Dat de arbeidsmarkt de volgende markt is die de impact van de platform economie zal gaan voelen, dat staat voor mij vast. Dat de toekomst van aanbieders op de arbeidsmarkt onzeker is, daarover geen discussie. Goed dus dat bestaande aanbieders experimenteren met nieuwe initiatieven om zich te oriënteren op de toekomst.
Via Twitter kwam dit artikel uit het Financieel Dagblad voorbij. Randstand heeft een app ontwikkeld waarmee horecapersoneel en horeca ondernemers elkaar snel kunnen vinden en zaken kunnen doen. Hoewel ze hier zeker niet de eerste in zijn (Morgenwerkbestaat bijvoorbeeld al een jaar of 4) hoeft geen probleem te zijn: alles valt of staat met de timing en de executie. Wat mij verraste is dat zowel Randstad (bij de lancering in België) als de FD journalist de app als ‘de Uber van’ omschrijft. Hier onder een paar gedachten waarom dit onzin is. Niet om te muggenziften, maar om scherp te houden waar het over gaat.
Uber blinkt uit in eenvoud wat arbeid betreft: de vraag kant wil een ritje van A naar B en de aanbod kant wil met auto rijden geld verdienen. Doordat de werkzaamheden (van A naar B) afgekaderd zijn, is dit een enorm schaalbaar model. Iedereen met een rijbewijs kan taxichauffeur spelen. Bij Randstad is dit anders: hoewel alles nu nog onder de horeca paraplu valt, zijn de werkzaamheden divers en specifiek. Geen one size fits all. En daarmee minder schaalbaar;
Door de diversiteit in werkzaamheden en dus ook aan skills van de ingehuurde kracht, is het minder snel mogelijk om het algoritme een match te laten maken. Bij Randstad krijgt de ondernemer een aantal profielen voorgesteld, en moet zich dus ook nog altijd verdienen in de profielen en skills;
De snelheid waarmee een behoefte kan worden ingevuld: bij Uber zijn alle chauffeurs die online zijn direct beschikbaar en in de buurt. Een goed voorbeeld van de on demand economy. Bij Randstad zul je waarschijnlijk een paar uur tot een paar dagen vooraf moeten ‘reserveren’.
Uber focust zich op peer2peer, Randstad op business2peer. En wanneer het gaat om gedragsverandering dan zijn consumenten eerder in voor een experiment dan organisaties;
Daarnaast moet je je als bestaande organisatie die in mensen handelt ook afvragen of je überhaupt geassocieerd wilt worden met het merk Uber. Een merk dat bekend staat om een discutabele relatie met haar werknemers. Bij Uber is dit (praktisch gezien) te verklaren: hun natte droom is de zelfrijdende auto. Voor Randstand ligt dit mogelijk anders….
“Why do most social networks never take off? Why are marketplaces such difficult businesses? Why do startups with the best technology fail so often?
There are two broad business models: pipes and platforms. You could be running your business the wrong way if you’re building a platform, but using pipe strategies.”
Interessante read van dé platform specialist Sangeet Paul Chaudary. Soms heb je mensen die zich als guru profileren, maar waar je aardig snel doorheen prikt. Je hebt ook stille krachten die de guru zijn, maar dit niet van de daken af schreeuwen. Sangeet behoort tot de laatste categorie. Ik heb hem al meerdere malen via Skype gesproken en zijn boeken gelezen, echt een interessante man om te volgen. Check zijn boeken en zijn blog als je interesse hebt van de dynamieken en geheimen achter schaalbare platformen.
Het was een kwestie van tijd. Al 2 jaar vraag ik mijzelf hardop af waar de social networks blijven in de collaborative economy. Waarom? Omdat zij al een betrokken groep van vele miljoenen gebruikers. Gebruikers die vertrouwd zijn met het merk, de app hebben geïnstalleerd, hun relaties hebben georganiseerd, bakken aan data hebben achtergelaten en gewend zijn om veel tijd in de app door te brengen. Zo zat de gemiddelde Nederlandse Facebook gebruiker in 2013 nog een uur per dag op het platform. Daarnaast worden veel activiteiten binnen de collaborative economy op kleine schaal al lang en breed georganiseerd via social media. Autodeelgroepen, spullenruilgroepen, klusgroepen en ga zo maar door. Voornamelijk lokaal georganiseerd.
Deze week kwam dan ook dit bericht naar buiten: “Facebook begint met het uitrollen van een marktplaatsfunctie waarmee gebruikers tweedehands spullen kunnen aanbieden en kopen.” De eerste dag ging het overigens al gelijk mis: de marktplaats werd overspoeld met illegale goederen en diensten. Volgens Facebook een foutje in het systeem. Lees ook deze analyse van Jeremiah Owyang (ik interviewde hem in 2015 in San Francisco). De potentie is er, maar hoe zit het met de executie? In dat kader ook een interessant stuk in de Volkskrant: ‘Google-hypotheken bedreiging banken‘ (Blendle). Ook daarbij heb ik executie vraagtekens.
Waarom is het interessant om deze ontwikkeling te volgen? Omdat nu gaat uitwijzen of het hebben van heel veel gebruikers het makkelijk maakt om eenvoudig andere markten (waar al concurrenten met ook veel gebruikers aanwezig zijn) succesvol te betreden. Dan weet je ook gelijk welke organisaties zich in de toekomst wel of geen zorgen hoeven te maken om concurrentie van platformen als Facebook en Google.
Tussen de interviews en presentaties door was ik deze week druk aan de slag met een nieuw initiatief: Autodelen in Nederland. Als niche variant van Deeleconomie in Nederland (die zeer waarschijnlijk ook in de UK wordt uitgerold) is het de bedoeling om een informatie platform neer te zetten om enerzijds duidelijkheid en overzicht te gaan bieden in het autodeel landschap en anderzijds mensen te faciliteren om in kleine (besloten) groepen auto’s te gaan delen. De URL ligt vast, de eerste Tweet is verstuurd en binnenkort kan ik de naam van een partner in crime bekend maken… #cliffhanger
In deze mail wederom 5 artikelen met de nodige hersenspinsels van ondergetekende. Veel leesplezier en een fijne week!
Het was een kwestie van tijd. Al 2 jaar vraag ik mijzelf hardop af waar de social networks blijven in de collaborative economy. Waarom? Omdat zij al een betrokken groep van vele miljoenen gebruikers. Gebruikers die vertrouwd zijn met het merk, de app hebben geïnstalleerd, hun relaties hebben georganiseerd, bakken aan data hebben achtergelaten en gewend zijn om veel tijd in de app door te brengen. Zo zat de gemiddelde Nederlandse Facebook gebruiker in 2013 nog een uur per dag op het platform. Daarnaast worden veel activiteiten binnen de collaborative economy op kleine schaal al lang en breed georganiseerd via social media. Autodeelgroepen, spullenruilgroepen, klusgroepen en ga zo maar door. Voornamelijk lokaal georganiseerd.
Deze week kwam dan ook dit bericht naar buiten: “Facebook begint met het uitrollen van een marktplaatsfunctie waarmee gebruikers tweedehands spullen kunnen aanbieden en kopen.” De eerste dag ging het overigens al gelijk mis: de marktplaats werd overspoeld met illegale goederen en diensten. Volgens Facebook een foutje in het systeem. Lees ook deze analyse van Jeremiah Owyang (ik interviewde hem in 2015 in San Francisco). De potentie is er, maar hoe zit het met de executie? In dat kader ook een interessant stuk in de Volkskrant: ‘Google-hypotheken bedreiging banken‘ (Blendle). Ook daarbij heb ik executie vraagtekens.
Waarom is het interessant om deze ontwikkeling te volgen? Omdat nu gaat uitwijzen of het hebben van heel veel gebruikers het makkelijk maakt om eenvoudig andere markten (waar al concurrenten met ook veel gebruikers aanwezig zijn) succesvol te betreden. Dan weet je ook gelijk welke organisaties zich in de toekomst wel of geen zorgen hoeven te maken om concurrentie van platformen als Facebook en Google.
“Why do most social networks never take off? Why are marketplaces such difficult businesses? Why do startups with the best technology fail so often?
There are two broad business models: pipes and platforms. You could be running your business the wrong way if you’re building a platform, but using pipe strategies.”
Interessante read van dé platform specialist Sangeet Paul Chaudary. Soms heb je mensen die zich als guru profileren, maar waar je aardig snel doorheen prikt. Je hebt ook stille krachten die de guru zijn, maar dit niet van de daken af schreeuwen. Sangeet behoort tot de laatste categorie. Ik heb hem al meerdere malen via Skype gesproken en zijn boeken gelezen, echt een interessante man om te volgen. Check zijn boeken en zijn blog als je interesse hebt van de dynamieken en geheimen achter schaalbare platformen.
Dat de arbeidsmarkt de volgende markt is die de impact van de platform economie zal gaan voelen, dat staat voor mij vast. Dat de toekomst van aanbieders op de arbeidsmarkt onzeker is, daarover geen discussie. Goed dus dat bestaande aanbieders experimenteren met nieuwe initiatieven om zich te oriënteren op de toekomst.
Via Twitter kwam dit artikel uit het Financieel Dagblad voorbij. Randstand heeft een app ontwikkeld waarmee horecapersoneel en horeca ondernemers elkaar snel kunnen vinden en zaken kunnen doen. Hoewel ze hier zeker niet de eerste in zijn (Morgenwerk bestaat bijvoorbeeld al een jaar of 4) hoeft geen probleem te zijn: alles valt of staat met de timing en de executie. Wat mij verraste is dat zowel Randstad (bij de lancering in België) als de FD journalist de app als ‘de Uber van’ omschrijft. Hier onder een paar gedachten waarom dit onzin is. Niet om te muggenziften, maar om scherp te houden waar het over gaat.
Uber blinkt uit in eenvoud wat arbeid betreft: de vraag kant wil een ritje van A naar B en de aanbod kant wil met auto rijden geld verdienen. Doordat de werkzaamheden (van A naar B) afgekaderd zijn, is dit een enorm schaalbaar model. Iedereen met een rijbewijs kan taxichauffeur spelen. Bij Randstad is dit anders: hoewel alles nu nog onder de horeca paraplu valt, zijn de werkzaamheden divers en specifiek. Geen one size fits all. En daarmee minder schaalbaar;
Door de diversiteit in werkzaamheden en dus ook aan skills van de ingehuurde kracht, is het minder snel mogelijk om het algoritme een match te laten maken. Bij Randstad krijgt de ondernemer een aantal profielen voorgesteld, en moet zich dus ook nog altijd verdienen in de profielen en skills;
De snelheid waarmee een behoefte kan worden ingevuld: bij Uber zijn alle chauffeurs die online zijn direct beschikbaar en in de buurt. Een goed voorbeeld van de on demand economy. Bij Randstad zul je waarschijnlijk een paar uur tot een paar dagen vooraf moeten ‘reserveren’.
Uber focust zich op peer2peer, Randstad op business2peer. En wanneer het gaat om gedragsverandering dan zijn consumenten eerder in voor een experiment dan organisaties;
Daarnaast moet je je als bestaande organisatie die in mensen handelt ook afvragen of je überhaupt geassocieerd wilt worden met het merk Uber. Een merk dat bekend staat om een discutabele relatie met haar werknemers. Bij Uber is dit (praktisch gezien) te verklaren: hun natte droom is de zelfrijdende auto. Voor Randstand ligt dit mogelijk anders….
In mijn updates heb ik het al enkele keren gehad over Platform Coops: platformen (voornamelijk platformen rondom arbeid) die in een coöperatieve opzet zijn georganiseerd. In dit stuk een mooi interview met de oprichter van Stocksy: een Platform Coop stockfoto en video platform. Sla gerust de eerste 6 alinea’s over, vanaf ‘Which brings me to Stocksy and the business model of a “Platform Cooperative.”” wordt het interessant. Wat ik zelf overigens extra interessant vindt is dat Stocksy zich niet profileert als een coöperative / doing good / etc. initiatief, maar gewoon als dé beste oplossing voor stockfoto’s. Ik geloof er in dat je het alleen op die manier zal redden: mooi dat je op een nieuwe en betere manier jouw zaakjes voor elkaar hebt, maar uiteindelijk is dat geen excuus om consessies te doen in de uiteindelijke kwaliteit van het product of de dienst die je levert.
Alweer een stuk over Airbnb en Amsterdam? Ja, alweer. Interessant aan dit stuk is dat de uitersten goed in beeld worden gebracht: drijft Airbnb de huizenprijzen op, of is dit allemaal enorm overdreven. In het stuk komt ook de oprichter van FairBnB aan het woord: een initiatief dat regelmatig in De Waag in Amsterdam bijeen komt om te praten over een eerlijker Airbnb alternatief:
“FairBnB is a movement that seeks to encourage vacation rentals that comply with the principles of a fair, non-extractive and collaborative economy.”
Het initiatief bestaat uit een Meetup groep en er worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd om over diverse onderwerpen te praten. Ziet er interessant uit, binnenkort maar eens een avond bezoeken en meebomen….
Korting!
Op 27 oktober organiseert NRC Live in Amsterdam een mooi deeleconomie congres. Met interessante sprekers, ook uit het buitenland. Aangezien ik zelf ook een van de sprekers ben, kan ik jou als lezer van deze nieuwsbrief via deze link een mooie korting bieden.
Foto van de week
In aanloop naar de dag van de duurzaamheid (vandaag!) vond vorige week de eerste editie van de ‘Duurzame Week Utrecht’ plaats. Op dinsdag 4 oktober werd afgetrapt met een dag over de deeleconomie. Vanaf de zijlijn heb ik geholpen het programma vorm te geven en de sprekers te benaderen. En uiteraard gaf ik ook zelf een presentatie. Hier op de foto Rogier de Langhe, economie filosoof aan de Universiteit Gent. Hij is komende maand even een maandje in Utrecht. Check ook zeker zijn website en Facebook groep.
Opmerkelijk
Ik attendeerde je een aantal weken geleden al op de Facebook groep ‘Uber and Lyft drivers breakroom’; een groep met 6.400 leden. Voornamelijk Uber en Lyft chauffeurs. Ideaal om te leren hoe het er in dat wereldje aan toe gaat en om het sentiment te proeven. Afgelopen week kwam dit bericht voorbij, waaruit blijkt dat je als chauffeur jouw rating over een klant achteraf nog aan kunt passen. Ik heb het even geprobeerd bij mijn Uber app, maar ik als klant kan dit niet.
Interessante read over de voors en tegens van arbeid via platformen, oftewel: de gig economy. Twee interessante passages:It’s another front in a battle between unions and digital platforms that unions say – far from creating the future of work – are taking us back to poor conditions like no guarantee of work and flat pay rates.“The expectation with disruption is that it’s about new and better jobs – what this actually does is attack low-paid jobs and drives them into being further underpaid.”
Je zult maar Jitse Groen heten, na jarenlang knetterhard werken aan de vooravond van de beursgang van je bedrijf TakeAway.com staan en juist op dat moment dit bericht van Uber voorbij zien komen…..Hoe zuur dan ook: dit bericht had hij vast al even zien aankomen, alleen de (bewuste?!) timing heeft hem vast even een vervelend gevoel gegeven. Is hij te laat met zijn beursgang? Ik denk het niet, ik denk dat hij ook niet anders kan: in een markt waar zoveel geld in wordt gepompt is een organische groei vanuit eigen middelen geen doen.
Wat maakt het dat de andere partijen een geduchte concurrent? Mijn analyse: ze hebben meer controle op de customer experience. Waar Thuisbezorgd.nl afhankelijk is dan de kwaliteit en service van de lokale bezorgers (en hen hierdoor ook niet kan volgen, raten, etc.) hebben de nieuwe spelers als Foodora, Deliveroo en Uber dit wel. En dat maakt het hele sterke spelers.
Ik geloof overigens zelf veel meer de kansen van de ‘niche’ spelers dan van de brede aanbieders als Uber. En ook al wordt er in het stuk gesproken over de voordelen van het global zijn, uiteindelijk is de plek waar alles gebeurd nog steeds hyperlocal…
“We need better language to describe the technology companies that control the digital worlds in which we speak, play and live.” Goed stuk waarin aandacht word gevraagd voorbewustwording van de impact en macht van enkele grote platformen. Je zult in het stuk weinig nieuws lezen, maar wel weer even goed met beide benen op de grond worden gezet. De impact van deze platformen is volgens de auteur niet te onderschatten: “They have become the medium through which we experience and understand the world.”
Deze week in NRC: “Een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad is bereid Airbnb desnoods te verbieden als de vakantieverhuursite niet tot overeenstemming komt met het stadsbestuur.” Het is duidelijk dat de toon aan het veranderen is in de discussie. Goed dat de gemeente zich niet te soft in de discussie opstelt, maar ook in deze discussie is enige nuance op zijn plek:
Natuurlijk kun je een hoop vinden van de afspraken die de gemeente in 2014 met Airbnb maakte, maar je moet je ook bedenken dat de impact en het sentiment in die tijd een stuk anders (lees positiever) was. Bedenk je wel dat Amsterdam als een van de eerste gemeenten ter wereld deze stap heeft gezet en hiermee een voorbeeld voor anderen steden is. Je kunt de afspraken en de manier van hoe dit proces is gegaan (goed bedoelende wethouders vs doorgewinterde onderhandeltijgers van Airbnb) achteraf gezien naïef noemen, maar feit is wel dat ze een eerste stap hebben gezet. En deze ervaringen kunnen gebruiken in de volgende fase;
De pijlen zijn nu op Airbnb gericht en dit platform is duidelijk de grootste aanbieder, maar uiteindelijk moet er een manier worden gevonden om alle huis verhuur platformen op één lijn te krijgen. De echte overtreders weten de mazen echt wel te vinden.
Daarnaast ben ik ook wel erg benieuwd hoe je als stad een platform kunt verbinden. Hoe dat juridisch in elkaar zit.
“When we stop driving for ourselves, many other parts of our lives will change too!” Flinke longread, maar je kunt er ook voor kiezen om af en toe een aantal van de 50 punten te lezen. Geeft interessante inzichten en gedachten van de effecten van zelfrijdende auto’s op…. tja… op alles. Zoals: “Without government intervention (or some sort of organized movement), there will be a tremendous transfer of wealth to a very small number of people who own the software, battery/power manufacturing, vehicle servicing and charging/power generation/maintenance infrastructure. There will be massive consolidation of companies serving these markets as scale and efficiency will become even more valuable” Genoeg food4thought en zeker de moeite van het lezen waard.
“De technologische ontwikkeling raast door, en men verwacht dat de sociale gevolgen ingrijpend zijn: hervorming van onze economie, het onderwijs, en de zorgsector. Er zullen politieke beslissingen moeten worden genomen om hierop te anticiperen. Maar in de politieke arena is technologie nog weinig gepolitiseerd. Natuurlijk hebben politici het over wetenschap en innovatie, maar een visie op de rol die technologie in ons leven zou moeten spelen ontbreekt. Hoe denkt Klaver technologische werkloosheid aan te pakken? Wil Wilders meer of minder profilering op basis van big data? En wat vindt Pechtold van de inzet van gekweekte organen? Het is tijd voor politiek over technologie.”
Leuk stuk op basis van een eigen onderzoek onder 1.000 Nederlanders. Hoewel de auteurs de aangehaalde politici volgens mij helemaal niets hebben gevraagd, geeft het wel goed de urgentie neer om op nationaal niveau iets te gaan vinden van deze ontwikkelingen en hier een strategie op uit te zetten.