) of in de diepte (omzet uit bestaand assortiment en klanten.

Voor Bol kan ik mij voorstellen dat het ook wel fijn is om los te komen van Ahold. Ik denk dat het juist nu belangrijk voor het platform is om wendbaarder te worden en een stevige eigen identiteit te creëren. Niet dat ze dit nu niet hebben, maar echt uitgesproken kan je deze niet noemen. Dit terwijl er bij Bol wel echt uitgesproken interessante dingen gebeuren. Ik hoop dat dit wanneer Bol op eigen benen staat ook meer naar buiten zal komen.

En voor ons buitenstaanders is op de relatief korte termijn het vooral ontzettend interessant om de documenten die straks vrij gaan komen in aanloop naar de beursgang. Eindelijk een inkijkje in de cijfers. Dat zal ook een mooi inzicht geven in de kansen voor Bol in de toekomst.

Continuïteit leenadministratie niet gegarandeerd bij alle crowdfunding platformen bij stoppen activiteiten | Revue

Continuïteit leenadministratie niet gegarandeerd bij alle crowdfunding platformen bij stoppen activiteiten | Revue

In mijn boek schreef ik over een wens voor exit scenario’s voor platformen. Kort gezegd: wat gebeurt er met het platform, de data en de eventuele verplichtingen wanneer een platform besluit de stekker er uit te trekken.

Bij lening-crowdfundingplatformen is deze vraag opeens heel urgent. Wanneer een ondernemer geld ophaalt bij investeerders dan zorgt het platform voor de coördinatie in de aflossing. Mocht er gedoe zijn, dan is het platform de onafhankelijke partij die kan bemiddelen. Ik heb zelf in flink wat crowdfunding projecten geïnvesteerd, puur met als doel om te leren van de processen van deze platformen, en daarmee ook regelmatig het platform zien interveniëren wanneer er gedoe was. Waarbij het gedoe voornamelijk bestond uit situaties dat de ondernemer niet aan de verplichtingen kon voldoen of wanneer er een conversie moment aankwam waar een converteerbare lening kon worden omgezet in aandelen.

De bemoeienis van het platform duurt doorgaans 4 tot 5 jaar: de periode dat de aflossing van de lening in beslag neemt. In veel gevallen rekenen platformen daarvoor ook een fee, welke in veel gevallen niet voldoende is om het gehele proces te dekken. En daar gaat het mis. In Europa komen Europese regels voor crowdfunding platformen eraan, wat concreet zal inhouden dat het een stuk ingewikkelder (en duurder) zal worden om een dergelijk lening platform te runnen. Een goede ontwikkeling die ook de Europese crowdfunding markt een boost kan/zal geven.

Nu zijn er alleen ook best wat platformen die dit moment zullen gebruiken om eens goed in de (financiële) spiegel te kijken, om daarna te concluderen dat het nu een goed moment is om te stoppen. De investering om te voldoen aan de nieuwe regels kan in sommige gevallen simpelweg niet uit.

Het probleem is dan wel wanneer een platform zelf besluit de stekker er uit te trekken: hoe zit het met de verplichtingen rondom aflossingen tot einde looptijd? Dit is in principe, als ik het goed heb begrepen, een verantwoordelijkheid die bij de nationale toezichthouders had moeten liggen. Zo heeft de AFM wel een verplichting gesteld voor een “business continuity plan” bij het aanvragen van de ontheffing, maar is het de vraag of deze ooit echt goed door de AFM is gecontroleerd. Dat gaat dus spannend worden. Lesson learned: denk goed na over een exit strategie, zeker wanneer er nog verplichtingen zijn na het sluiten van een platform. En maak je als vrager of aanbieder gebruik van een platform, dan is het ook belangrijk om te onderzoeken hoe de continuïteit is geborgd mocht er een dergelijke situatie zich voortdoen.

Upscaling residential carsharing: recommendations for more social and affordable carsharing at street level | Utrecht University

Upscaling residential carsharing: recommendations for more social and affordable carsharing at street level | Utrecht University

Een interessant en diepgaand rapport over deelmobiliteit:

“Dit rapport presenteert de bevindingen van het onderzoek naar residentiële deelmobiliteit in Nederland in 2020-2021. Met residentiële deelmobiliteit wordt hier specifiek gedoeld op het gebruik van autodelen en fietsendelen als vervanging van individueel autobezit door bewoners van Nederlandse stedelijke gebieden. Dit rapport richt zich op voorbeelden van succesvolle implementatie van residentiële deelmobiliteit op het snijvlak van de mobiliteitsector en de woningsector, verder uitgesplitst in for- en non-profit organisaties, en de manieren waarop gemeentelijke actoren zich verhouden tot deze successen.”

Ontevreden Uberchauffeurs richten eigen belangenvereniging op | TaxiPro

Ontevreden Uberchauffeurs richten eigen belangenvereniging op | TaxiPro

“Een groep Uber chauffeurs heeft zich verenigd in de Stichting voor Zelfstandige Chauffeurs (SvZC). De stichting vraagt onder andere meer aandacht voor de ‘ongewenste gevolgen’ van de uitspraak in de rechtszaak van FNV tegen het taxiplatform.”

Op zich natuurlijk alleen maar goed wanneer aanbieders op een platform zich verenigen om zo gezamenlijk hun stem te laten horen. FNV zegt 1.000 chauffeurs te vertegenwoordigen, deze stichting zegt namens meer dan 300 chauffeurs te spreken. Beide manieren zijn een aanvliegroute om de belangen te verdedigen.

Over de stichting is overigens erg weinig bekend. Er is een website, een stichting met 3 chauffeurs in het bestuur en de domeinnaam is zoals het lijkt geclaimd door iemand met een achtergrond in issuemanagement, politieke lobby en corporate affairs. Een dergelijke stichting heeft al snel de schijn tegen en zal dus ook erg transparant moeten zijn over de achtergrond, motivatie en ambities. Daarnaast zou het logisch zijn dat de stichting zich niet alleen naar de rechter uitspreekt, maar ook chauffeurs zal vertegenwoordigen voor betere voorwaarden richting Uber. Alleen dan laat de stichting zien écht onafhankelijk te zijn.

Als laatst wil ik nog wijzen om het concept van de werker coöperatie waar ik eerder al over heb geschreven. Waarbij de platformwerkers die voor platform X werken zich verenigen in een coöperatie om zo een meer gelijk speelveld te creëren. Je leest er hier meer over.

In de media

Alles in de flitsbezorging gaat snel, behalve het uitbetalen van het loon aan de koeriers | De Volkskrant

Alles in de flitsbezorging gaat snel, behalve het uitbetalen van het loon aan de koeriers | De Volkskrant

Een mooi en groot artikel over flitsbezorging met bijdrage van ondergetekende in De Volkskrant afgelopen zaterdag.

Podcast: potentie en problemen van de platformeconomie – ZiPconomy

Podcast: potentie en problemen van de platformeconomie – ZiPconomy

Podcast: “Het is een gemiste kans dat discussies over de platformeconomie vooral gaan over contractvorm, vertelt Martijn Arets in de podcast Werken aan Nederland. Veel belangrijkere vragen gaan over de impact van automatische besluitvorming, waarbij het algoritme jouw manager is.”

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Uitnodiging: event ‘data portability in the gig economy’ en lancering van mijn rapport | is deelmobiliteit mislukt? | Linkedin stapt in gigs

Goedemorgen! Graag wil ik je attenderen op een mooi event dat op 25 November zal plaatsvinden: ‘data portability in the gig economy’. Op die dag zal het rapport over mijn onderzoek naar data portabiliteit in de kluseconomie worden gelanceerd middels een online internationaal event.  Meer info verder in deze nieuwsbrief. Wees welkom! En voel je vrij om de uitnodiging te delen.

Deze week ook weer een paar mooie stukken voor je uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Volgende week maandag verschijnt er eenmalig geen nieuwsbrief: ik ben dan voor afspraken en presentaties in Zweden. Fijne week!

Event aankondiging: lancering eindrapport!

De afgelopen anderhalf jaar heb ik op eigen initiatief en gesteund door UWV, FNV, Seats2Meet, YoungOnes, Freshheads, EZK, ETUI (European Trade Union Institute) en de Zweedse UWV, onderzoek gedaan naar de vraag:

“Kan portabiliteit van reputatie- en transactiedata bijdragen aan de wendbaarheid van de werkende op de arbeidsmarkt, zowel binnen als buiten de kluseconomie?”

Op 25 November aanstaande zal ik het rapport (NL en ENG) lanceren met de resultaten van dit verkennende onderzoek. Op diezelfde dag organiseer ik van 14:00 – 15:45 in samenwerking met het team van Reshaping Work een speciaal online en internationaal event over dit onderwerp.

Wees welkom! En deel dit event vooral ook binnen jouw netwerk. Meer informatie en inschrijven kan via deze link.

LinkedIn rolls out its freelance services marketplace globally after picking up 2M users in smaller US beta – TechCrunch

LinkedIn rolls out its freelance services marketplace globally after picking up 2M users in smaller US beta – TechCrunch

Het zat er al een tijdje aan te komen, maar het het platform Linkedin gaat zich nu ook richten op het bijeenbrengen van vraag en aanbod van freelance klussen. In dit artikel op Techcrunch lees je er meer over:

“Today it is taking the wraps off its Service Marketplace, a new feature that will let people advertise themselves for short-term engagements to those looking to hire people for such roles, competing against the likes of Fiverr and Upwork for sourcing skilled knowledge workers.”

Deze stap van Linkedin komt in een tijd waar het aantal freelancers die klussen voor klanten uitvoeren groeit, maar ook in een tijd waar de relevantie van het platform voor werk wat minder leek te worden. Wanneer ik naar mijn eigen gebruik van het platform kijk dan merk ik dat ik mijn profiel al jaren niet meer heb bijgewerkt en het platform steeds meer als (zakelijk) social network platform zie. Ik heb zakelijk bewust tussen haakjes gezet, gezien ik connecties steeds meer privé zaken zie posten.

Deze stap van Linkedin, dat in 2016 voor 26 miljard dollar (!!) door Microsoft werd gekocht, is om meerdere redenen slim:

  1. het speelt in op de veranderende wereld van werk;
  2. het maakt door deze extra functie het platform weer relevant voor de doelgroep freelancers en zij die freelancers zoeken;
  3. het dwingt freelancers met deze marketplace functie ook om hun profiel up2date te houden, wat ook weer ten goede komt aan de kwaliteit van het gehele platform;
  4. het positioneert zich als een totaaloplossing voor werk, niet alleen voor zij die een (vaste) baan zoeken.

Natuurlijk is het afwachten of en hoe succesvol de nieuwe platform dienst zal worden. Linkedin heeft natuurlijk ontzettend veel gebruikers en data, maar is ook een platform dat zich erg breed positioneert. Dit in een markt waar vooral veel niche spelers actief zijn, hoewel deze ook steeds meer de breedte ingaan. Maar over het algemeen is het makkelijker om vanuit een niche breder te gaan dan vanuit de breedte in een niche. Ook zou Linkedin veel kunnen hebben aan het moederbedrijf Microsoft, dat in 2018 nog voor dit soort diensten besloot samen te werken met concurrent Upwork. Ik bgen zelf vooral benieuwd wat de ambities nu echt zijn en hoe ver ze bereid zullen zijn om te gaan.

Microsoft Tests Its Own Corporate Metaverse for Early 2022 Launch – Bloomberg

Microsoft Tests Its Own Corporate Metaverse for Early 2022 Launch – Bloomberg

Vorige week besteedde ik veel aandacht aan de naamswijziging van Facebook naar Meta (voor de holding, niet het platform) en de nieuwe top 1 prioriteit van dit bedrijf: de metaverse. Het is belangrijk om te beseffend dat er ontzettend veel platformen in dit domein actief zijn. Waarbij het de grote vraag is in welke mate er ook sprake zal zijn van ‘interoperabiliteit’ tussen de verschillende ‘werelden’. Oftewel: kun je met jouw data, avatar, netwerken en aankopen makkelijk switchen tussen de verschillende werelden?

Praktisch gezien zou je zeggen: ja natuurlijk. Dit is de meest logische en gebruiksvriendelijke optie. En vanuit veel partijen zal dit ook een wens / vereiste zijn. Immers: wanneer je digitale designschoenen koopt in Fortnight, dan wil je ook dat jouw avatar deze kan dragen in de digitale wereld van Microsoft en anderen. Maar toch verwacht ik niet dat dit vanzelf zou gaan. De spelers die nu deze markt betreden hebben ook een belang bij een lock-in. Ik ben dus erg benieuwd hoe dit zich zal gaan ontwikkelen.

Ook denk ik dat het ontzettend belangrijk is dat beleidsmakers hier vol op in gaan zetten. Sterker nog: als er een tijd zou moeten zijn dat beleidsmakers wakker en ambitieus zouden moeten zijn, deze nu echt is aangebroken. Dit gaat echt niet vanzelf goed komen, de belangen zijn simpelweg te groot.

Hiervan werd ik nogmaals overtuigd door het lezen van deze tweet:

“Facebook filed its trademark application for Meta this week and I’ve never seen anything like this. The list of things they want to claim Meta for is massive, and underscores how much Facebook wants to replace the functionality of a huge swath of online services. A lot of this is already live (Facebook Dating, Facebook Pay). Some (fitness, home automation) seems more on the way. There are a number of gamification things in here, like contests to reward exercise and healthy eating (which of course involves monitoring those things) and loads of blockchain, including the extra-cursed “blockchain as a service.”

Tot zover de ‘open’ metaverse van Facebook.

Deelauto’s worden nauwelijks gebruikt: verwachte populariteit is uitgebleven | AD.nl

Deelauto’s worden nauwelijks gebruikt: verwachte populariteit is uitgebleven | AD.nl

Deelmobiliteit is steeds zichtbaarder, maar is het ook een succes? Vorige week verscheen dit artikel in het AD, dat suggereert dat deelmobiliteit op een dood spoor zit:

“Deelauto’s zouden leiden tot minder autobezit, maar niets is minder waar. Ze worden nauwelijks gebruikt. <…> Van alle autoritten wordt slechts 0,02 procent met een deelauto uitgevoerd en dat aandeel is volgens het KiM sinds 2014 niet gegroeid. Van de actieve autodelers gebruikt meer dan de helft de deelauto hooguit een paar keer per jaar en dan nog vaak ten koste van het openbaar vervoer. De beoogde daling van het autobezit door de deelauto is verwaarloosbaar.”

Je zou na het lezen van dit bericht kunnen denken: autodelen is de grootste mislukking ooit. Het is net hoe je het bekijkt. Je zou de kop ook als volgt kunnen aanpassen:

  • ‘Auto’s worden nauwelijks gebruikt: verwachte populariteit is uitgebleven’ (immers: de gemiddelde auto staat meer dan 95% van de tijd stil op een gesubsidieerd stuk grond in een stad of dorp)
  • ‘Beleid rondom deelauto’s is mislukt: kansrijk concept komt niet van de grond door gefragmenteerd beleid’ (immers: gedeeld mobiliteit en daarbij minder misbruik van publieke ruimte voor het stallen van stilstaand blik is sterk afhankelijk van keuzes mbt beleid)

Dit omdat alleen een focus op deelmobiliteit natuurlijk erg beperkt is. Uiteindelijk gaat het er over hoe je mobiliteit inricht in verhouding tot het gebruik van publieke ruimte. Daarom zie je nu ook nieuwbouwprojecten waar gedeelde mobiliteit een voorwaarde is en er daardoor minder parkeerplaatsen per inwoner beschikbaar worden gemaakt.

En ja, deze vertekende beeldvorming heeft de auto-deel-sector ook een beetje (erg) zelf over zichzelf heen geroepen. Ook deze sector heeft zich jarenlang laten verleiden door de focus op de verkeerde vragen te leggen. Zo was een grote hoeveelheid deelauto’s (100.000) jarenlang een doel, waarbij het overgrote deel van het nieuwe aanbod van peer2peer aanbod van platformen als SnappCar komt. En dat zijn juist de auto’s die doorgaans heel beperkt beschikbaar zijn. Deze focus op het overhypen van cijfers slaat nu dus terug op de sector. Niet heel handig, maar ook iets om prima overheen te kunnen komen.

Een paar overdenkingen voor het debat:

  1. Leg de focus op mobiliteit en ga niet een discussie voeren op één specifiek onderdeel. In mijn Twitter timeline kwam dit weekend weer veel gezeur uit Amsterdam voorbij over de deelfietsen, terwijl niemand zeurt over de overvolle fietsenrekken die ook kostbare publieke ruimte in beslag nemen. Kijk naar het grotere plaatje en maak keuzes;
  2. Durf ook heilige huisjes ter discussie te stellen. Graag zelfs;
  3. Bedenk hoe je op verschillende manieren succes kunt meten;
  4. Het beleid rondom deelmobiliteit is nog erg afhankelijk van de stad of regio, wat meer landelijke standaarden, een kennis- en coördinatiecentrum en beleid is welkom. Nationale standaarden en toolkits waar lokaal uit kan worden geput.

Black cabs roar back into favour as app firms put up their prices | City transport | The Guardian

Toen Uber de markt betrad was er veel discussie over het gegeven dat Uber werk wegnam bij traditionele taxibedrijven. En dat was natuurlijk ook het geval: door het aanbieden van een betere dienstverlening en in veel gevallen ook een lagere prijs liepen veel klanten over naar Uber.

Wat er ook gebeurde, en daar was weinig tot geen aandacht voor, was doordat Uber de drempel voor het nemen van een taxi verlaagde ook de markt groeide. Mensen die voorheen nooit een taxi namen, deden dit nu wel vanwege het gemak en/of de lage prijs. Wanneer ik naar mijzelf keek maakte ik voor Uber nooit gebruik van taxi’s, behalve wanneer ik een vroege vlucht moest pakken. Door het gebruik van Uber pakte ik ook wel eens naast een Uber een ‘normale’ taxi. Zo zie je dat platformen ook kunnen leiden tot de groei van een markt. Dat is overigens ook een van de vragen in mijn lijstje bij het maken van een afweging om wel of geen platform te starten in de markt: maakt de komst van een platform de markt groter? Hierbij negeer ik voor het gemak even het debat over de wenselijkheid hiervan: sommige studies hebben aangetoond dat veel Uber klanten in de VS normaal het OV hadden genomen. En als stad wil je natuurlijk liever mensen in het OV dan in een auto op de toch al veel te drukke wegen.

Met de komst van Uber en andere nieuwe taxi aanbieders hebben ook de ’traditionele’ taxibedrijven geïnvesteerd in technologie om het boekingsproces te vereenvoudigen. En nu de prijzen van partijen als Uber omhoog gaan door een tekort aan chauffeurs, stappen nieuwe klanten ook over naar de ’traditionele’ taxi. En dat kan tot interessante situaties leiden:

“He was trying to open the front door to get in. He wanted to give me a postcode – it was the usual thing you get from the ones who’ve never been in a cab before,” said Karen Proctor, a London taxi driver for more than a decade. “I told him ‘the postcode’s not going to help – just tell me where you want to get to’. It was a restaurant. And we got there seven minutes early, at about a third of the cost. He was converted.”

In de media

Podcast Luisteren (PodNL): Werken aan Nederland

Podcast Luisteren (PodNL): Werken aan Nederland

Een podcast opname met Roos Wouters en Martijn Aslander van de Werkvereniging. Over platformen en arbeidsmarkt.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Digitale nomads willen een digitaal land | De Facebook metaverse: sprookjesinternet of privacynachtmerrie? | Is Picnic een platform?

Goedemorgen! Afgelopen week KlusCV / GigCV mogen presenteren op het ‘Digital Worker Inquiry’ congres (slides in PDF), een podcast met De Werkvereniging opgenomen en verder vooral druk geweest met de voorbereidingen van de lancering van KlusCV op 15 December en de lancering van mijn rapport over portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers op 25 November. De focus lag deze week op de juridische kant: verwerkingsovereenkomsten, verwerkingsregisters, privacyverklaringen en meer juridische festiviteiten. Altijd fijn om dan een goede partner, in dit geval ICTRecht, te hebben. Ook deze week weer 5 mooie stukken uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Mooie week!

A community of digital nomads wants to build an internet country for digital citizens – The Next Web

A community of digital nomads wants to build an internet country for digital citizens – The Next Web

Tijdens de lockdowns hebben veel kenniswerkers ervaren dat de locatie waar je bent en waar het kantoor van jouw werk- of opdrachtgever staat niet veel met elkaar te maken hoeven te hebben. Natuurlijk speelde dit ook al lang voor corona waar professionals locatie onafhankelijk werkten en zo het verkennen van de wereld het werken voor bedrijven en opdrachtgevers combineerden. waar in veel gevallen vraag en aanbod van werk elkaar treft op een online platform.

En deze groep is intussen flink gegroeid. In dit stuk: “As of 2021, there are over 35 million digital nomads roaming the globe, the population equivalent of Canada. And with an annual spending power of $787 billion, they’d also be considered one of the world’s 50 most prosperous nations after Portugal and Saudi Arabia.”

Het is niet verrassend dat landen inspelen op deze trend en proberen deze groep ‘digital nomads’ te lokken met leuke voordelen; “Sweetheart deals like income tax breaks, subsidized housing, and free multiple entry have become as popular as employee work benefits. The opportunities are so numerous, solutions exist just to help you “amenity shop” the perfect country Airbnb style. While not all the reviews of these new programs are glowing, the mere fact that countries are courting remote workers so intensely is worth watching.”

Hier wordt nog gesproken over fysieke landen, waarbij het niet verrassend is dat Estland vaker in het stuk wordt genoemd. In 2017 schreef ik het stuk ‘How Estonia became the most digital country in the world.’ Maar wat zeggen grenzen nog in een digitale wereld? In dit artikel komt het initiatief ‘Plumia’ naar voren:

“Plumia is a collective of 1k+ remote workers and digital nomads who have come together to reimagine what global mobility and governance structures might look like in the 21st century – Plumia wants to build the alternative using decentralized technologies, while also working with countries and institutions on policies that achieve common goals. – Plumia aims to offer everyone the chance to become a global citizen. Begun in 2020 as an independent project by remote-first travel insurance company, SafetyWing, Plumia’s plan is to combine the infrastructure for living anywhere with the functions of a geographic country.”

Wat mij betreft een super interessant project om te blijven volgen.

Wat zit er achter het nieuwe gezicht van Facebook? – NRC

Wat zit er achter het nieuwe gezicht van Facebook? – NRC

Twee weken geleden schreef ik er al over: de vermoedelijke naamswijziging van Facebook. Afgelopen week werd het nieuws van een nieuwe naam (voor de holding, niet het social media platform) bekendgemaakt door Mark Zuckerberg. De holding boven Facebook gaat, net als straks het aandeel op de beurs, ‘Meta’ heten.

Deze stap maakt duidelijk dat het Facebook, uhm… Meta, duidelijk is dat de toekomst van het social media platform niet meer de enige pijler van succes is. En dat deze daardoor ‘ruimte’ moet maken voor nieuwe initiatieven de het ‘succes’ van het social media platform moeten kunnen evenaren.

Meta zet de komende jaren hoog in op een ‘nieuwe’ ontwikkeling: de metaverse. Een parallelle online wereld waar je met een eigen avatar in kunt opereren. Meta ziet de metaverse als een 3D omgeving met VR-brillen, terwijl veel experts het er over eens zijn dat het voorlopig nog echt wel een 2D wereld zal blijven. Voor Meta is deze stap een manier om jonge mensen, een doelgroep waar het social media platform Facebook moeite heeft aan te spreken, te betrekken. Maar nog belangrijker: er zitten natuurlijk ontzettend veel business kansen in een concept als de metaverse. Verkoop van virtuele en fysieke goederen, het faciliteren (en verkopen) van ervaringen en niet te vergeten: het verkopen van de hardware die nodig is om deze ervaring te beleven.

In deze video zie je hoe Angelika Gifford, chef van Meta Europa, de plannen uit de doeken doet. Hierbij geeft ze aan dat Meta / Facebook van de fouten uit het verleden heeft geleerd (is dat zo, show me…) en dat zij het er over eens zijn dat Meta niet het alleenrecht zal krijgen van de metaverse. Meta is intussen met de andere big tech bedrijven in gesprek.

Ik volg de ontwikkelingen rondom de metaverse al een tijdje. Uiteindelijk is de metaversie natuurlijk niets meer of minder dan een platform. De metaversie is verder ook niet nieuw: wie kent second life nog? Wat er nu anders is, is dat de technologie verder is doorontwikkeld en iedereen 24/7 verbonden is. En dat biedt kansen. Ik ben er nog niet over uit wat ik van de metaverse, dat ook wel web3.0 wordt genoemd, moet vinden. Intussen heb ik de nodige ervaring op dit soort platformen en zie ik echt wel de voordelen, maar wanneer ik naar een toekomstbeeld kijk dat Facebook presenteert krijg ik er ook een beetje een beeld van ‘The Matrix’ bij, waar er een nieuwe middenklasse is die alleen digitaal nog de deur uit gaat en een nieuwe onderklasse die ten dienste staat aan deze middenklasse. De film ‘Ready Player One’ (check de trailer) geeft ook een interessant beeld van deze wereld. Niet een beeld waar ik heel gelukkig van wordt.

Maar er liggen natuurlijk ook ontzettend veel kansen, al zijn er nog wel ontzettend veel vragen die beantwoord moeten worden. Ik denk dat overheden meer dan ooit een mening moeten vormen over dit soort ontwikkelingen. Wat is de rol van een overheid in een dergelijke parallelle online wereld en hoe borg je publieke waarden? Mensen gaan hier aankopen doen, er zullen vast verschillende digitale currencies komen die niet onder toezicht staan van wie dan ook en de vraagstukken die we nu voor social media platformen hebben zullen in deze wereld alleen maar worden versterkt. En juist dat laatste geeft mij het gevoel dat juist een bedrijf als Meta/Facebook, dat intussen heeft aangekondigd 10.000 mensen te willen aannemen die zich richten op deze ontwikkeling en meer dan 10 miljard dollar te willen investeren, misschien wel de minst geschikte partij is om voor te lopen in deze metaverse. Dit gezien het blijkbaar niet lukt om de vraagstukken en uitwassen van een web2.0 platform in de hand te houden. Prima dat ze aangeven dat ze hebben geleerd, maar het is natuurlijk vrij naïef om het bedrijf op zijn blauwe logo, uhm… ogen, te vertrouwen.

Des te meer reden om aandacht te besteden aan open standaarden, interoperabiliteit en regelgeving. En dan bij voorkeur vooraf en niet achteraf.

Uber, DoorDash, Lyft and Amazon could face billions in fines if they mislead over wages, FTC official warns – MarketWatch

Uber, DoorDash, Lyft and Amazon could face billions in fines if they mislead over wages, FTC official warns – MarketWatch

Het klikt zo logisch: hoeveel verdien je met het uitvoeren van een klus. En hoewel het logisch klinkt, is dit in de ‘on demand’ kluseconomie vaak niet het geval. De opbouw van de verdiensten zijn door de jaren heen steeds ingewikkelder geworden, waardoor het lastig te bepalen is wat de platformwerker die via on demand platformen diensten aanbiedt (veelal bezorging en taxi) er nu per uur aan overhoudt. Dit zag je ook in de discussie in de UK toen Uber chauffeurs werden ‘gepromoveerd’ naar de ‘worker’ status: wat is nu wel en wat is geen werktijd? Ook zijn er genoeg zaken bekend waar on demand platformen uurgemiddelden afspraken, maar voor het gemak de fooi meenamen in de berekening. Of simpelweg de fooi (deels) in eigen zak stak.

In dit stuk: “The FTC announced this week that it has warned more than 1,100 companies and businesses that it is illegal to “deceive or mislead” consumers about potential earnings, and that they could be subject to financial penalties. <..> Numerous studies by labor experts, and gig workers themselves, regularly contradict much-higher average wage claims by gig companies.”.

Naar mijn mening moet er veel meer aandacht komen in transparantie (en accountability) in prijsstelling en in de informatiepositie van de werkende in de platformeconomie in het algemeen. En dat zeker voor de platformen die vinden dat de aanbieders freelancer en dus ondernemer zijn. Immers: je kunt als ondernemer alleen de juiste keuze maken wanneer je toegang hebt tot de juiste informatie.

Picnic Engineering

Picnic Engineering

Afgelopen week kwam ik via Linkedin op de blogsectie van Picnic terecht:

“Picnic is the world’s fastest growing online supermarket with a unique business model and a highly engaged customer base. Our mission is to make grocery shopping simple, fun, and affordable for everyone.”

Hoewel Picnic niet naar buiten toe een tweezijdige marktplaats en platform is, maakt het bedrijf intern ontzettend veel gebruik van verschillende platform technologieën. Er is niet persé één blog die ik aanbeveel, maar het is vooral interessant om eens door de berichten heen te scrollen om te zien hoe Picnic platformen gebruikt in de gehele operatie.

Is Picnic een platformbedrijf? Ja en nee. Het is geen marktplaats als Uber en Airbnb. Ik zou het eerder een technoligiebedrijf noemen, net als alle flitsbezorgers waar we nu zo veel over lezen. Ook dit zijn geen pure platformbedrijven, maar zij maken net als Picnic wel veel gebruik van platform technologie voor de interne operatie. Ik denk dat ik binnenkort maar eens met deze bedrijven in gesprek ga om nog beter te kunnen duiden hoe we dit type bedrijven moeten omschrijven.

Waarom het geloof in technologie het einde van onze vrijheid kan betekenen

Waarom het geloof in technologie het einde van onze vrijheid kan betekenen

“Techno-optimisten willen ons maar al te graag doen geloven dat meer en meer data ons leven makkelijker maken. Maar in de praktijk betekent het geloof in technologie het einde van de politiek en het einde van onze vrijheid.”

Een fijn essay om te lezen in de week van de lancering van Meta.

In de media

Uitbuiting is voor platformbedrijven misschien toch geen levensvatbaar businessmodel | Trouw

Uitbuiting is voor platformbedrijven misschien toch geen levensvatbaar businessmodel | Trouw

Afgelopen week verscheen dit stuk in Trouw, inclusief bijdrage van ondergetekende. Helaas wel achter een betaalmuur.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Flitsbezorging: nieuwe wijn in oude zakken? | Facebook krijgt een nieuwe naam: een analyse | Is de registratieplicht voor o.a. Airbnb een succes? | Europarlementariërs met boter op het hoofd.

Goedemorgen! Afgelopen week was hij dan eindelijk klaar: mijn rapport over mijn onderzoek naar de portabiliteit van reputatie- en transactiedata voor platformwerkers. Het stuk (bijna een boek met 10.000 woorden) is intussen door naar de vertaler en eind November zal het rapport worden gepresenteerd. Een persoonlijke mijlpaal. Hier onder alvast de inhoudsopgave. Tussendoor nog radio interviews voor Radio 1 en BNR gegeven. Ik heb mij dus weer goed vermaakt 😉 Ook deze week weer 5 artikelen verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

Facebook plans to change company name to focus on the metaverse – The Verge

Facebook plans to change company name to focus on the metaverse – The Verge

Deze week kwam via een artikel in The Verge naar buiten dat Facebook waarschijnlijk van naam gaat veranderen. Het social media platform zal Facebook blijven heten, maar er zal een overkoepelend merk boven worden geplaatst als paraplu waar de diverse labels onder komen te hangen. De naam Facebook blijft volgens deze geruchten dus bestaan, niet iets heel spannends zou je kunnen zeggen. Of toch wel?

Deze wijziging zou een keerpunt zijn in de strategie die het bedrijf de afgelopen jaren heeft gevolgd. Bij grote aankopen als Instagram en Whatsapp bleef de naam Facebook superieur en werden nieuwe labels voorzien van een ‘by Facebook’ toevoeging. Ik vermoed dat deze toevoeging paste bij de strategie om van Facebook één platform te maken en ook de technologie aan de achterkant, wat het voor beleidsmakers lastiger maakt om de boel weer op te breken. Maar Facebook als paraplu van een breed scale aan diensten: dat lijkt nu dus te gaan veranderen.

Hoe logisch is deze stap? Nou… eigenlijk heel logisch. Je ziet al jaren dat de activiteiten van Facebook steeds breder worden dan dat éne social media platform. Zo hebben zij naast platformen Instagram en Whatsapp ook de VR-brillen Oculus, een deze week aangekondigde digitale portemonnee Novi en ambities voor nieuwe diensten, zoals het grote ambitieuze project voor een Facebook Metaverse: een parallelle onlinewereld. Dit alles onder de naam van één van de producten blijven uitdragen is daarmee niet handig en uitlegbaar en beperkt de kansen voor groei.

Met de grote ambities van het Metaverse platform (of ecosysteem) en mogelijk ook de neergang van het Facebook platform komt er een moment dat een sub merk het hoofd merk overstijgt. En dat is niet handig en wenselijk. Facebook lijkt met deze stap de strategie van Google te volgen, die op een gegeven moment alles onder de naam Alfabet heeft ondergebracht. Voor de buitenwereld, maar ook voor het moederbedrijf, wordt de boel zo overzichtelijker en wordt het ook logischer om meer niet social media gerelateerde initiatieven te starten of overnames te doen.

Naast het creëren van duidelijk en kansen is deze stap natuurlijk ook een stap om de naam Facebook, een naam die de laatste jaren en zeker de laatste maanden zwaar onder vuur ligt, minder centraal te zetten in het bedrijf. De negatieve berichtgeving heeft uiteraard impact op de lading van het merk. Niet alleen voor buiten, maar ook voor binnen. Zo geeft het bedrijf medewerkers tips hoe zij het beste met kritiek op verjaardagsfeestjes kunnen omgaan. En hoewel het de vraag is in hoeverre gebruikers zich iets aantrekken van deze publiciteit, is het duidelijk dat er iets moet veranderen. Wat dat betreft is het natuurlijk geen toeval dat Facebook juist nu met deze wijziging lijkt te komen. Al zal de buitenwereld er niet al te veel van merken.

Die focus op de buitenkant, dat is waar wat mij betreft ook de schoen wringt. Je kunt duidelijkheid en kansen creëren met een nieuwe paraplu, maar het is de grote vraag wat er achter de schermen gaat gebeuren. De onthullingen de laatste maanden, maar ook de boeken die over het bedrijf zijn geschreven, laten zien dat er echt iets structureels mis is met de bedrijfscultuur en dat de macht van oprichter Mark Zuckerberg ongekend en ongezond is. Dit ga je niet oplossen met een nieuwe naam. En met de groei ambities, zo heeft Facebook onlangs aangekondigd in Europa 10.000 extra mensen te willen aannemen, is het juist nu belangrijker dan ooit om niet de naam (het kadopapiertje voor de buitenkant), maar de kern en cultuur van de organisatie te veranderen. En dat is een veel grotere uitdaging wat begint bij kritische zelfreflectie. En dat lijkt vooralsnog te ontbreken. Hiermee is en blijft Facebook de grootste bedreiging voor zichzelf. Al weten we intussen dat de effecten van dit risico ook, of beter gezegd juist, buiten de muren van Facebook ligt.

Opinie: Registratieplicht accomodaties is mooi, maar geen wondermiddel in de strijd tegen ongewenst toerisme | De Volkskrant

Opinie: Registratieplicht accomodaties is mooi, maar geen wondermiddel in de strijd tegen ongewenst toerisme | De Volkskrant

Vorige week kopte meerdere kranten met het nieuws dat Airbnb in Amsterdam door de registratieplicht driekwart van het aanbod heeft verloren. “Uit de peilingen op 28 maart en 4 oktober blijkt dat het aantal verhuuradressen op het platform is gezakt van 16.648 naar 2924. Samen met andere aanbieders, zoals Booking.com, Expedia, Tripadvisor en VRBO, ging het totale aantal adressen in Amsterdam van 18.715 naar 4128.”

Ik zag dat dit nieuws vaak als goed nieuws werd onthaald en hét bewijs dat de registratieplicht helpt. Mijn vraag was meteen: leuk die cijfers, maar wat is het verhaal achter die cijfers? Uiteindelijk gaat het om absolute aantallen in het aantal verhuurde nachten en is het de vraag of de activiteiten nu (fingers crossed) de grootste impact van covid achter de rug is misschien wel weer snel gaan groeien? Mijn belangrijkste twijfel was dus of er niet te vroegwerd gejuicht en of de inactieve accounts door het invoeren zijn verdwenen, maar dit veelal al accounts waren die toch gene verhuur meer deden. Een account aanmaken is immers zo gedaan, maar verwijderen wordt nogal eens vergeten.

Daarom was ik blij met dit ingezonden stuk in De Volkskrant. Hierin werden mijn twijfels door een aantal onderzoekers voorzien van cijfers: “In de periode vóór de registratieplicht stonden veel advertenties op deze platformen die zelden tot nooit zijn gereserveerd, omdat ze te duur waren, onaantrekkelijk of onbetrouwbaar oogden. Of nog waarschijnlijker, omdat ze niet (meer) beheerd werden en in feite geen bestaande accommodatie (meer) vertegenwoordigden. In februari 2021 werden op basis van AirDNA-data in Amsterdam slechts 2.000 accommodaties daadwerkelijk gereserveerd, dit is veel minder dan de 18.715 advertenties gevonden op de peildatum een maand later.”

De registratieplicht heeft dus een flinke bezem door het bestand gehaald en de gemeente heeft nu zicht op welke adressen staan ingeschreven bij het platform, maar hoe de Airbnb markt zich in Amsterdam de komende tijd gaat ontwikkelen is dus nog wel een grote vraag. Na het vieren van het succes van de invoering van de registratieplicht blijft het belangrijk om scherp te blijven.

Lex in-depth: does Uber deserve its $91bn valuation? | Financial Times

Uber is groot geworden in een tijd dat men dacht dat technologie onbeperkt kon opschalen. Dit terwijl nu intussen wel bekend is dat de technologie misschien wel kan schalen, maar dat de support dat bij een ‘local services platform’ komt kijken aanzienlijk is. Zo had Uber voor covid 30.000 (ja, je leest het goed: dertigduizend) medewerkers op kantoor. Daar zijn er nu nog zo’n 20.000 van over. Ook best veel. Daarnaast is het ook een model waar de netwerkeffecten lokaal zijn, waardoor je een lokaal veroverde markt zo weer kwijt kunt raken. In 2019 schreef ik voor MT/Sprout het stuk ‘Waarom de rit van Uber zomaar kan eindigen in de grootste startup-deceptie ooit‘, waar ik de kwetsbaarheden van het model omschrijf.

In dit uitgebreide artikel uit de Financial Times stelt de auteur de vraag of Uber de (beurs)waardering van 91 miljard dollar wel waard is. Ik denk dat de enige juiste conclusie die je uit de uitgebreide analyse kunt trekken uitkomt op een duidelijke ‘nee’. Het model is vanwege het (hyperlokale) netwerkeffect en de lage ‘switching costs’ kwetsbaar voor concurrentie en de strategie van Uber heeft momenteel meer focus op het stabiliseren van de business (wat ook niet gek is met alle rechtszaken) dan op doorgroeien en innoveren. Juist die eindeloze concurrentiestrijd zie ik in de markten waar Uber in opereert als een soort bodemloze put. Een put waar maaltijdbezorgdiensten, flitsbezorgers en andere bezorgdiensten de komende jaren nog vele miljarden in zullen gooien. En net wanneer je denkt dat er een consolidatie plaatsvindt, is er weer een aantal nieuwe partijen die via een nieuwe invalshoek met verse miljarden de markt gaan beconcurreren. Niet bepaald een markt waar ik mijn geld op zou zetten.

Flitsbezorging vraagt om politieke actie. | NRC

Flitsbezorging vraagt om politieke actie. | NRC

Via Twitter las ik dit ingezonden stuk in NRC over flitsbezorging: “Flitsbezorging vraagt om politieke actie. Dit is het zoveelste voorbeeld van een digitaal platform met een verdienmodel gebaseerd op het uitknijpen van werknemers, met negatieve effecten op de openbare ruimte en verkeersveiligheid”.

Nu heb ik zoals je vermoed ik wel weet de laatste tijd in de media veel vragen mogen beantwoorden over flitsbezorging. En er hierdoor veel over nagedacht. Aan de hand van dit stuk in NRC ben ik eens na gaan denken hoe je als (lokale) overheid beter op dit soort fenomenen kunt inspelen.

Het probleem is denk ik dat er te veel nadruk ligt op wat er nieuw is. Snelle bezorging, lokale magazijnen, kort moment tussen bestellen en bezorgen en technologie speelt een belangrijke rol. Is het niet interessant om eens na te denken wat er níet nieuw is een een dergelijke ‘opkomende’ dienst? Of te kijken waar het het meest op lijkt? Gewoon als gedachte experiment en om even uit de hype van het nieuwe en het frame dat deze bedrijven over zichzelf uitroepen te stappen. Want door te roepen dat je nieuw bent, roep je ook vaak dat bestaande regels niet op jouw van toepassing zijn. Slim van deze bedrijven, maar het is een framing waar je je als buitenwereld niet al te veel van aan zou moeten trekken.

In het geval van flitsbezorging zijn er een aantal variabelen die we kennen van bestaande spelers. Je zou kunnen zeggen dat bedrijven als Gorilla’s:

  • een supermarktdienst met bezorgdienst levert, waarbij het gebruik maakt van eigen lokale magazijnen en een app voor het bestellen de boodschappen;
  • hierbij zijn de lokale magazijnen / supermarkten waar geen klanten komen, maar wel bezorgers. Het zijn dus gewoon een soort van supermarkten met een iets ander model;
  • wat strategie betreft lijkt een Gorillas nog misschien het meest op PicNic. Deze is ook datagedreven, ‘app-only’ en maakt gebruik van distributiecentra, maar dan niet middenin steden. Waarbij de tijd tussen bestellen en bezorgen en de gemiddelde orderwaarde bij PicNic groter is dan bij Gorillas.
  • kijk je iets meer terug in de tijd zou je ook gekscherend kunnen zeggen dat Gorilla’s een SRV-wagen 2.0 is 😉

Daarnaast is het denk ik ook goed om niet alleen te kijken naar wat dit soort partijen nú doen, maar waar zij naartoe zouden kunnen groeien. Ik denk daarbij dat zij weer een nieuwe speler zijn in het domein van boodschappen doen en bezorgen. Net als de supermarkten, PicNic en avondwinkels. En zij in de komende jaren steeds meer naar dit soort partijen toe zullen groeien.

Als laatst: deze framing van ‘nieuw’ komt niet altijd alleen vanuit deze bedrijven, maar wordt ook vaak door de buitenwereld opgelegd. Zo noemde iedereen UberPop in het begin ‘deeleconomie’. Uber heeft dit nooit tegengesproken, omdat deeleconomie natuurlijk aardiger klinkt dan (illegale) taxidienst. Ook bij flitsbezorgers zie ik dit: zij worden veelal platformbedrijven genoemd. En dat klinkt een stuk hipper dan online supermarkt. Een van de redenen dat journalisten bij mij terechtkomen wanneer zij iets met flitsbezorging willen. Maar is een Gorillas een platformbedrijf? Natuurlijk maken zij intern gebruik van platformtechnoligie, maar zij zijn dan weer geen ‘marketplace’ als een Uber en Airbnb. En niemand noemt PicNic een platformbedrijf, dus waarom Gorillas wel? Genoeg kritische vragen. En kritische vragen mbt de context: die zouden we onszelf vaker moeten stellen.

Europarlementariërs roepen grote bedrijven op om niet langer te adverteren via Facebook en Google | De Volkskrant

Europarlementariërs roepen grote bedrijven op om niet langer te adverteren via Facebook en Google | De Volkskrant

In dit stuk: “Europese parlementariërs van vier partijen vragen de bestuursvoorzitters van de grootste bedrijven van Europa om de kassen van Facebook en Google niet langer te spekken met advertentie-inkomsten, vanwege de volgens hen ontwrichtende invloed van de bedrijven op de maatschappij.” De motivatie: met het inkopen van advertenties versterk je een giftig businessmodel / ecosysteem en de effecten van deze advertenties zijn ook nog eens zwaar overschat.

Prima om een dergelijke oproep te doen, maar ik vraag mij wel altijd af: kun je niet met iets beters komen? Uiteindelijk is het aan diezelfde politiek (Europese) politiek om met de juiste regels en handhaving te komen om ongewenste effecten tegen te gaan. En als je dan toch zo’n oproep doet: voeg dan ook zelf daad bij het woord voegen en trek je volledig terug van deze platformen. Zowel als adverteerder als als aanbieder van content waar anderen weer op kunnen adverteren. En een korte search op Facebook laat zien dat zowel de partijen als de individuele Europarlementariërs dit stuk en hun brief massaal op Facebook hebben gedeeld. Zo stelt ondertekenaar Paul Tang op zijn Facebookpagina zijn 4,1 volgers de volgende vraag: “Why do you insist on using this system?”. Nou Paul, ik vermoed net als waarom jij dat doet 😉

Dat was een inkoppertje (sorry, ik weet het: flauw), maar laat wel de kern van het probleem zien. Platform macht is macht bij de gratie van de gebruiker. Zolang deze zich niet organiseert (en juist grote spelers kunnen dit doen, zoals bij het Public Spaces initiatief) en ook alternatieven naar voren schuift, zal er echt niets gebeuren.

In de media

De flitsbezorgers rukken op, wordt de consument zo nog luier? | NPO Radio 1

De flitsbezorgers rukken op, wordt de consument zo nog luier? | NPO Radio 1

In grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag is het inmiddels een bekend fenomeen: flitsbezorgers. Platforms als Gorillas, Flink en Zapp laten bezorgers gehaast door de stad fietsen om boodschappen zo snel mogelijk bij de klant te krijgen. Wat zegt dit over het gedrag van de consument? Zijn wij zo lui geworden dat we niet eens meer naar de supermarkt gaan? In dit item op Radio 1 ga ik hierover in gesprek.

Facebook komt met een nieuwe naam – BNR Nieuwsradio

Facebook komt met een nieuwe naam – BNR Nieuwsradio

Korte bijdrage op BNR over het nieuws dat Facebook vermoedelijk een nieuwe naam krijgt. Te beluisteren vanaf 1:28.

Sneak preview rapport: de inhoudsopgave…

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Hoe Amazon laat zien dat ‘modern werkgeversgezag’ verder gaat dan de contractvorm | Afwegingen voor het samenwerken met platformen | Studie Deelauto- en deelfietsmobiliteit

Goedemorgen! Afgelopen week op uitnodiging van de Utrecht Data School (Universiteit Utrecht) een presentatie ‘Winnaars en verliezers in de platform maatschappij’ mogen verzorgen voor de gemeenteraad van de gemeente Utrecht. Mijn bijdrage was er eentje in een reeks van vier. Een mooi initiatief om raadsleden bewust te maken van de digitale vraagstukken en uitdagingen. Deze week was ook de start van de module platformeconomie die ik verzorg aan de Global School for Entrepreneurship in Amsterdam. Altijd leuk om met studenten aan de slag te gaan en bij te dragen de kennis van platformen in het onderwijs te borgen. Komende week staat in het teken van het afronden van het rapport van mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. Eind November verschijnt het definitieve rapport, zowel in het Nederlands als Engels.

Ook deze week heb ik weer een paar stukken voor je uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Onder aan deze nieuwsbrief vind je een mooi stuk in Trouw over flitsbezorging waar ik een bijdrage aan heb mogen leveren. Fijne week!

Instagram Blackout: Global Wake Up Call To Social Media Influencers, Small Businesses

Instagram Blackout: Global Wake Up Call To Social Media Influencers, Small Businesses

Het zal je vast niet zijn ontgaan: een week of twee geleden lagen de platformen van Facebook er uit. Na een paar uur kwam alles weer langzaam maar zeker online. Direct verschenen verhalen en podcasts van mensen die door de storing geld waren misgelopen en zich onthand hadden gevoeld.

Natuurlijk kan alles stuk: Facebook blijkbaar dus ook. Thuisbezorgd overigens ook: die lag er vorige week ook een paar uur uit. Is zo’n storing erg? Aan de ene kant niet. Een storing op zijn tijd ook een prima manier om mensen bewust te maken van de afhankelijkheid van bepaalde platformen. Mogelijk dat dit bijdraagt aan de bewustwording van deze afhankelijkheid en het nadenken over het spreiden van risico en kanalen. Voor veel ondernemers zijn platformen als Facebook dé manier om goedkoop en laagdrempelig met klanten in contact te komen en te blijven. Daar zit dan ook weer een risico: afhankelijkheid van het platform voor klantcontact. En hoewel Facebook ontzettend handig en gratis is, is dit een afhankelijk die je als ondernemer of als overheid niet wilt hebben. Je zult dus altijd moeten nadenken over alternatieve (back-up) kanalen en heel simpel: zelf het klantcontact beheren. Want nu is het een storing die roet in het eten gooit: een andere keer verandert het platform het algoritme waardoor jouw bereik een vrije val maakt.

Ik zei in de vorige alinea bij de vraag ‘is dit erg’ bewust ‘aan de ene kant niet’. Er zit namelijk ook een andere kant aan. Dit soort platformen kun je, of je daar blij mee bent of niet, intussen als infrastructuur zien van een samenleving. En hoewel de platformen ook belang hebben bij het niet uit de lucht vallen, kan ik mij voorstellen dat het ook wenselijk is om wettelijk bepaalde checks & balances in te voeren. Met invloed en macht komt ook verantwoordelijkheid.

En voor wie, publiek of privaat, bedenkt met platformen samen te werken of diensten via een platform aan te bieden, heb ik onderstaande checklist gemaakt. Omdat dit soort besluiten niet over één nacht ijs mogen gaan.

Een slide uit een van mijn presentaties over afwegingen bij samenwerking
Amazon copied products and rigged search results to promote its own brands, documents show

Amazon copied products and rigged search results to promote its own brands, documents show

Het is een discussie die al een tijd loopt: de discussie over de dubbelrol van veel e-commerce platformen die zowel een platform bieden voor anderen om spullen te verkopen als ook eigen spullen via het platform in de markt zet. Het is hiermee eigenlijk een discussie voor nagenoeg álle e-commerce platformen, aangezien er bijna geen 100% platform aanbieders zijn in e-commerce.

E-commerce platformen hebben een dubbelrol : zowel het faciliteren van een marktplaats als het aanbieden van eigen producten. En dat wringt. De platformen kunnen leren van de data van de individuele verkopers om vervolgens de producten (eventueel als eigen merk) ook aan te bieden op het platform en de oorspronkelijke aanbieders te degraderen naar pagina 10 van de zoekresultaten. Platformen als Amazon ontkennen al jaren dit te doen, maar toch komen steeds voorbeelden naar buiten waaruit blijk dat dit wel gebeurt. De Europese commissie is een onderzoek gestart.

Dit stuk van Reuters geeft een uniek inkijkje in deze praktijken bij Amazon in India:

“Amazon.com Inc has been repeatedly accused of knocking off products it sells on its website and of exploiting its vast trove of internal data to promote its own merchandise at the expense of other sellers. The company has denied the accusations.

But thousands of pages of internal Amazon documents examined by Reuters – including emails, strategy papers and business plans – show the company ran a systematic campaign of creating knockoffs and manipulating search results to boost its own product lines in India, one of the company’s largest growth markets.”

Is dit gedrag nieuw? Deels wel, deels niet. Supermarkten kennen natuurlijk sinds jaar en dag huismerken. Dit zijn ook eigen producten die zijn ‘geïnspireerd’ door de producten van andere aanbieders. Het verschil met een platform is dat de aanbieders veelal geen alternatief afzetkanaal hebben, aanbieders investeren in de klantrelatie en innovatie via het platform en zij de klant niet op een andere manier kunnen bereiken. Aan de andere kant is de aanbieder ook een klant van het platform: slecht gedrag van het platform kan ook impact hebben op de aantrekkelijkheid van het platform om partner van te worden. Daarom is het ook niet zo gek dat Amazon deze acties onder de pet wil houden.

Kabinet wil nepreviews op internet verbieden | NOS

Kabinet wil nepreviews op internet verbieden | NOS

Het kabinet wil een verbod op nepreviews. Dat is natuurlijk goed nieuws. De vraag is alleen: hoe dan?

De wet lijkt op het eerste gezicht gericht op eigen webshops: “volgens het wetsvoorstel moet de handelaar zich er voortaan van verzekeren of de gepubliceerde beoordelingen echt afkomstig zijn van mensen die het product hebben gebruikt. Handelaren mogen ook niet alleen positieve beoordelingen plaatsen en negatieve verwijderen. Verder moet bij zoekresultaten altijd duidelijk zijn of het om betaalde reclames gaat of dat er is betaald om een hogere plaats te krijgen.”

Waar het wetsvoorstel niet over lijkt te gaan is de verkoop van spullen via een platform. Behalve bij de laatste zin over ‘betaald om een hogere plaats te krijgen’. Ik ben benieuwd naar de verdere uitwerking van het voorstel. En nog meer naar hoe handhaving zal worden georganiseerd. In dit stuk van Nu.nl is terug te lezen dat de ACM zal toezien op handhaving. Dit lijkt mij een aardig complex en bij voorbaat kansarme onderneming wanneer dit traditioneel wordt ingericht. Of de ACM pakt dit vraagstuk als een kans/aanleiding om handhaving opnieuw uit te vinden, dat zou natuurlijk heel mooi zijn. Want ik ben er van overtuigd dat handhaving op een andere (meer automatische) manier moet worden ingericht. Dat zie je ook bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Daar kun je het personeelsbestand vertienvoudigen, maar dat zal op het huidige manier een onmogelijke opgave blijven.

En de ACM? Misschien moeten zij eerst bij de provincie Groningen en Drenthe langsgaan, lees ook het afgelopen week verschenen stuk: ‘Groningen en Drenthe gebruikten nepreviews om fietsroute te promoten‘. 😉

Bij Amazon zijn algoritmen belangrijker dan mensen

Bij Amazon zijn algoritmen belangrijker dan mensen

De discussie over platformen en arbeid gaat eigenlijk alleen over het vakje van de contractvorm. Dit is zonde, aangezien er vraagstukken zijn met betrekking tot technologie op de ‘werkvloer’ die een veel grotere groep werkende raakt.

In dit stuk in het FD: “Amazon heeft een beoordelings- en tariefsysteem gecreëerd waarvan de doelstellingen met elkaar schuren: zoveel mogelijk pakketten per uur bezorgen zonder ongelukken te maken of de wet te overtreden. De algoritmen houden geen rekening met factoren als afgelegen adressen, beroerde wegen of slecht weer. Bezorgdiensten worden gemangeld.”

Dit stuk gaat enerzijds over de impact van een systeem dat je als ‘Talorism on steroïds’ zou kunnen omschrijven. Maar ook over de manier waarop Amazon een systeem met onderaannemers heeft gecreëerd die hun chauffeurs misschien wel in dienst hebben, maar tegelijkertijd ontzettend kwetsbaar zijn:

“Drie jaar geleden deed Amazon, het grootste online winkelplatform van de wereld, een aanbod dat te mooi leek om te negeren: begin je eigen bedrijf en verdien maar liefst $300.000 per jaar met het bezorgen van onze pakketten.

Er reageerden tienduizenden mensen die als beginnend ondernemer wilden profiteren van Amazons onstuitbare groei. Met een bescheiden eigen investering van $10.000 konden nieuwe ‘bezorgpartners’ (in Amazon-jargon: Delivery Service Partner, ofwel DSP) binnen een paar weken een eigen team bezorgers op de weg hebben. Amazon beloofde zijn machtige positie te gebruiken om de starters aan betere voorwaarden voor hun autoverzekering, betere leasecontracten en goedkopere advertentietarieven te helpen.”

Het zou mij niets verbazen wanneer Uber, mochten zij in hoger beroep worden gedwongen chauffeurs in dienst te nemen, een dergelijk systeem zal invoeren. Deels werkt Uber al via dit model (je kunt als taxi ondernemer subaccounts voor jouw chauffeurs aanmaken) en het is aannemelijk dat zij dit model zullen uitbreiden. Waarbij het de vraag is of de chauffeurs er onder de streep beter af zijn. Ik gok van niet.

Deelauto- en deelfietsmobiliteit in Nederland: ontwikkelingen, effecten en potentie | Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Vorige week verscheen een mooi en zeer compleet rapport over deelmobiliteit:

“Het aandeel van de deelauto in de mobiliteit is laag, maar het aanbod van deelauto’s in Nederland groeit. Per gebruiker leidt autodelen tot minder autobezit en naar verwachting tot een beperkte daling van broeikasgasemissies. Driekwart van het aantal deelfietsen in ons land bestaat uit de ov-fiets. De deelfiets vervangt vooral het plaatselijk openbaar vervoer (bus, tram, metro), lopen of het gebruik van de eigen fiets, niet de auto. Het is mogelijk het aandeel van de deelmobiliteit in de totale mobiliteit te vergroten, zij het beperkt. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Deelauto- en deelfietsmobiliteit in Nederland: ontwikkelingen, effecten en potentie’  van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).”

Het gehele rapport is dik, heel dik, maar zeker de moeite van het lezen waard. Een paar opmerkingen:

  • Het is belangrijk te beseffen dat deelmobiliteit geen doel is, maar onderdeel moet zijn van een grotere visie op mobiliteit en leefomgeving;
  • Het is prima wanneer een deelfiets concurreert met het OV: fietsen is een stuk gezonder dan in een bus zitten;
  • Het P2P aanbod vervuilt veel data: het gaat er om hoe vaak een auto beschikbaar is en veel P2P aanbod is slechts heel beperkt beschikbaar en kan door de lage drempel erg snel groeien, wat niets zegt over het gebruik;
  • Wat mij betreft moet deelmobiliteit (en dan vooral deelauto’s) ontzettend gestimuleerd worden en moeten gemeenten nadenken hoe zij wijken leefbaarder kunnen maken door het beperken van het aanbieden van gesubsidieerde stukken schaarse grond voor het opslaan van stilstaand blik.
ABN Amro: diensten als makelaars en bankiers worden overbodig door blockchain | NOS

ABN Amro: diensten als makelaars en bankiers worden overbodig door blockchain | NOS

Ik dacht even een titel uit 2014 te lezen, maar nee, het was echt een stuk dat afgelopen vrijdag is gepubliceerd. In het stuk: “Allerlei soorten diensten van financieel dienstverleners worden overbodig door de
blockchaintechnologie. Dat voorspelt ABN Amro in een rapport. Het gaat onder meer om diensten van notarissen, makelaars en bankiers zelf. De bank verwacht dat de huidige ‘platformeconomie’ steeds meer zal verschuiven naar wat ook wel een ‘protocoleconomie’ wordt genoemd. Daarin wacht financieel dienstverleners volgens ABN Amro, als ze niet oppassen, hetzelfde lot als fysieke reisbureaus. Die gingen veelal ten onder doordat consumenten met internet veel meer zelf konden doen, en daarmee goedkoper uit waren.”

Ik heb geen idee waarom ABN Amro met dit soort uitspraken komt en waarom nu. Misschien had men een rapport nodig om de board van de bank aan te sporen meer haast te maken met de digitale transformatie, dat zou kunnen. Maar de vergelijking met de reisbureaus is natuurlijk onzin: banken zijn al lang bezig zich aan te passen en zich heel bewust van de concurrentie van ‘buiten’. Uiteindelijk zal de aard van de dienstverlening veranderen en zal de bank continu moeten kijken hoe het, ondersteund door technologie, de klant het beste kan helpen. Zij hebben dus zeker niet de luxe op stil te zitten en ja: er is onzekerheid en veel concurrentie, maar een uitspraak dat bankiers overbodig worden door blockchain past echt niet in 2021.

Ik denk eerlijk dat dit stuk van NOS/ANP wat ongelukkig is gestart. Wanneer je verder leest zie je wel interessante en relevante zaken staan, zoals “Onderzocht wordt nog hoe zulk digitaal geld zo geprogrammeerd kan worden dat het alleen aan bepaalde zaken kan worden uitgegeven. Zo kan een overheidssubsidie voor wonen of studie in dat geval geprogrammeerd worden om alleen voor het betalen van de huur of collegegeld ingezet te kunnen worden. Ook kan een tijdslimiet worden meegegeven waarin de subsidie moet worden uitgegeven. Als dat niet gebeurt, verliest het geld voor de gebruiker zijn waarde.”. Er zijn veel interessante ontwikkelingen, ik zal eens kijken of het rapport ergens openbaar staat en hier delen.

De reactie van de notaris en bestuurder van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie in het artikel deed mij denken aan de reactie van een bestuurder van een Taxateurs beroepsvereniging die ook erg was overtuigd dat de ‘human touch’ van de taxateur voor woningen onvervangbaar is. Ik zag iedereen in de zaal denken: “op het moment dat banken een taxatierapport obv big data ook accepteert voor een hypotheek is jouw sector binnen een jaar weg”. Les: zelfvertrouwen is goed, zolang het maar niet doorslaat naar naïviteit 😉

In de media

Mijn tieners bestellen zelfs een banaan bij de flitsbezorger. Is dat erg? | Trouw

Mijn tieners bestellen zelfs een banaan bij de flitsbezorger. Is dat erg? | Trouw

Afgelopen zaterdag een groot stuk in Trouw: “Mijn tieners bestellen zelfs een banaan bij de flitsbezorger. Is dat erg?”. Inclusief bijdrage van ondergetekende. Ik plaats onder andere vraagtekens hoe dit soort bedrijven gebruik maken van publieke infrastructuur en de rekening bij de maatschappij leggen. Vraagtekens bij de belofte waarin het doen van boodschappen wordt gereduceerd tot een transactie. Een beetje als UberPop waar in het begin werd gezegd dat een avondje op de bank zitten ‘onbenutte capaciteit’ was. Als laatst roep ik op meer stil te staan bij de vraag wat voor samenleving we willen. Een vraag die in veel discussies (ook mbt arbeidsmarkt) te weinig wordt gesteld.

Relevante insights over wie platformwerkers nu precies zijn en wat zij willen – ZiPconomy

Relevante insights over wie platformwerkers nu precies zijn en wat zij willen – ZiPconomy

Het stuk uit mijn nieuwsbrief vorige week is ook integraal op ZiPconomy gepubliceerd.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Klusplatformen presenteren onderzoek platformwerk: een analyse.

Goedemorgen! Afgelopen week het land door mogen reizen voor presentaties in Friesland en Limburg. Ook weer veel meters gemaakt met KlusCV en de laatste hand gelegd aan het rapport van mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata waar ik het afgelopen jaar onderzoek naar heb gedaan en dat de basis is voor KlusCV. Deze week start de module ‘platformeconomie’ die ik heb ontwikkeld voor de Global School for Entrepreneurship weer, veel zin in om met de ondernemende studenten aan de slag te gaan. Afgelopen week verscheen een rapport over platformwerk, welke in opdracht van zes Nederlandse klusplatformen is uitgevoerd. In deze editie een (heel) uitgebreide analyse van het rapport. Mooie week!

Afgelopen week publiceerden zes Nederlandse klusplatformen een door Motivaction uitgevoerd onderzoek dat inzicht moet geven in de houding van platformwerkers ten aanzien van het onlangs gepresenteerde SER-akkoord. Wat zegt dit rapport? En wat niet? Om daarachter te komen dook ik dit weekend in de onderzoeksrapportage.

Het probleem bij dit soort rapportages is veelal dat deze met de nodige argwaan worden ontvangen. De afzender heeft immers een belang te verdedigen, waardoor er altijd wel iets te zeggen valt over de keuze voor vraagstelling en de conclusies die worden getrokken. Die argwaan is in veel gevallen misplaatst: het is immers aan de ontvanger om de aangeboden informatie juist te interpreteren en verder te kijken dan de hoofdpunten uit het persbericht. En wanneer je als ontvanger zelf wat dieper in de cijfers duikt, kom je vaak heel interessante zaken tegen. Zo ontdekte ik in 2019 dat de cijfers in het FNV-onderzoek ‘Riders verdienen beter’ aantoonden dat maaltijdbezorgers via platformen meer verdienen dan voorheen marktconform was voor deze sector. Niet bepaald iets dat je in het persbericht hebt kunnen lezen.

Ook op dit onderzoek (download hier de rapportage) vanuit de platformen valt wat aan te merken, maar wanneer je dieper in de rapportage duikt kom je een aantal heel interessante zaken tegen. Want eigenlijk weten we heel erg weinig wie die platformwerkers nu precies zijn en wat zij willen. En dit onderzoek, dat is gebaseerd op een enquête die door 1.271 platformwerkers is ingevuld, geeft een aantal relevante insights. Laten we bij het begin beginnen.

Niet gehoord in het SER-akkoord?

In het persbericht dat dit rapport aankondigt valt te lezen dat de platformwerkers die de enquête hebben ingevuld het gevoel hebben niet te zijn betrokken, niet te zijn geïnformeerd en niet te zijn gesteund in het opmaken van het SER-akkoord. Dit past wel in de observatie dat wat de werkende wil niet zo heel relevant is in het debat. Ook niet voor de rechter overigens: de wet is immers de wet. En als daar iets aan moet worden veranderd, dan is dat een taak aan degenen die het beleid maken.

Maar voelen platformwerkers zich echt niet gehoord? Wat mij bij het lezen van het rapport opviel is dat 64 procent van de respondenten aangeeft niets over het SER-advies te hebben gehoord. De overige 36 procent heeft hier dus wél van gehoord. Ik heb geen idee hoe dit in andere sectoren is, maar volgens mij is dat best een aardig percentage. En hoewel 84 procent van de respondenten aangeeft niet te zijn geraadpleegd voor advies, is 8 procent geraadpleegd via een werkgeversorganisatie en 8 procent via een vakbond (!!!). Dit laatste percentage verbaasde mij, zeker wanneer je weet dat platformwerkers gemiddeld jong zijn en de participatie van jonge werkenden binnen vakbonden dramatisch laat is. Je zou dus ook kunnen zeggen dat platformwerkers bovengemiddeld zijn vertegenwoordigd door, of op zijn minst informatie ontvangen van, vakbonden.

Flexibiliteit

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat flexibiliteit erg belangrijk is voor platformwerkers. Het kunnen werken wanneer en waar je wilt (68%), het kunnen combineren met andere activiteiten (48%) en het nergens aan vast zitten (33%) zijn de grootste voordelen volgens de respondenten. Geen inkomen bij vakantie of ziekte (42%), geen zekerheid dat er genoeg werk is (42%) en minder financiële zekerheid (39%) worden als grootste nadelen aangegeven.

De voordelen laten zien dat platformwerkers de flexibiliteit die het werken via een platform biedt kunnen waarderen en zich ook bewust zijn van de nadelen. Dit is op zich niet verrassend, maar wel prettig om dit op deze manier bevestigd te zien.

Wat opvalt in het onderzoek is dat er weinig wordt gesproken over de juridische status van de werkende. Een niet verrassende keuze. Inhoudelijk omdat de juridische status en de dynamieken van het werken via een platform twee verschillende dingen zijn, behalve bij ‘on demand’ klussen. En ‘public-affairs-technisch’ begrijpelijk omdat dit een gevoelig onderwerp is met alle rechtszaken die spelen. Toch is een link met de juridische status sporadisch in vragen terug te vinden. Zo wordt gevraagd of de respondent liever een arbeidscontract ‘bij een opdrachtgever met doorbetaling bij ziekte en een werkeloosheidsuitkering’ wil (25%) of wil ‘werken als zzp’er met bijbehorende flexibiliteit en belastingvoordeel’ (75%). Deze vraag is natuurlijk wat, op zijn zachtst gezegd, ‘opmerkelijk’ gesteld. Dit omdat flexibiliteit en zekerheid in vele gevallen goed te combineren zijn en ik niemand ken (op een paar rooie rakkers na) die géén belastingvoordeel willen hebben. Het is begrijpelijk dat een platform ondernemer een vraag zo zou willen opnemen in een rapport, maar vooral opmerkelijk dat een professioneel onderzoeksbureau zich hiervoor laat lenen. Los daarvan: een vraag als deze doet afbreuk aan een onderzoek en rapport zonder ook daadwerkelijk iets bij te dragen. Onnodig dus. Ook de vraag ‘ik werk liever als zelfstandige via een platform dan met een contract via een uitzendbureau’ is suggestief, aangezien er in de to-business markt ook platformen zijn die werken met een uitzendconstructie.

Wat ook opvalt is dat bij de vraag ‘welke van de volgende uitspraken geeft het beste jouw mening weer over werken via een platform’ moet worden gekozen tussen flexibiliteit versus loondienst. Wat resulteer in de kop ‘merendeel werkers geeft voorkeur aan platformwerk boven loondienst’. Hiermee wekken de onderzoekers naar mijn mening de schijn dat er een keuze is tussen óf flexibiliteit, óf zekerheid. Dit terwijl het in deze vraag meer gaat om flexibiliteit of stabiliteit.

Wie is de platformwerker?

Tot nu toe heeft het rapport, wanneer je een aantal suggestieve vragen links laat liggen, een aantal interessante inzichten verschaft. Vooral het deel ‘wensen en behoeften van platformwerkers’ geeft een aantal mooie inzichten. Het rapport wordt nog interessanter wanneer je doorbladert naar de bijlagen. Hier vind je over twee pagina’s verspreid meer informatie over de achtergrond van de respondenten. Per platform zie je de opbouw van de platformwerkers op leeftijd, geslacht, opleiding, thuissituatie, uren platformwerk en verdiensten. Deze tabellen geven een mooi inkijkje in wie de platformwerkers nu precies zijn. Waarbij het ook opvalt dat platformen die voor de buitenwereld een vergelijkbaar product aanbieden (Temper vs YoungOnes), onder de ‘motorkap’ enorm verschillen in populatie. Zo werken via YoungOnes veel meer heel jonge mensen dan via Temper. Dit inkijkje vooral uniek, omdat het velen (o.a. SER/SEO en TNO) nog niet is gelukt om echt inzicht te krijgen in deze populatie.

De twee pagina’s geven veel informatie, maar roepen vanzelfsprekend ook weer veel nieuwe vragen op. Nu ik weet dat er zoveel variabelen beschikbaar zijn, komen er ontelbaar meer nieuwe vragen bij. Kijken respondenten die aangegeven hebben dat de inkomsten die via het platform worden verdiend anders tegen de voor- en nadelen dan zij die het als bijverdienste doen? Het zou ontzettend interessant zijn om dieper in de data te duiken. En hoewel de uitkomsten dan misschien niet altijd meer even representatief zijn (de meeste respondenten werken via Temper en YoungOnes, de minste via Roamler en Helpling), kunnen ook deze berekeningen weer relevante inzichten bieden. Het zou mooi zijn wanneer de dataset ook met wetenschappers zou worden gedeeld om te kijken wat er nog meer uit de data valt te halen. Wat dat betreft zijn de resultaten van dit onderzoek pas een eerste basis uitdraai.

Conclusie

In een tijd dat er veel óver werkenden in plaats van mét werkenden wordt gesproken en onderzoekers veelal geen toegang hebben tot platformwerkers biedt dit rapport enkele interessante inzichten in de vraag wie de platformwerker is, wat de motivaties zijn en wat als grootste voor- en nadelen wordt ervaren. De link met het SER-advies vindt ik persoonlijk wat ver gezocht, maar als een SER-advies het excuus moet zijn om een dergelijk onderzoek uit te laten voeren, dan is dat natuurlijk helemaal prima. Wat ik vooral hoop is dat dit onderzoek er eentje van velen is, waarbij het mooi zou zijn wanneer instituties als SER/SEO/TNO/etc. en platformen gaan samenwerken om structureel meer inzichten te krijgen in de vraagstukken vanuit de beleving van de platformwerker. Dit zal ons helpen de kansen en bedreigingen beter te begrijpen. Hiermee kunnen vervolgens de beleidsmakers worden gevoed, zodat zij (ja, hoop doet leven) dit mee kunnen nemen in de te maken keuzes over de toekomst van de arbeidsmarkt. Want als er iemand is die zou moeten luisteren naar wat de werker wil (om vervolgens de afweging te maken tussen individueel en collectief belang), dan zijn dat onze volksvertegenwoordigers. Laten we hopen dat zij binnenkort met een frisse blik met dit urgente vraagstuk aan de slag gaan.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Hoe Unilever met een intern platform de werkende centraal zet | Leestip: De stand van Digitaal Nederland | Hoe maak je beleid voor platformwerk?

Goedemorgen! Soms zou het fijn zijn wanneer er meer uren in een dag of dagen in een week zouden zitten. Dat was mijn wens voor afgelopen week. Een hoop mooie dingen passeerden de revue: van een mooi gesprek over de impact van big tech op de toekomstige vraagstukken voor de AFM tot een bijeenkomst met een panel discussie met Kees Verhoeven bij Considerati, waar ik hoorde dat een abonnement op mijn nieuwsbrief standaard onderdeel is van het onboarding proces van nieuwe medewerkers. Ook kwamen afgelopen week de eerste resultaten van het onderzoek naar de impact van een geïmporteerde rating op het vertrouwen van de opdrachtgever binnen. Deze zagen er goed uit. Komende week weer veel op pad voor presentaties, onder andere in Friesland en Limburg en gesprekken met onderzoekers van Oxford University over een ‘code of conduct’ als onderdeel van KlusCV/GigCV. Zoals je leest: ik vermaak mij wel! Ik hoop jij ook. Maak er een mooie week van.

Unilever werft eerst intern voor projecten en ‘gigs’ – ZiPconomy

Unilever werft eerst intern voor projecten en ‘gigs’ – ZiPconomy

Platformen zullen een steeds belangrijkere rol gaan spelen in de organisatie van werk in de toekomst. Veel aandacht en discussie gaat uit naar de losse klusplatformen / marktplaatsen. Hoewel deze heel zichtbaar zijn, leidt deze focus ook af van de werkelijke kansen. Een mooi voorbeeld van hoe platformen kunnen bijdragen aan de organisatie van werk zie je terug bij platformen die interne mobiliteit voor klussen faciliteren. Een tijdje geleden deelde ik al een mooie casus van Schneider Electric en afgelopen week kwam er een mooie casus bij van Unilever:

“Een frisse blik of hulp nodig bij een project? Die hoeft niet altijd van buiten te komen. Daarom werkt Unilever met de ‘talent marketplace’ U-Work. Met deze HR-tool wordt interne mobiliteit, samenwerken en talentontwikkeling extra makkelijk.”

Unilever werkt overigens al een aantal jaren met een platform voor interne mobiliteit, lees ook dit stuk. Daar lees je onder andere dat bij het bedrijf in 2019 al meer dan 30.000 medewerkers van Unilever van het systeem gebruik maken. En ook: “Unilever has unlocked 60,000+ hours of work that people want to do, and 95% of employees endorse the system.”.

Het idee is dat niet de processen, maar de medewerker centraal staat. Deze kiest de klussen en projecten die op het interne platform worden aangeboden uit en nemen zo de eigen regie op hun werk en ontwikkeling. In dit geval vanuit een vast dienstverband. Het is aannemelijk dat een dergelijk systeem in de toekomst zal worden uitgebreid om ook zo mensen van buiten toegang te geven (eventueel wanneer een klus intern niet wordt opgepakt), maar ook door bijvoorbeeld mensen die met pensioen gaan nog bij het bedrijf te betrekken.

Weer een mooi voorbeeld dat laat zien dat platformen op allerlei manieren kunnen bijdragen aan de organisatie van werk, dat ‘vast minder vast’ niet ten koste hoeft te gaan van zekerheid, dat het centraal zetten van de werkende in plaats van het centraal zetten van de processen veel kansen met zich meebrengt en dat er ook veel kansen voor bestaande bemiddelaars liggen om klanten op een ander niveau te ondersteunen en faciliteren. En dat de transitie naar een platform gedreven organisatie niets met techniek, maar alles met organisatie en mensen te maken heeft.

Microsoft laat appwinkels van Epic en Amazon toe in eigen Store | NU.nl

Microsoft laat appwinkels van Epic en Amazon toe in eigen Store |  NU.nl

Een interessante stap van Microsoft, welke heeft besloten “geen commissie te vragen over aankopen die via de winkels van derden worden gedaan als die hun eigen betaalsystemen gebruiken.”

Het bedrijf vaart hiermee een andere koers dan Apple en Google. Ik vermoed dat het voor Microsoft ook een stap is die minder (financiële) pijn kost en een relatief eenvoudige kans om zich positief te profileren tegenover Apple en Google die beiden onder druk staan om de voorwaarden van de stores te versoepelen. Maar dat het bedrijf de stap zet is natuurlijk alleen maar goed.

‘Nieuw kabinet, toon daadkracht voor waardevolle digitale innovatie’ | Rathenau Instituut

‘Nieuw kabinet, toon daadkracht voor waardevolle digitale innovatie’ | Rathenau Instituut

Afgelopen week las ik het rapport ‘De stand van digitaal Nederland’, geschreven door onderzoekers van het Rathenau Instituut.

De eigen introductie: “Het komend kabinet moet krachtige wetgeving vaststellen voor digitale innovatie. Daarnaast moet het parlement kritischer toetsen wat de maatschappelijke opbrengst is van digitale middelen voor het onderwijs, de gezondheidszorg, het openbaar bestuur, de veiligheid of een duurzame samenleving. Dit is nodig om hardnekkige problemen van digitalisering op te lossen. Daarop wijst het Rathenau Instituut in het rapport ‘De stand van digitaal Nederland’.”

De onderzoekers delen in het rapport 3 speerpunten voor een nieuwe digitaliseringsstrategie :

  1. Stel krachtige, toekomstbestendige kaders vast
  2. Innoveer waardengedreven, gebaseerd op kritisch parlementair debat
  3. Creëer zeggenschap voor professionals en burgers

Een waardevol rapport die niet alleen relevant is voor het nieuwe kabinet (wanneer deze ooit een keer zal worden gevormd), maar voor iedereen die zich bezighoudt met vraagstukken rondom digitalisering en het borgen van publieke waarden. Ik kan sowieso aanraden het werk van het Rathenau Instituut te volgen, naar mijn mening doen zij echt veel goed werk en worden zij veel te weinig als bron gebruikt in debat, beleid en media. Doe er je voordeel mee.

How should Canada design policies to protect gig workers?

How should Canada design policies to protect gig workers?

In het publieke en politieke debat wordt veel gesproken óver platformwerkers, maar nauwelijks mét platformwerkers. Dat is niet alleen in Nederland het geval. In een Linkedin bericht deelde Laura Lam, PhD onderzoeker in Canada naar ‘migrant workers’ in de kluseconomie, haar volgende ervaring: “Having interviewed platform workers for the past two years, I consistently hear the feedback that their voices don’t seem to matter. Policies are designed to react to labour precarity (or under the moniker of “future of work”), yet no proactive program to consult and listen.”

In dit artikel deelt Laura, samen met haar co-auteur, haar gedachten over hoe beleid rondom platformwerk zou moeten worden vormgegeven. Ik ben zo vrij geweest het in mijn ogen meest relevante fragment hier onder te delen:

“A second category our labour policies must address is the case of “categorical ambiguity” and define what is different about gig work. A lack of clarity has resulted in chaos and confusion among workers. Recent research looked at the case of Uber’s entry into Toronto in 2014. Uber drivers and taxi drivers were doing essentially the same work, yet there suddenly emerged two different categories of workers. Categorical ambiguity resulted in workers being pitted against each other, and this perceived difference between the two was ultimately codified in the municipal bylaws of the City of Toronto. This shows how ambiguous – and arguably illusory – distinctions can have a profound impact on how we organize and perceive work, and how these differences – with consequences for the lives of drivers – can become embedded into legal and social infrastructure.

Designing and modernizing our employment policies for gig workers is a momentous task, but it is more crucial than ever that we do it well, factoring into account the different experiences of those who choose to enter this work. COVID-19 led to enormous job losses, and the effect on our labour market has implications for workers’ long-term social security. This is a “don’t design a policy about us without us” situation. Policy-makers need gig workers and organizations that work closely with them at the forefront of policy analysis and decisions made at the municipal, provincial, territorial or federal level.

How can we leverage gig work as a pathway toward emancipation and empowerment rather than oppression? In Canada, we need to truly understand how to design policies that make sense for our changing demographics. We must ensure that opportunities in the gig economy come without compromising the qualities that matter most: decent working conditions, stable employment and human rights, as well as personal well-being now and throughout our working lives.”

Revolt of the NYC Delivery Workers – The Verge

Revolt of the NYC Delivery Workers – The Verge

“Exploited by apps. Attacked by thieves. Unprotected by police. New York City’s 65,000 delivery workers have only themselves to count on. They’ve improvised solutions, like bridge patrol to protect themselves from attacks, to make their jobs feasible.”

Een fascinerend inkijkje in de ‘delivery scene’ in New York.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Hoe de overheid in Maleisië investeert in digitale skills van haar burgers | Dit coöperatieve platform zet in 2020 1 miljard euro om | Platform tip: BeMyEyes

Goedemorgen! Afgelopen week na een aantal kleinere ‘offline’ presentaties weer mijn eerste grote ‘offline’ presentatie gedaan voor 200 leden van de coöperatie Royal Flora Holland. Fijn dat dit weer kan. In diezelfde week ook een groot, maar dan online, event over ‘migratie en telemigratie in de kluseconomie‘.  Deze (mede)organiseerde ik vanuit mijn kantoorstudio, samen met 8 andere organisatoren uit 6 landen. We hadden 11 sprekers uit 9 landen en een publiek uit meer dan 15 landen en gebruikten Zoom, GoogleDocs en Whatsapp om dit te organiseren. Mooi om te zien dat beide varianten kunnen, maar ik hoop toch echt wel dat de fysieke evenementen en daarbij fysieke ontmoetingen de norm gaan worden. Digitaal waar het digitaal kan, maar zeker ook niet de waarde van fysieke ontmoetingen onderschatten.

Deze week weer 5 mooi stukken gevonden en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

In de kern lossen platformen informatie asymmetrie op, verleggen transactiekosten en verlagen drempels. Hierdoor kunnen in sommige gevallen transacties die voorheen onmogelijk waren uit te voren opeens wel worden georganiseerd. Een mooi voorbeeld is de app die ik vorige week op mijn telefoon heb geïnstalleerd: Be My Eyes. Een platform dat mensen met een visuele beperking koppelt aan vele duizenden vrijwilligers. Stel een gebruiker met een visuele beperking heeft een pak melk en weet niet wat de houdbaarheidsdatum is. Dan kan deze de app openen en om hulp vragen. Vervolgens wordt verbinding gemaakt met een van de vrijwilligers die de hulpbehoevende even voor een minuutje wil helpen. Briljant in eenvoud en voor de gebruikers een hele mooie oplossing.

Omzet via Floriday groeit naar meer dan miljard euro eind dit jaar

Omzet via Floriday groeit naar meer dan miljard euro eind dit jaar

Veel voorbeelden over succesvolle platformen zijn to-consumer (2C) voorbeelden. Op zich is dat begrijpelijk: 2C platformen zijn vaak goed zichtbaar voor de buitenwereld en veelal een ‘losse’ entiteit (een startup klinkt meer sexy dan een procesoptimalisatie of -transformatie). Daarnaast zijn 2C platformen vaak ook geïsoleerde dienstverleningen en daardoor veel eenvoudiger te realiseren. Die complexiteit zorgt ervoor dat de ontwikkeling in een 2B domein vaak minder zichtbaar is, later van start gaat en zich minder snel kan doorontwikkelen. Het duurt dus even, maar dan heb je wel wat.

Afgelopen week gaf ik een presentatie voor 200 leden van de coöperatie Royal Flora Holland op een evenement dat ging over hun eigen platform: Floriday. Over dit bedrijf schreef ik het volgende in mijn boek:

“Royal FloraHolland is een van twee grootste bloemenveilingen van Nederland. Deze fysieke marktplaats met de veilingklok, waar met 100.000 transacties per dag 30.000 soorten bloemen en planten worden verhandeld, maakt een transitie door naar een digitale marktplaats. Al een paar jaar is de trend zichtbaar dat kwekers hun aanbod in steeds meer verschillende verkoopsystemen aanbieden en ontvangen. Deze versnippering maakt de handel bewerkelijker, tijdrovender en kostbaarder. In platformtermen: de transactiekosten nemen toe. Met Floriday is een digitaal platform gecreëerd waar kwekers hun catalogus, aanbod en orders beheren. “Kwekers bedienen met Floriday verschillende handelskanalen. We maken de sierteeltsector toegankelijker en eenvoudiger door één open platform te bieden waar kwekers, dienstverleners en verkoopkanalen op aansluiten”, staat op de website te lezen. Waar menig platform de belangen van twee partijen (vraag en aanbod) moet verenigen, heeft Floriday als platform te maken met kwekers, klanten, leveranciers en andere dienstverleners. Een flinke klus om dit succesvol te maken.”

Afgelopen week werd bekend dat de verwachting is dat dit jaar voor 1 miljard euro aan sierteelt via het platform zal worden verhandeld.

Dit voorbeeld laat zien dat:

  1. 2B platformen veel kansen bieden;
  2. je als sector echt ook zélf het voortouw kunt nemen;
  3. je als organisatie jouw legacy in kunt zetten om iets unieks neer te zetten: wat heb jij dat een snelle start-up niet heeft? > veelal klanten, geld, data, infrastructuur en een vertrouwd merk;
  4. het hier natuurlijk helemaal niet om technologie gaat, maar om het meenemen van mensen in een verhaal en transitie.

Wat de organisatie ook extra interessant maakt is dat het een coöperatie is. Floriday is dus een coöperatief platform. En waar bij de opkomst van platform coöperaties vooral de nadruk lag bij het ‘van scratch’ ontwikkelen van een platform door gebruikers (veelal: aanbieders) zie je nu een verschuiving waar vooral bestaande coöperaties die platformen inzetten om processen te automatiseren of nieuwe diensten aan te bieden aan de leden.

Bestaande coöperaties zien al sinds 2015 kansen voor coöperatieve platformen: “to encourage existing cooperatives to exploit the potential of digital and web technologies to update and upgrade their internal participation patterns”. En afgelopen week gaf de Europese Commissie aan dat het coöperatieve gedachtegoed “could constitute an important instrument” voor een gelijker speelveld in de platformeconomie. Waar de commissie dan vooral keek naar platformen die bemiddelen tussen de vraag en aanbod van arbeid.

Hof: Helpling-schoonmakers zijn uitzendkrachten | NOS

Hof: Helpling-schoonmakers zijn uitzendkrachten | NOS

Afgelopen week deed de rechter uitspraak in de zaak FNV > Helpling. FNV is al een aantal jaren van mening dat de thuischoonmaaksters die via Helpling schoonmaakwerk vinden bij particuliere huishoudens werknemer bij het platform zijn. In een eerdere uitspraak oordeelde de kantonrechter dat Helpling geen werkgever is, maar wel een bemiddelaar. Afgelopen week oordeelde de rechter in het hoger beroep dat de schoonmaaksters uitzendkrachten zijn die via het platform werken. Hiermee hebben zij onder andere recht op doorbetaling van loon als ze ziek zijn. Als zij ontslagen worden, hebben ze recht op een transitievergoeding. Zij vallen dan weer niet onder de schoonmaak-cao.

In een uitgebreide blog die ik in 2018 schreef na de eerste rechtszaak het volgende over de aanklacht:

“Als FNV wint en Helpling de huishoudhulpen in dienst moet nemen, dan gaat de prijs van de hulp voor de klant omhoog naar een bedrag van minimaal 20 euro. Nagenoeg geen enkele particulier is bereid dit bedrag per uur te betalen. Er zal niemand meer boeken via het platform en Helpling is binnen de kortste keren failliet. Is daarmee het probleem opgelost? Nee. Die schoonmaak wordt ook daarna nog wel gedaan. Maar dan via de zwarte markt. Dus ook al wint FNV de rechtszaak, de schoonmaakhulp wordt er niet beter van. .”

Nu heeft FNV gewonnen en is het de vraag wat Helpling gaat doen. Helpling heeft in een reactie aangegeven de aanklacht te bestuderen. Toen Uber dat zei had ik daar weinig mee, maar bij Helpling snap ik het wel: het is niet duidelijk wat er nu precies moet gebeuren. Het bedrijf heeft 30 dagen om de veranderingen door te voeren.

Ik ben erg benieuwd wat er u gaat gebeuren. Als de kosten omhoog gaan, dan gaan ook de prijzen voor de consumenten omhoog. En het is de vraag of zij daarna het platform massaal zullen verlaten. Wat FNV hier doet is het ontkennen van het bestaan van de zwarte markt en het ondermijnen van de regeling dienstverlening aan huis. Thuisschoonmaaksters zijn namelijk geen zzp’ers, maar werken volgens deze regeling. En daardoor concurreert Helpling niet met een professioneel schoonmaakbedrijf, maar met de zwarte markt.

Volgens mij is de enige manier om dit naar ieders tevredenheid te regelen het erkennen dat dit werk onderbetaald is en net als onder andere België, Frankrijk, Zweden en Denemarken dit werk subsidiëren. Het wordt dus tijd voor een échte oplossing. Ik ga er vanuit dat FNV (maar ook: SZW en de politiek) dit ook beseffen en hier de verantwoordelijkheid pakken. Een misschien iets minder sexy en nieuwswaardig onderwerp, maar voor wie echt om de werkende geeft een hele mooie kans.

‘Facebook is in feite een onveilige omgeving’ – NRC

‘Facebook is in feite een onveilige omgeving’ – NRC

“Techprofessoren: Hij is een bèta, zij een alfa. Samen willen hoogleraren Bart Jacobs en José van Dijck pionieren met ethische alternatieven voor Big Tech.”

Mooi interview en ik hoop van harte dat zij hiermee een mooie bijdrage leveren aan de toekomst van het internet. En voor wie nog steeds denkt dat de systemen achter platformen als Facebook perfect zijn, luister dan deze indrukwekkende podcast serie ‘The Facebook Files’ van The Wall Street Journal.

Case: hoe de overheid Maleisië investeert in digitale skills

Case: hoe de overheid Maleisië investeert in digitale skills

Een van de sprekers van het Wageindicator event was Mohd Redzuan Affandi Bin Abdul Rahim, Director of Sharing Economy Development at Malaysia Digital Economy Corporation (MDEC). Al tijdens de voorbespreking was ik onder de indruk van zijn casus. Het verhaal:

“In 2015, Malaysia Digital Economy Corporation (MDEC) has introduced the eRezeki programme, a programme that was designed based on the Crowdsourcing / Sharing Economy models with the main objective of providing additional income opportunities for the Rakyat via digital platforms. The programme facilitates matching of individual participants with jobs or tasks offered by various Crowdsourcing / Sharing Economy platforms via comprehensive profiling, training and on-boarding process.

The main target group of this programme are individuals from lower income households, unemployed and underemployed, pensioners, veterans as well as individuals with disabilities. Examples of task / jobs offered in this programme includes delivery rider, personal helper, e-hailing drivers, electrician, home tutor etc.

The eRezeki Programme has proven success in delivering income opportunities to the people via the Sharing / Gig Economy model. From 2016 to 2020, more than RM1.3 billion worth of income was earned by more than 700,000 participants of the programme. The exponential growth over the years indicates the growing trend of Sharing / Gig / Freelance Economy sector in the local market and is in line with the global landscape.

Additionally, the local Sharing / Gig Economy ecosystem is also growing rapidly with the emergence of new start-ups in this space. There are more local Sharing Economy platform players in 2020 compared to the year 2015. Based on data from eRezeki, there were only 5 local platform partners in 2015 as compared to 106 local platform partners in 2020.”

Dit programma heeft met de start van covid nog een extra boost gekregen. Mooi om te zien hoe de overheid investeert in de digitale skills van bepaalde groepen burgers en hen helpt onafhankelijk inkomen te vergaren via online platformen. Door samen te werken met enkele platformen krijgen de burgers wat extra voordelen. Een mooie casus.

In actie

Het Wageindicator event vanuit mijn kantoor studio.
En ook weer een presentatie voor een grote groep

In de media

FNV wint rechtszaak tegen Uber. Een uitgebreide analyse over de gevolgen. – ZiPconomy

FNV wint rechtszaak tegen Uber. Een uitgebreide analyse over de gevolgen. – ZiPconomy

Mijn stuk over de Uber > FNV zaak is vorige week ook op ZiPconomy gepubliceerd.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via m
ail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

FNV wint rechtszaak: Uber moet chauffeurs in dienst nemen. Een uitgebreide analyse van deze uitspraak en een blik in de glazen bol.

Goedemorgen! Afgelopen maandag werd mijn planning van tafel geveegd door de commotie rondom de uitspraak van de rechter in de zaak FNV tegen Uber. Wat resulteerde in interviews voor NOS.nl, Radio 1 (2x), ZiPconomy, Nu.nl, NRC en Telegraaf. Dat was erg leuk om te doen. De rest van de week heb ik mij vermaakt met o.a. een sessie ‘Dag overheid, hallo platform!’ op het iBestuur congres in Den Haag en een dagje data analyseren op de Universiteit Twente mbt het onderzoek naar in hoeverre platformwerkers hun reputatie- en transactiedata mee willen nemen in de vorm van een KlusCV.

Nu dit weekend het stof rondom de Uber uitspraak was neergedaald leek het mij leuk voor op de zondag avond om een uitgebreide analyse te maken wat er zich de afgelopen week heeft afgespeeld. Deze week dus geen 5 losse artikelen, maar één lang stuk over de uitspraak FNV > Uber.

Veel leesplezier en fijne week!

Alleen hij of zij die de afgelopen week zonder bereik onder een steen heeft gelegen heeft het nieuws kunnen missen: de uitspraak van de rechtszaak die FNV tegen taxiplatform Uber heeft aangespannen. De inzet: de juridische status, met de hierbij behorende (on)zekerheden, van de chauffeurs. Het werd een duidelijke uitspraak. Een uitspraak die de toon zet, maar nog zeker veel vragen met zich meebrengt. In dit stuk ga ik in op de uitspraak, de zaak, de context en denk ik na over wat de gevolgen kunnen zijn.

Wat er voorafging

Er is al een flinke tijd veel onduidelijkheid rondom de vraag wie nu wel en wie nu geen ‘echte’ zzp’er is. Zoveel onduidelijkheid, dat ook een poging een nieuwe toets in te voeren faliekant dreigt te mislukken. Dat ook bij de overheid bekend is dat het zzp-dossier op zijn zachts gezegd niet lekker loopt is ook hier niet onopgemerkt gebleven. Zo is besloten om voorlopig niet te handhaven, wat in de praktijk betekent dat ‘de markt’ het dan maar zelf op moet lossen. En hoewel het er naar uit ziet dat iedereen het erover eens is dat alleen een grondige hervorming van de arbeidsmarkt een écht duurzame oplossing is, is er geen zicht op een oplossing. Iedereen blijft veilig in de eigen silo zitten en het ziet er naar uit dat de onduidelijkheid blijft.

In de kluseconomie speelt de discussie over de juridische status van de werkende ook. Het merendeel van de kluseconomie platformen heeft intussen erkend dat zij wel een bemiddelaar zijn, maar ziet zich niet als werkgever. Vakbond FNV (CNV is in dit debat onzichtbaar) is van mening dat platformwerkers in principe ‘werknemer zijn tenzij’ en probeert, met wisselend succes, haar gelijk te krijgen in de rechtszaal. In het geval van Uber, het taxiplatform waar chauffeurs als zzp’er voor rijden, heeft de rechter vorige week bepaald dat de chauffeurs ‘gewoon’ werknemers zijn. Een historische uitspraak. FNV wint. Uber verlies. En de chauffeur? Tja, dat is nog even afwachten.

De stelling en omstreden rol van FNV in dit debat

De zaak tegen Uber is aangespannen door de FNV. De vakbond voerde eerder rechtszaken tegen Deliveroo (verloren, gewonnen en gewonnen) en Helpling (verloren) en er staan nog een aantal andere zaken in de steigers. De inzet bij deze zaken: het erkennen van het werkgeverschap. Volgens FNV is flexibiliteit en zekerheid namelijk prima te combineren binnen een uitzendovereenkomst. Het begint ook intern bij de FNV op te vallen dat zij in dit debat wel erg vaak de uitzendsector promoten. Zo zei Erik Pentenga, sectorbestuurder FNV Flex, in een ABU-publicatie: “Dat is toch erg, nou moet ik als onderhandelaar van de vakbond de uitzendovereenkomst gaan lopen verdedigen.” Ja dus.

De rol van FNV in dit debat is niet onomstreden. Zo is het de vraag in hoeverre FNV ontvankelijk is om een zaak te voeren: het is niet duidelijk hoeveel platformwerkers door de bond worden vertegenwoordigd. Ook lijkt de keuze van de aan te klagen partijen soms wat selectief. De activiteiten en voorwaarden van kluseconomieplatformen zijn in veel gevallen namelijk echt niet nieuw en worden soms al tot 25 jaar gedoogd door FNV. Zo heeft Helping een 25 jaar oudere concurrent HomeWorks en is Uber echt niet de enige die gebruik maakt van freelancers. Taxicentrales als TCA doen dit al sinds jaar en dag. En ook de ‘oude rotten’ in het vak worden steeds meer technologie gedreven. Ik verwoorrde dit in een eerder blog als volgt: “Als de FNV het belangrijk vindt om voor deze doelgroep op te komen, waarom hebben zij een organisatie als HomeWorks dan niet al veel eerder aangepakt?”

Als laatst is het de vraag in hoeverre de werkenden ook echt iets opschieten met de rechtszaken van FNV. Zo concurreert Helpling met de zwarte markt en zijn activiteiten van to-business platformen ook prima in een uitzendovereenkomst te gieten, maar bouwt de werkende ook hierin nagenoeg geen zekerheid op. Gekscherend zou je kunnen zeggen dat FNV tegen schijnzelfstandigheid vecht, maar daarmee soms iets te veel schijnzekerheid promoot.

Ben ik van mening dat alle rechtszaken tegen platformen onnodig zijn? Zeker niet: de uitspraken geven duidelijkheid. Het enige dat ik zonde vind is dat de nuance in het debat verdwijnt wanneer de strijd om het ene of andere hokje gaat. Valkbonden zien loondienst als heilige graal, terwijl de discussie over gaat over zekerheid, beperken risico, continuïteit en eerlijkheid. Ik had (met mijn naïeve hoofd) gehoopt dat de opkomst van platformen als excuus zou worden gebruikt voor een bredere discussie over de toekomst van werk, maar die kans lijkt verkeken. En dat is ook niet in het belang van de werkende en daarmee ook niet van de vakbond.

De uitspraak

Dan de uitspraak van vorige week. In het verweer in de rechtszaak pleitte Uber geen werkgever te zijn: de taximarkt is immers al jaren een zzp-markt. Het enige dat Uber toevoegt in de markt van taxi bemiddelaars als centrales is een geavanceerde app. FNV gaf aan bekend te zijn met het gegeven dat deze markt een zzp-markt is, maar dat dat in deze zaak niet relevant is: de zaak gaat puur om Uber en wat er in de rest van de taximarkt ‘normaal’ is, was volgens FNV niet relevant. In de uitspraak kiest de rechter voor de invalshoek van FNV en beperkt zich puur op wat er bij Uber speelt.

Uber moet de taxichauffeurs per direct in dienst nemen en de taxi-cao respecteren. Ook moet het met terugwerkende kracht de chauffeurs compenseren alsof zij ook de jaren hiervoor in dienst zijn geweest. Een uitspraak met grote gevolgen voor het bedrijf.

Een van de meest opvallende zaken in de uitspraak is wat de rechter heeft benoemd tot ‘modern werkgeversgezag’. Oftewel: ook al is een app je baas en het algoritme jouw manager: ook dan is er sprake van gezag. Immers: de technologie stuurt de werkende, bepaalt wie welke rit krijgt, wat de prijsstelling is en monitort de chauffeur en verbindt consequenties aan acties. Als laatst heeft de rechter ook bepaald dat het beoordelingssysteem onderdeel is van dit ‘moderne werkgeversgezag’. Het is uniek dat de rechter zo uitgebreid is ingegaan op de werking van de app. Waarbij overigens niets is gezegd over de mogelijkheid voor chauffeurs om voor meerdere apps tegelijk ingelogd te zijn, wat ook wel ‘multihomen’ wordt genoemd.

Waar in de Deliveroo-zaak de koerier nog zelf mag bepalen of deze aanspraak wil maken op het dienstverband, laat de rechter in de Uber-zaak geen ruimte voor de keuze van de werkende: iedereen moet in dienst. Direct, met terugwerkende kracht, maar zonder dwangsom als stok achter de deur.

De passage over ‘modern werkgeversgezag’ laat overigens zien dat een zaak over de contractvorm misschien de meest logische, concrete en uitlegbare was, maar dat een zaak rondom dit moderne werkgeverschap en de onzekerheden, onduidelijkheden en kwetsbaarheden die hierbij komen kijken voor een veel bredere groep relevant zou zijn geweest. Vraagstukken over transparantie van besluitvormingsprocessen, hoor- en wederhoor bij algoritmes en transparantie in algoritmes is voor een veel bredere groep werkenden, zowel binnen als buiten een dienstverband, ontzettend relevant.

Is dit het einde van de kluseconomie?

Ik hoorde direct al veel verhalen voorbijkomen dat dit het einde van de kluseconomie is. Ik ben van mening dat dat onzin is. De categorie platformen waar Uber bij hoort is de categorie waar de impact van het ‘modern werkgeversgezag’ het grootst is. Het algoritme bepaalt wie het klusje krijgt, wat de prijs is en hoe de klus moet worden uitgevoerd. De technologie controleert ook de werkende sterk. Dit soort ‘werkgeversgezag’ past bij platformen met een ‘on demand’ transactie op fysieke locatie. Oftewel: taxi, bezorging en logistiek waar de werkende per uitgevoerde klus wordt betaald. Het enige type platformen die dit overtreffen zijn de ‘micro task’ platformen als Amazon Mechanical Turk. Platformen waar onzichtbare werkenden online klusjes van een paar seconden tot een paar minuten uitvoeren, veelal om falende algoritmes te corrigeren. Online en internationaal opererende platformen en daardoor erg lastig (lees: nagenoeg onmogelijk) aan te pakken.

Bij andere platformen in de to-business en to-consumer sector is de impact van dit werkgeversgezag veel en veel kleiner en wordt, een beetje afhankelijk van de definitie die je gebruikt, geen gebruik gemaakt van algoritmes. Ook staan hier de opdrachtgevers en -nemers vaak direct met elkaar in contact. Wat dat betreft gaat deze uitspraak dus specifiek over Uber en misschien indirect over andere on-demand platformen, maar zeker niet voor heel de kluseconomie.

Maar dat de toon is gezet, dat is duidelijk. De rechter heeft aangegeven dat modern werkgeverschap een vorm van gezag is. Uber is het extreme geval, maar het is de vraag waar de grens ligt. Dit is zowel voor platformbedrijven als niet-platform-bemiddelaars een vraag.

Wat gaat er met en bij Uber gebeuren?

De grote vraag is nu: wat gaat Uber doen. Wat Uber ook gaat doen: deze zaak en de reactie van Uber hierop ligt wereldwijd onder een enorm vergrootglas. Als Uber een wijziging doorvoert, dan zal dat de ‘default’ worden in iedere discussie waar ook ter wereld die volgen gaat. Het is dan ook niet heel verrassend dat Uber nog geen actie heeft ondernomen.

Uber zelf noemt de uitspraak ‘verrassend’ en ‘complex’. Dit is natuurlijk onzin, maar een manier om tijd te kopen. Het heeft al aangegeven het vonnis voorlopig niet uit te voeren.

Wat wanneer Uber het vonnis wel uitvoert? Het bedrijf kan de chauffeurs in dienst nemen en daarmee meer controle over de chauffeur krijgen. Zij kunnen direct in dienst komen of, en dat is waarschijnlijker, via tussenpartijen. Dit laatste zal ook de minst ingrijpende aanpassing zijn in het model. Het is als taxibedrijf namelijk al mogelijk om met een bedrijfsaccount via Uber te rijden. Het taxibedrijf heeft het hoofdaccount en de chauffeurs hebben een gebruikersaccount bij Uber. De chauffeurs voeren op eigen naam de ritjes uit, maar de inkomsten worden uitgekeerd aan het taxibedrijf. Het taxibedrijf is dan degene die de verloning (in dienst, freelance of zwart) met de chauffeur moet regelen. Het zou zelfs aannemelijk zijn dat Uber taxibedrijven (bestaande of nieuwe) gaat helpen om met deze accounts online te gaan.

Mocht Uber deze stap zetten, dan wordt het probleem eigenlijk simpelweg verlegd van Uber naar een honderdtal onderaannemers. Vervolgens wordt het voor de handhavers en vakbonden heel moeilijk om hier grip op te krijgen. Dat zou een tegenvaller zijn voor handhavers en vakbonden. Voor hen was het juist handig dat één partij een ontzettend gefragmenteerde markt centraliseerde. In dat geval zou de markt weer uiteenvallen in een gefragmenteerde en lastig te controleren markt. Het is dan ook de grote vraag wat er dan voor de chauffeurs zal veranderen. Met nog een tussenlaag die geld moet verdienen en risico moet absorberen is het de vraag of zij hiermee beter af zijn. Hiermee rechtvaardig ik niet de huidige strategie van Uber, maar geef ik wel de context van de markt.

Uber heeft intussen ook de chauffeurs bericht dat het niet van plan is hen in dienst te nemen. En waarschuwt chauffeurs dat de switch naar werknemerschap “gevolgen kan hebben voor je bedrijf en je thuissituatie.” En zegt dat de “Belastingdienst mogelijk toeslagen en zakelijke fiscale zzp-aftrekposten terugvordert”. Zo creëert het bij alle stakeholders onduidelijkheid, wat vast geen onbewuste strategie is.

De bal ligt bij…

Het zal nog wel een tijd duren voordat we concreets weten wat er voor de Uber-chauffeurs zal veranderen. Want hoewel de uitspraak duidelijk is, zijn er nog genoeg vragen en is er nog een lange weg te gaan. Zo is het makkelijk om te zeggen dat chauffeurs met terugwerkende kracht moeten worden betaald, maar moeten voor die berekening ontzettend veel keuzes gemaakt worden waar nog veel discussie over moet worden gevoerd.

De bal ligt nu ook (of: juist, of: eindelijk) bij overheid en handhaving. En dan heb ik het niet over kamerleden die hun mening over de zaak geven, maar bij de mensen die hier iets concreets mee moeten. De uitspraak van de rechter is duidelijk en Uber heeft laten weten in hoger beroep te gaan en in de tussentijd de uitspraak niet te respecteren. Ik ben heel erg benieuwd wat de reactie vanuit Den Haag hierop gaat zijn en welke middelen zullen worden ingezet.

Tot slot

En die toekomst van de arbeidsmarkt? Daar heb ik nog steeds een hard hoofd in. Ook deze uitspraak heeft laten zien dat wat de werkende wil (even los van of deze in dienst wil of niet) niet relevant is in het debat. Het is hoog tijd voor een discussie over de waarde van werk. Of zoals het WRR het in 2020 nog verwoordde: “Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht.” Aan goede rapporten geen gebrek, aan een goede opvolging daarentegen wel.

Ik hoop dat er een tijd komt dat de discussie weer zal gaan ove
r waar deze over zou moeten gaan: over hoe flexibiliteit, zekerheid en autonomie kan worden gecombineerd. Over hoe we een minder ongelijk speelveld kunnen creëren met verplichtingen en verzekeringen voor de werkenden. Ongeacht de vorm van contract. Want als er iets is wat onze arbeidsmarkt nodig heeft, is het wendbaarheid en autonomie vanuit de werkende. Met een basislaag van zekerheid en een collectief stelsel. En dat kun je prima bereiken wanneer je dit combineert met zekerheid. Alleen ga je dat met de huidige houding van de verantwoordelijke instituties niet bereiken. Het wordt tijd dat ieder zijn of haar verantwoordelijkheid in pakt. Wie begint?

In de media

Is de uitspraak in Uber-zaak een kantelpunt voor platformwerk? | NOS

Is de uitspraak in Uber-zaak een kantelpunt voor platformwerk? | NOS

De taxi-app is in een rechtszaak van vakbond FNV in het ongelijk gesteld en moet zijn chauffeurs per direct in dienst nemen. Uber gaat in beroep.

Wat betekent de Uber-uitspraak voor andere diensten die werken met een soortgelijke constructie? | NPO Radio 1

Wat betekent de Uber-uitspraak voor andere diensten die werken met een soortgelijke constructie? | NPO Radio 1

Taxi-app Uber moet hun taxichauffeurs in dienst nemen. Het bedrijf verloor vandaag een rechtszaak van vakbond FNV, die de rechtszaak aanspande omdat de chauffeurs volgens schijnconstructies werkten en minder dan het minimumloon verdienden. Martijn Arets, platform economie expert, legt uit wat dit kan betekenen voor bedrijven die werken met eenzelfde bedrijfsconstructie.

Rechter legt bom onder bedrijfsvoering Uber, sectorgenoten in spanning | NU.nl

Rechter legt bom onder bedrijfsvoering Uber, sectorgenoten in spanning | NU.nl

Uber moet zijn chauffeurs in dienst nemen, heeft de rechter maandag bepaald in een zaak die door de FNV was aangespannen. Voor het techbedrijf is het een potentiële bom onder de bedrijfsvoering en het vonnis kan gevolgen hebben voor de hele platformeconomie.

Uber-chauffeurs zijn geen zelfstandig ondernemers, maar werknemers. Dit zijn de (mogelijke) gevolgen voor bemiddelaars en platform-zzp’ers – ZiPconomy

Uber-chauffeurs zijn geen zelfstandig ondernemers, maar werknemers. Dit zijn de (mogelijke) gevolgen voor bemiddelaars en platform-zzp’ers – ZiPconomy

Taxi-app Uber moet zijn chauffeurs in dienst nemen, want zij rijden onder ‘modern gezag’ via de app. De chauffeurs mogen hun werk dus niet uitvoeren als zzp’er, oordeelt de rechter. Wat betekent dat voor de rest van de markt?

Rechter bepaalt dat Uber-chauffeurs werknemers zijn – NRC

Rechter bepaalt dat Uber-chauffeurs werknemers zijn – NRC

Platformdiensten: Vakbond FNV had de rechtszaak aangespannen. De rechter is het met de bond eens dat Uber-chauffeurs geen zelfstandige ondernemers zijn,…

Rechter zet streep door goedkope taxiritjes met Uber | Telegraaf.nl

Rechter zet streep door goedkope taxiritjes met Uber | Telegraaf.nl

Een app waarmee je snel, gemakkelijk en goedkoop een taxi kunt regelen en die goed betaald werk biedt aan iedereen die maar wil. Met die belofte betrad Uber in 2012 de Nederlandse markt. Die belofte is nu sterk aan het wankelen nu de rechter een streep heeft gezet door de werkwijze van het platformbedrijf.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van pla
tformen op hoe wij werken en leven’.