De Facebook munt. Waanzinnig idee, veel mogelijkheden, maar moeten we dit willen? | Debat platformeconomie steeds breder gevoerd | Deze ondernemer vroeg zijn klanten om 1 ster

Goedemorgen! Komende week gaat er een hoop kennis over de platformeconomie worden uitgewisseld in 3 events die ik (mede) organiseer. Donderdag de multi stakeholder workshop met 3 interessante sprekers en een panel over portabiliteit reputatie data en in de avond een public event in TivoliVredeburg met Peter Baeck van Nesta, José van Dijck, vertegenwoordigers van de Zweedse social services, de co-founder van de onafhankelijke reputatie tool Deemly en Ronald van den Hoff van Seats2Meet. Vrijdag en zaterdag volgt de 6th International Workshop on the Sharing Economy met 110 deelnemers uit 23 landen, 2 keynotes en 75 paper presentaties. Er staat trouwens ‘sharing economy’: de wetenschap heeft nog wat moeite met het accepteren dat het tegenwoordig natuurlijk gewoon over de platform economy gaat ;-). Voor nu: fijne week!

Opinion | Launching a Global Currency Is a Bold, Bad Move for Facebook – The New York Times

Opinion | Launching a Global Currency Is a Bold, Bad Move for Facebook – The New York Times

Het nieuws dat Facebook een initiatief is gestart voor een nieuwe internationale munt heb je vorige week moeilijk kunnen missen. Op papier een waanzinnig interessant initiatief. Internationaal, tegen een fractie van de transactiekosten die nu door banken worden berekend, geen grenzen en ongekende mogelijkheden voor economieën die nog grotendeels contant betalen en de online economie in het algemeen. En dat uitgevoerd door een consortium van grote internationale spelers die bewezen hebben om iets groots en schaalbaars neer te zetten en die nu al een miljarden bereik hebben. What could possibly go wrong?

Ik ben al jaren geïnteresseerd in alternatieve currencies in de platformeconomie. In 2014 interviewde ik tijdens een interview trip door San Francisco de oprichter van de Amerikaanse marktplaats Listia. Een soort van Marktplaats.nl zoals wij het kennen, maar dan met een bieding systeem én een eigen munt: de Listia Credit. Je kreeg deze credits door oude spullen te verkopen (er waren nog veel andere manieren om deze munt te verkrijgen) en je raakte ze weer kwijt door oude spullen van anderen te verkopen. Het was een ‘echte’ munt die ook inflatie kende, waarbij het bedrijf dan weer iets moest bedenken om de koers stabiel te krijgen. Offline zijn er natuurlijk ook veel lokale munten, veelal bedoeld om de lokale economie te stimuleren en de doorloopsnelheid van het geld te verhogen.

Met deze stap heeft Facebook alle papieren in huis om een nieuw succesverhaal (misschien toch maar eens tijd om de definitie van succes te herijken ;-)) neer te zetten. De founding partners hebben het geld, de kennis, de gebruikers en de netwerkeffecten in huis om zo iets groots neer te zetten. Iets groots dat ook impact kan hebben op economieën in ‘opkomende’ landen. Diezelfde landen waar Facebook ook bezig is om gratis (gratis bestaat niet, weet je nog?) internet aan te bieden.

Op zich is dit misschien wel een interessant voorproefje van wat platformen met veel gebruikers aan next steps gaan zetten om het model uit te breiden en op andere manieren het businessmodel succesvol te maken.

Er is natuurlijk wel één grote ‘maar’. En dat is: het gegeven dat het kan, betekent niet dat het maatschappelijk een goed idee is om te doen.

In dit artikel uit de New York Times haalt de auteur 4 redenen naar voren waarom het misschien niet zo’n waanzinnig en logisch idee is:

  1. “organizing a payments system is a complicated and difficult task, one that requires enormous investment in compliance systems” > Of er geld genoeg is voor dit soort investeringen, daar maak ik mij niet zo’n zorgen over. Waar ik wel benieuwd naar ben is: hoe schaalbaar is zo’n financieel systeem wanneer je ook rekening moet houden met “prevent money-laundering, terrorist financing, tax avoidance and counterfeiting”. Ik weet zeker dat op transactioneel niveau het platform de transactiekosten kan verlagen en dat er ook modellen te bedenken zijn dat opbrengsten uit aanvullende diensten in andere sectoren kunnen bijdragen aan lagere transactiekosten. Alleen is het wel de vraag hoe schaalbaar de ant witwas etc. praktijken zullen zijn. Sommige zaken zijn nu eenmaal niet zo schaalbaar, anders zouden er ook nooit 18.000 mensen bij Uber en 14.000 mensen bij Booking werken. Daarnaast de vraag hoe Facebook, die een niet al te beste track record heeft als het gaat om vertrouwen en het nog steeds niet lukt om op een fatsoenlijke manier het beleid rondom het eigen platform te handhaven, in hemelsnaam een currency veilig en stabiel zal kunnen maken;
  2. “since the Civil War, the United States has had a general prohibition on the intersection between banking and commerce.” In de berichtgeving stelt Facebook dat de data van de currency en die van het platform van elkaar gescheiden blijven. Nu heeft Facebook op dat vlak (Whatsapp?) ook een niet al te goede geschiedenis. Dit valt alleen natuurlijk wel in het design mee te nemen. Wat ik mij wel afvraag is: zijn er dan niet gewoon alsnog omwegen om alsnog die datastromen te combineren. In Europa hebben we bijvoorbeeld PSD2, waarmee ook niet bancaire instanties (zeg: een bedrijf als Facebook) met toestemming van de gebruiker data mogen gebruiken voor handige diensten. Ik ben wel benieuwd of met een PSD2 volmacht deze twee stromen wel kunnen worden gecombineerd. Het is dan niet ondenkbaar dat zeker de kwetsbare groepen eenvoudig in ruil voor leuke voordelen (of goedkopere leningen) kunnen worden verleid om hun toestemming te geven. Privacy wordt een luxe product dat alleen toegankelijk is voor de elite. Ik hoor vaak ‘maar je hebt toch een keuze?’. Jij misschien wel, maar heel veel anderen niet. En op het moment als ‘wel delen’ de default is, dan is het te laat;
  3. “the Libra system — or really any private currency system — introduces systemic risk into our economy. <…>  If the Libra system becomes intertwined in our global economy in the way Facebook hopes, we would need to consider a public bailout of a privately managed system. Sorry, but no thanks: We should not be setting up a private international payments network that would need to be backed by taxpayers because it’s too big to fail.”
  4. “the fourth problem is that of national security and sovereignty. Enabling an open flow of money across all borders is a political choice best made by governments. And openness isn’t always good. For instance, most nations, especially the United States, useeconomic sanctions to bar individuals, countries or companies from using our financial system in ways that harm our interests. Sanctions enforcement flows through the banking system — if you can’t bank in dollars, you can’t use dollars. With the success of a private parallel currency, government sanctions could lose their bite. Should Facebook and a supermajority of venture capitalists and tech executives really be deciding whether North Korean sanctions can succeed? Of course not.”

De grote vraag is dan ook: moeten we dit soort oplossingen willen als maatschappij en wegen de nadelen en onzekerheden op tegen de voordelen. Tech bedrijven zijn altijd erg goed om te poneren dat de traditionele business traag en inefficiënt is. Wat ik intussen heb geleerd door ook in de keuken van dit soort instituties te kijken is dat het van buiten vaak makkelijker oordelen is dan wanneer je weet hoe ingewikkeld het achter de schermen in elkaar zit. En dan besef je dat wat van buiten misschien een heel logische stap is in innovatie en verbetering, in de kern niet inclusief en enorm risicovol is.

In dat kader zegt de ondertitel van dit stuk genoeg:

“The way we structure money and payments is a question for democratic institutions, not technology companies.”

Na staking bij Deliveroo: moeten naar nieuwe vormen van sociaal overleg binnen platformeconomie | VRT NWS

Na staking bij Deliveroo: moeten naar nieuwe vormen van sociaal overleg binnen platformeconomie | VRT NWS

De inhoud van dit artikel is niet wereldschokkend: er wordt gesproken over uitdagingen over de aar van de arbeid, de status van de aanbieder en de uitdaging van vakbonden om deze gefragmenteerde en veelal maar kort voor een platform werkende groep te organiseren. Dat laatste is overigens een zwaktebod: “when people don’t want to join your party, then built a better party”. Oftewel: wees relevant voor je doelgroep.

De reden dat ik dit stuk in deze editie heb gedeeld is dat ik het interessant vind om te zien dat vanuit steeds meer instituties wordt erkend dat platformwerk in de toekomst toe zal nemen (al is het niet heel duidelijk wat ze daar nu precies onder vinden vallen) en dat er wordt opgeroepen om meer experimenten te doen. Ik denk dat het daarbij wel heel belangrijk is om na te denken wat het gegeven dat een platform de match maakt tussen vraag en aanbod voor unieke nieuwe kansen en uitdagingen met zich meebrengt.

Food-Delivery Couriers Exploit Desperate Migrants in France – The New York Times

Food-Delivery Couriers Exploit Desperate Migrants in France – The New York Times

Platform werk is doorgaans erg inclusief: iedereen kan meedoen. Geen biased recruiter die bepaalde groepen mensen uitsluit. Gewoon een account openen, gegevens invullen, ID check en hup: aan het werk. De enige drempel die er veelal is, en dat geldt vooral voor ‘offline’ uitgevoerd oftewel lokatie gebonden werk is dat de aanbieder aan moet kunnen tonen te mógen werken in het land waar deze zich inschrijft.

Op dat laatste is volgens dit artikel ook een oplossing gevonden: uit een onderzoek onder Franse maaltijdbezorgers blijkt dat het niet ongebruikelijk is dat een geverifieerd account wordt doorverhuurd aan een doelgroep die normaal niet via de app aan het werk mag: “The substitute cyclists are often illegal migrants, asylum seekers and underage teenagers willing to work long hours for low wages, no matter the traffic or weather”. De commissie bedraagt tussen de 30 en 50 procent van de opbrengsten en volgens de Spaanse app Glovo werkt zo’n 5 procent van de maaltijdbezorgers via deze illegale constructie.

Natuurlijk een verhaal waar niemand van kan vinden dat dit oké is. Maar ook een verhaal uit een beroepsgroep die buiten de eigen bubbel van velen valt. Veel discussies gaan over de eerlijke wereld versus de platformwereld. Ik kan je vertellen: ook de wereld buiten de platformeconomie zit niet heel eerlijk in elkaar. In het kader van context heb ik bij dit stuk drie gedachten:

1 maakt het platform het probleem groter? of kleiner?

Zoals hier boven gemeld kunnen in principe alleen mensen die in het land mogen werken ook in het land via een platform werken. Het bericht maakt ook duidelijk dat er sluipwegen te bedenken zijn om hier onderuit te komen. Zo kwam ook Uber in December 2018 in het nieuws dat accounts werden ‘verpacht’.

Een belangrijke vraag is: hoe vaak gebeuren dit soort praktijken in de niet-platform wereld? Het grootste deel van de maaltijdbezorgers worden ingehuurd door de restaurants zelf, die vervolgens hun klanten krijgen via eigen kanalen en websites als Thuisbezorgd.nl. Het lijkt mij interessant om te weten wat hier het percentage illegale bezorgers is. Als je dat percentage weet, dan pas kun je zeggen dat het platform het probleem groter of misschien wel kleiner maakt.

2 hoe zorgt een platform er voor dat een dergelijk probleem groter wordt?

Wat zijn de elementen uit de platformeconomie die het makkelijker maken om accounts te verpachten? De eigenaren van restaurants die hun koeriers zelf ‘inhuren’ weten wie deze zijn en stellen vragen wanneer er opeens heel iemand anders voor hun neus staat. App koeriers hebben geen vaste opdrachtgever en thuisbasis. Wachten op nieuwe orders gebeurt buiten het zicht van de app, het restaurant en de klant om. Dit maakt het in principe een stuk eenvoudiger om met identiteit te frauderen: zolang je alleen op de app hoeft in te loggen met een gebruikersnaam en wachtwoord is het kinderlijk eenvoudig om je account te verpachten.

3 wat kan een platform doen om dit probleem op te lossen?

Even los van de vraag of het platform get probleem kleiner of groter maakt, biedt het gegeven dat iemand puur via een app werkt wel genoeg mogelijkheden om dit soort misstanden tegen te gaan. Even los van want maatschappelijk wenselijk is en wat AVG technisch mag, zou je een aantal dingen kunnen bedenken om de drempel om te verpachten te verhogen of het zelfs onmogelijk te maken. Verhogen kan door bijvoorbeeld een verplichte tweetraps verificatie bij inloggen in te voeren. Onmogelijk maken kan door in de app van de klant de foto van de bezorger heel duidelijk naar voren te laten komen of steekproefgewijs zelfs groot in het scherm te laten verschijnen en de klant vragen te verifiëren of dit inderdaad de bezorger is. Ook zou je bijvoorbeeld via gezichtsherkenning kunnen laten inloggen. Bij al dit soort oplossingen moet je natuurlijk wel goed nadenken of de extra last en mogelijk ongemak rondom privacy die je creëert proportioneel is tov het doel dat je wilt bereiken. Oftewel: mooi dat het kan, maar is het probleem écht zo groot dat we dit moeten willen?

The restaurant owner who asked for 1-star Yelp reviews

The restaurant owner who asked for 1-star Yelp reviews

De macht van platformen die online ratings van bijvoorbeeld restaurants faciliteren is groot. Een deel van het probleem is dat er iets
te veel blind wordt vertrouwd op de ratings, terwijl de context van de ervaring en de auteur ontbreekt en er veelal geen correspondentie over de waardering mogelijk is. Een ander probleem is dat het verdienmodel en daarmee het belang van dit soort platformen lastig te matchen is met de gewenste ‘onafhankelijke’ positie. Dat de gebruikers recht hebben op een eerlijk beeld is niet vanzelfsprekend. Zo sprak in 2014 een rechter uit dat: “Online review site Yelp can lower or raise the rating of a business depending on whether it advertises with the company”.

Gelukkig zijn er altijd mensen die het systeem proberen te challengen. Ik schreef al eerder over het waanzinnige kerstverhaal van de Engelse journalist die een niet bestaand restaurant in Londen door slimme fake reviews te schrijven op nummer 1 bij Tripadvisor wist te krijgen. Check ook de video!

Dit artikel gaat over een eigenwijze ondernemer die het gevoel had dat review website Yelp hem benadeelde en besloot om op een ludieke manier de tegenaanval in te zetten.

“I came from Italy, and know exactly what mafia extortion looks like,” he says. “Yelp was manipulating reviews and hoping I would pay a protection fee. I didn’t come to America and work for 25 years to be extorted by some idiot in Silicon Valley.”

Hij plaatste een bord voor zijn restaurant met de tekst: “Give us a one star review on Yelp and get 25% off any pizza!” Iets dat hem een hoop media aandacht opleverde, maar ook veel sympathie van andere restaurant ondernemers die het gevoel hadden te worden benadeeld door deze website.

Naast dat het een mooi verhaal is, laat het ook zien dat er slimme manieren zijn om de macht van een dergelijk platform te breken. Op het moment dat hij met zijn actie meer restauranthouders had meegekregen en iedereen op 1 ster stond, dan was de macht en het systeem van Yelp (lokaal) ondermijnd. Daarnaast zal een actie als deze vast hebben bijgedragen in een stuk bewustwordingsproces over het veelal blinde vertrouwen van gebruikers van dit soort rating platformen en het gegeven dat je best wat vaker vragen mag stellen bij de waardering die je ziet.

Fouten maken moet.

Politie geeft 400.000 euro uit aan achterhaalde 112-app | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

Politie geeft 400.000 euro uit aan achterhaalde 112-app | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

“De politie heeft 400.000 euro uitgegeven aan een nieuwe 112-app, waarvan het idee inmiddels is achterhaald. Dat schrijft RTL Nieuws op basis van documenten.”

Ik ben wel benieuwd waarom dit nu echt nieuws is. Of beter gezegd: waarom dit negatief nieuws is. Je zou kunnen zeggen dat degene die er voor heeft gezorgd dat deze fout slechts 400K heeft gekost een promotie moet krijgen. Ik denk, en dat is een van de inzichten die ik heb opgedaan na mijn reizen naar Estland als meest digitale land ter wereld, dat op het moment dat er een cultuur is van fouten mogen toegeven (want niets gaat in 1x goed), de fouten ook een heel stuk minder duur zullen worden. En laten wij ons als buitenstaanders dan niet laten verleiden om direct een oordeel klaar te hebben. Al zijn er natuurlijk gevallen waar zelfs ik het niet kan laten om mijn vooroordeel te laten spreken 😉

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

How ’the platform excuse’ is dying | Hoe platformen kunnen bijdragen aan meer vaste banen | Transport in de lucht, een goed idee?

Goedemorgen! Afgelopen week in de bossen bij Gorssel flinke meters met mijn boek gemaakt. De planning is dat het boek begin 2020 uit zal komen. Door alle drukte en vakantie heb ik in November pas weer serieus tijd om aan het boek te werken. Het eerste boek ‘de platformrevolutie’ is een breder en algemeen boek over de succesfactoren, vraagstukken en toekomstscenario’s van online platformen. Het tweede boek, dat niet eerder dan Q4 2020 zal verschijnen, gaat meer de diepte in en hier ga ik een aantal concepten voor een meer inclusieve platformeconomie uitwerken. Deze week druk met de laatste voorbereidingen voor de 3e en laatste workshop (deze keer over portabiliteit reputatie data), het public event in TivoliVredeburg (kom je ook?) en de 6th International Workshop on the Sharing Economy. Nog genoeg te doen dus 😉 Fijne week!

Facebook and YouTube’s ‘Platform’ Excuse Is Dying – The Atlantic

Facebook and YouTube’s ‘Platform’ Excuse Is Dying – The Atlantic

“For years, tech companies have relied on a rhetorical sleight of hand. It’s not working anymore.”

Platformen, in veel gevallen tweezijdige marktplaatsen, profileren zich veelal als onafhankelijk. Ook vaak als een prikbord. Dat is natuurlijk onzin: platformen zijn marktmeesters. Twee weken geleden nam ik dit ook mee in deze nieuwsbrief n.a.v. een interessante paper in TPE Digitaal. Over het marktmeesterschap moeten we ook niet te moeilijk over doen: zonder dat marktmeesterschap zou een platform simpelweg niet werken. Maar het gegeven dat een platform marktmeester is, betekent ook dat het de verantwoordelijkheid van een marktmeester met zich moet dragen. En dat is zoals je vast niet is ontgaan een onderwerp waar nog de nodige discussie over is.

In dit artikel een interessante geschiedenisles over waar het woord platform (in een digitale context) eigenlijk vandaan komt. En ook hier een duidelijke boodschap:

“These companies are continuing to make their platform arguments, but every day brings more conflicts that they seem unprepared to resolve. The platform defense used to shut down the why questions: Why should YouTube host conspiracy content? Why should Facebook host provably false information? Facebook, YouTube, and their kin keep trying to answer, We’re platforms! But activists and legislators are now saying, So what?

In opkomst: zorgpersoneel delen | Het Financieele Dagblad

In opkomst: zorgpersoneel delen | Het Financieele Dagblad

ING voorspelde vorig jaar dat over 10 jaar tussen de 20 en 70 procent van uitzendwerk zal worden georganiseerd via platformen. Ik denk dat het eerder naar de 20 dan naar de 70 zal gaan. Natuurlijk is de uitzendsector een heel interessante sector en een flinke business waar voor een bepaalde categorie werk via platformen een hoop kansen liggen. Los daarvan denk ik dat de innovatieve modellen met platformen niet in de uitzendsector, maar daarbuiten zullen plaatsvinden.

Ik roep al een tijdje dat platformen alle vormen van werk zullen organiseren. Niet zozeer als een groot extern platform, maar als een interne tool om vraag en aanbod naar arbeid en skills binnen organisaties beter te organiseren. Beginnend met de flexibele schil, die doorgaans bij veel organisaties redelijk rommelig, gefragmenteerd en met weinig kwalitatieve data is georganiseerd. Daar valt een hoop te winnen. En daarna ook als tool om de eigen workforce beter te organiseren. Daar zie ik nog veel kansen liggen. Dit soort platformen (voor de flexibele schil) bestaan trouwens al, zo sprak ik pas met de oprichter van Jellow die dit voor hun klanten faciliteren.

Andere stap is dat organisaties ‘onderbenut’ personeel gaan uitwisselen via een platform. Ik besef mij dat het woord onderbenut niet de lading dekt, omdat het ook kan zijn dat personeel ook wel eens bij een ander wil werken om de uitdaging in de baan te houden, dus je kunt dit niet alleen vanuit een organisatie, maar ook vanuit een werknemer perspectief bekijken.

Dit zou er zelf toe kunnen leiden dat platformen bijdragen aan meer vaste banen. Nu is het nog een flink risico om iemand in dienst te nemen, zeker wanneer je niet zeker weet of je voor deze persoon genoeg werk hebt. Op het moment dat je (via een platform) mensen ook de ruimte kunt geven om binnen hetzelfde contract (en CAO) bij andere bedrijven te werken, dan verlaag je dit risico.

Platformen doen in veel gevallen zoals je weet niet nieuws, maar door transactiekosten en informatie te asymmetrie verlagen maken zij markten efficiënter en interessanter. Dat het verhaal uit bovenstaande alinea niet nieuw is, dat blijkt ook uit dit stuk in het FD.

“De Werkgeverij is een consortium van twaalf werkgevers uit de regio die hebben afgesproken kennis, vacatures en medewerkers uit te wisselen. Hr-afdelingen werken intensief samen en werknemers worden geattendeerd op carrièremogelijkheden niet alleen binnen de muren van de instelling, maar ook daarbuiten.”

In het stuk komt naar voren dat het systeem erg goed werkt voor de betrokkenen, maar dat er in de praktijk nog een aantal hobbels zijn die niet bijdragen aan een goede transactie. Of zoals ze zelf in het stuk zeggen: ‘zodra je over grenzen heen gaat, loop je tegen schotten aan’.

How long does a scooter last? Less than a month, Louisville data suggests — Quartz

How long does a scooter last? Less than a month, Louisville data suggests — Quartz

Hoewel je ze in Nederland nog niet op de straat ziet: er zijn intussen flink wat voorbeelden van steden de zijn overspoeld door de deelstepjes. Laten we trouwens afspreken het woord delen hier niet meer te gebruiken. Niets delen, het is een slimme free floating (dus geen vaste standplaats) on demand (on the go boeken) en short rental (het woord zegt het al: veelal voor maar even) huurstep. Of fiets. Of auto van Car2Go of GreenWheels. Niets mis mee, maar laten we daar niet te lang meer omheen draaien. In het geval van deze stepjes is het dus een huurstep. Net als dat Uber en Lyft geen ride sharing zijn, maar gewoon een taxi.

Sowieso is het nog onduidelijk of het model met de stepjes uit kan, in dit stuk uit een eerdere nieuwsbrief ga ik hier verder op in. Wat niet bijdraagt aan het vertrouwen is dit onderzoek naar de levensduur van Bird stepjes in Louisville. De gemiddelde levensduur van een stepje is 28,8 dagen. De gemiddelde step legde 163,2 miles af gedurende 92 tripjes voordat de step van de radar verdween. Hoewel dit natuurlijk geen representatief onderzoek is en er ook genoeg data ontbreekt, dit draagt niet bij aan het vertrouwen.

How Uber Elevate is planning to make traffic jams a thing of the past | On Air Videos | Fox Business

How Uber Elevate is planning to make traffic jams a thing of the past | On Air Videos | Fox Business

Vliegende taxi’s. Dat is een van de toekomst scenario’s waar Uber haar peilen op richt. Natuurlijk kun je een hoop vragen stellen bij of we in steden alles in de lucht moeten willen vervoeren (pakket- en maaltijdbezorgers en mensen), of dat we misschien de hele logistiek in basis eens aan moeten pakken en herorganiseren. Leest ook dit stuk in de Financial Times: “Flying taxis will bring traffic jams to the sky. But cities would be better off putting more people on trains than unleashing squadrons of private taxis in the sky. Regulators and investors should pause before turning science fiction into fact”

Wat ik interessant vind aan deze stap is dat Uber heel slim als partner mee ontwikkeld. De andere partijen zijn doorgaans heel betrouwbare en erkende technologische partners. Uber kan vervolgens de platform kennis en toegang tot data en klanten inbrengen. Ik verwacht niet dat ze daarmee een unieke plek kunnen veroveren, maar zeker wel een first mover advantage. Uitdaging van dit soort stappen is wel dat het weer een flinke longshot is voordat iets als dit breed geaccepteerd is en een model heeft dat werkt en uit kan. Het zou voor het bedrijf toch wel fijn zijn als ze iets hadden dat voor een vaste inkomstenstroom zou zorgen.

Eigen publicaties

Argumenten CNV tegen platformeconomie zijn flinterdun. – ZiPconomy

Argumenten CNV tegen platformeconomie zijn flinterdun. – ZiPconomy

De reactie in de nieuwsbrief van vorige week over het pleidooi van CNV in De Telegraaf is vorige week op Zipconomy gepubliceerd.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Leidt de platformeconomie tot een race naar het putje? It depends.. | Aankondiging public event platformeconomie TivoliVredeburg | Platformen zorgen voor efficiëntie, maar worden we daar gelukkig van?

Goedemorgen! Graag even je aandacht voor een interessant event. 28 en 29 Juni mede organiseer ik de 6th International Workshop on the Sharing Economy. Ruim 110 bezoekers uit 23 landen en 75 paper presentaties. Op 27 juni organiseren we een public event ‘naar een inclusieve platformeconomie‘ in TivoliVredeburg. We hebben een aantal heel interessante sprekers weten te strikken: Peter Baeck van de Britse innovatiedenktank Nesta (waarom hebben we niet zoiets in Nederland?!), Sara Green Brodersen van het Deense  reputatie platform Deemly, Lisa Hemph en Gregory Golding van de Zweedse Social Services (zij doen nu een heel tof experiment!) en universiteitshoogleraar en auteur van de ‘Platform Society’ José van Dijck. Ik verzorg naast de organisatie ook de moderatie. Kaarten kosten een tientje en zijn hier te bestellen.

Vorige week heb ik mij veel (te) druk gemaakt over en met vakbonden en het pensioenakkoord waar door een vormfout ook niet iets over een AOV in is geslopen 😉 Het eerste en grootste stuk in deze nieuwsbrief gaat hier over. Ik zit deze week in een huisje in de bossen te werken aan mijn nieuwe boek. Ik hoop dat jij ook een mooie week hebt. Fijne week!

CNV: ’Platformeconomie is nieuwe race naar putje’ | Telegraaf.nl

CNV: ’Platformeconomie is nieuwe race naar putje’ | Telegraaf.nl

Op dezelfde dag dat CNV Vakmensen een bestuursconferentie over de platformeconomie organiseerde, verscheen ook in De Telegraaf dit kritische artikel. Waar de gesprekken met individuele medewerkers van vakbonden nagenoeg altijd positief en constructief zijn (de conferentie was erg interessant en de discussies constructief), blijf ik mij verwonderen van het conservatieve (en in dit geval op basis van onjuiste informatie) geluid.

Het CNV heeft een onderzoek gedaan. De cijfers liegen niet: va de 2.000 ondervraagden veronderstelt 40%  dat platformwerknemers worden uitgebuit. Een zelfde percentage denkt dat platformwerkers meer kunnen verdienen wanneer ze bij een willekeurig ander bedrijf kunnen werken. En 58% zou zelf nooit bij (ik vermoed dat ze bedoelen ‘via’) een platform willen werken. Ook stelt de voorzitter dat veel mensen denken dat het om een bijbaantje gaat, maar dat dit in de praktijk niet zo is. En dat platformen op deze manier bijdragen dat we naar de 2 miljoen ZZP’ers gaan. Ten slotte: omdat het de vakbond niet lukt om ‘de’ platformwerker te vertegenwoordigen wordt een beroep op de politiek gedaan.

Dan nu de feiten. In 2018 heeft SEO Economisch Onderzoek een rapport geschreven: “de opkomst en groei van kluseconomie in Nederland”. Hierin een aantal feiten die niet in lijn liggen met de stellingen obv het onderzoek van CNV:

  1. Volgens het SEO onderzoek is 0,4% van de beroepsbevolking ‘kluswerker’ en werkt wel eens via een platform. Op een onderzoekspopulatie van 2.000 ondervraagden zouden er dus 8 platformwerkers tussen zitten. In dat licht vallen de resultaten dus wel mee: als 58% niet voor een platformbedrijf zou willen werken en slechts 0,4% dat nu al doet, dan is er nog voldoende ruimte voor groei in platformwerk 😉
  2. Het gegeven van 40% denkt dat platformwerkers wordt uitgebuit zegt weinig: de framing van vakbonden en media ligt natuurlijk erg op een paar grote namen, dan is de reputatie van platformwerk ook al snel negatief. Met veronderstellen kon je niet ver, geef mij maar de feiten en stel de vraag aan diegenen waar het over gaat: de platformwerkers zelf;
  3. De aanname dat platformwerk voor het grootste deel van de werkers geen bijbaantje is, staak redelijk haaks op de cijfers van het SEO. Volgens dit onderzoek werken platformwerkers gemiddeld 20 uur per week, mediaan is 10 uur per week. Ze geven aan dat de verschillen wel groot zijn. Ik vermoed dat dit o ook ligt aan de drempels die er zijn om voor een platform te werken: Uber chauffeurs werken gemiddeld meer uren per week dan een maaltijdbezorger, omdat de drempel om taxi te mogen rijden hoog is: investering in opleiding en auto. Dan is het logisch dat je ook meer uur werkt om de ‘opstartkosten’ er uit te kunnen halen. Ook zijn volgens de bevindingen van het SEO platformwerkers relatief voor een korte periode werkzaam via een platform (50% korter dan 6 maanden) en heeft weinig ambitie: 2/3 verwacht binnen 2 jaar te stoppen. Bij maaltijdbezorgers is dit zelfs 1 jaar;
  4. De stelling dat platformen kunnen bijdragen dat het aantal ZZP’ers (je weet wel, die categorie waarvoor in het pensioenakkoord nog even een verplichte en onuitvoerbare AOV is gefietst) groeit tot 2 miljoen wordt ook nergens onderbouwd;
  5. Het ‘niet aan boord kunnen krijgen’ van platformwerkers en dan de overheid vragen regelgeving te maken is natuurlijk een zwaktebod. Ook platformwerkers hebben belang bij belangen behartiging, je moet alleen wel goed hard kunnen maken dat je relevant voor hen bent. Dat is nog geen vakbond gelukt. Maar ook dat is een breder probleem.

Los van bovenstaand verhaal moet je je natuurlijk afvragen of het verstandig is om bij het bedenken van beleid een groep werkenden anders te behandelen afhankelijk van hoe zij bij hun opdrachtgever zijn gekomen. Moet iemand die via een online platformwerk aan zijn of haar werk komt anders worden behandeld dan iemand die via een uitzendbureau, via via, een netwerkborrel of via social media aan zijn werk is gekomen? Dat lijkt mij een slecht idee. Dit is een in mijn ogen erg belangrijke vraag die in het debat niet wordt gesteld. Bij deze.

Terug naar het artikel van CNV. Prima natuurlijk als je een punt wilt maken, maar zorg er dan wel voor dat je de feiten op een rijtje hebt. Ik ontken overigens niet dat naast de positieve effecten (inclusievere arbeidsmarkt, lagere drempels om te werken, transparantie in opdrachtgevers, kansen voor een gevalideerde skillset CV door ratings van anderen, lager transactiekosten en daardoor groeien markten) ook zeker mogelijk negatieve effecten aan de groei van platformwerk hangen. Zo ligt er wel degelijk voor een bepaalde categorie werkenden het gevaar van een race naar de bodem. Op basis van (historische) data en algoritmes kunnen werkenden op individueel niveau tegen elkaar uit worden gespeeld, aangestuurd zonder wederhoor en ligt er een uitdaging dat de wereld jouw potentiële klant, maar ook potentiële concurrent is. Alleen moet je niet het kind met het badwater weggooien en platformen met onjuiste informatie inzetten in de ZZP discussie.

Persoonlijk vind ik het zonde dat CNV er voor heeft gekozen om deze weg te kiezen, dat terwijl mijn ervaring is dat CNV medewerkers een stuk realistischer in de discussie staan. Waarom vindt ik dit zonde? Omdat je daarmee de echt belangrijke en interessante discussies vermijdt. Het is duidelijk datde problemen die platformen worden toegeschreven over het algemeen niet platform specifiek zijn.

Platformen kunnen groeien wanneer regelgeving onduidelijk is en handhaving achterblijft. Natuurlijk kun je het onsympathiek vinden dat platformen daar gebruik van maken, maar vertrouwen op een zelfregulerend vermogen van een markt is sowieso geen goed (en een heel naïef) idee.

Wat dat betreft ben ik erg benieuwd naar de eerste bevindingen van de Commissie Borstlap waar ik ook input heb mogen geven. Ik verwacht (lees: ik heb gegronde en gevalideerde hoop) dat zij aandacht zullen besteden aan de fundamenten van ons systeem. Zoals de wens om zekerheden en verplichtingen los te koppelen van de contractvorm. Ik merk dat steeds meer stakeholders beseffen dat hier de kern van het probleem ligt. Als dat goed is geregeld, dan wordt het ook veel lastiger om te concurreren op arbeidsvoorwaarden. En dan kunnen de echt interessante en relevante discussies beginnen… Ik zie er naar uit.

p.s.

Als je deze nieuwsbrief al wat langer volgt dan is je vast opgevallen dat ik mij zo nu en dan druk maak over vakbonden. Ik spreek regelmatig met vertegenwoordigers van vakbonden, wordt door hen ingehuurd voor het geven van presentaties over de platformeconomie en ik nodig hen uit voor mijn workshops en waardeer hun input. Ik denk dat het verenigen van een gefragmenteerde groep (kwetsbare) werkenden en dit schaalvoordeel gebruiken om collectief belangen te behartigen een groot goed is. En ontzettend belangrijk voor onze economie. Een noodzakelijke tegenmacht, waar ook bijvoorbeeld werkgeversorganisaties niet zonder kunnen. Wat de reden van mijn kritische (en ik hoop ook echt wel constructieve) geluid is, is dat ik vind dat hoe vakbonden vandaag de dag met deze verantwoordelijkheid (laat ik duidelijk zijn: die verantwoordelijkheid is er en die is groot) omgaan, zij niet de juiste keuzes maken en de juiste weg bewandelen. En dat is zonde en een groot probleem. Dat is niet alleen een zorg van de vakbonden (die met het huidige beleid over een aantal jaren niet meer bestaan), maar voor heel de (werkende) samenleving.

Introductie mobiliteitsconcept op Landgoed Wickevoort in Haarlemmermeer – AM | Inspiring space

Introductie mobiliteitsconcept op Landgoed Wickevoort in Haarlemmermeer – AM | Inspiring space

Hoewel de pure deeleconomie (consumenten die elkaar tijdelijk toegang geven tot fysieke goederen, eventueel tegen betaling) als een op zichzelf staand fenomeen nooit echt van de grond is gekomen, zie je de laatste 2 jaar veel interessante concepten opkomen waar een stuk deeleconomie is in verwerkt, maar waar de kosten voor de operatie niet volledig uit de transactiewaarde van het deeleconomie stuk hoeft te worden opgebracht. Het idee van gedeeld gebruik (as a service) lijkt in meerdere sectoren aan te slaan.

Interessant is dit voorbeeld waar verschillende deeleconomie aspecten ‘by design’ in nieuwe infrastructuur wordt meegenomen. Dat dit begint met het gedeeld gebruik van auto’s is natuurlijk een no-brainer: parkeerplaatsen nemen veel kostbare ruimte in beslag en een geparkeerde auto is niet bepaald een schoonheid in het straatbeeld. Dat gecombineerd met het gegeven dat een eigen auto in privé bezig een ontzettend inefficiënte investering is en technologie (platformen en smart locks) het gedeeld gebruik faciliteert als betrouwbaar en logisch alternatief.

Opinion | We Don’t Need to Be Saved From Making Smoothies – The New York Times

Opinion | We Don’t Need to Be Saved From Making Smoothies – The New York Times

“Food delivery services have tried to convince us that cooking is a difficult, boring task. It’s actually a life skill.”

In de belofte van veel platformen in de consumer diensten sector is dat het platform jou enorm veel tijd gaat besparen. Tijd om te koken. Tijd om de hond uit te laten. Tijd om te reizen. Tijd, tijd, tijd. Alles moet wijken voor ‘convenience’. Gemak.

De vraag is alleen: is het zo simpel? Je voelt het al aankomen: nee. Als we voor 100% efficiency gaan, dan is een ‘breaker’ flesje met een of ander super gezond spul genoeg om heel gezond en gebalanceerd van te leven. Probleem is alleen: daar is geen bal aan. En daar zit de kern van het probleem. Veel nieuwe ontwikkelingen hebben de focus om bepaalde zaken efficiënter te laten verlopen. Alleen de crux is: wij mensen gedijen juist bij inefficiëntie. Heel veel activiteiten die wij als mens doen zijn nutteloos. En dat is helemaal niet erg, omdat het op andere manieren bijdraagt aan ons levens(sgeluk). Koken is voor mij (vaak) even een rustmomentje op de dag. Boodschappen doen helemaal, even weg uit de hectiek van thuis met 3 kinderen en rustig mijn boodschappen verzamelen.

Ik denk dat we best wat kritischer mogen zijn en dit soort marketing beloftes (zei de voormalig marketeer) naast ons neer mogen leggen. Als je dit leest, heb ik mij opgesloten in een huisje in de bossen om aan mijn boek te werken. Voor geen meter efficiënt, maar voor mij werkt het wel. Leven de inefficiëntie.

Europees Hof oordeelt dat beloptie Skype een telecomdienst is | NU.nl

Europees Hof oordeelt dat beloptie Skype een telecomdienst is |  NU.nl

Vakjes. Of beter gezegd: kokers alias verticals. Alles wat wij kennen is ingedeeld in verticale kokers. Een koker is natuurlijk heel comfortabel op het moment dat het duidelijk is wat in de koker en wat er buiten valt. De grenzen zijn duidelijk en staan niet ter discussie. Maar wat als er nieuwe diensten komen die niet duidelijk in één koker passen? Een dienst die niet verticaal, maar horizontaal door verschillende kokers heen komt? Dan komt er onduidelijkheid. En onduidelijkheid is een groeiversneller voor nieuwe initiatieven en goud voor juristen. Maar als samenleving kom je er niet heel veel verder mee. Is Skype een internetdienst of een telecom aanbieder? Is Facebook een mediabedrijf of een open platform? Temper een prikbord of een uitzendbureau? PicNic een logistiek bedrijf of een supermarkt?

Dit soort voorbeelden laten zien dat in veel gevallen een puur verticale aanpak schijnzekerheid en schijncomfort biedt. Ik stel voor dat we meer gaan kijken wat er nu op de ‘werkvloer’ nu echt gebeurt en horizontaal door alle kokers heen een aantal basis zekerheden en verplichtingen gaan afspreken. Dit gezegd hebbende besef ik dat ook mijn pleidooi in het eerste stuk voor contract (lees: koker) onafhankelijke verplichtingen en zekerheden ook prima in dit rijtje past.

TISSER van Asito nieuwe facilitaire dienst voor MKB

In nagenoeg alle discussies over kluseconomie gaat het om platformen die een transactie tussen twee individuen faciliteren. Waar het werk voor degene aan de aanbod zijde in veel gevallen als bijbaan dient. De afgelopen tijd zie ik steeds meer organisaties experimenteren met platform technologie om hun workforce te organiseren. Of beter gezegd: om hun workforce zichzelf te laten organiseren. Komen hier dezelfde uitdagingen bij kijken als bij de c2c platformen? Deels wel, maar aangezien ene business klant een stuk continuïteit en kwaliteit verwacht en een 1-op-1 transactie iets anders is dan een heel team is de dynamiek bij dit soort platformen natuurlijk een stuk anders.

Het enige grote gevaar is natuurlijk wel dat bestaande organisaties via platform constructies op arbeidsvoorwaarden gaan concurreren met bestaande platformen. Dat lijkt mij niet wenselijk.

Event!

Naar een inclusieve platformeconomie – TivoliVredenburg

Naar een inclusieve platformeconomie – TivoliVredenburg

De platformeconomie groeit. Steeds meer processen in onze samenleving worden door platformen georganiseerd. We delen huizen en auto’s via Airbnb en SnappCar en jongeren verdienen een centje bij via Deliveroo en Helpling. Hoe kunnen we de steeds grotere afhankelijkheid van deze platformen benutten en tegelijkertijd de negatieve kanten voorkomen? Dit is de vraag die op 27 juni centraal staat.

Peter Baeck, hoofd van de Britse innovatiedenktank Nesta, schetst in zijn keynote de opkomst van de platformeconomie. Wat vestaan we precies onder deze term, hoe gaat deze nieuwe economie zich ontwikkelen en hoe blijft deze inclusief? Sara Green Brodersen vertelt hoe het Deense reputatieplatform Deemly gebruikers die via platformen werken helpen om hun opgebouwde reputatie mee te nemen naar een ander platform, zodat zij niet van één platform afhankelijk worden. Lisa Hemph en Gregory Golding van de Zweedse Social Service delen vervolgens hun ervaring over een lopend experiment waarbij zij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen hun CV te versterken door deze opgebouwde online reputatie om te zetten in een offline CV. Universiteitshoogleraar José van Dijck schreef o.a. het boek ‘The Platform Society’. In haar afsluitende lezing deelt zij haar visie voor een platformeconomie die werkt voor iedereen.

Huisje

Hier heb ik mijzelf dus opgesloten om aan mijn boek te werken. Ik kan mij vervelendere plekken bedenken 😉

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Waar is de context in online reputatie | Het recht om vergeven te worden | Welke verantwoordelijkheid heeft een platform? Dit zegt de rechter. | Airbnb past businessmodel aan | Geen regels in de platformeconomie? Onzin. Regels genoeg.

Goedemorgen! Vorige week een leuke BNR uitzending gehad over ‘ondernemen zonder regels’ in de platformeconomie. En stelling die ik aardig heb ontkracht. Er zijn vaak genoeg regels, al zijn ze soms onduidelijkheid. En juist in die onduidelijkheid kunnen platformen groeien. Zie ook het laatste item in deze nieuwsbrief. Vandaag (maandag) mag ik 80 vakbond bestuurders meenemen in de (context van de) kluseconomie en uitdagen om verder te denken dan de clichés om te verkennen hoe platformen kunnen bijdragen aan een meer inclusieve arbeidsmarkt. Altijd leuk om te doen! Voor nu: fijne week. Groet!

After Uber flop, Go-Jek says it doesn’t need ride-hailing to profit – Nikkei Asian Review

Waar een paar jaar geleden veel platformen hun groeipotentie wilden laten zien door zich de ‘Uber van X’ te noemen, is sinds een jaar een omgekeerde trend waar te nemen: platformen die pretenderen juist niet de Uber van X te zijn. Uber voor X staat intussen synoniem voor een lastig businessmodel, forse investeringen en zonder zekerheid dat er ooit winst zal worden gemaakt.

Zo ook de Indonesische scale-ip Go-Jek. Vooral bekend vanwege het ride hailing model met motoren, maar ook groot in food delivery (voordeel: daar kun je dezelfde riders voor gebruiken, waardoor je hen ook een meer stabiele stroom aan klussen kunt bieden) en payment. In een land waar nog 99% van de betalingen cash gaat.

Juist dat laatste, met een omzet van 6,3 miljard dollar per jaar (omzet zegt natuurlijk niets, het gaat om de marge), is natuurlijk erg interessant. In een land waar betalingen gaat transformeren van cash naar digitaal is het heel interessant om dé app te worden die mensen voor hun betalingen gebruiken. Ik zeg bewust app, omdat de app natuurlijk gewoon hetgeen wij een bank noemen vertegenwoordigd. Om marktleider in betaling te worden in een land waar nu nog voornamelijk cash wordt gebruikt, zal een race om klantcontact ontstaan. En dan is het natuurlijk erg slim om aan die service verschillende diensten te koppelen die mensen in het dagelijks leven veel gebruiken. Juist: mobiliteit en food. Slim.

Uber is now kicking low-rated passengers out of its cars – CNET

Uber is now kicking low-rated passengers out of its cars – CNET

Het unieke aan platformen in de kluseconomie is dat zowel de aanbieder als de klant worden beoordeeld. Doordat deze ratings openbaar zijn, moet je je als klant ook wel een beetje gedragen, anders dan wil niemand meer voor jou werken.

Bij Uber is het geen geheim dat chauffeurs met een slechte rating (meestal onder de 4,6/5) na een aantal waarschuwingen worden gedeactiveerd. De toegang tot het platform wordt geblokkeerd en verdere communicatie over de beslissing is doorgaans niet mogelijk. Indirect speelde de rating van de passagier ook al mee in het al dan niet geaccepteerd worden door een chauffeur. Ik lees regelmatig op Facebook groepen van Amerikaanse Uber chauffeurs discussies of je een klant met een 4,3 rating mee moet nemen. Doorgaans is het advies van de collega chauffeurs: een 4,3 is gegarandeerd gedoe, lekker laten staan dus.

Nu gaat Uber deze deactivatie na slecht gedrag dus ook op klanten toepassen. Hoewel de rating van de passagier al wel meespeelde wordt dit nu dus ook hard gecodeerd. En dat is een moment om je af te vragen wat je hier van moet vinden. Zeker met in het achterhoofd dat Uber de ambitie heeft om dé toegangsapp voor mobiliteit te worden. Als een partij de toegang tot mobiliteit in handen heeft en jou daar van kan uitsluiten, dan kunnen de gevolgen groot zijn. Black Mirror bracht dit in de aflevering ‘Nose Dive’ mooi in beeld. China brengt dit experiment in de praktijk met de veelbesproken ‘Sesame Credits’.

Hoewel reputatie scores gezien worden als een slimme manier om kwaliteit te meten en vertrouwen te creëren tussen onbekenden, valt het mij op hoe weinig (geen!!) discussie er is over deze systemen. In 2016 publiceerde ik op Marketingfacts de blog ‘is online reputatiemanagement doorgeslagen?‘ De reputatie systemen zijn verre van perfect en missen in de meeste gevallen compleet de context van de waardering. Daarnaast is vaak onduidelijk hoe de scores zijn opgebouwd,  of er ruimte is om op een beslissing terug te komen en of een fout die je vandaag maakt jouw de rest van je leven achtervolgd. Van het recht om vergeten te worden naar het recht om vergeven te worden zal ik maar zeggen. Dat maakt het misschien een handige tool ter ondersteuning, maar een gevaarlijke tool om blind je hele HR (en straks ook aan de klantenkant) op te automatiseren.

Tijd voor een goede en open discussie over dit onderwerp, voordat we blind dit soort systemen als de nieuwe heilige graal van HR gaan invoeren.

Black Mirror | Nosedive Featurette [HD] | Netflix
A Study of More Than 250 Platforms Reveals Why Most Fail

A Study of More Than 250 Platforms Reveals Why Most Fail

Het aantal platformen dat succesvol is staat in geen verhouding tot het grote aantal platformen dat keihard faalt. Op zich geen probleem, maar wel belangrijk om bij stil te staan wanneer je intenties hebt om een platform te starten.

In dit artikel geven de auteurs van het boek ‘The Business of Platforms: Strategy in the Age of Digital Competition, Innovation, and Power’ een voorschotje van de resultaten van het onderzoek dat zij deden naar 250 platformen.

“To understand why and how platforms fail, we tried to identify as many failed American platforms as possible over the last twenty years that competed with the 43 successful platforms. The 209 failures allowed us to extract some general lessons about why platforms struggle.”

De lessen die in dit stuk wordende eerste 4 ‘failures’ gedeeld:

  1. Mispricing on one side of the market: A platform often requires underwriting one side of the market to encourage the other side to participate. But knowing which side should get charged and which side should get subsidized may be the single most important strategic decision for any platform;
  2. Failure to develop trust with users and partners: Platforms also require two or more parties, who may or may not know each other, to connect. Therefore, building trust is essential;
  3. Prematurely dismissing the competition: A common misconception about platforms is that once the market tips in your favor, you will be the long-run winner. Often this is true. But there is a better way to think about tipped markets: it is the winner’s opportunity to lose.
  4. Timing: Being early is preferable, but no guarantee of success

Het boek ligt intussen op mijn digitale boekenstapel die deze zomer meegaat op vakantie. Ik vond de lessons uit dit stuk leuk om te lezen, maar heb nog niets nieuws gehoord, ik hoop dat het hele boek meer inzichten zal brengen.

Investeerder vangt bot in zaak over mislukt crowdfundingproject

Investeerder vangt bot in zaak over mislukt crowdfundingproject

Een van de belangrijkste, maar ook meest lastige, vragen bij platformen is: hoeveel verantwoordelijkheid neem je als platform? Die vraag heeft een juridische kant, maar ook een kant van de verwachtingen vanuit de gebruikers. Oftewel: misschien hoeft een platform juridisch gezien geen verantwoordelijkheid te nemen, maar is het in belang van de transactie en de verwachtingen van de gebruikers wel belangrijk dat het dat doet.

In dit artikel uit het FD een zaak over crowdfunding platformen: “Mag een belegger op het boekenonderzoek en de gestelde zekerheden bij een crowdfundbelegging vertrouwen? Nee, zegt de rechtbank van Zeeland-West-Brabant. Een investeerder die bewust kiest voor extra risico moet niet zeuren als het misgaat.”

Een van de grootste problemen met lening crowdfunding (mijn mening) is dat het platform zich juridisch positioneert als een marktplaats, maar de toegang voor geldvragers (de project eigenaren) streng wordt gecontroleerd. Sommige platformen weigeren meer dan 90 procent van de projecten die zich melden en hebben een succespercentage van tegen de 100 procent. Investeerders hebben vaak relatief kort de tijd om een beslissing over een mogelijke investering te maken en spreiden (heel verstandig) hun investeringen door relatief kleine bedragen in veel projecten te investeren.

Dus hoewel het platform een marktplaats is, zal de investeerder in de praktijk voornamelijk op het merk en de checks van het platform vertrouwen. Anders kan het succespercentage natuurlijk ook nooit zo hoog zijn. Maar wat is het platform dan? Een onafhankelijke marktplaats? Of geeft het platform, geholpen door de opgebouwde reputatie bij de groep investeerders, door een project goed te keuren indirect beleggingsadvies?

In deze zaak ben ik het eens met het oordeel van de rechter.  Crowdfunding blijft een risico investering en je kunt van een platform niet verwachten dat ze voor ieder project enorm diep onderzoek doen. Waar de grens ligt van wat je wel en wat je niet kunt verwachten is natuurlijk onduidelijk, hier zou het platform met communicatie een hoop kunnen doen. De claim van de ervaren investeerder in deze zaak dat je ‘in principe blind in moet kunnen stappen’ is natuurlijk onzin.

Wat ik overigens wel schokkend en erg slecht vind is de reactie van Collin Crowdfund, het platform dat werd aangeklaagd. “Collin verweerde zich door te stellen dat deze investeringsronde speelde toen het platform pas een half jaar in bedrijf was. De sector stond nog in de kinderschoenen, Collin had nog nauwelijks ervaring met investeren en er was geen toezichtrechtelijke sturing van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De borg moest gezien worden als een ‘morele borg’. ‘Er golden op dat moment andere interne processen dan thans gelden’, aldus Collin in zijn verweer. ‘Vuijk kan geen rechten ontlenen aan huidige processen.'” Wat zij indirect zeggen is dat deze investeerder meebetaald aan het leergeld van het platform. En dat is naar mijn mening een onverantwoorde en domme uitspraak. En aanleiding om eens goed na te denken in hoeverre gebruikers van platformen voor het leergeld van het platform betalen, zonder hier van op de hoogte te zijn en voor te worden gecompenseerd.

Airbnb Eliminates Some Guest Fees to Take on Booking Holdings – Skift

Airbnb Eliminates Some Guest Fees to Take on Booking Holdings – Skift

Waar Uber de verschuiving aan het maken is van taxi app naar de toegangsapp voor mobiliteit, is Airbnb al een tijdje bezig om de verschuiving te maken naar de toegangsapp voor travel en accommodation. Een logische, maar ook een spannende stap. Kunnen ze het concurrentievoordeel vanuit het short stay rental behouden wanneer ze in markten gaan concurreren met platformen als Booking die al een dominante marktpositie hebben opgebouwd? Aan de andere kant is het ook een onvermijdelijke stap. Airbnb heeft bewezen dat er een businesscase te maken is van short stay rental van privé accomodaties via een platform en je ziet nu platformen als Booking ook die kant op bewegen. Het is dus eten of gegeten worden. Er is eigenlijk geen andere weg mogelijk.

In dit artikel wordt mooi beschreven dat de verandering in het businessmodel van Airbnb de weg vrij wordt gemaakt voor deze transitie. En dat is dat de commissie aan de klant kant verdwijnt en bij de commissie aan de aanbieder kant wordt opgeteld. Net als het geval is bij veerhuur bij alle andere soorten professionele accomodaties. Onder aan de streep zal het vermoed ik voor de prijs voor de klant niets uitmaken. De paar procent die de klant nu niet meer aan Airbnb betaald, zullen nu vast en zeker in rekening worden gebracht door de verhuurder. Deze zal netto vermoed ik op een zelfde bedrag willen blijven uitkomen. Typisch geval van vestzak broekzak.

In de media

Ondernemen zonder regels | BNR Nieuwsradio

Vorige week was ik als expert te gast bij BNR in Bedrijf tijdens een uitzending over Tranzer, een Nederlandse app waarbij je jouw OV reis vooraf via een mooie app kunt boeken en betalen. De app richt zich voornamelijk op mensen die 1-2 keer per maand met het OV reizen en op business klanten. Het was een gesprek op locatie in Amersfoort. Altijd erg leuk om te doen en ik zie dit soort optredens dan ook als een interessant gedachte experiment en een leuke leerschool.

De titel van het programma was ‘ondernemen zonder regels’, met de aanname dat platformeconomie doorgaans
zich in gebieden ontwikkeld waar nog geen regels zijn. In de uitzending was mijn standpunt dat dat onzin is. Over het algemeen zijn er regels en is er hoogstens onduidelijkheid in regulering, zoals met de ZZP platformen. En maken platformen slim gebruik van deze onduidelijkheid om te kunnen groeien. Ik schreef hier eerder het artikel ‘F*ck de regels’ op Marketingfacts. Bekijk daar ook het fragment van Kees Koolen, de man die Booking groot heeft gemaakt en de eerste COO van Uber was. In 2 minuten snap je de mindset van dit type ondernemers.

Waar in deze uitzending het ‘zonder regels’ aan refereerde was dat Tranzer graag wilde dat openbaar vervoer organisaties die met publiek geld worden gefinancierd met behulp van regelgeving moeten worden gedwongen om hun data open te stellen, zodat apps als Tranzer makkelijk hier op in kunnen tappen. Ik vind dat een slecht idee: er is ook altijd nog een bedrijfsbelang en daarnaast is het aan apps als Tranzer ook zaak om deze organisaties te overtuigen van de waarde die de app voor hen toevoegt. Oftewel: wees relevant voor al jouw stakeholders. Ik gaf ook aan dat het misschien heel nadelig voor Tranzer zal zijn wanneer zulke wetgeving er komt: beperkte toegang tot een markt is ook een groot concurrentie voordeel. Oftewel: als Tranzer nu met veel geld en moeite dit soort zaken voor elkaar krijgt, dan is de concurrent mogelijk de lachende derde. En dat is vanuit een business perspectief niet zo verstandig.

fragment Kees Koolen op The Next Web 2016

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Het belang van context in het (platform) debat | Maaltijdbezorging via apps door de ogen van de koerier | Rechter New York verplicht Airbnb tot delen data

Goedemorgen! Vorige week vond de tweede workshop plaats over ‘zekerheid en flexibiliteit in de kluseconomie’. Alle stakeholder groepen waren vertegenwoordigd en de presentaties en discussies goed. Doel van deze workshops is ook om de verschillende stakeholders met elkaar in contact te brengen en zo zaadjes te planten voor verdere samenwerkingen. En te leren van elkaars standpunten, dilemma’s en achtergrond. Missie geslaagd. Deze woensdag bij ‘BNR in Bedrijf’ mag ik als expert aanschuiven bij de vervoersapp Tranzer. In de volgende editie zal ik een link delen. Voor nu: fijne week!

‘They Were Conned’: How Reckless Loans Devastated a Generation of Taxi Drivers – The New York Times

‘They Were Conned’: How Reckless Loans Devastated a Generation of Taxi Drivers – The New York Times

Hoewel het het leven een stuk eenvoudiger zou maken als het waar zou zijn, is het toch echt belangrijk om te beseffen dat veel platform ontwikkelingen geen geïsoleerde ontwikkelingen zijn. En is het altijd belangrijk om naar de context te kijken voordat je een oordeel velt. Omdat je anders misschien op korte termijn wel aandacht krijgt voor je idee of standpunt (of de aandacht afleidt van iets waar je liever geen aandacht voor wilt hebben), maar op lange termijn kom je er niet mee weg. En sowieso draag je niet bij aan een oplossing.

Het probleem, oké: de uitdaging, is dat de context het probleem een stuk minder eenvoudig (en single stakeholder en vooral alleen externe stakeholder) maakt. Broodnodig om het op lange termijn op te lossen, maar op de korte termijn een oncomfortabel iets. Waar heb ik het over? 3 cases:

1: het ware probleem van thuisschoonmaak

Afgelopen dinsdag troffen thuisschoonmaak platform Helpling en FNV elkaar voor de rechter. Inzet: FNV vindt dat Helpling als platform werkgever is en de thuisschoonmakers in dienst moet nemen. Een zaak die, zoals ik eerder in deze blog omschreef, niet draait om de thuisschoonmaakster. Als FNV wint en Helpling moet de schoonmaaksters in dienst nemen, dan wil geen enkele consument de prijs betalen die daar bij hoort. Helpling failliet en de schoonmaaksters (weer) naar de zwarte markt.

Het probleem bij thuisschoonmaak is dat de klant, de consument, simpelweg niet het tarief wil betalen waarvoor de schoonmaakster het loon en zekerheden krijgt die wij als maatschappij (en zeker als vakbond) belangrijk vinden. Dat is dan ook de reden dat dit soort werk zich in de zwarte markt begeeft. Een platform gaat hier geen verschil in maken. Mogelijk kan een platform de condities voor de werkenden verslechteren door misbruik te maken van de macht (wat ik onwaarschijnlijk acht, aangezien het om een repeterende transactie gaat en de macht daardoor relatief is). Ook kan een platform de condities verbeteren. Door gebruik te maken van de collectieve kracht kunnen betaalbare verzekeringen worden aangeboden en kan het platform zelfs de stem van de schoonmaaksters in het publieke debat vertegenwoordigen. Daarnaast kan een platform door reviews en ID checks iets doen voor veiligheid van de werkomgeving van de schoonmaakster. Maar ook al kan een platform met de beste bedoelingen de omstandigheden ietsje verbeteren: het onderliggende probleem blijft.

Hoe dit op te lossen? Door het probleem te erkennen en daarop te acteren. Dat kan door de boel de boel te laten en te erkennen dat een kwetsbare categorie onder ons maatschappelijk minimum leeft. Maar dan als bewuste keuze. Of door als overheid het verschil tussen wat een consument wil betalen en wat nodig is om de schoonmaakster acceptabele arbeidsvoorwaarden bij te plussen. Subsidiëren. Zo kent België een systeem van de dienstencheques (lees dit interessante stuk uit De Correspondent over dit fenomeen) en krijg je in Scandinavië belastingvoordeel wanneer je iemand bij jou thuis laat schoonmaken. Dat is de enige manier om dit probleem op grote schaal op te lossen. Dat negeren is de discussie niet serieus nemen, of het eigen gewin voorop stellen aan de mogelijke oplossing. Is een keuze.

2: wie is er ook alweer verantwoordelijk voor de explosie van het aantal ZZP’ers?

Waar veelal de ZZP’ers zelf en hun opdrachtgevers de ‘schuld’ krijgen van de grote groei van het aantal ZZP’ers (ik ben zelf meer fan van de Zelfstandige Professional (ZP’er), mijn ambitie is niet om personeel te hebben) is het toch echt de overheid zelf die begin deze eeuw een aantal drempels hebben weggehaald om het Zelfstandig Ondernemerschap te stimuleren. En is het de overheid (en natuurlijk de andere belangen behartigers) die al jarenlang een dikke mist laat hangen rondom wie nu wel en wie nu niet gebruik mag maken van de (fiscale) voordelen van het zelfstandig ondernemerschap.

Daarnaast is de kern van het probleem, beter gezegd: de uitdaging, dat alle zekerheden zijn gekoppeld aan een bepaalde contractvorm: het werknemerschap. Tijdens de workshop over zekerheid en flexibiliteit in de platformeconomie was iedereen het er over eens dat dit de kern van het probleem is. Wanneer je dit loskoppelt, dus ook niet een ZZP verzekering, maar een werkersverzekering verplicht stelt, je een hoop problemen oplost. En je daarnaast ook drempels weghaalt voor mensen om vrijer en meer in hybride constructies te werken.

3: zijn Uber en Lyft verantwoordelijk voor de zelfmoorden van taxi chauffeurs in New York?

En dan komen we uit bij het artikel waar ik dit betoog aan heb opgehangen. In de stad New York was jarenlang een vast aantal taxi’s op de weg. 13.000 in totaal. Door een vergunningensysteem zat de markt op slot en werden de verdienste van de chauffeurs geborgd. Tot de app taxi’s van Uber, Lyft en Juno kwamen. In een aantal jaar tijd  kwamen er zo’n 80.000 ‘ride hailing’ voertuigen bij en daalden de inkomsten van de taxi chauffeurs. Daarnaast werden de vergunningen, die door schaarste rond de 1 miljoen dollar kostten, een stuk minder schaars, daalden de waarde, wat zorgde voor financiële problemen bij chauffeurs. Met als dieptepunt enkele zelfmoorden van chauffeurs die het niet meer zagen zitten. En dit allemaal door Lyft, Uber en Juno. Of toch niet?

In dit zeer lezenswaardige en uitgebreide artikel in de New York Times wordt na zeer uitgebreid onderzoek een reconstructie gemaakt van hoe het kwam dat die vergunningen überhaupt een miljoen konden gaan kosten en wat de reden was dat veel chauffeurs in de problemen raakten. En dat verhaal is een stuk minder eenkennig…  Een aantal fragmenten:

“Thousands of immigrants who were chasing the dream of owning a New York taxi were trapped in reckless loans by bankers who made hugeprofits, The Times found.”

“Between 2002 and 2014, the price of a medallion rose to more than $1 million from $200,000, even though city records showed that driver incomes barely changed.

“The medallion bubble burst in late 2014. Uber and Lyft may have hastened the crisis, but virtually all of the hundreds of industry veterans interviewed for this article, including many lenders, said inflated prices and risky lending practices would have caused a collapse even if ride-hailing had never been invented.”

Oftewel: nu de context van het probleem bekend is, wordt duidelijk dat de grootste boosdoener niet de Silicon Valley apps zijn (die overigens slim gebruik maken van een categorie die onder een lichte regulering valt: de bel en bestel markt), maar een flink aantal gewetenloze financiële instellingen en een groot aantal falende instituties die jarenlang alle rode vlaggen hebben genegeerd.

Deliveroo-koeriers dreigen belastingen te moeten betalen | De Tijd

Deliveroo-koeriers dreigen belastingen te moeten betalen | De Tijd

In België kun je wanneer je je diensten aanbiedt via een (deel)platform dat erkend is door de overheid (zie lijst) jaarlijks tot 6.250 euro onbelast bijverdienen. Over deze inkomsten hoef je ook geen sociale bijdragen te betalen. Een interessant idee, hoewel je je natuurlijk wel af kunt (en moet) vragen of de manier waarop de match tot stand is gekomen mag leiden tot een belastingvoordeel. Aanbieders zullen eerder kiezen om te werken via zo’n platform dan voor niet platform intermediairs. Of natuurlijk de goede oude zwarte markt 😉 En er is een gevaar dat klanten zonder digitale skills straks geen mensen meer in kunnen huren, aangezien het aanbod zich verschuift naar het digitale domein.

Enfin, Deliveroo en UberEats zijn ook door de overheid erkend. Opmerkelijk, omdat een van de voorwaarden is dat er “een overeenkomst bestaat tussen twee particulieren voor de handel in diensten. Wie via Deliveroo een maaltijd bestelt bij een restaurant uit de buurt, gaat geen overeenkomst aan met de fietskoerier die de maaltijd aan huis levert. De consument en de koerier komen niet onderling overeen hoeveel de levering zal kosten.”  Het is dan ook niet heel vreemd dat de fiscus nu aan de bel trekt. Dat had natuurlijk ook al gedaan kunnen zijn bij het verzoek dat Deliveroo en UberEats deden om erkend platform te worden, maar toch.

Reflections on a courier consultation forum in New York City | Platform Labor

Reflections on a courier consultation forum in New York City | Platform Labor

Weer een interessante blog van onderzoeker Niels van Doorn. Niels doet onderzoek naar de condities van food delivery koeriers in New York, Berlijn en Amsterdam. In deze blog doet hij verslag van een multi stakeholder event.

“The forum built on my research on the opportunities and challenges of platform-mediated “on-demand” food delivery work in New York City (see also this previous workshop), welcoming stakeholders from the public and private sectors to consult with food delivery workers about what can be done to improve their working conditions and to develop labor standards in this emerging industry. Our primary aim was to raise awareness among legislators, policymakers, and labor organizers, and to stimulate a robust discussion centered on the following questions:

1) How can on-demand food delivery platforms improve the working conditions and income opportunities of their courier fleets?

2) What new government policies would be needed to help improve labor standards in this industry?”

In dit stuk komt duidelijk naar voren hoe verschillend de apps zijn richting de worker. Hoe zij omgaan met tarieven, bonus, fooi, wachttijd, voorrang, etc. Erg interessant en relevant om te lezen en het geluid vanuit degenen die voor de apps werken zelf te horen.

Airbnb and New York City Reach a Truce on Home-Sharing Data | WIRED

Airbnb and New York City Reach a Truce on Home-Sharing Data | WIRED

Handhaving van vakantieverhuur via platformen is een probleem waar veel steden mee kampen. Zonder toegang tot data is goed handhaven nagenoeg onmogelijk en platformen als Airbnb weigeren veelal data te delen onder het mom van de privacy van de gebruikers. En zo belandt de kip-ei discussie in een eindeloze vicieuze cirkel.

In New York heeft de rechter een handje geholpen. “a judge ordered Airbnb to turn over more detailed and nonanonymized information on dozens of hosts and hundreds of guests who have listed or stayed in more than a dozen buildings in Manhattan, Brooklyn, and Queens in the past seven years.” Toeval of niet, maar wanneer er een schaap over de dam is… :  “Two days after that agreement was signed, a judge ordered Airbnb to comply with four additional city subpoenas the company had challenged as “overbroad and unduly burdensome.”.

Ik denk dat Airbnb hier zeker steken heeft laten vallen. Als bedrijf moet je zelf in de lead zijn over je eigen toekomst, maar door onvoldoende mee te werken aan de handhaving issues en het organiseren van illegale activiteiten op het platform hebben zij zichzelf diep in de vingers gesneden. Aan de andere kant moeten we misschien Airbnb dankbaar zijn voor dit gedrag: het heeft bijgedragen aan een enorme berg aan kennis en ervaring bij gemeenten over hoe om te gaan met platformen in de stad én heeft ambtenaren minder naïef gemaakt voor wanneer er weer een volgend platform zich aandient. Zo heeft ieder voordeel zijn nadeel, zou een bekende Amsterdamse filosoof hebben gezegd.

Het is overigens maar de vraag of het wenselijk is dat een gemeente de data van platformen als Airbnb ontvangt. Juist ook omdat deze de zaken goed op orde moet hebben om deze data op een verantwoorde manier te verwerken. Voor een stad als New York of Amsterdam maak ik mij hier niet zoveel zorgen, maar juist de kleine steden hebben hier denk ik een probleem. Het is dan ook de vraag of de overheid de verwerker moet worden van dit soort gegevens, of dat we op zoek moeten naar een andere constructie.

Tweet


Ik zie steeds meer marktplaatsen die van een enorm gefragmenteerde supply langzaam maar zeker stappen zetten naar een meer stabiel aanbod. Dit lijkt ook de enige manier om de klant aan de andere zijde van de marktplaats, die een stabiele ervaring en service wenst, te kunnen bedienen. Oftewel: Uber spoort chauffeurs aan om meer te rijden, SnappCar stapt in private lease om een meer stabiele, professionele en uniforme supply op te bouwen, Peerby op de items die vaak worden gehuurd en dan het liefst bij niet al te veel aanbieders en Airbnb op de super hosts. Hierover later meer.

In de media

Van Spaendonck 100 jaar: Vol inspiratie naar de toekomst by Van Spaendonck – Issuu

Van Spaendonck 100 jaar: Vol inspiratie naar de toekomst by Van Spaendonck – Issuu

Voor een magazine rondom het 100 jarig jubileum van Van Spaendonck werd ik geïnterviewd over platformen. Zie hier het resultaat.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Waarom Amazon in Deliveroo investeerde | Succesfactoren en kritische vragen platform coöperaties | Funda maakt logische, maar niet vanzelfsprekende, vervolgstap

Goedemorgen! Komende week staat de tweede workshop op de planning. Deze keer over zekerheid en flexibiliteit voor de worker in de kluseconomie. Tof dat van alle stakeholdergroepen vertegenwoordigers aanwezig zijn voor een constructief debat. Platformen, vakbonden, de ABU, overheid en wetenschap. En dat terwijl op dezelfde dag de zaak FNV <> Helpling (ik schreef er eerder dit over) voor de rechter komt. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden zal ik maar zeggen. Afgelopen week werd het paper over de succesfactoren van platform coöperaties dat ik samen met Koen Frenken schreef gepubliceerd. Een mooie mijlpaal. In deze editie ga ik er uitgebreid op in. Fijne week!

Amazon targets Uber Eats with Deliveroo investment – The Verge

Amazon targets Uber Eats with Deliveroo investment – The Verge

Afgelopen week werd bekend dat onder andere Amazon 575 miljoen dollar investeert in Deliveroo. Serieus geld van een serieuze speler. Naar eigen zegge wordt het geld gebruikt om de markt te vergroten, de technologie te verbeteren en te investeren in nieuwe concepten, zoals de ‘dark kitchens’, een fenomeen waar ik een paar weken geleden al over berichtte.

Amazon heeft in het verleden al vaker geprobeerd de food delivery markt te betreden met een eigen app, maar heeft ook geprobeerd om (net als Uber) Deliveroo in zijn geheel te kopen. Toen nog zonder succes.

De combinatie van de twee is interessant.  Een uitspraak van food delivery ondernemers die ik vaker heb gehoord is dat wanneer je het spelletje van food delivery werkend krijgt, je alles werkend krijgt. Food delivery is lastig vanwege het warme eten (dat ook met enige zorgvuldigheid moet worden vervoerd), het extreme on demand aspect en het gegeven dat je niet 2, maar 3 stakeholders hebt: klant, restaurant en koerier. Nu Amazon steeds vaker en sneller (in steden) wil bezorgen, zou Deliveroo een heel interessante partner en leermeester kunnen zijn hoe je dit voor spullen anders dan eten organiseert. Het is niet onwaarschijnlijk dat Amazon een dergelijke service voor lokale retailers gaat aanbieden (waarmee je wederom 3 stakeholders hebt) en daarmee de markt laat groeien. Lokale retailers die hun voorraad in de winkel ook op Amazon zetten, klanten kunnen deze vervolgens online kopen en de koerier haalt het item op in de winkel en brengt het naar de klant. En dat binnen een half uur. Hiermee wordt de grens tussen online en offline retail nog dunner. Voor Deliveroo zou dit een kans zijn om koeriers meer werk te kunnen geven. Nu kunnen zij alleen een additioneel inkomen bieden, aangezien er alleen tijdens de ‘hungry hours’ werk is. In combinatie met Amazon zouden ook de uren daar buiten prima kunnen worden gevuld.

Logistiek is sowieso een pijler waar Amazon zwaar op inzet. Zie ook dit stuk: “Amazon encourages its workers to quit and start their own delivery companies“. De nood is hoog. En daar zou een samenwerking met Deliveroo een mooie bijdrage aan kunnen leveren.

Zijn platformcoöperaties levensvatbaar? | tpedigitaal.nl

Zijn platformcoöperaties levensvatbaar? | tpedigitaal.nl

Ik schrijf al een tijd over platform coöperaties. In een zoektocht naar alternatieve eigenaarschap en bestuur modellen kwam ik in 2015 dit fenomeen tegen. Platform coöperaties zijn platformen waarbij de gebruikers en de eigenaren en beheerders zijn van het online platform waar zij afhankelijk van zijn. In potentie kunnen zulke ‘platformcoops’ een antwoord zijn op de nakende monopolies van klusplatformen en lage verdiensten voor platformwerkers.

In 2016 bezocht ik in New York een internationale conferentie over dit onderwerp en bezoeken aan Londen (2x), Berlijn, Brussel, (nog een keer) New York en een tour door Frankrijk volgden.

Hoewel het idee van een coöperatief platform sympathiek klinkt, is het een lange weg om dit idee succesvol te maken. Met hulp van ‘zaaigeld’ door het programma ‘Instituties voor Open Samenlevingen’ van de Universiteit Utrecht kon ik, samen met Koen Frenken, dit fenomeen verder onderzoeken. In dit paper, mijn eerste paper ooit (na honderden nieuwsbrieven en blogs en een paar boeken ;-)) sommen we een aantal succescriteria op voor platformcoops en analyseren vervolgens in welke sectoren ze mogelijk levensvatbaar zouden zijn.

De succesfactoren (die in het artikel nader worden toegelicht):

  1. Lokale of bovenlokale markt
  2. Eenvoudige of complexe dienst
  3. Terugkerend of eenmalig dienst
  4. Hoofd of aanvullend inkomen
  5. Bestaande structuren (zijn er bestaande coöperaties aanwezig of niet)

Is een coöperatie een betere oplossing?

In het artikel stellen we een aantal in mijn ogen heel belangrijke vragen. Een daarvan is in hoeverre platform coöperaties een betere oplossing zijn ten opzichte van de platformen die we nu kennen. Via Linkedin kwam deze vraag ook nog eens terug: Wie helpt het en wie niet? In hoeverre dragen coöperaties bij aan het maatschappelijk algemeen nut?

Coöperaties zijn er inderdaad in alle vormen en smaken en het is zeker geen gegeven dat een coöperatie automatisch bijdraagt aan het maatschappelijk algemeen nut. In dat opzicht is het niet meer en minder dan een rechtsvorm die je in staat stelt om bepaalde keuzes wel of niet te maken. Zo draagt de coöperatie met investeerders zoals bij crowdfunding platform Symbid (ik heb er zelf eentje ‘gehad’) niet vanzelfsprekend bij aan een betere betrokkenheid van investeerders, een hogere waarde van het bedrijf en een grotere verantwoordelijkheid naar de maatschappij. Uiteindelijk zijn het de leden en bestuur die aan de knoppen zitten en is het afhankelijk van hun keuzes of dit positief of negatief uitpakt.

De platform coöperaties waar wij in het artikel over spreken zijn doorgaans werknemer coöperaties. Het idee achter platform coöperaties is dat de stakeholders diehet meest afhankelijk zijn van het platform (doorgaans de aanbieders) door eigenaarschap en zeggenschap minder kwetsbaar zijn. En aangezien zij voor lange termijn afhankelijk zijn van het platform eerder keuzes maken die verstandig zijn voor de lange termijn van het platform dan voor korte termijn winstmaximalisatie.

Hoewel worker coops zeker voordelen hebben, zou je ook kunnen stellen dat door de oplossing te zoeken in de juridische vorm essentiële onderliggende vragen worden vermeden. Zoals: hoe zorg je er voor dat kapitaal dienend is aan de organisatie in plaats van andersom? Ik heb mij verdiept in het ‘Steward Ownership Model’ dat is ingericht met de gedachte dat ownership dienend moet zijn aan de organisatie en niet andersom. Ik vond dit erg interessant, omdat er niets mis is met geld verdienen en rendement maken, maar dat het niet ten koste moet gaan van de lange termijn en het belang van stakeholders en maatschappij.

Sowieso is het naïef om te denken dat een rechtsvorm alle problemen oplost en dat de markt rekening houd met maatschappelijk belang. Excessen in de de platform economie moeten worden aangepakt door beleid van overheden. Het zelfcorrigerende vermogen van een markt is altijd beperkt. In dat opzicht is de (rol van de) overheid in al dit soort discussies ondergewaardeerd. Zowel de markt als overheid zijn zich nog te weinig bewust van de noodzakelijke rol die een overheid en andere stakeholders kunnen en moeten nemen in er voor zorgen dat dit soort modellen voor alle stakeholders werken en daarmee door kunnen groeien naar een volwassen model.

Het antwoord op de vraag of platform coöperaties een betere oplossing zijn, is met een van de meest gebruikte antwoorden in de wetenschap te beantwoorden: it depends. Maar zeker een model dat de moeite waard is om verder te ontwikkelen, mee te experimenteren en te onderzoeken.

Funda wil bezoeker ook naar hypotheek loodsen – FD

Funda wil bezoeker ook naar hypotheek loodsen – FD

Het was al langer bekend dat Funda bezig was met de plannen voor een Funda 2.0. Een jaar geleden werd Quintin Schevernels als nieuwe CEO aangetrokken om deze transitie in te zetten. Quote omschreef hem als “directeur bij De Telegraaf en was mede-eigenaar van VNU Media na een management buy-out. Daarna was hij baas bij successtartup Layar tot het bedrijf in 2014 werd verkocht.” Niet iemand die je aantrekt om de oude koers door te zetten dus.

Afgelopen week maakte Funda zijn nieuwe plannen bekend. “Bezoekers van Nederlands grootste woonsite moeten er niet alleen huizen kunnen vinden, maar er ook de financiering kunnen regelen.”

Natuurlijk een logische stap, maar niet eentje die zonder slag of stoot tot stand zal zijn gekomen. Met de opkomst van platformen heeft NVM destijds een briljante zet gedaan door proactief zelf een eigen platform te maken. Hoewel dit een unieke stap was, werd het de jaren die volgden duidelijk dat er ook een uitdaging zit wanneer de afhankelijke stakeholders (indirect) eigenaar zijn van het platform waarmee zij hun business runnen. En dat is dat deze doelgroep geneigd is om de eigen belangen voor de belangen van de gebruikers te zetten. Dat is ook precies wat er gebeurde. De innovatie en doorontwikkeling van Funda zat voornamelijk in het technische domein, maar cruciale aanpassingen aan het model bleven uit. Enerzijds omdat aanpassingen de rol van de makelaar, en daarmee ook de aandeelhouder, in gevaar bracht en anderzijds omdat de aandeelhouder ook weinig incentive had om flink te investeren in doorontwikkeling. Advertenties was de core van het platform en er was weinig noodzaak om dit verder uit te bouwen. Tot nu.

Op het moment dat jouw huis op Funda komt, weet de makelaar en dus ook Funda dat je in een korte tijd bezig bent om veel geld uit te gaan geven. Geld voor een financiering, notaris, taxatie, verhuizer, schilder, inrichting en ga zo nog maar even door. Het is dan ook een gemiste kans is dat je in die goudmijn aan kansen slechts één ding doet: een advertentie faciliteren. Doodzonde. Je kunt dit trouwens ook tegen een makelaar zeggen, alleen heeft een organisatie als Funda natuurlijk veel meer middelen om hier op in te zetten. En is het dus logisch dat het nieuws dat deze week werd vermeld slechts een eerste stap is.

Ik denk dat het Funda voorbeeld een interessante aanleiding is om nog eens goed na te denken over de businessmodellen en de waarde proposities van platformen. Veel platformen pakken nu een marge op transactie, terwijl ze veel meer voor die klant kunnen doen. SnappCar kan bijvoorbeeld de schaal inzetten om interessante deals (winterbanden, APK, verzekering, etc.) voor hun gebruikers aan te bieden. Funda laat ook zien dat door het aanpassen van de waarde propositie je ook een stapje op kunt schuiven naar de totaal ontzorging van de klant. Waarmee je niet alleen je businessmodel, maar ook je bestaansrecht een stuk steviger neerzet. Aan de slag dus.

Als burgers ‘users’ worden: slimme stad Helmond – SETUP

Als burgers ‘users’ worden: slimme stad Helmond – SETUP

Slimme steden. Daar kan niemand tegen zijn. Want wie wil wonen in een domme stad? Het was als ik het mij goed kan herinneren Ronald van den Hoff die dit vorig jaar in zijn presentatie deelde. Slim kan dus alleen maar goed zijn, dat hebben de marketeers slim bedacht. Dit artikel is daar toch (heel terecht) kritisch over. Twee fragmenten:

“In Helmond verrijst een wijk volgens de laatste smart city trends. Een deel van de bewoners (100 van de 4000) krijgt in ruil voor data, korting op hun huur. Hoe meer sensoren in huis, hoe goedkoper de huur. <…> Een kwalijke zaak: betalen voor privacy is een perverse prikkel die ongelijkheid stimuleert. Privacy wordt zo een luxe voor de elite, terwijl mensen met een laag inkomen worden verleid om hun data af te staan. Dit draagt bij aan wat wetenschapper Virginia Eubanks het ‘automatiseren van ongelijkheid’ noemt: omdat er, mede door dit soort constructies, meer data beschikbaar is over minderheidsgroepen, worden zij vaker geprofileerd op basis van deze data.”

En: “In de woorden van de directeur van Brainport Smart District: “we doen hier niet alleen de veilige dingen, we experimenteren ook. Anders krijg je nooit disruptie.” Dit suggereert dat disruptie nooit op een veilige manier kan gebeuren. Maar wat houdt disruptie dan daadwerkelijk in? En als het onveilig is, wie wil er dan disrupted wonen?” Sowieso is disruptie ee
n redelijk loze en lege kreet: stuk maken voor wat? Vaak gebruikt door (tech) bedrijven om zich een tijdje in een grijs juridisch gebied te begeven om daarmee snel te groeien, marktaandeel te veroveren en de concurrentie achter zich laten. Slim taalgebruik, maar in veel gevallen ook echt niet meer dan dat. En het is de vraag in hoeverre publieke partijen zich als disruptief moeten gedragen. Ik heb er mijn twijfels bij.

Best lullig…

Uber boasts that it awarded $40,000 to any driver who made 40,000 trips. Almost no one would have made the cut. | Markets Insider

Uber boasts that it awarded $40,000 to any driver who made 40,000 trips. Almost no one would have made the cut. | Markets Insider

Eerder maakte ik al bekend dat trouwe Uber chauffeurs geldbedragen zouden/hebben ontvangen bij de beursgang van Uber. (het aandeel is trouwens weer wat opgekrabbeld) In Facebook groepen zag ik screenshots van chauffeurs die flinke bedragen ontvingen. Een mooie zet, al is het ook wat cynisch dat bijvoorbeeld Kees Koolen, die even COO van Uber was, voor een zelfde waarde aandelen had als wat alle chauffeurs bij elkaar zouden ontvangen. Dat de wereld niet gelijk is dat is geen nieuws, maar soms wel wat rauw om het zo bevestigd te zien. Enfin: de hoogste bonus die je als chauffeur kon krijgen was 40.000 dollar wanneer je meer dan 40.000 ritjes had gedaan. In dit artikel wordt onderzocht wat je daar voor had moeten doen. En de conclusie is: er is waarschijnlijk niemand of hoogstens een enkeling die dit voor elkaar heeft gekregen. Mooi kado 😉

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Maakt Tesla Uber overbodig? (spoiler alert: nee) | Platformbedrijf als marktmeester: een digitaal prikbord gaat nooit werken. Voor niemand | Algoritme als klotebaas

Goedemorgen! Afgelopen week stond de beursgang van Uber. De hoge verwachtingen die vorig jaar werden gepresenteerd waren bijgesteld. En zelfs toen viel de beursgang nog tegen. Op de eerste dag verloren investeerders 617 miljoen dollar en as we speak staat de koers zo’n 8% onder de introductieprijs. Het kan natuurlijk nog alle kanten op gaan, maar een vliegende start is het niet geworden. Is dit een voorteken voor wat er gaat komen in de platformeconomie? Ik denk het niet, het is toch echt een case voor case scenario. Maar het hyper enthousiasme heeft (gelukkig) wel plaats gemaakt voor wat broodnodige realiteit. En zolang deze niet omslaat naar (onnodig) pessimisme, is dat eigenlijk misschien wel het beste dat de platformeconomie had kunnen overkomen. Fijne week!

Platformbedrijven als marktmeesters | tpedigitaal.nl

Platformbedrijven als marktmeesters | tpedigitaal.nl

Platformen, veelal tweezijdige marktplaatsen, brengen vraag en aanbod bij elkaar en faciliteren in de transactie. Sommige platformen noemen zich een prikbord, maar dat is natuurlijk onzin. Platformen zijn marktmeesters en hebben een sturende rol in hoe de transactie tot stand komt. En daar is in essentie helemaal niets mis mee: de rol van marktmeester staat grotendeels ook dienend aan vraag en aanbod. Zonder marktmeester is een platform een vergaarbak van informatie en komt er geen transactie tot stand. De vraag is alleen: hoe zorgen we er voor dat dat marktmeesterschap in dienst staat van alle directe en indirecte stakeholders en hoe voorkomen we negatieve externaliteiten? Die vraag staat centraal in dit interessante en zeer lezenswaardige paper.

“Dit artikel analyseert de wenselijkheid van overheidsingrijpen in markten waarvan platformbedrijven marktmeesters zijn. Commerciële platformbedrijven zijn niet neutraal in het faciliteren van transacties of interacties: de instrumenten en voorwaarden van platformbedrijven kunnen invloed hebben op marktuitkomsten en op de maatschappij, en kunnen soms sterke afhankelijkheden in de economie en samenleving meebrengen. We maken inzichtelijk wanneer platformbedrijven zelf marktfalen repareren en wanneer dat niet het geval is. Vervolgens verkennen we twee beleidsvragen die volgen uit de rol van platformbedrijven als marktmeesters: wat is wenselijk overheidsbeleid voor situaties waarin platformbedrijven niet alleen ‘boven’ een markt actief zijn maar ook daarbinnen? Welke verantwoordelijkheid komt platformbedrijven toe met betrekking tot het doen en laten van platformgebruikers? Voor zover er nieuw marktfalen ontstaat, kan er nieuwe reden voor overheidsingrijpen ontstaan, via bestaande of nieuwe principes of wetgeving.”

Een belangrijke vraag in dit paper die naar mijn smaak nog niet genoeg uit de verf komt is de vraag: welke elementen van het marktmeesterschap van een platform zijn nieuw ten opzichte van traditionele marktmeesters? Zie bijvoorbeeld dit fragment: “Vanuit die centrale positie leggen ze anders dan de meeste bedrijven vaak voorwaarden op aan meerdere kanten van een markt, bijvoorbeeld zowel aan de aanbieders als ook de afnemers van de apps”. Niet platform organisaties (zeg een supermarkt) probeert ook vanuit de positie en schaalvoordeel bepaalde condities af te dwingen bij de leveranciers en probeert met reclame en prijsstrategie de vraag kant te sturen. We weten ook dat wanneer ik een reis boek met mijn dure macbook ik mogelijk meer betaal dan wanneer ik dat doe met mijn windows 95 machine. Simpelweg omdat de verkoper dan vermoed dat ik meer te besteden heb.

Het verschil zit in het gegeven dat platformen heel veel data hebben, jouw gedrag kunnen analyseren, experimenten kunnen uitvoeren om te kijken hoe je op een bepaalde verandering reageert en dit kunnen vergelijken met het gedrag van duizenden andere gebruikers. En bepaalde voorwaarden (zoals prijs) heel eenvoudig real time op persoonsniveau kunnen aanpassen. Daarnaast is het aantal aanbieders bij een platform doorgaans vele malen groter dan bij een organisatie als een supermarkt. En is niet altijd duidelijk of er een plek is waar stakeholders die het gevoel hebben te zijn benadeeld onafhankelijk en vertrouwelijk hun verhaal kunnen doen. Dat zijn een aantal nieuwe elementen. En dat brengt weer bepaalde nieuwe vraagstukken met zich mee.

Een van de vraagstukken die daar uit voortkomen is de vraag in hoeverre de besluitvorming algoritmes transparant moeten worden gemaakt. Ik merkte in de workshop die ik onlangs rondom dit onderwerp organiseerde dat het gegeven dat een algoritme controleerbaar is, dit ook bij stakeholders het verlangen oproept om dit te doen. Dat brengt ons wel bij een interessante vraag. Wanneer er een match wordt gemaakt tussen vraag en aanbod door een intercedent van een uitzendbureau dan is dit proces niet transparant. We weten dat er een kans is dat er bewust of onbewust wordt gediscrimineerd, maar dit is heel lastig te ontdekken. Zeker niet real-time. Het matching algoritme van een platform is wel te controleren. En daarmee zou een platform in theorie veel neutraler kunnen matchen dan de menselijke intercedent. Dan is de vraag: gaan we platformen regels opleggen dat zij de algoritmes inzichtelijk maken, simpelweg omdat het kan? Terwijl we de traditionele uitzendbureaus dan maar met rust laten? En creëren we dan een ongelijk speelveld, omdat de regeldruk voor algoritme intermediairs toeneemt ten opzichte van de ‘ouderwetse’ intermediairs? Ik kan hier geen antwoord op geven, maar het is wel een belangrijke vraag waar over nagedacht moet worden.

In het stuk worden ook nog twee platformtypische beleidsvraagstukken behandeld:

  • Wat is wenselijk overheidsbeleid voor situaties waarin platformbedrijven niet alleen boven een markt actief zijn maar ook daarbinnen?
  • Welke verantwoordelijkheid komt platformbedrijven toe met betrekking tot het doen en laten van platformgebruikers?

En worden 4 beleidsopties uitgewerkt voor platformbedrijven die ook zelf actief zijn in hun gecreëerde markten. Dit betreft voornamelijk verkoop platformen. Zo verkopen zowel Amazon als Bol ook zelf producten via hun platform met het gevaar van een oneerlijk concurrentievoordeel:

  1. informatieplicht
  2. uniforme voorwaarden afdwingen via het mededingingsrecht
  3. uniforme voorwaarden als algemeen principe
  4. algeheel verbod op aanbod eigen diensten in de platformmarkt

Al met al een interessant en gewogen stuk dat weer bijdraagt aan de discussie van de rol en verantwoordelijkheid van platformen in de meest brede zin van het woord.

Elon Musk’s Big Announcement: Tesla Will Make Uber Obsolete (Summary)

Elon Musk’s Big Announcement: Tesla Will Make Uber Obsolete (Summary)

In deze video doet Elon Musk een ‘big announcement’ dat Tesla Uber overbodig zal maken. Met een vloot zelfrijdende auto’s verwacht Musk een eigen ‘ride sharing’ service te kunnen ontwikkelen die tegen een zeer concurrerend tarief (geen 2-3 dollar per mile als bij Uber, maar 0,18 dollar per mile) de markt zal overnemen. Mooie ambitie en grote woorden, iets waar Musk doorgaans ook niet voor terugschrikt. Maar hoe realistisch is zijn ambitie? Hier onder een korte analyse.

De belofte

Musk verwacht in 2020 (ja, dat is al volgend jaar) de eerste volledig autonome robot taxi (lees: zelfrijdende auto) in een stad in Amerika rond te hebben rijden. Eerst nog met stuur en pedalen, twee jaar later zonder. Dit kan volgens Musk zo snel gebeuren doordat de ontwikkeling van de technologie dankzij de data uit de auto’s die nu rondrijden exponentieel kan evolueren. De eigenaren van deze auto’s kunnen hun zelfrijdende auto op het moment dat zij hem niet gebruiken beschikbaar stellen aan het Tesla netwerk (platform), zodat de auto vervolgens zelf op pad kan gaan om als taxi aan het werk te gaan. Op het moment dat er in een omgeving te weinig aanbod is van ‘shared’ Tesla’s zal Tesla eigen auto’s inzetten. Door het verhuren van de eigen auto zou een Tesla eigenaar zo’n 30.000 dollar per jaar kunnen bijverdienen en daarmee in principe in ruim een jaar de aanschaf van de auto terugverdienen. Aangezien de volgende generatie Tesla accu’s zullen worden gebouwd voor een levensduur van 1,6 miljoen kilometers en de elektrische auto nagenoeg geen onderhoud nodig heeft, hoef je je als eigenaar ook geen zorgen te maken dat de auto snel minder waard wordt.

De realiteit

Technologie zal zich misschien wel exponentieel ontwikkelen. Alleen regelgeving, gedrag van mensen, politiek en beleid doen dit niet. De timeline van Musk lijkt mij zeer onwaarschijnlijk.  Op zich geen probleem, een paar jaar meer of minder wachten is in mijn beleving op een revolutionaire ontwikkeling geen groot probleem. Maar toch.

Dan is het interessant om naar de ontwikkeling van autodelen te kijken. Daar kan iemand als Musk een hoop van leren. Wat Musk hier voorstelt kennen we nu als peer2peer autodelen. Platformen als SnappCar en MyWheels zijn hier in Nederland al de nodige jaren mee bezig. Wat ik hier zie gebeuren is dat het aanbod steeds meer verschuift van het peer2peer autodelen (de privé auto beschikbaar stellen) naar meer professionele modellen van private lease aanbod op platformen en wat Koen Frenken in zijn Deeleconomie model ‘product dienst economie’ noemt. Dit zijn aanbieders als Greenwheels, ConnectCar en Car2Go. Professionele bedrijven die auto’s in de stad zetten die je via een app tijdelijk kunt huren. De professionele aanbieders die bieden namelijk een veel stabieler aanbod. Zowel wat beschikbaarheid als kwaliteit betreft. En op het moment dat je afhankelijk bent van een aanbieder, dan wil je die stabiliteit hebben.

Het is dan ook de vraag wat een betere strategie is: eigen auto’s en dit aanvullen met aanbod van particuliere eigenaren of andersom. Hoewel dit een interessante vraag is, verwacht ik met de cijfers die Musk presenteert dat niemand zijn auto zal delen, maar dat iedereen (als de cijfers kloppen, iets wat ik ten zeerste betwijfel) auto’s aan gaat schaffen als investering. Als een auto 38.000 kost om aan te schaffen, 11 jaar mee gaat en je 30.000 euro winst per auto per jaar kunt maken dan ga je mij niet wijsmaken dat mensen hun eigen auto gaan delen: die kopen 5 auto’s om te verhuren (en maken daar ook zelf een beetje gebruik van). Maar zoals eerder gezegd: die cijfers lijken mij onwaarschijnlijk.

Belangrijke vragen

Belangrijkste vraag is natuurlijk: gaat Tesla Uber overbodig maken. Ook al komt de ambitie van Musk uit, dan nog betwijfel ik dat. Tesla heeft de auto’s, de software en de data van de auto’s. Dat is waanzinnig, maar Tesla heeft geen (robot) taxi platform. En geen klanten voor (robot) taxi’s. En geen (robot) taxi merk. Dat is iets waar Uber juist erg sterk in is. Ik verwacht dan ook dat de stakeholders die de auto’s en software hebben andere stakeholders zijn dan degenen die de platformen gaan beheren voor de transacties voor (robot) taxi’s.  Ieder zijn expertise. Daarnaast wil je op een platform natuurlijk alle merken aansluiten en je niet beperken tot één merk auto. En zal een auto fabrikant niet snel zelf zijn auto’s aansluiten op het platform van een concurrent.

Natuurlijk kun je je zwaar afvragen of zijn verhaal met deze timeline, ambitie en cijfers ooit waar zal worden. Maar mocht het waar worden, dan zijn er wel een aantal vragen die wij ons zelf als maatschappij zullen moeten stellen. Wanneer de robot taxi werkelijkheid wordt en deze als Musk verwacht een tiende van een Uber ritje gaat kosten, dan is het de vraag waar het aanbod zich eerst in verplaatste. Bij Uber hebben we al gezien dat in sommige steden meer van de helft van de gebruikers eerst liep, fietste of van het OV gebruik maakte. Ook de robot taxi kan er voor zorgen dat er meer auto’s op de weg komen, zeker wanneer de prijs nog meer omlaag gaat. En dat is iets wat we niet zomaar moeten willen.

Daarnaast kan Tesla snel ontwikkelen door de data die zij uit de auto’s die rondrijden terugkrijgt. Ik begrijp echt niet dat er niet meer discussie is over hoe wenselijk het is dat fabrikanten alle data uit jouw auto zomaar voor wat zij willen kunnen gebruiken (zelfs data van je telefoon wordt opgeslagen). Je zou zeggen dat eigenaren van auto’s meer controle en inzicht zouden moeten krijgen in de data die hun auto genereert. Ik verwacht (en hoop) dat in de nabije toekomst hier nog flink wat discussies over zullen worden gevoerd.

Conclusie

Er zitten nog flink wat variabelen in het verhaal van Musk die zijn claims doen wankelen. Daarnaast is het de vraag in hoeverre Tesla de unieke papieren heeft om een robot taxi platform succesvol te maken. En áls het dan lukt, dan liggen er nog een aantal heel interessante en urgente maatschappelijke vraagstukken.

The Digitalization of Day Labor as Gig Work | On Labor

The Digitalization of Day Labor as Gig Work | On Labor

Hoewel er veel kansen zijn voor platformwerk, zijn er ook serieuze gevaren. En dat is dat een kwetsbare categorie nog kwetsbaarder zal worden. In dit artikel wordt gesproken over de ervaring van de auteur met het platform Wonolo: “an on-demand staffing platform for businesses to fill their immediate labor needs.

In het kader van het marktmeesterschap zoals hier boven beschreven, omschrijft de auteur de voorwaarden waarop hij als aanbieder van arbeid van de app kon worden verwijderd: “I could get kicked off the app if I withdrew from 3 jobs within 30 days (which I might have to do if my child gets sick, or if my just-in-time retail employer calls me in for work during a conflicting time). I could also be fired if I received a 1, 2, or 3-star rating from a contracting company or if I withdrew from my job within less than 12-hours before starting time.” Pittige voorwaarden. Wel duidelijk, maar pittig.

Voor dit soort platform die, naar eigen zeggen, staffing opnieuw uitvinden, is het belangrijk niet te veel te worden verblind door convenience voor de klant kant (natuurlijk werkt het waanzinnig), maar ook goed de voorwaa
rden en condities voor de aanbiederskant goed te borgen. Uiteindelijk moet een platform voor beide zijden een voordeel opleveren en niet tot een race to the bottom leiden voor arbeidsvoorwaarden.

De startupscene beleeft met WePark zijn eigen Occupy-moment | Sprout

De startupscene beleeft met WePark zijn eigen Occupy-moment | Sprout

“Hoe onlogisch het echter ook klinkt: de mondiale startupscene beleeft momenteel zijn eigen Occupy-moment. Onder de naam WePark (met #WePark als hashtag) zetten startupondernemers over de hele wereld hun bureau neer op parkeerplaatsen in stadscentra. De hotspot op hun smartphone of de publieke wifi voorzien hen van internettoegang.

Met WePark agenderen startup-ondernemers en zzp’ers tegen de talloze innovatie-arme parkeerplaatsen in steden, waar auto’s middagen lang nutteloos geparkeerd staan, terwijl de huurprijzen voor particulier en commercieel vastgoed de pan uit rijzen.”

Grappig initiatief. Niet meer. Niet minder.

Eigen publicaties

How Uber’s wild ride may end up as Silicon Valley’s greatest start-up deception

How Uber’s wild ride may end up as Silicon Valley’s greatest start-up deception

Het artikel dat ik eerder schreef over de zwakke plekken van het businessmodel van Uber verscheen afgelopen week ook in het Engels.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Werkplatforms bieden verzekeringen aan, what’s next? | Fairbnb start crowdfunding | Hoe de vakbond zichzelf opnieuw moet uitvinden | Hoe ‘dark kitchens’ bestaande horeca kan versterken

Goedemorgen! Afgelopen week rustig aan gedaan ivm de meivakantie. Komende week weer een volle agenda, zo ben ik onder andere te vinden bij het event ‘A-typische arbeidsvormen in de werknemersverzekering: hoe zelfstandigen en platformarbeid sociaal verzekerd krijgen?’. Hopelijk daar weer nieuwe inzichten opdoen die ik hier zeker zal delen. Voor nu: fijne week!

Werkplatforms bieden zzp’ers schadeverzekering aan | RTLZ

Werkplatforms bieden zzp’ers schadeverzekering aan | RTLZ

“Werkplatforms YoungOnes en Temper, waar zelfstandigen tijdelijke klussen kunnen scoren, beginnen met het aanbieden van schadeverzekering aan voor de zzp’ers die werken via de platforms. Vaak worden de klussen nu nog uitgevoerd zonder dat de uitvoerders daarvan zich hebben ingedekt tegen eventuele schade die ze aanrichten.”

Een mooie stap waar platformen, Uber en Deliveroo deden dit overigens al eerder, verantwoordelijkheid nemen voor hun aanbieders. De een via een kleine fee per uur, de ander via een jaarvergoeding. Bij beiden is de verzekering alleen geldig voor klussen die via het platform worden gedaan. Verschil met Uber en Deliveroo is dat de verzekeringen van YoungOnes en Temper optioneel zijn en de overeenkomst waarschijnlijk direct tussen de verzekeraar en de worker wordt afgesloten.

In de berichtgeving ligt de focus op het voordeel voor de freelancer: deze kan nu eenvoudig en goedkoop een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten en wordt daarmee interessanter voor klanten om ingehuurd te worden en loopt dus ook geen risico. Ik ben benieuwd of het voor opdrachtgevers straks ook mogelijk wordt om bij de vereisten voor een klus ‘verzekering’ aan te klikken. Daarmee kan de verzekering een soort ‘default’ voorwaarde worden om een klus te krijgen. Temper en YoungOnes werken in tegenstelling tot Deliveroo en Uber met bedrijven als opdrachtgever. Ik kan mij voorstellen dat deze categorie sowieso kritischer is en bewuster van de mogelijke risico’s.

Ik verwacht dat in de toekomst platformen meer zullen bemiddelen in extra dienstverlening naar zowel vraag als aanbod. Op zich is dat natuurlijk een logische stap: platformen centraliseren een gefragmenteerde markt van freelancers en zijn daardoor een interessante partij voor aanbieders van verzekering, pensioen, opleiding en ga zo nog maar even door. Daarnaast doen platformen voor deze dienstverleners al het nodige voorwerk door de screening, ID check, soms VOG check en zekerheden via reputatie systemen. Daardoor kunnen verzekeraars uiteindelijk vermoed ik ook verzekeringen goedkoper aanbieden omdat aan de kostenkant de kosten simpelweg lager zijn.

Platformen hoeven in principe hier geen extra marge op te draaien: het laten meeprofiteren van de schaalvoordelen is ook gelijk een lock-in voor zowel freelancer als opdrachtgever. Dit is extra interessant bij herhalingsboekingen. De tweede keer iemand inhuren kan prima zonder platform, vraag en aanbod hebben elkaar immers toch al gezien en vertrouwen elkaar. Juist in die vervolgtransacties zijn dit soort extra dienstverleningen belangrijk voor de toegevoegde waarde van het platform. En win-win-win situatie dus.

Kanttekening bij deze win-win-win is natuurlijk dat er een kans is dat het platform in een bepaalde sector te dominant wordt en met de uitstekende dienstverlening een lock-in voor zowel vraag als aanbod creëert en daarmee een ongewenste machtspositie. Ik denk dat dit voor offline klussen wel meevalt, zeker ook omdat de aanbieders van de diensten, zoals verzekeraars, echt niet stil zullen zitten. Mooi voorbeeld hiervan is de verzekering rondom peer2peer autodelen. Centraal Beheer werkte samen met SnappCar aan een deelauto verzekering. Bij peer2peer auto verhuren is een verzekering een must en daarmee had het platform een mooie unieke lock-in voor gebruikers. Totdat verzekeraars ontdekten dat peer2peer autodelen verzekeren ook zonder platform een interessante business kan zijn en ontwikkelden zij  verschillende producten waar zowel vraag als aanbod geen platform voor nodig had.

Facing the future of work: How to make the most of collective bargaining

Vorige week kwam ik onderstaande  tweet tegen: TradeUnion membership has declined & non-standard workers are 50% less likely than standard workers to be unionised. The Employment Outlook recommends extending access to Collective Bargaining to previously excluded workers.”

Hoewel ik het een goed idee vindt om als vakbond voorbij de ‘standard workers’ te kijken, denk ik niet dat hiermee het verschil gemaakt gaat worden. Ik denk dat de essentie van het model van vertegenwoordiging op de schop moet. Toen FNV onlangs aankondigde als gevolgd van dalende inkomsten door een dalend aantal leden van enkele honderden werknemers afscheid te moeten nemen zocht ik in de berichtgeving iets van ‘en deze wake-up call gebruiken we om ons model te herzien’. Helaas, nergens was iets van  zelfinzicht te bekennen.

Laat ik duidelijk zijn: ik zie absoluut het belang in van belangen behartigen van werkenden, maar ik denk dat de manier waarop dit nu door vakbonden is georganiseerd niet lang meer zal werken. Zelfs toen ik onlangs in Zweden, het land waar bijna 70 procent van de werkenden lid is van een vakbond en 90 procent van het werk dat wordt gedaan onder een CAO valt, bij een vakbond op bezoek was hoorde ik dat bedrijven als Spotify niet deelnamen aan de traditionele manier van vertegenwoordiging.

Wat doen vakbonden? Zij centraliseren een gefragmenteerde en onzichtbare ‘workforce’ en behartigen vervolgens hun belangen. Eigenlijk is dat, als je het met een business bril op zet, een vreemd iets. Je hebt een hele groep ambassadeurs die een relatief hoog bedrag per maand betalen. En het enige dat je voor ze doet is…. belangen behartigen? Dat is eigenlijk doodzone. Dan ben je alleen relevant en zichtbaar wanneer er gedoe is. Waarom maken vakbonden niet gebruik van het schaalvoordeel dat zij hebben gecreëerd en bieden zij hun leden verzekeringen, pensioen, opleiding en meer aan? Waarom is een vakbond, het instituut dat #vastebanen hoog in het vaandel heeft staan, niet zelf de grootste werkgever van Nederland? Als groot payroll bedrijf of uitzendbureau zouden zij immers prima in staat moeten zijn om mensen aan het werk te houden, tegenvallers op te vangen en zo 24/7 relevant zijn voor de doelgroep die hen aan het hart gaat.

Ik vergelijk bovenstaand verhaal met wat er met Funda is gebeurt. Funda, opgezet vanuit de makelaars, is een advertentie platform voor mensen die hun huis willen verkopen of verhuren. Maar op het moment dat ik mijn huis te koop aanbiedt, dan weet de makelaar en ook Funda dat ik een nieuwe woning zoek en financiering, verzekering, notaris, bouwbedrijf, verhuizer, schilder, interieur advies en eenschoonmaker nodig heb. Dat is dan ook de stap die Funda nu gaat zetten. En dat is ook de stap die vakbonden zouden moeten gaan zetten. Ik ben benieuwd wie de eerste stap zet. En of dat een vakbond zal zijn, of dat een platform, verzekeraar of een coöperatie de vakbonden een stap voor zullen zijn.


European cooperative Fairbnb wants to make the short-term rental market more just

European cooperative Fairbnb wants to make the short-term rental market more just

Een initiatief dat aandacht verdient. Het ‘fair’ home sharing platform Fairbnb is een crowdfunding gestart.

“Fairbnb believes it can be a better partner because it has residents’ interests at heart. The idea is that a co-op could work with locals and municipalities to create a marketplace that benefits people who actually live in high-traffic cities. Fairbnb would exclude owners of multiple properties who run their homes as illegal hotels through a one-host, one-home policy: For now, each home and host is verified in person, though that may change as Fairbnb gets bigger. Homeowners who list with Fairbnb will have to be registered and licensed according to local regulations. The co-op will also remit taxes on behalf of hosts. Finally, as members of the co-operative, hosts are owners of the company, which allows them to make decisions about company financials.”

De macht van Airbnb breken is lastig, aangezien je echt internationale netwerkeffecten nodig hebt. Kort gezegd: mensen die een vakantie woning zoeken komen veelal uit een ander land of zelfs een ander continent. De aanpak van Fairbnb is interessant: ze werken met een select aantal (pilot) steden. Wanneer steden het platform omarmen, Fairbnb zit vooral in steden waar de Airbnb problemen groot zijn, dan kun je meeliften op de marketing machine van deze steden en zou een stad zelfs een voorkeursbeleid kunnen voeren. Het zou kunnen dat Fairbnb in het begin een niche aanspreekt, die vanuit daar steeds verder kan groeien.

Hoewel ik twijfels heb of Fairbnb dé oplossing is, vindt ik het wel erg belangrijk dat dit soort concepten worden uitgewerkt en gevalideerd. Omdat zij zeker zullen bijdragen aan een meer inclusieve en gebalanceerde platformeconomie en mensen (ondernemers, overheid en gebruikers) bewust maken dat het ook anders kan.

Uiteraard zal ik de campagne ook financieel steunen en daag jou uit om dit ook te doen. Ik ben benieuwd hoeveel ze op gaan halen: Indiegogo is geen ideaal (maar wel internationaal) platform en het is een lastige campagne en boodschap om te verkopen. Ik vind het dan ook vooral zonde dat dit soort initiatieven niet op andere manieren kunnen worden gefinancierd. Er hebben zoveel partijen belang bij dit soort experimenten, dat het ook hoog tijd is dat zij ‘put their money where their mouth is’.  Want wees eerlijk: met een schamele 30K kun je natuurlijk helemaal niets. (maar laat je daardoor niet door mij ontmoedigen om de campagne alsnog te steunen).

Voedselverspilling tegengaan verovert de provincie: het loopt storm bij een bakker in Friesland | De Volkskrant

Voedselverspilling tegengaan verovert de provincie: het loopt storm bij een bakker in Friesland | De Volkskrant

“Met de smartphone in de hand langs restaurants en winkels om overgebleven etenswaren op te halen: de app TooGoodToGo”.

Ik had ze al vaker voorbij zien komen, maar er was nog geen aanleiding om de ook in deze nieuwsbrief mee te nemen. Dit leuke stuk in de Volkskrant was een mooie aanleiding.

TooGoodToGo is een mooi en tastbaar voorbeeld hoe technologie en platformen transactiekosten verlagen om zo onbenut potentieel (dat normaal zou worden weggegooid) alsnog te kunnen benutten.

Ik ben wel overigens benieuwd hoe het ‘sociale model’ is geborgd. Ook al willen de investeerders hun investering niet terugzien, toch moet het platform uiteindelijk op eigen benen staan.

Deze Duitse horeca-disruptor wil Europa (en Nederland) volzetten met dark kitchens | Sprout

Deze Duitse horeca-disruptor wil Europa (en Nederland) volzetten met dark kitchens  | Sprout

Interessante ontwikkeling: ‘dark kitchens’ (wat een vreselijke naam trouwens). Productiekeukens die zijn ingericht speciaal voor food delivery. Met de (mogelijke) groei van food delivery is dit natuurlijk een heel logische stap. De meeste restaurants zijn niet ingericht op productie en delivery. En kunnen daardoor een grote groei van bezorgers aan de deur en een constante kwaliteit voor delivery food niet aan.

Dit soort keukens zal weer een heel ander type restaurant ondernemer trekken. Vanuit één keuken kunnen meerdere brands worden bediend. Daarnaast kunnen bestaande restaurants ook mogelijk hun delivery food uit gaan besteden aan deze ‘dark kitchens’ en hiermee nieuwe doelgroepen aanboren. Dan is zo’n keuken geen ‘horeca disruptor’, maar heeft het bestaande restaurants als klant. Klinkt minder sexy, maar wel zo effectief 😉

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Een baas als algoritme is niet ideaal. Maar hoe zit het met die offline baas? | Sony lanceert taxi app in Tokyo | Hoe de discussie over platformwerk zeer beperkt is

Goedemorgen! Een van mijn jeugdhelden zei het al: ‘I love it when a plan comes together’. De laatste maanden ben ik bezig geweest met de voorbereiding van 3 workshops rondom de in mijn ogen 3 meest prangende vraagstukken in de kluseconomie: transparantie algoritmes, hoe flexibiliteit en zekerheid te organiseren voor de worker en portabiliteit en continuïteit van reputatie data in de kluseconomie. Per workshop 3 sprekers, een panel met 4 platform vertegenwoordigers en 20 stakeholders uit alle hoeken (platformen, overheid, vakbonden, wetenschap, etc.) in de zaal.

Doel: van elkaar leren, elkaar leren begrijpen, zaadjes planten voor vervolgstappen, het kennisniveau bij alle stakeholders verhogen en inzicht krijgen welke vraagstukken moeten worden opgelost. Invite only, alleen kritische en constructieve denkers zijn welkom.

Vorige week was de eerste sessie over de Algoritme Accountant. Met KPMG, EZK en UvA, een panel met Deliveroo, Roamler, Randstad Go en Sjauf en 20 stakeholders in het publiek. Er waren mooie discussies, er kwam veel kennis en bijdragen uit het publiek, er werd met respect gesproken en er was de wil om te denken in oplossingen. Ik zie uit naar de volgende sessies. En overweeg ook om in 2020 deze serie door te zetten. Deze eerste en de volgende twee sessies worden mogelijk gemaakt dankzij de Universiteit Utrecht en Seats2Meet. Fijne week!

How Amazon automatically tracks and fires warehouse workers for ‘productivity’ – The Verge

How Amazon automatically tracks and fires warehouse workers for ‘productivity’ – The Verge

Een algoritme als baas werd voorheen gezien als ideaal.  Eerlijk, transparant, consequent, geen politiek en persoonlijk gedoe. Toch worden er steeds meer vraagtekens geplaatst of een algoritme als baas nu wel een wenselijk scenario is. Zo ook in dit stuk. “Workers are monitored and supervised by robots”. Interessant om te zien is dat we van een scenario van angst voor ‘robots taking our jobs’ naar ‘robots control our jobs’ gaan. Risico’s optie 1 waren zwaar overschat. Optie 2, zeker voor precaire workers, naar mijn mening zwaar onderschat.

De vraag is alleen: hoe oneerlijk is een algoritme als baas. Wat mij in veel tech discussies opvalt is dat de vergelijking gaat tussen de open, eerlijke en transparante wereld versus de wereld van tech. In dit geval van het algoritme. Probleem is dan ook: de wereld is niet eerlijk. Niet gelijk. En zeker niet transparant. De vraag die dan eigenlijk moet worden gesteld is: is een algoritme eerlijker of oneerlijker dan de huidige manier waarop op dit moment wordt gemanaged. En hoe kan dit worden geoptimaliseerd. En als blijkt dat het niet te optimaliseren valt: moeten we dan wel een algoritme willen?

Lees ook dit Twitter draadje van Bas van de Harterd, die helder en terecht vraagtekens zet bij de aanname dat het algoritmisch management van Amazon per definitie oneerlijk is. Een wetenschapper zou hebben gezegd: it depends….


When Workers Control the Code | WIRED

When Workers Control the Code | WIRED

Mooi artikel over platform cooperative voor thuisschoonmakers Up&Go.  Ik interviewde een van de initiatiefnemers vorige zomer in Londen. Een aantal wetenswaardigheden die bijdragen aan het succes van dit initiatief:

  1. Het is een markt die al was georganiseerd via coöperaties. De schoonmaaksters kenden elkaar, vertrouwden elkaar en waren dus al georganiseerd;
  2. Een app voor thuisschoonmakers is technisch relatief eenvoudig. Het is meer een uitgebreide planning, betaling en communicatie tool. Geen ingewikkelden (on demand) algoritmes;
  3. Up&Go is niet opgezet en gefinancierd vanuit de schoonmaak coöperaties, maar vanuit andere instituties die o.a. opkomen voor de belangen van de doelgroep van Up&Go. Ik ben er van overtuigd dat een platform coöperatie alleen succesvol kan zijn met hulp van anderen, zoals vakbonden;
  4. Er wordt door o.a. het Platform Coop Consortium gebouwd aan open source software, zodat technologisch gezien een stap om een eigen app te lanceren steeds kleiner wordt;

Het stuk eindigt als volgt: “The lesson here? If we want better gig labor, the hard part isn’t the code. It’s the social stuff—getting workers together to form a co-op and setting up rules for selling their labor and resolving disagreements. An app can help things along, but it’s humans who really change the world.”

De ‘hard part’ zal uiteindelijk bij dit soort meer eenvoudige marketplaces niet meer de app zijn. Ik ben het er alleen niet mee eens dat het moeilijkste het ‘social stuff’ is. Zeker niet bij bestaande coöperaties die doorgroeien naar een platform coöperatie. Het moeilijkste is ook, afhankelijk van de markt, om klanten mee te krijgen. Marketing en strategie. En dat is niet iets dat je eenvoudig kunt repliceren. En daar ligt de grootste uitdaging voor platform coops.

Sony launches a taxi-hailing app to rival Uber in Tokyo – TechCrunch

Sony launches a taxi-hailing app to rival Uber in Tokyo – TechCrunch

In deze nieuwsbrief heb ik al vaker het in mijn ogen businessmodel van Uber onder de loep genomen. Zie ook deze blog die ik publiceerde op Sprout.nl. Afgelopen week maakte Sony bekend een eigen app te lanceren in Tokyo. Sony werkt onder andere samen met 5 bestaande taxibedrijven en kan hiermee in één klap 10.000 taxi’s op de app aansluiten. Een mooi begin.

De markt in Japan is overigens best druk: “Its largest competition is JapanTaxi, a venture from the taxi industry that’s backed by Toyota among others, which claims 50,000 vehicles across Japan as a whole. Other rivals include chat app Line, which has offered taxi-hailing for years; Uber, which has been working on striking deals with taxi operators; and China’s Didi Chuxing, which operates a joint-venture with Uber investor SoftBank. Lyft has expressed an interest in Japan, where its investor Rakuten is a major name, but it has not expanded there yet.”

Dit voorbeeld laat zien dat het model met de hyperlokale netwerk effecten erg kwetsbaar is: de drempel voor nieuwe spelers is relatief laag. Zeker wanneer zij samenwerken met partijen die al aanbod op de markt hebben. Slimme zet.

What if Workers Owned Their Workplaces? | The Nation

What if Workers Owned Their Workplaces? | The Nation

Interessante blog voor wanneer je meer wilt weten over de kracht van coöperaties. “More and more, people who are developing coops to solve social problems are thinking at a bigger scale, and with more ambition,” Hoover says. “They’re thinking about…how do we leverage all the things that traditional businesses do, but for good?”

Platformeconomie – Houd rechten werknemer overeind – Me Judice

Platformeconomie – Houd rechten werknemer overeind – Me Judice

Lezenswaardig stuk over hoe platformen effect kunnen hebben op de verworven rechten van werkenden. Ik zeg expliciet kúnnen, aangezien het stuk slechts een klein deel van het platformwerk landschap meeneemt. En dat is een gemiste kans.

Ik ben voor mijn boek aan het nadenken over de verschillende categorieën platformwerk. De teller staat momenteel op 4:

  1. Gig economy: kleine klussen van 1 seconde tot een paar minuten. Dit soort klussen zijn alleen via een platform te vermarkten en op afstand uit te voeren;
  2. C2C (consumer to consumer) platformen voor persoonlijke dienstverlening;
  3. Marktplaatsen waar professionals hun online sales en marketing outsourcen, zowel voor werk op afstand (online) als werk op locatie (offline);
  4. Digitaal uitzendbureau;
  5. Platformen die (bestaande) flexibele schil van organisaties organiseren.

Dit artikel gaat voornamelijk over categorie 2: c2c. Het probleem met deze categorie is, ik meldde al eerder dat de wereld niet eerlijk en transparant is, dit een categorie is waar de eindklant (een consument) niet de prijs wil betalen waarvoor de aanbieder (ook een individu) een normaal loon, verzekering, pensioen, etc. kan betalen. Dit werk bevindt dit dan ook altijd al in de zwarte markt of is op manieren georganiseerd waar de zekerheden niet of onvoldoende zijn geborgd.

Een platform maakt hier geen groot verschil in. Een platform centraliseert deze veelal gefragmenteerde en (nagenoeg) onzichtbare markt (zie ook deze blog), waardoor er enkele voordelen vallen te behalen. Maar het feit blijft dat de klant geen normaal tarief wil betalen. Zie bijvoorbeeld thuisschoonmaak: geen enkele particulier wil 22 euro per uur betalen, maximaal 15. De enige manier om dit op te lossen is 1) het accepteren dat een
kwetsbare groep zich op de arbeidsmarkt begeeft of 2) de situatie erkennen en als overheid deze werkzaamheden subsidiëren. Zo heeft België het systeem van de dienstencheques en krijgen huishoudens in Scandinavië belastingvoordeel op thuis schoonmaak.

Uitdaging is natuurlijk wel dat platformen drempels verlagen waardoor zaken in de arbeidsmarkt die we liever niet hebben opeens kunnen groeien. Maar de kern van het probleem is vaak al langer bekend…

Eigen publicaties

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten. | ZiPconomy

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten. | ZiPconomy

Mijn blog uit de nieuwsbrief van vorige week: “In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing. FreeFlex United wil ook een gesprekspartner worden richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? Platformexpert Martijn Arets maakt een analyse.”

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten.

In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing. FreeFlex United wil ook een gesprekspartner worden richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? Ik maakte een analyse.

De lancering van Freeflex United bevat meerdere boodschappen: belangenvertegenwoordiging, een keurmerk, ambities rondom verzekering, pensioen en scholing en een nieuwe vorm van werken: Freeflex. In diezelfde volgorde zal ik deze stapdan ook duiden.

Belangenvertegenwoordiging en keurmerk

Met de groei van platformwerk en het aantal platformen was het hoog tijd dat de branche zich op de een of andere manier zou gaan organiseren. Met het aantal (willekeurige) rechtszaken van vakbond FNV en de voortdurende discussies over de verantwoordelijkheid van het platform vonden ondernemers het afbreukrisico simpelweg te groot om publiekelijk de handen ineen te slaan. Ook zagen zij voornamelijk verschillen met andere platformen. Zonde: hoewel platformwerk vele smaken kent (iets dat nog niet tot de politiek en vakbonden is doorgedrongen), zijn er genoeg overkoepelende mechanismes waar samenwerking voor alle partijen positief is. In essentie is het dus een goede zaak dat platformen nu het voortouw nemen. Ook een slimme zaak: je kunt als ondernemer beter de leiding nemen dan afhankelijk zijn van wat anderen voor je beslissen.

De vraag is wel hoe onafhankelijk de stichting (in oprichting) is. Onafhankelijk in het aannamebeleid van nieuwe leden (zijn concurrenten ook welkom?), maar ook onafhankelijk in het bestuur en controle van de stichting. Kort gezegd: gaat de slager zijn eigen vlees keuren? De eerder deze maand gelanceerde ‘Stichting MKB Financiering’ koos er bijvoorbeeld voor om vanaf de start geen marktpartijen in het bestuur op te nemen. En om deeltijd hoogleraar Corporate Finance Jaap Koelewijn aan te trekken voor de controle op naleving van de gedragscode. Een initiatief als FreeFlex United is (op de langere termijn) alleen serieus te nemen wanneer deze onafhankelijkheid is geborgd. Navraag leerde mij dat de stichting wel de ambitie heeft om externe experts in het bestuur aan te trekken, maar dat dit op dit moment nog niet het geval is.

Ook is onduidelijk wat voor soort platformen FreeFlex United wil vertegenwoordigen. Het FD artikel leert ons dat Uber en Deliveroo vooralsnog niet welkom zijn. Met de focus op freelance zou het ook zo kunnen zijn dat alleen platformen die alleen freelancers faciliteren, en dus niet uitzendplatformen, welkom zijn. Dit is een van de eerste zaken waar duidelijkheid nodig is.

De vraag die bij mij speelt is: zijn ze niet te vroeg gelanceerd. Met slechts twee platformen aan boord kun je van een vertegenwoordiging van de branche nog niet spreken. Ook is nog onduidelijk wat de ambities exact zijn: bij het verschijnen van het interview in het FD was de stichting (en de statuten) nog niet ingeschreven bij de KvK en 3 dagen voor publicatie was de domeinnaam nog even snel vastgelegd. Hoewel het FD een mooie plek is om te lanceren, is het voor niemand duidelijk waar FreeFlex United nu echt voor staat. En met onduidelijkheid gaan mensen zelf iets verzinnen, dat is een risico. Een gemiste kans. Maar geen reden om het initiatief op voorhand te veroordelen.

Een nieuwe vorm van werken: FreeFlex

Los van de rol als belangenbehartiger lanceerden de platformen ook tussen neus en lippen een compleet nieuwe werkvorm: FreeFlex. In het persbericht staat hier over het volgende: “….om van FreeFlex net zo’n gewaardeerde werkvorm te maken als vast werk. Zodat verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid en het opbouwen van een spaarpot voor later haalbaar is voor alle flexibele werkvormen.”

Platformen zijn altijd al goed geweest in het coinen van nieuwe categorieën, waarbij steevast de motivatie is dat de activiteit die het platform faciliteert voorheen nog niet bestond en daardoor niet binnen de bestaande hokjes past. Dat is dan ook exact wat Temper en Roamler hebben gedaan. Kijkend naar de website van Temper is het woord ‘Freelancer’ overal vervangen voor ‘FreeFlexer’ en is er een tv-commercial live gegaan die het leven van de FreeFlexer in beeld brengt. Op het altijd transparante Wikipedia is ook terug te vinden dat de content manager van Temper heeft geprobeerd deze nieuwe categorie in de online encyclopedie te krijgen. Leuke actie, maar een beetje doorzichtig.

Het is vanuit de platformen gezien slim om een nieuwe categorie te coinen. Ik had persoonlijk voor iets van FlexSecure gekozen. FleeFlex is een herhaling van twee woorden, terwijl de discussie toch echt gaat over hoe flexibiliteit en zekerheid (voor het individu en maatschappij) kan worden geborgd.

Met het coinen van een nieuwe categorie creëer je een blanco blad dat opnieuw beschreven kan worden. Het is de vraag in hoeverre andere stakeholders hier in meegaan in een tijd dat de discussie over vast versus flex nog in volle gang is. Ik ben zelf niet voor een nieuwe categorie. Een nieuwe categorie voor bijvoorbeeld platformwerkers betekent in de praktijk dat sommige platformwerkers er misschien wel iets op vooruit gaan, maar met het risico dat platformwerkers die al meer rechten hebben in deze nieuwe categorie worden gedumpt. Geen goed idee dus.

Het introduceren van een nieuwe term is verder wel een sympathieke manier om de manier waarop de werkenden, zij die in geen enkele discussie iets wordt gevraagd, hun leven indelen neer te zetten. Uiteraard gebaseerd op aannames: het is hoog tijd dat er (meer) onderzoek komt naar de motivaties van de zogenaamde ‘nieuwe generatie’ flexibele workers. Bizar dat die wens niet bij ieder debat over platformwerk bovenaan de agenda staat.

Ambities om meer voor de werkenden te doen

Laatste belofte is die om meer voor de werkenden te doen. Als branche in gesprek gaan met verzekeraars, opleiders en pensioen aanbieders om meer te kunnen doen voor de freelancer. Dit is natuurlijk een heikel punt in de platform discussie: platformen zeggen meer te willen doen voor de freelancer, maar zijn bang dat als zij dit doen als werkgever te worden weggezet. Temper profileert zich in het FD artikel dan ook als ‘digitale ruimte’. Eerder spraken zij over een ‘digitaal prikbord’. Vanuit juridisch perspectief begrijpelijk, maar in de praktijk is een platform natuurlijk veel meer dan een digitale versie van het prikbord in de supermarkt. Een platform is de marktmeester en bepaalt de regels. Iets dat ook zeker nodig is om zowel vraag als aanbod te kunnen bedienen, zonder interventie van het platform zal het platform ook nooit succesvol zijn voor haar gebruikers. Het platform is dus ook vanuit noodzaak marktmeester. Maar zeker geen digitale ruimte.

Als FreeFlex United zich écht in wil zetten voor de werkenden, dan wil ik ze uitdagen om de volgende projecten op te pakken:

  1. Maak een duidelijke, concrete en ook controleerbare code of conduct. Wat zijn de ambities, waar conformeren platformen zich aan die aansluiten, waar kunnen mensen terecht wanneer zij een vraag hebben, etc. Duidelijkheid in combinatie met een onafhankelijke audit maakt het verhaal geloofwaardig;
  2. Zet een onafhankelijk klachtenloket op waar freelancers en klanten met klachten terecht kunnen;
  3. Freelancers die op platformen werken bouwen een reputatie profiel op. Klanten waarderen hun werkzaamheden. Dit reputatie profiel is in sommige gevallen waardevoller dan een diploma. Zorg als stichting ervoor dat er standaarden in reputatie data komen, zodat freelancers hun reputatie score eenvoudig mee kunnen nemen naar andere platformen. En daarmee pas echt ‘free’ zijn om te werken waar zij willen;
  4. Stel voorwaarden aan de algoritmes die aangesloten platformen gebruiken om bijvoorbeeld discriminatie en uitbuiting (op basis van personal pricing) terug te dringen. Deze algoritmes moeten door een onafhankelijke ‘trusted 3rd party’ worden gecontroleerd. De algoritme accountant;
  5. Dwing alle platformen om een ‘exit by design’ scenario klaar te hebben liggen. Dat als het platform om welke reden dan ook stopt, de zekerheden voor stakeholders zijn geborgd. Een voorbeeld is een data coöperatie waar de data, ook de reputatie data, van gebruikers wordt geborgd. Dit zorgt voor een stuk continuïteit, onafhankelijk van het al dan niet succesvol zijn van het platform. Gebruikers zijn en blijven eigenaar van deze data. Bij lening crowdfunding is een soortgelijke exit strategie al verplicht, daar kan de platformwerk branche iets van leren;

Conclusie

Natuurlijk is het makkelijk om het initiatief bij de start te veroordelen voor de onduidelijkheid in ambities, de twijfelachtige manier waarop een nieuwe categorie wordt gecoind en de vraag hoe belangen van platformen én van freelancers in één stichting geborgd kunnen worden. CNV gaf bijvoorbeeld al aan dat het borgen van belangen van de werkenden niet te combineren is met het borgen van de belangen en intenties van platformen. En dat belangen behartigen van werkenden juist hun expertise is. Ik begrijp die reactie, maar ik zie dat niet zo zwart wit. En geloof al helemaal niet in een exclusief recht van vakbonden om belangen te behartigen.

Ik zie dit initiatief als een interessante eerste stap van een jonge branche om te verkennen hoe zij gezamenlijk de betrouwbaarheid en kwaliteit van een diverse sector kunnen verbeteren. Gaat ze dat lukken? Daar kunnen we nu over speculeren, maar pas over een jaar écht iets zinnigs over zeggen. En tot die tijd krijgen ze van mij het voordeel van de twijfel. Ik zal de ontwikkeling goed in de gaten houden en waar mogelijk het debat helpen op gang te brengen.