Het debat rondom data portabiliteit wordt gedomineerd door vele aannames. Willen de werkenden hun data meenemen? Onder welke condities? Wat doen zij vervolgens met hun data? En ziet de ontvangende partij deze data ook als waardevol? Met KlusCV hebben we een project neergezet dat naast een échte impact (er zijn intussen al 20.000 cv’s gedownload!!) ook voedingsbodem is voor onderzoek om deze aannames te valideren.
In deze eerste en recent gepubliceerde wetenschappelijke publicatie “The role of contextual and contentual signals for online trust: Evidence from a crowd work experiment” hebben we (Rense Corten, Timm Teubner, Judith Kas en ondergetekende) gekeken naar de invloed van het meenemen van data door een platformwerker naar een ander platform op de ‘hiring intention’ van de cliënt. Het is namelijk heel mooi wanneer je als platformwerker je data mee kunt nemen, maar wordt deze door de partij die het moet ontvangen ook als waardevol ervaren? Een vrij cruciale vraag die in veel debatten voor het gemak wordt vergeten. Kort samengevat: het meenemen van data naar een ander platform draagt wel degelijk bij aan het vertrouwen van de cliënt in de werkende onder de voorwaarde dat de ervaring die is opgedaan met vergelijkbare werkzaamheden is vergeleken én op het moment dat de werkende op het nieuwe platform nog geen werkervaring (ratings) heeft opgebouwd. Oftewel:
“This study reports the results of an online experiment among 180 actual clients of five gig economy platforms to disentangle the importance of two dimensions of worker reputation: (1) contextual fit (i.e., the ratings’ origin from the same or another platform) and (2) contentual fit (i.e., the ratings’ origin from the same or a different job type). By and large, previous work has demonstrated the potential of imported ratings for trust-building but usually confounded these two dimensions. Our results provide a more nuanced picture and suggest that there exist two important boundary conditions for reputation portability: While imported ratings can have an effect on trust, they may only do so for matching job types and in the absence of within-platform ratings.”
Misschien niet een geheel verrassende, maar wel belangrijke bevinding. Waarom? Omdat dit (en ja, ‘we always need more research….’):
- laat zien dat meegenomen data wel degelijk onder bepaalde condities van toegevoegde waarde is voor de werkende;
- meehelpt in het ontwerpen van systemen voor de import. Immers: wanneer duidelijk is dat de geïmporteerde data alleen van waarde is op het moment dat de werkende nog geen ervaring op het nieuwe platform heeft, is het aannemelijk dat deze data alleen bij de eerste paar klussen hoeft te worden vertoond;
- laat zien dat de waarde van deze data beperkt is, wat (digitale) bemiddelaars mogelijk over de streep kan trekken om deze data te delen met de werkende. Het afbreukrisico is immers klein. Hierbij zou en conclusie kunnen zijn dat (digitale) bemiddelaars de waarde van hun data overschatten. Prima, ik help ze graag uit deze illusie.
Heel fijn dat deze studie nu (met grote dank aan mijn co-auteurs) is gepubliceerd en als bron/input kan worden gebruikt voor andere onderzoeken en onderzoekers.
Wat onderzoek rondom KlusCV betreft is het hiermee niet afgelopen. Op dit moment werk ik aan een wetenschappelijk paper over de relatie tussen de mogelijkheid van het meenemen van data op de commitment van de werkende richting het platform. En voor 2024 (en begin 2025) staan onderzoeken in de planning naar de vraag onder welke conditie platformwerkers hun data downloaden, wat werkenden met de meegenomen data doen en hoe niet-platform werkgevers of intermediairs de meegenomen data waarderen plaatsvinden.