Goedemorgen! In deze nieuwsbrief veel aandacht voor ‘alternatieve’ platformen. Waar overheden, goeddoeners en branches zelf regelmatig proberen een alternatief platform te lanceren, zie ik dat dit in veel gevallen mislukt. Waarom? Daarop ga ik in in deze editie. Ook in deze editie een uitnodiging voor een online workshop waar ik deze week aan deelneem. In het kader van INNOvember wordt dinsdag 10 November van 13:30 – 14:30 de sessie Platformbedrijven en de strijd om publieke waarden” georganiseerd. Ik ben een van de sprekers en er is ook een discussie. Het online publiek kan ook vragen stellen. Verderop in deze nieuwsbrief lees je er meer over. Je bent (virtueel) welkom om aan te schuiven. Fijne week!
p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.
Californië stemt voor initiatiefwet: Uber en Lyft hoeven chauffeurs niet in dienst te nemen | door Rens Lieman, schrijver en journalist
Vorige week besteedde ik uitgebreid aandacht in deze nieuwsbrief aan de strijd in California om de status van de aanbieder op klusplatformen als Uber, Lyft en Doordash. Daar investeerden de platformen ruim 200 miljoen dollar in een campagne om een uitzondering op de AB5 wetgeving, de wet die hen dwingt de aanbieders in dienst te nemen, erdoorheen te krijgen. Het resultaat is intussen bekend: 58,6 procent van de stemmers in California stemden voor en daarmee is de uitzondering (Proposition 22) aangenomen.
Met deze door de platformen zelf ontworpen wet wordt een tussencategorie gecreëerd, waarbij de aanbieders meer rechten krijgen dan wanneer zij als freelancer aan het werk zouden zijn, maar een stuk minder rechten dan wanneer zij in dienst zouden zijn van het platform.
Heikel punt (oké, een van de heikele punten) in de nieuwe wet (of beter gezegd: uitzondering op de AB5 wet) is het minimum uurloon. In dit stuk schrijft journalist Rens Lieman daar het volgende over:
“Twee Amerikaanse groepen die opkomen voor de belangen van werkenden brengen daar tegenin dat dit een kariger pakket is dan waar chauffeurs recht op zouden hebben als ze in dienst zijn. Zo rekenen Uber en consorten in de berekeningen van het ‘uurloon’ niet alle tijd mee die een chauffeur werkt, zoals de tijd dat een chauffeur moet wachten op een ritje.
Een onderzoeksteam van de Californische Universiteit van Berkeley ontkrachtte ook al de belofte van een minimumuurtarief voor chauffeurs. In theorie zou die ruim vijftien dollar bedragen, maar in de praktijk zal het chauffeurs slechts vijf en een halve dollar per uur opleveren, zo rekenen de onderzoekers voor. (Uber en Lyft betwisten deze berekening.)”
Die berekening van het tarief en de kosten is dus nog zeker een aandachtspunt. Het zou natuurlijk mooi zijn geweest wanneer er iets van een uurtarief zou kunnen worden afgesproken: voor de tijd dat je online en beschikbaar bent krijg je betaald en per gereden kilometer een vergoeding voor het gebruik van de auto. Dat zou de zaak een stuk eenvoudiger maken. Het zal je niet verbazen als ik je vertel dat er de komende tijd goed zal worden meegekeken hoe de uitvoer in zijn werk zal gaan.
Wat je ook van deze uitzondering vindt: Proposition 22 is nu een feit. Los van de inhoud is het natuurlijk de grote vraag in hoeverre kiezers de inschatting kunnen maken of een dergelijk nieuw statuut wel of niet goed is voor de ‘app workers’. Ik denk dat ze geen idee hebben en een dergelijke keuze hoort natuurlijk niet thuis in een verkiezing. Toch is dat wat er is gebeurt. En wanneer je dan op TV hoort dat iets goed is (of beter gezegd: beter dan de huidige situatie) dan stem je al snel voor. Fijn dat hier in Nederland dat soort keuzes op een andere manier worden gemaakt. Al kun je jezelf soms wel afvragen in hoeverre de huidige polder partners alle werkenden en organisaties nog voldoende vertegenwoordigen. Maar dat is weer een heel ander onderwerp en debat 😉
South Korean food delivery gets a government-backed challenger – Nikkei Asia
Hoe borg je publieke waarden in technologie en hoe zorg je voor voldoende concurrentie? Dat zijn vragen die zowel in de markt als door overheden worden gesteld. In Zuid Korea pakken ze een interessante route: daar lanceert de overheid een eigen app voor maaltijdbezorging: “The government of South Korea’s most populous province is set to launch a public-private food delivery app in hopes of loosening the iron grip that the two dominant players have on the fast-growing market.”
Mooi aan deze casus is dat de initiatiefnemers flink wat ambitie en budget hebben. De app is bijna klaar, het is duidelijk in welke steden de pilot gaat lopen en hoe het traject er daarna uit komt te zien. De grote vraag is natuurlijk: gaat dit werken. De pijn in deze markt ligt in het geval van Zuid Korea bij de restauranthouders: de markt groeit door corona, maar de platformen ‘kapen’ het klantcontact en vragen steeds meer commissie en fees voor advertenties aan de restauranthouders. Het nieuwe platform belooft minder commissie te vragen en geen vergoedingen voor advertenties. Hoe de maaltijdbezorgers er aan toe zijn en of de alternatieve app ook daar iets voor zal betekenen is niet bekend, daar wordt in dit artikel niet over gesproken.
Restauranthouders meekrijgen moet geen probleem zijn: op het moment dat de dienstverlening via de app van de juiste kwaliteit is en en commissie lager, dan zijn zij al snel tevreden. Daarnaast is het voor een restaurant eenvoudig om tegelijkertijd met verschillende apps te werken. Waar de pijn zeer waarschijnlijk niet ligt dat is bij degenen die de maaltijden bestellen: de klant. De grote vraag is dan ook: wat gaat het publiek private alternatief de klanten bieden, zodat ook zij gebruik zullen maken van de nieuwe aanbieder. Een probleem dat ik veel zie bij ‘alternatieve’ platformen als bijvoorbeeld ook het eerdergenoemde Beterboeken. In Zuid Korea hebben ze hier het volgende voor bedacht: “Gyeonggi Province provides a 10% subsidy on all transactions through what the government calls “regional currency” — vouchers distributed to the public that can only be used at local businesses.”. Oftewel: niet alleen de restauranthouder is blij, maar ook de klant krijgt tegoedbonnen die lokaal kunnen worden besteed. Of dit genoeg is om voldoende klanten aan te trekken en zo het vliegwiel op gang te brengen en of het team überhaupt in staat is om een competitieve app met competitieve dienstverlening te kunnen opzetten is de vraag, maar het is sowieso een interessante stap om te blijven volgen.
‘This is revolutionary’: new online bookshop unites indies to rival Amazon | Booksellers | The Guardian
Dan nog een artikel over een ‘eerlijke’ concurrent van een dominant platform. Ditmaal in de boekenbranche: “It is being described as a “revolutionary moment in the history of bookselling”: a socially conscious alternative to Amazon that allows readers to buy books online while supporting their local independent bookseller. And after a hugely successful launch in the US, it is open in the UK from today.”
In Nederland hebben we ook een ‘eerlijke’ poging gehad onder de naam Bookaroo. Lees dit mooie stuk van Bas Vermond over dit initiatief. Het initiatief kreeg als snel veel aandacht en 350 boekenwinkels sloten zich aan. Alleen hadden de initiatiefnemers de ‘klus’ van het neerzetten van een serieus platform overschat en al snel was het initiatief ter ziele. Bookaroo werd onderdeel van Bazarow, een boekensite die het ook beter wil doen, maar nu een jaar later is het nog niet gelukt om het Bookaroo systeem in deze webshop te implementeren. Wat nogmaals aangeeft dat je het serieus neerzetten van een platform nooit moet onderschatten. Mensen mee krijgen voor je idee is 1, maar daarna begint de uitdaging pas echt.
Het initiatief Bookshop.org lijkt het beter te doen: “Initially starting with 250 bookshops, more than 900 stores have now signed up in the US. “We went from selling $50,000 worth of books in all of February, to selling $50,000 a day in March, then $150,000 a day in April,” said Hunter. By June, Bookshop sold $1m worth of books in a day. The platform has now raised more than $7.5m for independent bookshops across the US.”
Een miljoen dollar aan boeken per dag verkopen is fors, ook in de Verenigde Staten. Het concept is simpel: “It allows independent bookshops to create their own virtual shopfront on the site, with the stores receiving the full profit margin – 30% of the cover price – from each sale. All customer service and shipping are handled by Bookshop and its distributor partners, with titles offered at a small discount and delivered within two to three days.” Mooi aan deze constructie is dat de boekwinkels hun focus kunnen leggen op waar zij goed in zijn en het team van het platform zich op de technologie en marketing kan storten.
Gaat Bookshop.org het verschil maken? De tijd zal het leren. Amazon heeft diepe zakken en kan eenvoudig boeken onder de kostprijs verkopen. Aan de andere kant heeft het initiatief laten zien goed boeken te kunnen verkopen. Maar het initiatief zou ook zomaar een negatief effect kunnen hebben. In het stuk over Bookaroo zegt Bas Vermond daar het volgende over: “Wat de heren van Bookaroo zich niet realiseren is dat zij een stroming op gang kunnen brengen, waarbij klanten die eerst hun boeken gewoon in de boekwinkel kochten, dit nu online via Bookaroo gaan doen. Volledig in de veronderstelling dat zij hiermee alsnog hun boekwinkel steunen. Minder klanten in de winkel betekent minder verkochte boeken, maar ook hogere kosten en minder marges.” Daarnaast hebben boekwinkels geen zekerheid over de strategie van het platform in de toekomst. In de juridische structuur van het platform zijn de belangen van de boekwinkels niet geborgd. Dat het platform nu een B-corp certificering wil verkrijgen draagt niets bij aan de zekerheid voor de winkels. En hoewel de huidige eigenaar misschien te vertrouwen is, kan het zomaar zijn dat met de investering van 7,5 miljoen dollar er ook andere belangen gaan spelen die meer focus op rendement dan op het ‘goed doen’ hebben. Een onzekere variabele wat een boekhandelaar extra alert zou moeten maken, want straks leg je al het klantcontact naar het platform en gaat ze er met jouw klanten vandoor. Dat zou een zuur, maar niet ondenkbaar scenario zijn. Wat dat betreft is het dus belangrijk dat de belangen van de boekwinkels ook in de juridische structuur wordt geborgd.
Hotels-Backed Online Search Platform Roomkey Suspends Operations – Skift
Een derde en daarmee laatste voorbeeld dat aantoont hoe lastig het is een competitief platform neer te zetten is een artikel over Roomkey.com. “Roomkey — a joint venture among Choice Hotels, Hilton, Hyatt, IHG, Marriott, and Wyndham — launched in January 2012 as “an innovative new online hotel search engine that will provide the simplicity, transparency and breadth of choice consumers expect from a search engine” while also booking directly from the hotel companies instead of a third-party site like Priceline.”
En is nu offline.
Have Platforms Become Part of the Immigration Experience? | Platform Labor
Een goed stuk dat de nodige food4thought geeft. Een aantal highlights uit het stuk:
- Empirical studies using quantitative census data shows immigrants are more likely to be doing gig work as compared to non-immigrants in Canada.
- We found that while many migrants did not see platform work as an end goal, the extent to which they believe that it is transitionary depends on the concrete steps and goals they have beyond the platform. They are making the best out of their situation in response to the constraints they face in the Canadian labor market. When a participant expressed that the predominant challenge
was having a language barrier that barred access to an office job, they reasoned that platform work provided them with free English-speaking lessons – gained tangentially in the course of working on their ride-hailing app. This illustrates a process of sensemaking where migrants create stories that focus on the positive sides of their precarious working conditions. - Our research made us aware that in some instances, platform work has become part of the settlement experience for a newcomer, often promoted by their ethnic social networks, responding to the push factor of the inability to integrate into a competitive labor market and the pull factor of how employment barriers highlight the comparative accessibility of the platform economy.
- Perhaps in addition to the calls for greater platform work regulation, we should also be having a conversation about the need for more viable alternatives for migrants navigating the challenges of an unfamiliar labor market.
In de media
Maakt de deelscooter zijn groene beloften waar? | Eindhovens Dagblad
“De een vindt het een ‘groen onding’, de ander ziet het als dé oplossing voor de auto in de stad. Maar bovenal worden ze in heel Brabant ongelooflijk veel gebruikt: elektrische deelscooters. Wie zijn de bedrijven achter die scootergekte? En doen ze wat ze beloven?”
Voor dit stuk in het Eindhovens Dagblad werd ik gevraagd om wat meer context te geven aan de opkomst van de deel (ahum: huur) scooter in Brabant. Naast een artikel in de krant, werd ook onderstaand filmpje gemaakt:
Martijn Arets: ‘Ik kan geen business bedenken waarin platformtechnologie niet kan helpen’ | Managementboek Magazine
In de laatste editie van het Managementboek Magazine verscheen een interview met mij over mijn boek. Voor wie het magazine niet ontvangt is het stuk ook via deze link te lezen.
Workshop: wees welkom!
Hét innovatie congres van en voor de Rijksoverheid – INNOvember
Online workshop “Platformbedrijven en de strijd om publieke waarden” op dinsdag 10 November van 13:30 – 14:30
Grote internationale platformbedrijven (zoals Amazon, Uber en Google) zijn onmiskenbare aanjagers van veel innovaties en hebben een grote impact op de manier waarop wij werken, organiseren en leven. Ieder departement heeft wel direct of indirect met ze te maken en stoeit wel met vragen over hoe beleidsmatig het beste kan worden omgegaan met de problematiek die ze veroorzaken.
In deze workshop bespreekt platformexpert Martijn Arets de context van de platformbedrijven en brengt hij de voor- en nadelen aan het licht. Om vervolgens in te gaan hoe we het beste de publieke waarden kunnen borgen in een steeds meer platformgedreven samenleving. Vervolgens laten Anko van Hoepen (vicevoorzitter PO-raad) en Willem-Jan van Elk (strategisch adviseur leeromgevingen Kennisnet) vanuit de casus onderwijs zien hoe je door te organiseren een gelijk(er) speelveld kunt creëren. En hoe besturen een visie kunnen en moeten ontwikkelen op de rol van digitalisering van het onderwijs.
Afsluitend volgt een debat waar ook Frits Bussemaker (voorzitter Institute for Accountability in the Digital Age) aansluit en waar aan de hand van stellingen en vragen van het publiek wordt besproken hoe publieke waarden kunnen worden geborgd in de platformbedrijven en de rol van de overheid in dit geheel.
Ben je rijksambtenaar: schrijf je dan in via deze link.
Ben je géén rijksambtenaar en wil je toch de sessie online bijwonen? Dan kun je deze openbare sessie volgen via het Vimeo kanaal van INNOvember. Via de chat van Vimeo kun je vragen stellen, die in de sessie zullen worden meegenomen.
Ook gelezen
- AFM waarschuwt: Toezicht houden op techbedrijven steeds lastiger
- Waarom een wetenschapper die promoveert op Google Home en Alexa zelf geen slim huis heeft
- Als één werkplatform morele verantwoordelijkheid voelt, zijn wij het wel’ – Klusplatform Temper ligt overhoop met vakbonden over de rechten van flexwerkers. Een achterhoedegevecht, stelt directeur Niels Arntz.
- Geldschieter nodig? ‘Er zijn meer startups naar de klote geholpen door investeerders dan door ondernemers’
- Zo gaat het als Uber personeel ontslaat. ‘Als je niet tekent, dan is dat jouw keuze’
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.