Goedemorgen! Afgelopen week druk geweest met de laatste fase van mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata en verschillende online presentaties. Ook staan er twee nieuwe onderzoeken in de steigers, maar daarover later meer. In deze editie veel aandacht voor het onderwerp transparantie in de platformeconomie. Een onderwerp waar naar mijn mening niet genoeg over kan worden geschreven. Want hoewel platformtechnologie informatie asymmetrie oplost, creëren veel platformen juist ook weer informatie asymmetrie richting gebruikers. En dat is geen goede zaak. Gelukkig dat er veel initiatieven zijn om aan de slag mee te gaan.
Deze week werd bekend dat bij Thuisbezorgd afgelopen jaar meer restaurants extra geld hebben betaald om hoger in bezorgapp te komen. Een strategie die door meer platformen wordt toegepast. En een strategie om vraagtekens bij te zetten. Vaak heeft de consument geen idee dat dit ook impact heeft op de ranking: zij gaan ervan uit dat alleen echt relevante variabelen worden meegenomen bij het opzetten van de ranking na een zoekactie. Radar had hier in 2019 een prachtig item over, check vooral het stuk waar de woordvoerder wordt geconfronteerd met deze praktijken en de vraag wat nu de meest relevante zoekresultaten zijn.
Ook de Autoriteit Consument & Markt (ACM) stelt nu na onderzoek vast dat er risico’s zijn verbonden aan betaald ranken voor zowel de concurrentie als de consument.
“Als er veel aanbieders ‘betaald’ hoog in de ranking staan, kan dat leiden tot minder goede aanbiedingen voor consumenten. Ten eerste kunnen aanbieders de extra commissie doorberekenen in de prijs. Ten tweede kunnen betalingen voor een betere positie ten koste gaan van concurrentie op prijs en kwaliteit. Het is nu immers mogelijk om met een extra betaling hoger in de ranking te komen in plaats van met het doen van een beter aanbod. Tot slot, de aanbieders die door de betaling een hogere plek innemen in de zoekresultaten, zijn mogelijk minder relevant voor de consument dan de andere aanbieders. Platforms sorteren normaal gesproken de aanbieders vooral op relevantie voor de consument, zoals reviewscores en herhaalaankopen. Maar door betaald ranken houdt het platform bij het sorteren ook rekening met zijn eigen beloning. <…> De ACM doet vervolgonderzoek naar de rol van transparantie bij betaald ranken.”
Goed dat de ACM hier aandacht aan besteedt. Sowieso is de ACM goed bezig wanneer het gaat om de platformeconomie. Transparantie is ontzettend belangrijk voor een eerlijke platformeconomie. Het is dan wel van belang dat ook goed wordt nagedacht over hoe controle en handhaving wordt ingericht. Op een manier dat het voor iedereen ook werkbaar is.
Nog een bericht over transparantie in de platformeconomie: “Amsterdam court orders more algorithmic transparency at Ola but rejects claims of absence of human oversight at Uber <…> An Amsterdam court has ordered Ola to be more transparent about the data it uses as the basis for decisions on suspensions and wage penalties, in a ruling that breaks new ground on the rights of workers subject to algorithmic management.”.
En ook: “In the case against Ola Cabs, the Amsterdam District Court found that the car-booking app had used an entirely automated system to make deductions from one driver’s earnings — a finding that attracts greater legal protection. Anton Ekker, the lawyer representing the drivers, said that to his knowledge, it was the first time a court had found that workers were subject to automated decision-making as defined in Article 22 of the EU’s General Data Protection Regulation — thus giving them the right to demand human intervention, express their point of view and appeal against the decision.”
Bij Ola sprak de rechter uit dat er sprake was van volledig automatische besluitvormingsprocessen, bij Uber was dit volgens de rechter niet het geval. Een interessante casus wanneer het gaat over algoritmisch management en de weerbaarheid van hen waar dit over gaat. Niet alleen bij platformen, maar bij arbeid in de meest brede zin van het woord. Omdat algoritmisch management (en geautomatiseerde surveillance management) niet alleen bij platformen, maar in steeds meer werkomgevingen voorkomt en voor zal gaan komen. Zeker nu we ook steeds meer online werken en zullen blijven werken.
Deze zaak laat ook weer zien dat gebruikers van platformen recht hebben op informatie over de processen die voor hun van toepassing zijn. Dit is ontzettend belangrijk, want intransparantie in deze beslissing systemen zorgt voor minder vrijheid van de werkende en extra macht vanuit het platform. En dat is iets wat we niet zouden moeten willen.
Amazon Mechanical Turk Workers Launch Effort To Push Back Against Exploitative Labor Practices Through Turkopticon Platform
Transparantie in de platformeconomie deel 3: Turkopticon. Ik was Turkopticon al even uit het oog verloren, totdat ze afgelopen week weer eens in mijn Twitter timeline voorbij kwamen. Turkopticon is een community en een stuk technologie dat is ontwikkelt om platformwerkers op Amazon Mechanical Turk (AMT: het horror platform in de kluseconomie) te ondersteunen. Op dit platform kunnen werkenden wel worden beoordeeld, maar hebben platformwerkers zelf weinig tot geen (eerder geen dan weinig) rechten. Een opdrachtgever kan bijvoorbeeld een uitgevoerde klus zonder opgaaf van reden afkeuren, waardoor de werker niet krijgt uitbetaald. Ook hebben opdrachtgevers geen reputatie profiel, waardoor zij als het ware vogelvrij zijn. De tool van Turkopticon is een crowdsourcingstool waar werkers op AMT ervaringen van opdrachtgevers konden delen. Een soort van crowdsourced reputatie systeem dus.
De tool wordt door henzelf als volgt omschreven: “Turkopticon adds functionality to Amazon Mechanical Turk as you browse for HITs and review status of work you’ve done. As you browse HITs, Turkopticon places a button next to each requester and highlights requesters for whom there are reviews from other workers. Bad reviews let you avoid shady employers and good reviews help you find fair ones. You can view reports made against requesters with a quick click.”
Je zou Turkopticon ook als een moderne vakbond kunnen omschrijven: “Turkopticon is a worker-run non-profit organization whose mission is to organize mutual aid, resources, and advocacy to make Amazon Mechanical Turk work a good job.”. Volgens mij voor iedereen die nadenkt over de toekomst van vakbonden een relevante casus om te (blijven) volgen. Want volgens mij kunnen vakbonden, of movements die het concept vakbond uitdragen, veel leren van ‘crowdsourcing’ methodes wanneer het gaat om zorgen voor betere condities voor platformwerkers. En juist bij platformwerk is dit enorm belangrijk, omdat de onbalans in macht maar op één manier kan worden gebroken: door te organiseren. Dit doe je alleen door relevant te zijn en de ontwikkeling van een dergelijke tool is daar een mooi voorbeeld van. Daar kan menig (of beter gezegd: iedere) vakbond nog iets van leren.
NOWJOBS en Nostradamus ICT sluiten strategisch partnership – Emerce
Wanneer het gaat om de impact van platformen op de arbeidsmarkt blijft de discussie veelal steken bij een aantal usual suspects. Wanneer de discussie wel verder gaat, dan gaat deze veelal niet verder dan een blik op losse platformen die vraag en aanbod met elkaar verbinden.
Wat naar mijn mening zwaar onderbelicht is, is hoe platformen en platformtechnologie binnen bestaande processen en binnen organisaties een rol gaan spelen. Voor dat laatste deelde ik de afgelopen maanden al voorbeelden van platformen die interne mobiliteit en interne marktplaatsen faciliteren. In dit artikel op Emerce een mooi voorbeeld van hoe platformen binnen bestaande processen kunnen worden geïntegreerd. En dit stuk wordt geschreven dat Nostradamus (o.a. een planningstool voor horeca organisaties) een koppeling heeft gemaakt met Nowjobs: een uitzendplatform. Op het moment dat in de planning geen gebruik kan worden gemaakt van de eigen poole van de organisatie, kan de klus direct worden ingeschoten naar Nowjobs en kunnen kandidaten uit de Nowjobs poole reageren. Zonder tussenkomst van een uitzendbureau en met minimale transactiekosten.
Een mooie casus die laat zien hoe platformen bestaande processen kunnen verbeteren en transactiekosten kunnen verlagen.
Lancering Nationale Bruggenbank: 11 maart 2021 | Rijkswaterstaat
Ik heb de laatste jaren veel deeleconomie voorbeelden de revue zien passeren, maar ook ik moest even twee keer lezen toen ik deze voorbij zag komen: “een onafhankelijk platform van overheden voor overheden, waar vraag en aanbod van gebruikte bruggen samenkomen.”
“Brugbeheerders beschikken over alle informatie van de verschillende bruggen die zij in beheer hebben. Om die reden weten zij goed wanneer bruggen beschikbaar komen voor hergebruik en welk type brug zij zelf nodig hebben op een specifieke locatie. Belangrijk is dus dat deze kennis en informatie bij elkaar kan komen op een centrale plek.”
Slim.
Google haalt uit naar Microsoft in discussie over betalen voor nieuws | NU.nl
De lobby van Google die boos is op de lobby van Microsoft die eigen belangen behartigt. Had natuurlijk liever gezien dat de tech lobby eensgezind één front zou vormen… Het zou mij niet verbazen dat tech lobby eindigt in twee kampen: zij met advertisement / data handel als businessmodel en zij die zonder advertisement als businessmodel. De lobby zonder advertisement zal overheden ‘steunen’. Prima, zolang we niet vergeten dat ook dat zware lobby is.
De oorlog tegen onze kinderen – We gedragen ons alsof er in de tijd na ons geen mensen meer zullen zijn, alsof onze kinderen en kindskinderen niet de aarde zullen beërven die wij ze nalaten. Omdat we ons de mensen van de toekomst niet kunnen voorstellen, stellen we ze ons niet voor.
Een podcast interview met ondergetekende voor het Zweedse platformbedrijf Gigapod.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Goedemorgen! Afgelopen week deelde ik via Twitter: “I love it when a plan comes together”. Binnenkort volgt meer nieuws, maar er staat iets heel gaafs te gebeuren: een wereldprimeur. Ik snap het: flauw om er verder niets over te zeggen, maar ik wil de in deze tijden toch een stukje positiviteit delen 😉 Afgelopen week weer mooie colleges verzorgd voor het blok Platformeconomie aan de Global School for Entrepreneurship en ook de nodige klanten mogen helpen met platformvraagstukken. Nadat in maart vorig jaar iedereen in de survival modus ging merkte ik in oktober dat de blik weer op de toekomst is gericht, wat vooral voor mijn werkzaamheden erg prettig is. Ik heb het nu drukker dan ooit, al kan ik niet wachten om ook echt weer fysiek op pad te mogen. Maar daarin ben ik vast niet de enige. Fijne week!
Van onderzoek naar oplossingen: discriminatie en de platformeconomie | ZiPconomy
Onlangs (mede)organiseerde ik een online workshop over discriminatie in de platformeconomie. Afgelopen week werd het verslag van deze workshop in de vorm van een blog gepubliceerd op ZiPconomy.
Je zult zien bij het lezen van het stuk dat ook in de platformeconomie discriminatie plaatsvindt. Een van de vragen die centraal stond in de discussie is of discriminatie bij platformen meer of minder voorkomt dan in de niet platformwereld. Dat is lastig te zeggen voor dé platformeconomie en verschilt per casus. Zo zal discriminatie vermoed ik minder voorkomen bij platformen met een ‘open inschrijving’ voor werkenden, waar het algoritme de match maakt (toewijst) en waar de uit te voeren werkzaamheden door iedereen zonder voorkennis en -opleiding uit te voeren is. Maaltijdbezorging bijvoorbeeld. Daar wordt opgemerkt dat dit juist een kans is voor hen die in de traditionele arbeidsmarkt geen kans krijgen.
Discriminatie zal vermoed ik vaker voorkomen wanneer de klant zelf de aanbieder uitkiest en weinig houvast heeft wat betreft ‘erkend’ vertrouwen. Zoals iemand die een Airbnb appartement boekt of iemand die een Airbnb appartement verhuurt. Op het moment dat er weinig informatie aanwezig is dat het vertrouwen versterkt en er bijvoorbeeld geen automatische goedkeuring in het spel is, is de kans op discriminatie groter. Dan is wel de vraag: is deze groter, gelijk of kleiner dan de niet platformmarkt? Meer onderzoek zal dit moeten uitwijzen. Daarnaast is het belangrijk om goed na te denken welke informatie je wel en niet toont in een profiel. Ik kan mij voorstellen dat veel persoonlijke informatie in de profielen overbodig is, zolang het platform dit maar ook consistent doorvoert. Wanneer ik een hotel boek via Booking heb ik ook geen idee wie de hoteleigenaar is. Misschien zijn al die verhalen over de noodzaak van persoonlijk vertrouwen in de platformeconomie wel overrated en leiden die alleen maar af van de kern en vergroten de kans op discriminatie. Ik gooi maar even een knuppel in het hoenderhok 😉
Als laatst merkte ik in de discussie dat het woord ‘discriminatie’ soms gelijk werd getrokken met het maken van keuzes wie je wel en niet uitkiest. En juist die keuze en daarmee het maken van de best mogelijke match is natuurlijk iets dat platformen en platformtechnologie ontzettend goed kan faciliteren. Het is daarin juist belangrijk om ervoor te zorgen dat er een keuze kan worden gemaakt op de feitelijke skills. In dat opzicht liggen er nog genoeg kansen.
Apple gaat vragen: wilt u dat deze app u overal volgt? En nu is Facebook boos | De Volkskrant
De discussie en strijd tussen techbedrijven en overheden is goed op gang, maar ook tussen de techbedrijven onderling is er nu de nodige discussie. In dit voorbeeld: “Als Apple binnenkort zijn software voor iPhones en iPads bijwerkt, moeten gebruikers expliciet instemmen wanneer apps hun activiteiten volgen.” Goed voor wie privacy onderdeel is van het businessmodel is, minder fijn voor hen die moeten leven van advertenties. In dit stuk wordt terecht de opmerking gemaakt dat onder de AVG het al verplicht is om gebruikers vooraf expliciet toestemming te vragen voor het verzamelen van gegevens. Wat mij opvalt is dat in de advertentie campagne van Facebook de nadruk vooral ligt op de kleine ondernemers die nu minder kans krijgen om tegen lage kosten hun doelgroep online te bereiken. Er wordt weinig gesproken over de gebruikers waar de discussie over zou moeten gaan. Want ik heb (zeker nu tijdens covid) veel sympathie voor kleine ondernemers, maar wil graag wel zelf de keuze maken of dit impact heeft op mijn privacy.
Nu Apple met de store meer inzet op privacy (Apple heeft overigens ook zo zijn eigen problemen met de store), is het de vraag wat Google gaat doen met de Android store. Het bericht van vorige week dat Google stopt met het volgen van surfgedrag voor gepersonaliseerde reclame zou hoop kunnen geven. Al zou het mij niets verbazen wanneer dit een slimme actie is om in de EU discussie over een verbod van gepersonaliseerde advertenties te kunnen zeggen: “een wet is niet nodig, kijk maar, we hebben het zelf al geregeld”. Ik zeg: regel het in de wet en laat dit soort zaken niet over aan de goodwill van bedrijven om wel of niet mee te werken. Privacy is immers geen leuke bonus, maar een fundamenteel recht.
Vorige week lanceerde FNV een eigen documentaire: “Gezocht: eerlijk werk! Dossier schijn-zzp”. In een tweet deelde ik mijn eerste reactie: “Een campagnevideo een documentaire noemen, slimme marketing. Maar het blijft natuurlijk een campagnevideo.”.
Je kunt en moet van de campagnevideo vinden wat je wilt en ik kan gaan zeuren over feitelijke onjuistheden en het gegeven dat hier natuurlijk een verre van objectief beeld wordt geschetst van de behandelde casussen. Maar laat ik dat nu eens niet doen. Wat ik in deze post wil doen is ingaan de constatering dat FNV in deze video laat zien dat symptoombestrijding een verloren zaak is en we het moeten gaan hebben over de onderliggende vraagstukken.
Het dossier platformwerk is niet nieuw voor FNV: het staat al een tijd op de agenda. Diverse rechtszaken zijn gevoerd. Sommigen zijn verloren, anderen gewonnen. Opmerkelijkste gegeven is dat er voor de platformwerker tot nu toe, ook niet bij de gewonnen rechtszaken, ook maar iets is veranderd. Op zich geen probleem: het is ook geen strijd voor de korte termijn, maar het begint wel op te vallen. Wel heb ik soms de vraag voor wie de strijd wordt gevoerd. Gezien de activiteiten zou de bond vele duizenden platformwerkers als lid moeten hebben om ‘break even’ te kunnen draaien op dit dossier. Ik verwacht niet dat dit het geval is. Het gaat dus duidelijker om een groter plaatje en een ‘angst’ voor de platformisering van de arbeidsmarkt. Ook dat is natuurlijk een keuze.
Er zitten natuurlijk genoeg relevante onderdelen aan de platformisering van de arbeidsmarkt waar terecht zorgen over zijn en waar het legitiem is dat een vakbond zich daar druk over en hard voor maakt. Al roep ik al langer van de FNV dat ik vind dat er teveel naar de symptomen wordt gekeken en dat onderliggende oorzaken en waarden nogal links blijven liggen. Dat is prima op het moment dat het vraagstuk overzichtelijk is: maaltijdbezorgers, taxichauffeurs of thuisschoonmakers. Het wordt problematisch wanneer blijkt dat de zaak complexer is dan je in eerste instantie dacht. En dat is juist hetgeen dat deze documentaire aantoont.
In de video staat voor het eerst in de platformwerk campagne ook een niet platformbedrijf tussen een rijtje platformen: Lyceo. Lyceo is een instituut voor onderwijsondersteuning: bijles, huiswerkbegeleiding, examentraining en ga zo maar door. Degenen die de studenten begeleiden zijn freelancer. Lyceo zou je niet snel als platform categoriseren. Mogelijk dat er intern wel met platformtechnieken wordt gewerkt voor (zelf)planning en organisatie, maar het is geen ‘p2p’ platform als de anderen in het dossier van FNV. In de video wordt aangegeven dat deze werkers ook in dienst zouden moeten worden genomen en Lyceo verantwoordelijkheden ontwijkt door dit niet te doen en met deze constructie te werken.
Want FNV net de keuze van deze casus bewust of onbewust laat zien dat de keuze voor freelance of andere ‘a typische contractvormen’ binnen heel veel dienstverlening bemiddelaars gemeengoed is. Zo heb ik bij het opzetten van Platformwerk.nl veel to-consumer platformen bekeken die bemiddelen in klusjes in en om het huis, huiswerkbegeleiding, klus studenten, oppas, schoonmaak en ga zo maar door. Ook heb ik veel traditionele to-consumer bemiddelaars bekeken die zonder platform vraag en aanbod met elkaar verbonden. Zeker die laatste categorie betreft bedrijven die vaak al tientallen jaren opereren. Wat mij toen opviel is dat geen enkele van deze dienstverleners hun werkers in dienst nam. In veel gevallen werd niet eens over de status van de werkende gecommuniceerd. En als dit werd gedaan, dan werd voornamelijk doorverwezen naar de regeling dienstverlening aan huis: een gedoog regeling die eigenlijk niets oplost, behalve dat door het bestaan van de regeling beleidsmakers het idee hebben dat er iets is geregeld en zij zich geen zorgen hoeven te maken en aan hun verplichtingen hebben voldaan.
Dit laat zien dat het vraagstuk dat speelt bij platformwerk op heel veel meer plekken in de arbeidsmarkt voorkomt. En dit versterkt ook mijn eerdere punt dat symptoom bestrijden zonder ook het fundament ter discussie te stellen kansloos is. Door voor Lyceo te kiezen in deze video laat FNV zien dat het daar ook bewust van is. En daag ik hierbij iedereen in dit debat uit om te stoppen met alleen maar campagnes over symptomen te voeren en het vanaf nu voornamelijk te hebben over de structurele onderliggende vraagstukken en samen te werken aan een oplossing en de hervorming van de arbeidsmarkt waar de werkende en niet de contractvorm centraal staat.
Noot: ik gaf aan dat ik niet zou gaan zeuren over feitelijke onjuistheden, maar ik wil er toch ééntje belichten. In de campagnevideo van FNV claimt professor Mijke Houwerzijl dat ZZP’ers niet meebetalen aan werknemersverzekering, maar nu wel compensatie via de TOZO ontvangen. Wat niet wordt verteld is dat de NOW, de pot waar werkgevers compensatie uit ontvangen voor werknemers, ook niet via de werknemersverzekeringen wordt betaald. Beiden worden betaald uit de algemene middelen: de gezamenlijke belastingpot waar iedereen aan heeft bijgedragen. Het was naast het niet melden van feitelijke onjuistheden dan ook redelijk geweest om te vermelden dat ZZP’ers een fractie (je zou een het fooi kunnen noemen) aan compensatie ontvangen in vergelijking met werknemers. In sommige gevallen een factor 10. Het zou de bonden sieren wanneer zij ook hier een schijnwerper op zouden kunnen richten. Misschien nog een documentaire met de titel: “Gezocht: eerlijke compensatie”? 😉 (vette leestip: de blog ‘een gebrek aan samen’)
Extra handjes in een handomdraai met easyjobs | Twinkle
Met de komst van de WAB was het wachten totdat payrollers ook eigen platformen zouden starten. De eerste is inmiddels een feit: easyjobs van Payroll Select. “De meest gebruiksvriendelijke uitzendmarktplaats, gespecialiseerd in gigs (korte klussen) en jobs (uitzendkrachten) van Nederland”. Zo hebben uitzenders er weer een concurrent bij en zullen platformen in uitzendland meer gemeengoed worden.
Platform voor duurzame overnachting Campspace haalt miljoen op | De Ondernemer
Veel platformen beginnen smal in een bepaalde niche, om vervolgens met die ervaring en klantengroep de dienstverlening te verbreden. Wat je eigenlijk dan altijd ziet gebeuren is dat er dan weer ruimte ontstaat voor nieuwe niche spelers die voor hun specifieke niche een betere oplossing hebben. Zo ook het Nederlandse Campspace: een platform voor kleinschalige outdoorovernachtingen.
Luistertip
Facebook, Free Speech and the Fight for Digital Democracy, With Marietje Schaake and Carl Miller – Intelligence Squared | Podcast on Spotify
Listen to this ep
isode from Intelligence Squared on Spotify. In this week’s episode Marietje Schaake International Director of Policy at Stanford University’s Cyber Policy Centre speaks to Carl Miller about Facebook’s recent legal battle with Australia, Trump’s deplatforming from Twitter and how we can preserve democracy and civil liberties in the age of Big Tech.
Stream Wat Is Er Mis Met Platformen – Martijn Arets by De “Wat is er mis met” Podcast from desktop or your mobile device
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
De kluseconomie was afgelopen weken volop in het nieuws. Deliveroo verloor in Nederland een zaak en maaltijdbezorgers kunnen zich als werknemer van het platform melden. In de UK won een groep Uber chauffeurs een zaak waarbij de rechter bepaalde dat deze specifieke groep geen freelancer, maar ‘worker’ is. Niet te verwarren met werknemer. In Italië oordeelde de rechter dat maaltijdbezorgers in dienst moeten en (wederom) in Nederland concludeerde de arbeidsinspectie in een uitgelekt conceptrapport en later in een wederom uitgelekt eindrapport dat freelance platform Temper toch een uitzendbureau is. Al is het natuurlijk aan de rechter (en niet aan de vakbond of de inspectie) om een eindoordeel te vellen.
Wie niet verder kijkt dan de koppen in de krant, zou zeggen dat het einde van veel platformwerk modellen in zicht is en we binnenkort weer over kunnen naar de orde van de dag. Terug naar hoe het was. In deze editie ga aan de hand van 5 artikelen ik dieper in op de ontwikkelingen en pleit ik ervoor dat overgaan op de orde van de dag misschien voor veel instituties de meest comfortabele, maar voor de samenleving de slechtste keuze is die we kunnen maken.
Wat opvalt in het debat en de bovengenoemde rechtszaken is dat er voornamelijk aandacht is voor de symptomen en niet voor de onderliggende oorzaken die deze symptomen veroorzaken. Dat is op zich niet zo verrassend: symptomen zijn over het algemeen goed te bestrijden, of op zijn minst prima tegen te ageren. Systeemveranderingen daarentegen zijn ingewikkeld en, niet geheel onbelangrijk: vragen om het loslaten van verworven rechten (voor een steeds kleinere groep) met het vertrouwen om daar uiteindelijk sterker (voor iedereen) uit te kunnen komen. En zie hier de ‘Catch 22’ van een arbeidsmarktdebat dat gaat over hokjes in plaats van de onderliggende waarden en waarheid. Het een kan niet zonder het ander en daardoor zit het debat al jaren vast.
De transactiekosten voor het wisselen van werk(zaamheden) en klus worden dankzij technologie lager en lager. Technologie als platformen zet de werkende centraal, waardoor de autonomie van de werkende wordt vergroot en locatie en diploma steeds vaker van ondergeschikt belang zullen zijn. Dit gaat verder dan alleen het bepalen waar en wanneer gewerkt kan worden. En dit beperkt zich niet alleen tot flexibele krachten: ook binnen de traditionele arbeidsrelatie zorgt technologie voor deze groeiende autonomie.
Toen Borstlap (je weet wel, dat rapport waaruit niemand mocht cherry picken en waar iedereen nu uit cherry picked…) het had over ‘vast minder vast’ ging het dan ook niet alleen over het makkelijker kunnen ontslaan van een werknemer, maar ook over zaken als interne mobiliteit. Niet alleen ten goede van de werkgever, maar zeker ook ten goede van de werkende. Want juist die werkende is op zoek naar autonomie en zoekt daarbij naar de weg van de minste weerstand. Zo deelde Anneke Westerlaken van CNV in dit artikel op Nu.nl haar volgende bevinding:
“Steeds meer verpleegkundigen kiezen ervoor om uit loondienst te treden en verder te gaan als zelfstandige. Niet eens per se om geld; financieel is het helemaal geen aantrekkelijke stap, ook omdat je als zzp’er zelf verantwoordelijk bent voor je pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verpleegkundigen kiezen hier vaak toch voor omdat ze meer zeggenschap willen hebben over waar en wanneer ze werken. Het is een keuze die een vlucht is van iets anders, dat is geen goede ontwikkeling.”
Mooi om dit van iemand van een vakbond te horen. Die ‘vlucht’ naar de weg van de minste weerstand zullen we de komende jaren meer en meer zien, zowel vanuit de werkende als de werk-/opdrachtgever. Geen grote verrassing in een kenniseconomie. Maar voor veel instituties toch even wennen.
Hilde Palland (CDA) wil duidelijkheid voor zzp’ers: ‘Pas als de regels helder zijn, kun je discussiëren over handhaving’ – ZiPconomy
ZiPconomy heeft een serie interviews in aanloop naar de verkiezingen over hoe de verschillende partijen kijken naar de toekomst van de arbeidsmarkt. In dit interview komt het concept ‘werknemer tenzij’ voorbij. “Bij twijfel ben je werknemer. Ik stel voor om dat in elk geval zo te doen voor platformbedrijven. Pas als een werkende kan aantonen dat hij bewust ondernemer is en in zijn eigen inkomen kan voorzien, mag hij werken via een platform als zzp’er. Dat geeft de echte zzp’ers duidelijkheid en rust.” Een idee dat een flinke tijd geleden door Gijs van Dijk (PvdA) ook al werd voorgesteld.
Om te beginnen is dit natuurlijk een zwaktebod: het lukt niet om duidelijke kaders op te stellen wanneer iemand wel of geen zzp’er is, dus dan maar op deze manier. Iedereen met een beetje ambitie zou dit niet mogen accepteren. En dan nog, als we de ambitie even overboord gooien en gaan voor het gemak: is dit een werkbare oplossing?
Voor heel de kluseconomie gaat dit sowieso niet werken. Om te beginnen bij de to-consumer platformen. Deze werken doorgaans via de regeling dienstverlening aan huis. De rechter heeft in de Helpling zaak al geoordeeld dat het platform wel een bemiddelaar, maar geen werkgever is. Deze platformen ‘concurreren’ met de zwarte markt en op het moment dat zij hun aanbieders in dienst nemen is het platform binnen een paar maanden failliet en de aanbieders weer terug in de zwarte markt (oppas, thuisschoonmaak, studiehulp, etc.). Daarnaast zijn er meer traditionele matching bureautjes in deze sectoren dan platformen. Moeten zij de aanbieder dan ook in dienst nemen? Gaan we echt kijken naar de manier waarop een transactie tot stand komt hoe we de status classificeren? Dat lijkt mij een onwenselijke en onwerkbare situatie.
Wanneer we naar de to-business platformen kijken is deze regeling misschien heel fijn voor hen die het gevoel heeft als schijnzelfstandige te werken, maar al die freelancers die bewust hebben gekozen voor het ondernemerschap zadel je wel weer op met een enorme administratieve last. Dus wat in het stuk wordt neergezet als ‘dat geeft de echte zzp’ers duidelijkheid en rust’ zou je ook kunnen zeggen: ‘dat zorgt voor een onwenselijke administratieve druk voor echte zzp’ers’. Want hoe moet een zzp’er dan bewijzen dat hij/zij een echte zzp’er is, als het de overheid al jarenlang niet lukt om deze toetst waterdicht te maken?
Ook zie ik steeds meer platformen in to-business markten zullen opereren waar voorheen iedereen ook al als freelancer werkte (technici, journalisten, designers, specifieke vakmensen als loonwerkers, etc. etc. etc.). Deze markt zal de komende jaren nog flink groeien: de informatie asymmetrie is groot en transactiekosten zijn hoog, dus is het logisch dat platform technologie hier waarde gaat toevoegen.
Daarnaast zul je zien dat in een situatie van ‘werknemer tenzij’ platformen gedwongen worden hun businessmodel aan te passen van marge op transactie naar abonnementsmodel en wel de matchmaking faciliteren, maar de administratie niet meer op zich nemen en outsourcen via een derde partij. Dat laatste doen ze overigens toch altijd (escrow), maar wel op een manier waarop het in het platform is geïntegreerd. Daar zullen weer andere partijen in springen en zo is onder de streep het probleem niet opgelost. Niet dat ik ertegen ben dat bepaalde groepen platformwerkers in dienst moeten, maar ik probeer wat meer naar het grotere plaatje te kijken en voorspel bij iedere andere oplossing een eeuwig durend kat-en-muis spel.
Is het ‘werknemer tenzij’ concept de oplossing? Niet voor heel de platformeconomie, mogelijk voor een heel specifiek deel, zoals bijvoorbeeld:
stuksprijs
match door algoritme
geen significante invloed op tarief en voorwaarden
on demand transactie
1 opdrachtgever (kan ook 1 matchmaker zijn)
tarief onder bedrag X
Het is dus mogelijk, maar ook hier zullen de voorwaarden zo specifiek zijn dat het een flinke uitdaging wordt om een categorie hierin te vangen. Andere oplossing is om te zeggen dat bijvoorbeeld het werknemer tenzij principe werkt voor alle maaltijdbezorgers. Al is het de vraag of hen waar veel over wordt gesproken, maar weinig mét wordt gesproken (de bezorgers zelf) hier blij mee zijn. Dat lees je ook in de laatste bijdrage in deze editie.
Zo zie je maar weer: iedere pleister zorgt er voor dat op andere plekken andere pleisters los beginnen te laten. De tijd van pleisters plakken is voorbij. Leuker kan ik het helaas niet maken, ook niet makkelijker 😉
World Employment and Social Outlook 2021: Snelle groei digitale economie vraagt om coherent beleid
De afgelopen zes maanden zijn veel rapporten verschenen over platformwerk, het fenomeen waarbij online marktplaatsen faciliteren dat vraag en aanbod van kortlopende klussen elkaar kan vinden om vervolgens een transactie uit te voeren. De rapporten van SER, SEO, TNO en SCP zijn de meest complete rapporten over dit onderwerp. SCP concludeerde: ‘Platformwerk biedt flexibiliteit en ruimte, maar ook onrust en onzekerheid’ en de SER meldde dat platformwerk ‘meer kansen, maar ook meer risico’ met zich meebrengt. In de rapporten komt naar voren dat platformwerk in Nederland nog klein is, dé platformwerker niet bestaat en de effecten van platformen op de arbeidsmarkt zowel positieve als negatieve kanten kent. Waarbij het de taak van samenleving en beleidsmakers is om de positieve kanten te versterken en de negatieve kanten zoveel mogelijk in te perken.
Afgelopen week publiceerde de ILO (International Labour Organization) een groot rapport over platformwerk. De kern van het rapport: “Snelle groei digitale economie vraagt om coherent beleid – De groei van de digitale arbeidsplatformen biedt opportuniteiten en uitdagingen voor werknemers en bedrijven. Er is nood aan een internationale beleidsdialoog.” Ook hier wordt de bal dus bij alle stakeholders neergelegd. Ik heb het ruim 260 pagina tellende rapport nog niet helemaal gelezen, maar van wat ik heb gezien is het zeker de moeite waard. Geen zin of tijd om het boekwerk door te lezen? Check dan de video van de presentatie van het rapport afgelopen week. Om de video te bekijken is het volgende wachtwoord nodig: .$1rcmDi
Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken? – ZiPconomy
“Er zijn steeds meer online platformen om freelancers met korte klussen te matchen. Waarin verschillen deze online klusplatformen ten opzichte van de traditionele uitzendbureaus? Internationaal platformexpert Martijn Arets en universitair HRM-deskundige Jeroen Meijerink deden onderzoek. Zij interviewden een aantal plaformen en kregen input van diverse experts.”
Dit artikel deelde ik al eerder in deze nieuwsbrief, maar het leek mij in het kader van dit debat goed om hem nog een keer te delen om nog eens goed te laten zien wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen uitzendbureaus en platformen. In deze longread komen ook twee belangrijke vragen naar voren die volgens mij, zeker ook in het kader van de berichtgeving rondom het inspectierapport rondom Temper, maar ook in het licht van de lancering van enkele uitzendplatformen, van belang is:
“Ook brengt het onderzoek nieuwe vraagstukken omtrent de rol en verantwoordelijkheden van platformen naar boven. Zo is het de vraag in hoeverre uitzendplatformen zich aan hun zorgplicht kunnen houden. Wordt deze zorgplicht ‘uitbesteed’ aan de gebruikers van het platform? Een andere vraag is in hoeverre de matching algoritmes die (freelance) platformen ontwikkelen, kunnen worden gezien als (indirect) alloceren, iets dat voor nu alleen is toegestaan binnen het uitzendstatuut. Wij verwachten dat dit vraagstuk urgenter zal worden op het moment dat (freelance) platformen in meerdere sectoren en voor meerdere functies zullen worden ingezet, waarmee de complexiteit van de matching zal toene
men.”
Ook in hoger beroep oordeelt rechter: Deliveroo-bezorgers zijn geen zelfstandigen | door Rens Lieman, schrijver en journalist
Een goed overzicht van de uitspraak in de zaak FNV <> Deliveroo. Een belangrijke vraag is nu natuurlijk of er maaltijdbezorgers zijn die hun werknemerschap op zullen eisen. En daarna: hoe Deliveroo dit in de app zal verwerken en hoe dit verder allemaal praktisch georganiseerd zal worden. Want dat klinkt misschien wat eenvoudiger dan dat het in de praktijk zal zijn.
Daarnaast is het de vraag: hoe reageren de Deliveroo bezorgers zelf? Zijn zij blij met de uitspraak? Onderzoeker Niels van Doorn kwam met dit verhaal op Twitter:
“While we’re celebrating the A’dam court’s decision that Deliveroo riders should be classified as employees, riders online are not so happy – and this should give us some pause. Basically many are saying: if I wanted a minimum wage job I’d join Thuisbezorgd (Just Eats Takeaway) While they like the idea of getting paid for waiting time, they are afraid that they 1) won’t be able to reject orders anymore, 2) will lose free login (i.e. no more working whenever you want), 3) will see a limit to the number of hours they can work, 4) will be deactivated (because Deliveroo won’t hire all of them as employees), 5) will only make minimum wage (instead of a chance to make more when it’s really busy), 6) those on student visas won’t be able to work over 16 hours, while they need more $ to support themselves.”
Wat ook laat zien dat we soms best wat meer met degenen mogen praten waarover we praten…
Als laatst laat deze tweet van Niels van Doorn zien dat de Deliveroo zaak niet op zich staat en dat er echt een systeemoplossing nodig is: “Gig platforms are embedded in existing labor markets, political economies, and regulatory frameworks. We do not only fail workers because we fail to regulate “the gig economy” – we fail them because we should have shored up regulation & enforcement across low-wage industries.”
Met de winst op Deliveroo lijkt een symptoom aangepakt, maar wanneer gaan we het over het fundament hebben?
En de oplossing?
Roos Wouters van de Werkvereniging deed 8 jaar een voorstel dat steeds vaker wordt herhaald: koppel zekerheden en verplichtingen los van de contractvorm om concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Universele zekerheden en verplichtingen voor alle werkenden. Hiermee maak je het gat tussen vast en flex kleiner en zet je de werkende en niet de contractvorm centraal. Wat mij betreft een super idee.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Goedemorgen! Afgelopen week begon de module Platformeconomie dat ik geef op de ‘Global School for Entrepreneurship‘. De module heb ik zelf opgezet en dit is de tweede keer dat ik hem ook echt uit mag voeren. Erg leuk om met internationale studenten te werken aan hun eigen bedrijf en te bedenken hoe platformdenken hier een bijdrage aan kan leveren. Diverse platformondernemers delen hun ervaringen tijdens de colleges. Afgelopen week was ook de workshop over ‘discriminatie in de platformeconomie’. In een van de komende edities volgt een uitgebreid verslag. Afgelopen week ook een mooie mijlpaal voor deze nieuwsbrief: de 1000ste abonnee heeft zich ingeschreven! Goed nieuws. Dan nu over naar de orde van de dag: ook deze week heb ik weer de nodige artikelen voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne dag en week!
Zo ziet het platformpopulisme van Uber en Robinhood eruit: democratisering beloven, maar vooral de elite verrijken – De Correspondent
Twee weken geleden verscheen dit stuk op De Correspondent en via verschillende wegen kwam het stuk in mijn mailbox terecht. Ik dacht eerst dat het een stuk met een titel van 5 jaar geleden was. Je weet wel, in die tijd dat men nog wat naïef dacht dat de platformeconomie een apart soort economie was, waar de regels voor de reguliere economie niet zouden gelden en marketeers nog op hun blauwe ogen werden geloofd 😉
Het stuk is geschreven naar aanleiding van de ophef rondom het platform (eigenlijk is het geen platform, maar gewoon een app en een stukje technologie) Robinhood. Robinhood is een app die drempels om te beleggen drastisch verlaagt en daarmee beleggen voor een grote groep mensen bereikbaar heeft gemaakt. Dit FD artikel geeft een goed inzicht in het bedrijf en de oprichter. Dit verlagen van kosten en toegankelijk maken voor een grote groep wordt door sommigen als ‘democratiseren’ geframed, maar aan dat woord zou ik als ik jou was niet te veel aandacht aan besteden. Er is namelijk niets dat wijst om democratisering: het enige dat gebeurt is dat drempels en kosten worden verlaagd, waardoor een dienst voor een grotere groep gebruikers beschikbaar wordt gemaakt in een markt die voorheen werd gekenmerkt door hoge drempels en grote en complexe transacties. De ‘gewone man/vrouw’ heeft daardoor toegang tot deze dienst, maar heeft verder natuurlijk weinig te zeggen over de dienst. In tegendeel: de marge voor dit soort diensten is minimaal, waardoor je als klant echt niets te zeggen hebt.
Dat zogenaamde democratiseren hebben we natuurlijk al veel vaker gezien. Een voorbeeld hiervan is crowdfunding, de ‘democratisering’ van de financieringsmarkt. Waar voorheen de drempel om aandeelhouder van een bedrijf te worden hoog was, kun je nu via een platform binnen een paar minuten al voor 20euro aandeelhouder worden. Ik was zelf het ‘subject’ dat in 2011 dit als eerste ter wereld voor elkaar kreeg. Dat ging toen niet helemaal goed: ik verloor 100.000euro en mijn aandeelhouders waren hun inleg kwijt. Mijn onbetaalbare lessen deelde ik in dit stuk. Ook de andere vormen van crowdfunding: lenen, voorverkoop en donatie, had last van kinderziektes. Uiteindelijk duurde het flink wat jaren voordat crowdfunding volwassen werd en is het nu op veel vlakken gereguleerd en zijn perverse prikkels om snel en zonder na te denken te investeren uit de systemen gesloopt. Voor apps als Robinhood verwacht ik eenzelfde ontwikkeling. In het FD stuk staat dan ook: “Belangrijker is de vraag of Robinhood de aandelenhandel niet té aantrekkelijk heeft gemaakt. Alsof het een computerspelletje is, met confetti over het scherm bij winst en aanmoediging via sociale media.” ‘Democratiseren’ van de financiële markt vraagt dus ook een heroverweging van de bestaande checks & balances die voor een markt zijn opgezet, om ervoor te zorgen dat mensen nog steeds een goed geïnformeerd besluit nemen en bewust zijn van de risico’s. En dan is het beleggen nog steeds toegankelijk voor ‘de gewone man/vrouw’, maar wel op een verantwoorde manier. Want voor gokken, daarvoor ga je maar naar het casino. En van een pyramidespel worden doorgaans maar een paar mensen heel erg blij.
En het stuk in De Correspondent? Lees het en vindt er van wat je wilt vinden. Ik zie het beschreven platformpopulisme vooral als een klaagzang tegen (platform)bedrijven die de mazen in de wet opzoeken (en oprekken), de verantwoordelijkheid (op een onverantwoorde manier) bij de nietsvermoedende gebruiker leggen, met veel geld de markt kopen (en de concurrent vermorzelen) en daarmee een model najagen dat alleen op korte termijn werkt (of zou mogen kunnen werken) waarbij het verdienmodel een stuk minder interessant is wanneer de echte kosten om het goed te laten lopen moeten worden betaald. Is dit nieuws? Voor mij niet. En ik hoop voor velen niet. Wat mij betreft zou je het woord ‘platformpopulisme’ in dit stuk dan ook prima kunnen vervangen voor ‘platformnaïvisme’. Want wie zich nu nog door dit soort praktijken laat verrassen, die is af.
Arbeidsinspecteur houdt poot stijf: Temper-freelancers zijn geen zelfstandig ondernemer – MT/Sprout
Freelance bemiddelingsplatform Temper is volgens de arbeidsinspectie geen platform, maar een uitzendbureau. Dit staat in een gelekt rapport van de arbeidsinspectie. Temper is het hier niet mee eens en ziet zichzelf als een prikbord. De uitdaging in deze zaak zit in het gegeven dat platformen geen prikbord zijn (ze sturen wel degelijk), maar heel anders opereren dan een uitzendbureau dat doet. In de eerder gepubliceerde longread ‘Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken?‘ gaan we (heel) uitgebreid in op de verschillen en de gelijkenissen.
In deze casus komt de complexiteit die we in de longread beschrijven goed naar voren. Temper faciliteert de werkende en helpt ” bij het aanvragen van hun btw-nummers, de startup stelt eisen aan freeflexers wat betreft hun werkervaring, verzorgt de werving en selectie van personeel, heeft door middel van een ratingsysteem invloed op de selectie van freelancers en berekent een gemiddeld uurtarief, waarbij het bedrijf opdrachtgevers adviseert dit uurtarief te gebruiken.” De grens tussen wat wel en niet met alloceren te maken heeft is onduidelijk.
Ook kan een platform als private regulator de regels van het spel eenvoudig aanpassen, waardoor activiteiten waar kritiek op is eenvoudig kunnen worden aangepast, waardoor de discussie weer van voren af aan begint. Zo “oefent Temper volgens de Inspectie SZW gezag uit over de freeflexers door een boeteclausule – van 100 euro – te hanteren wanneer freeflexers na de annuleringstermijn een klus afslaan.” Als dit echt een probleem is, kan Temper dit eenvoudig uit het systeem halen en bijvoorbeeld het opkomstpercentage duidelijker in het profiel laten zien. Aangezien Temper ook faciliteert om zelf een vervanger te regelen wil je als werkende dat dit percentage hoog is, aangezien anders een klant jou niet snel in zal huren. Daar zit geen harde sturing in aan de kant van het platform, maar het effect is hetzelfde. Ik voorzie een lang kat-en-muisspel.
En hoewel FNV enthousiast reageerde op het gelekte rapport, denk ik dat de zaak toch een stuk complexer ligt. En kijk ik uit naar de inhoudelijke discussies die nog komen gaan.
Crypto jobs – find blockchain freelance jobs and get paid in cryptocurrency
Door abonnee Bas van de Haterd werd ik gewezen op dit ‘gig platform’ met de belofte: “Find crypto jobs around the globe. Get paid in crypto.” Op het platform worden klussen aangeboden en gevraagd. Een deel daarvan is inderdaad crypto gerelateerd. De uitbetaling vindt plaats in crypto currencies. Aangezien het om online gigs gaat, zullen vraag en aanbod zich overal ter wereld bevinden. Een interessant platform om te volgen en een leuke case voor beleidsmakers. Bij online gigs is er al een uitdaging rondom regulering en belasting: daarvoor zouden internationale afspraken moeten worden gemaakt. Als de klussen dan ook nog eens in cryptocurrencies worden uitbetaald is dat natuurlijk een mooie kans om overal ter wereld te werken en geen cent belasting te betalen 😉
Zo wordt HousingAnywhere nog dit jaar de grootste in Europa – MT/Sprout
“Sprout challenger HousingAnywhere heeft 24 miljoen euro opgehaald en neemt verhuursite Kamernet over. Doel: Europa’s grootste verhuurplatform voor jongeren worden.”
Een mooi voorbeeld van een succesvol Nederlands platform. Het platform bestaat al sinds 1999. Zo zijn er stiekum toch best wat succesvolle Nederlandse platformen die niet heel erg opvallen, maar onder de radar best erg succesvol zijn.
“Inmiddels staat er een bedrijf dat 10 miljoen unieke bezoekers per jaar op zijn websites trekt, met een aanbod van meer dan 60.000 woningen. In de regel worden die voor periodes van 3 tot 12 maanden verhuurd.”
Het is ook interessant om te zien hoe een dergelijk platform door de jaren heen uitbreidt. Niet alleen de overnames, maar ook van de eerste versie tot waar het nu staat. Van een kamer ruil website tot “een compleet property management platform voor huurders en verhuurders, met onder meer een betaalmodule.”
3F secures ground-breaking national sectoral agreement for delivery riders -| ETF: European Transport Workers’ Federation
De Deense vakbond 3F sloot een aantal jaren geleden al als een van de eerste vakbonden een cao af met een platform(pje) voor thuisschoonmakers. Destijds groot nieuws, al is niet helemaal duidelijk wat het effect was. En nu wederom een bericht van diezelfde vakbond: zij hebben een cao afgesloten voor de koeriers van Just Eat.
Het is natuurlijk de vraag waar je je met een cao op moet richten: op de sector, of op de manier waarop vraag en aanbod bij elkaar komt? Ik zou zelf voor de eerste keuze gaan: de sector. Het zou gek zijn wanneer een bezorger die in loondienst is en per uur wordt betaald meer of minder zou verdienen op het moment dat de bestellingen via een platform of via een telefoon binnenkomen, of of deze in dienst is van een platform of van een restaurant. Met dit soort cao’s krijg je wel dit soort onderscheid en ik vraag mij af of dat een goede ontwikkeling is.
En die cao in Nederland? Maaltijdbezorgers in loondienst vallen onder de Horeca cao: een best beroerde cao. Tot 1.976 ervaringsuren bij een zelfde werkgever verdien je in de horeca het Wettelijk Minimum Loon. Met een bruto uurtarief variërend van 2,99 (!!) per uur (15 jaar) tot maximaal 9,94 per uur (21 jaar en ouder). Het is dan ook niet gek dat FNV de bezorgers van platformen het liefst in de TLN cao zet, maar dan heb je weer diezelfde discussie. (lees ook deze blog)
In dat opzicht hebben de bezorgers van Just Eat in Denemarken het beter voor elkaar: die verdienen 16,60 euro per uur. Toch net iets meer dan de Horeca cao in Nederland 😉
Het is ook de vraag wat hier nu het nieuws is: Just Eat heeft de koeriers in dienst, dus die vielen waarschijnlijk al onder een cao. En nu onder een eigen cao. Alleen liggen de problemen juist niet bij dit type platformen, maar bij de platformen die per klus betalen en waar de beloningen variëren en soms niet al te transparant zijn. Kun je dit dan wel een overwinning noemen? Of is het gerommel in de marge? Ik ben er nog niet uit.
DoorDash buys Chowbotics, maker of Sally, the salad-serving robot
Het is alweer even stil rondom de ‘dark kitchens’ van maaltijdbezorgplatformen als Deliveroo en UberEats. Virtuele restaurants (waarom zou een bezorg restaurant een fysieke locatie met stoeltjes moeten hebben) waar het eten heel efficiënt uit een productiekeuken komt.
Deze week kwam dit bericht voorbij: “San Francisco delivery service DoorDash said Monday that it has bought Hayward’s Chowbotics, which makes Sally, an autonomous kiosk that can whip up dozens of made-to-order salad combinations with little human intervention. Chowbotics’ robots can also produce customizable grain and poke bowls, parfaits, cereals and snacks. Diners select their choices on a touchscreen that shows nutrition information.”
Het beeld dat ik hierbij krijg is een zo goed als onbemande ‘dark kitchen’ waar het eten automatisch wordt bereidt en waar de koeriers voor de deur staan om het eten bij de klant langs te brengen. De keuken zit in een vrachtwagen, zodat deze eenvoudig op verschillende plekken kan worden neergezet. Klinkt misschien wat ver weg, maar ik denk dat een dergelijk scenario dichterbij is dan we ons nu voor kunnen stellen. En misschien natuurlijk ook weer niet en dan zit ik er helemaal naast 😉
Workshop verslag
Verslag workshop Skills in de kluseconomie – Kluspaspoort.nl
Na de blog op ZiPconomy vorige week over de workshop ‘skills in de kluseconomie’ is deze week ook het meer uitgebreide verslag gepubliceerd. Hier heb ik ook maar gelijk een Engelse variant van laten maken, die terug te lezen is via deze link.
Voor een artikel in Trouw over de deel/uitleeneconomie mocht ik een inhoudelijke bijdrage leveren.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Goedemorgen! Vorige week ontving ik twee keer goed nieuws: mijn boek Platformrevolutie is genomineerd voor de ‘Managementboek van het Jaar‘ verkiezing van Managementboek.nl én genomineerd voor de orde van organisatiekundigen en -adviseurs boekenprijs! Heel tof om deze mooie erkenning te krijgen voor mijn werk. Vorig jaar was het boek al genomineerd voor de ‘Platform in Marketing Literatuurprijs’. In April worden van beiden prijzen de winnaars bekend gemaakt, duim je mee?
Komende woensdag 10 Februari (mede) organiseer ik een workshop over discriminatie in de platformeconomie. Aanmelden kan nog steeds. Meer info vind je hier.
In deze nieuwsbrief weer een aantal mooie stukken, inclusief de ‘primeur’ van een verslag van de workshop skills in de kluseconomie die ik twee weken geleden organiseerde. Fijne week!
p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.
Toch echt iets om trots op te zijn: 2 nominaties in één week!Van klussen naar skills: zo kunnen platformen cv’s verrijken (en andersom) – ZiPconomy
Twee weken geleden organiseerde ik een workshop over skills in de kluseconomie. Deze workshop was onderdeel van mijn onderzoek naar hoe portabiliteit van reputatiedata kan bijdragen aan een betere positie van de platformwerker. In deze workshop verkende ik met vertegenwoordigers van UWV, Skillab, TNO en Actonomy hoe een ‘kluspaspoort’ (een export van de reputatie- en transactiedata van platformwerkers) kan worden verrijkt met de skills die de platformwerker heeft ingezet tijdens het uitvoeren van deze klussen.
Ik vroeg journaliste (en voormalig teamlid van mijn onderzoek) Claartje Vogel een verslag van deze bijeenkomst te schrijven, welke vanmorgen is gepubliceerd op ZiPconomy.
De workshop geeft voldoende aanleiding om dit vraagstuk verder te onderzoeken en mogelijk een experiment uit te voren. Alle betrokkenen waren namelijk van mening dat klusplatformen heel interessant zijn om skills te verzamelen voor werkenden. Een aantal argumenten:
Klusplatformen zijn in steeds meer sectoren actief, waardoor het bijhouden van skills om hier vervolgens op te matchen in de toekomst belangrijker wordt;
Skills zeggen weinig over of je ook echt iets kan. Skills in combinatie met ratings kan hier aan bijdragen;
Platformen zijn ‘digital first’ bedrijven en gewend om alles te automatiseren en te meten, het is logischer dat een platform dit oppakt, dan een ’traditionele’ bemiddelaar;
Platformen denken in tegenstelling tot traditionele bemiddelaars echt in het faciliteren van de werkende in plaats van eigenaarschap van data en kandidaat;
Platformen hebben ook baat om dit te automatiseren: de gemiddelde klus is minder dag een dag, de marges zijn dus klein en het verloop doorgaans fors. Iedere ‘menselijke’ interventie kan economische gezien dus gewoon niet uit.
En uitgebreid verslag van deze workshop volgt volgende week. Daarnaast ga ik kijken of partijen interesse hebben om dit concept door te zetten naar een experiment. Wordt vervolgd dus.
Video opname workshop skills in de kluseconomieH&M richt zich met platform Sellpy op markt voor tweedehandskleding | NU.nl
“H&M heeft dinsdag het platform Sellpy op de Nederlandse markt gelanceerd. Daar kunnen consumenten terecht voor het kopen en verkopen van tweedehandskleding. Op die manier wil het bedrijf bijdragen aan de verduurzaming van de modesector.”
Interessante stap van H&M om, in lijn met veel andere merken, aandacht te besteden aan een duurzame (en hopelijk uiteindelijk meer circulaire) economie. Ik ben wel erg benieuwd of dit een sympathieke manier is van greenwashing, of dat er een groter plaatje bij komt kijken.
IKEA is een mooi voorbeeld die duurzaamheid en circulariteit langzaam maar zeker in het businessmodel heeft ingebed. Ook daar was ik in het begin kritisch over, ik deelde ook in een TV item mijn twijfels. Maar IKEA heeft mij intussen van haar goede bedoelingen overtuigd. Wat mooi is bij IKEA is dat het verschuiven naar een duurzamer model hand in hand gaat met het versterken van het businessmodel en de strategie. Van (online) shoppen naar transport naar montage en vanuit daar naar huur- en leasmodellen en nadenken over hergebruik van de materialen in een tweedehands shop of recyclen. Zo investeerde IKEA onder andere in deze matrassen recycle onderneming.
Ook van de deeleconomie werd lang gehoopt dat dit bij zou dragen aan een meer circulaire economie. Die potentie is en was er zeker, maar er ontbreekt één belangrijke stakeholder in het proces: de fabrikant. Zolang deze het geld verdient op vervanging in plaats van gebruik kun je honderden platformen opzetten om spullen te delen, maar als die boor na gemiddeld 100 uur gebruik stuk gaat, dat schiet je daar weinig mee op. Op het moment dat de fabrikant wordt betaald voor het gebruik en duurzaamheid daarmee onderdeel is van het verdienmodel ga je het verschil maken.
Daar zit dan ook mijn twijfel bij de H&M marktplaats. Goed dat ze dit doen, maar is het niet een kwestie van ‘garbage in, garbage out’? Oftewel: in hoeverre is er markt voor tweedehands fast fashion en kan H&M de energie en middelen niet beter stoppen in betere kwaliteit kleding?
En als laatst: duurzaamheid en circulariteit alleen aan de markt overlaten is ook een slecht idee. Daarom ben ik al jaren fan van het team van Femke Groothuis van Ex’Tax. Een idee van wijlen Eckart Wintzen, een geweldig mens en ondernemer die bekend is geworden om zijn cel theorie (voor organiseren) en nooit de tijd heeft gekregen om zijn ‘andere grote idee’ voor een rigoreuze belastingshift uit te werken. Ik volg het Ex’Tax project al sinds de start. Mijn eerste ‘echte’ baan was bij een communicatie- en eventbureau dat o.a. werd gerund door Eckart zijn voormalig communicatie directeur en waar hij ook de nodige aandelen in had. Op die manier flink wat meegekregen van zijn gedachtengoed en zo ook geïnteresseerd geraakt in zijn belasting idee. Het idee is briljant in zijn eenvoud en werd afgelopen week aangehaald in een artikel in het FD:
“Een verlaging van de belasting op arbeid en een verhoging van de heffingen op verbruik van grondstoffen en vervuiling levert extra economische groei en werkgelegenheid op. Bovendien brengt zo’n verschuiving de doelen voor CO₂-reductie en hergebruik van schaarse natuurlijke hulpbronnen dichterbij.”
Oftewel: haal de fiscale prikkel weg om onverantwoord met grondstoffen om te gaan en vervang deze voor een fiscale prikkel om arbeid betaalbaarder te maken, zodat spullen ook gerepareerd kunnen worden.
Afgelopen week kwam Ex’Tax met een mooi nieuw rapport, een heus Deltaplan, dat werd ontwikkeld samen met Deloitte, EY, KPMG en PwC. Een mooi plan om eens rustig door te nemen, al is de blik op arbeid nog best conservatief. Maar dat is ze (bij deze) vergeven: je kunt niet alles hebben 😉
Onderzoek taken en financiële middelen bij AP | Rapport | Rijksoverheid.nl
Afgelopen week kwamen de nodige berichten voorbij over de Autoriteit Persoonsgegevens. Zo omschreef Marietje Schaake in een opiniestuk “dat ’s lands datawaakhond slechts 0,3 procent onderzocht van de 27.000 datalekken die in 2019 zijn gemeld”.
Zij schreef ook: “Nu technologie en digitalisering alle aspecten van ons leven raken, levert een gebrek aan kennis, controle en toezicht toenemende schade op. Minister De Jonge kwam er in het eerste Tweede Kamerdebat over het datalek nauwelijks uit. Ook de Kamer zelf is vaak onvoldoende in staat op basis van de benodigde informatie beslissingen te nemen of controle uit te voeren, aldus de Rekenkamer. Het is verleidelijk het GGD-datalek af te doen als het zoveelste voorbeeld van falend coronabeleid. Maar dat lost het structurele probleem niet op.”
Het is dus hoog tijd dat er iets structureel veranderd. En hoewel veel partijen in de programma’s de nodige stukken over digitaal en tech hebben opgenomen, verdwijnt er ook veel (lees: bijna alle) tech kennis uit de kamer na de komende verkiezingen. Er komt een kamercommissie en ik hoop van harte dat deze zwaar wordt ondersteund door een team dat de kennis en continuïteit zal borgen. Gebeurt dat niet, dan zal er de eerste twee jaar vermoed ik weinig gebeuren.
Velen pleiten voor een minister van digitale zaken. Wat mij betreft mag Marietje Schaake die plek zo innemen, maar ik hoop vooral dat digitaal ook structureel en horizontaal geborgd gaat worden. Met checklists, controlecommissies en meer.
Als laatst moest ik denken bij de berichten van AP hoe het straks moet met al die mooie nieuwe wetten die impact moeten hebben op de verantwoordelijkheid van platformen. De Platform2Business directive is hier vorig jaar al voorbij gekomen en straks volgens ook de Digital Service Act en de Digital Market Act. Allemaal heel goede zaken, maar ik ben toch echt heel benieuwd en helaas ook sceptisch over hoe de handhaving eruit gaat zien. Ik denk ook niet dat de oplossing ligt in meer handjes. Wanneer de AP met het huidig aantal handjes 0,3% van het aantal gemelde datalekken onderzocht moet er volgens mij echt worden gekeken naar een andere manier van controleren en handhaven. Daar zal ook iets in moeten worden geautomatiseerd. In mijn boek en in deze blog schreef ik eerder over de algoritme accountant. Dat zal vast niet het gouden ei zijn, maar op de een of andere manier moet er worden gekeken naar de manier waarop toezicht in de digitale economie wordt ingericht. En daar moeten we niet te lang mee wachten…
Mooie analyse hoe Apple als ‘lifestyle brand’ zich meer en meer op privacy richt en hoe het daarmee op ramkoers ligt met bedrijven als Facebook die moeten leven van de datahandel. Ik ben benieuwd of Apple hiermee een nieuwe standaard neer gaat zetten waar anderen zich bij aan zullen sluiten. Want ‘die andere grote app winkel’ is in handen van Google, die ook natuurlijk zwaar in de datahandel zit. Die zal vermoed ik een dergelijke stap niet zo snel zetten, want de datakraan dichtdraaien zal niet door de aandeelhouders op prijs worden gesteld.
Dankzij dit Amersfoortse idee kunnen burgers en overheid veel beter samenwerken – Mooi voorbeeld hoe crowdsourcing kan worden ingezet in het democratisch proces.
Hotels, restaurants en winkels zijn steeds vaker aangewezen op online verkoop via platformen zoals Booking, Thuisbezorgd en Bol. Maar is wel zo verstandig? Afgelopen donderdag was ik bij BNR te gast om hierover in gesprek te gaan.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Goedemorgen! Afgelopen week heb ik mij weer prima vermaakt met een roundtable met vraagstukken over de keuzes die een platform moet maken als marktmeester, online lezingen over platformeconomie en mobiliteit en platformen, interviews voor een onderzoek rondom provincies en platformen en natuurlijk de workshop ‘skills in de kluseconomie’. Ook heb ik onder embargo spannend boekennieuws ontvangen. Volgende week mag ik er meer over zeggen, sorry voor de dooie mus ;-). Komende donderdag om 13:30 ben ik bij BNR te gast om te spreken over hoe ondernemers kunnen samenwerken met platformen. En ik ben druk bezig om een aantal onderzoeken in de steigers te zetten voor de volgende fase van mijn verkenning van de portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. Genoeg leuke dingen om naar uit te kijken in deze lockdown tijden.
Fijne week!
p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.
Blablacar’s big plan for long-distance buses | Sifted
Afgelopen week gaf ik een presentatie over mobiliteit en platformen, een intrigerende sector voor de platformeconomie. Tijdens de voorbereidingen vroeg ik mij af: hoe zou het met BlaBlaCar zijn. BlaBlaCar, het platform voor lifters, dat in de tijd dat de deeleconomie hip en happening was in 2015 het eerste Europese deeleconomie platform was dat de begeerde ‘Unicorn’ status bereikte. Ik heb in die tijd het platform veelvuldig gebruikt, zowel als aanbieder als ‘klant’. Dat doe ik overigens veel: het is een eenvoudige manier om te leren hoe een platform werkt en om in gesprek te komen met gebruikers. Ook sprak ik beide oprichters. In 2014 in Parijs (video) en in 2016 in Amsterdam (video). BlaBlaCar had op een gegeven moment ook een vestiging in Amsterdam, maar het concept is in Nederland nooit echt aangeslagen.
Grootste probleem voor Nederland is vermoed ik de goede kwaliteit van Openbaar Vervoer en de korte afstanden tussen steden. De voordelen (ook financieel) wegen in Nederland simpelweg niet op tegen het extra ‘gedoe’ om iemand op te halen en weg te brengen voor een ritje van Utrecht naar Amsterdam. Amsterdam naar Parijs daarentegen is wel weer interessant, maar het is de vraag je daar een kantoor in Nederland voor moet hebben. Nee dus. Naast BlaBlaCar zag ik ook verschillende platformen het in de to-business markt proberen. Als bedrijf heb je voor medewerkers buiten de tijden van een pandemie in de ochtend een gemeenschappelijk eindpunt en in de namiddag een gezamenlijk vertrekpunt. Combineer dit met een dagelijks of wekelijks ritme (dus geen incidentele bewegingen) en de businesscase is opeens een stuk interessanter. In Frankrijk heeft BlaBlaCar een dergelijk concept overigens ook uitgeprobeerd. Hier gaven zij een garantie af dat je met ‘meerijden’ wel op je werk zou komen. Mocht er niemand om mee te rijden zijn, dan werd een taxi geregeld. Zolang een dergelijk systeem wordt gevoed met voldoende data, zal het steeds beter lukken om vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen.
Die data kan BlaBlaCar natuurlijk ook gebruiken om nieuwe diensten te lanceren. Zo omschrijf ik in mijn boek hoe het bedrijf in 2018 busbedrijf Ouibus overneemt om zo op populaire routes een completere dienstverlening aan te kunnen bieden. Slim.
Wat ik nog niet wist toen ik mijn boek schreef is dat deze overname op een zelfde moment plaatsvond dat SCNF, de Franse spoorwegen die eigenaar waren van Ouibus, ook 101 miljoen euro investeerde in BlaBlaCar. Extra interessant wanneer je weet dat SCNF een aantal jaren eerder BlaBlaCar als potentiële concurrent in de toekomst had aangemerkt.
Deze overname was de eerste stap van BlaBlaCar om een breed mobiliteitsplatform te worden. Met de liftservice hadden ze een 80 miljoen gebruikers in 22 landen en een sterk merk: een prima basis om de breedte in te gaan. Ouibus was de eerste stap en in dit artikel is te lezen dat zij in 2019 het plan presenteerden om Busfor, een groot Oost Europees busplatform, over te nemen.
In dit stuk: “Blablacar wants to be the go-to app for road journeys, and to achieve that, it needs to do a whole lot more than cleverly match people who are heading in the same direction at the weekend. It needs to create a really big network of long and short-distance routes, which can carry millions of people, at low cost.”
Volgende stap voor BlaBlaCar zijn treinen. En vliegen zal ook vast op de verlanglijst staan. Wat wel duidelijk is, is dat BlaBlaCar wel altijd een platform / marktplaats zal willen blijven.
De weg die BlaBlaCar is er eentje die je in platformland veel ziet: beginnen met een specifieke dienstverlening met veel gebruikers die het platform af en toe gebruiken. Hier ervaring in opdoen, data verzamelen, een gebruikersgroep opbouwen om met dit als basis de dienstverlening uit te breiden en in te zetten op meer gebruik en standaardisatie en professionalisering van de dienstverlening. Om hiermee optimaal relevant te kunnen zijn voor de gebruiker. Want die wil uiteindelijk ook één app hebben waarbinnen alles te boeken is. En SCNF? Die leren op deze manier slim mee en profiteren van een platform dat zou op eigen kracht nooit zelf hadden kunnen realiseren.
Facebook Has Referred Trump’s Suspension to Its Oversight Board. Now What? – Lawfare
Platformen zullen meer en meer verantwoordelijkheid (moeten) nemen voor de activiteiten die op het platform plaatsvinden. Bij social media platformen is dit het best zichtbaar. In dat kader is dit artikel over de nieuwe ‘oversight board’ van Facebook heel interessant om te lezen. Facebook heeft de vraag ‘wat moeten we met Trump’ bij deze board neergelegd.
Er valt genoeg te zeggen over deze board: hoe vrij kunnen zij echt bewegen en hoe onafhankelijk zijn zij echt? Daarnaast is het de vraag in hoeverre het opstellen van een externe board affect heeft op de verantwoordelijkheden die het platform zelf neemt. Er is natuurlijk een risico dat een board, waar publiekelijk van bekend is wie de leden zijn, een soort van schutting wordt waar het platform kwesties overheen kan gooien om vervolgens de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Er zal dus een manier moeten worden gevonden om een juiste balans te vinden in hoe een dergelijke board kan worden gebruikt en wat de macht is. De auteur van het artikel vat het dan ook pakkend samen:
“Don’t expect high drama or fireworks. But this could signal a substantial change in how the platform approaches content moderation.”
Deze week nam Twitter een Nederlands techbedrijf over. Het gaat hier over Revue. Die naam zal een belletje doen rinkelen: het is de nieuwsbrieftool die ik gebruik voor deze nieuwsbrief. Een mooie stap voor het Utrechtse bedrijf waar ik vanuit mijn kantoorraam naar kan zwaaien. En ook een interessante stap van Twitter, dat hiermee duidelijk laat zien de dienstverlening te gaan verbreden. Ik ben persoonlijk ook benieuwd wat dit zal betekenen voor de ontwikkeling van het platform.
Twitter gaat experimenteren met crowdsourcen van factchecks | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl
“Twitter experimenteert vanaf maandag met Birdwatch, een functie waarmee het factchecken deels wordt uitbesteed aan gebruikers. Het gaat voorlopig nog om een pilot.”
Facebook zet een board op, Twitter wil factchecken gaan uitbesteden aan de gebruikers. Beiden interessant te volgen. De vraag die bij beide voorbeelden wel centraal staat is: hebben zij de eigen spelregels op orde en hoe transparant zijn zij in de eigen handhaving hiervan? Want wanneer je iets uitbesteedt, dan is het essentieel dat je die basis goed hebt staan.
Ook gelezen
Socioloog Harambam: ‘We zetten complotdenkers te gauw weg als gekkies’ – Zet complotdenkers niet weg als gekkies, zegt socioloog Jaron Harambam, maar luister naar ze. ‘Radicalisering begint er altijd mee dat mensen hun plek niet kunnen vinden.’
3 belangrijke zaken die we leerden van de CEO van WordPress over succesvol gedistribueerd werken.
Dit lees ik nou NOOIT over Spotify! – interessant verhaal over de verandering die Spotify heeft veroorzaakt voor artiesten, En welke veranderingen niet.
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Goedemorgen! Morgen zal de online workshop ‘skills in de kluseconomie’ plaatsvinden. Meer info en aanmelden kan hier, er is nog plek! En in deze editie ook gelijk nog een uitnodiging voor een online workshop op 10 februari over ‘discriminatie in de platformeconomie’. Over de platformeconomie raak je nooit uitgeleerd 😉
Op dit moment ben ik druk bezig om mijn jaarplanning voor 2021 rond te maken. In April loopt mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata af, maar ik ben aan het brouwen op een vervolg. Daarnaast heb ik ook de wens om een nieuw onderzoek te doen naar de oplossingen voor de problemen in de platformeconomie. De uitdagingen zijn bekend, dus tijd om in oplossingen te gaan denken. Dit laatste onderzoek zou dan ook een boek moeten opleveren, maar nu eerst nadenken over het businessmodel.
Daarnaast laat ik ook altijd veel ruimte over voor losse klussen. Zo doe ik regelmatig verkennende onderzoeken voor klanten (van een paar dagen tot een paar weken), geef ik links en rechts advies, geef ik presentaties op (nu even vooral online) congressen, coach ik regelmatig corporatie innovatie teams die met platform proposities bezig zijn en praat ik boards bij over platformen.
Voor deze editie heb ik weer 5 mooie stukken verzameld en voorzien van duiding en commentaar. Fijne week!
p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.
UK’s Bloom & Wild raises $102M to seed its flower delivery service across Europe – TechCrunch
Ik ben mijn onderzoeken naar de ontwikkelingen in de platformeconomie in 2012 begonnen, omdat ik verwachtte dat met een jaar of 15 in alle sectoren platformen actief zouden worden. Vandaag de dag kan ik mij geen sector meer bedenken waar platformen op de een of andere manier geen rol spelen. As losstaande marktplaats, een SaaS oplossing om bestaande processen te verbeteren of als technologisch vliegwiel voor nieuwe spelers in een willekeurige sector.
Dit stuk over Bloom & Wild gaat over een ontwikkeling in de laatste categorie. In het bedrijf is reeds 35 miljoen geïnvesteerd en deze week werd bekendgemaakt dat daar nog eens 102 miljoen (dollar) bovenop komt. Niet om een bodemloze put proberen te dempen (het platform schrijft zwarte cijfers), maar om de groeit te versnellen.
Wat kunnen we van een speler als deze leren?
actief in een markt waar het aanbod gefragmenteerd is: veel losse bloemenwinkels en een paar ketens;
actief in een markt waar het huidige aanbod voornamelijk met een offline mindset naar online kijkt. Natuurlijk zijn er bloemenwinkels met webshops, maar de processen achter de schermen zijn weinig veranderd;
leren obv data en daarmee het product ontwikkelen. Dat heeft veel voordelen, o.a. minder ‘waste’ in het proces (beter voorspellen), leren wat de klant wil, etc.
duidelijk gaan voor kwaliteit en een eigen identiteit en merk met eigen bloem specialisten (Florists): bloemenverkopers staan niet echt bekend om hun waanzinnige marketing skills;
slimme logistiek: een bos bloemen past in een speciale doos die door de brievenbus past. Daardoor is bezorging betaalbaar en kan gebruik gemaakt worden van een bestaand netwerk en hoef je geen eigen bezorg netwerk te gaan bouwen.
Slim concept. Had dit door een bestaande speler in de bloemenbranche gestart kunnen zijn? Die kans is klein. Vaak wordt dan nog te veel vanuit bestaande (logistieke) processen gekeken. Dan praat je meer over digitalisering van bestaande processen, in plaats van digitale transformatie.
‘Digitaal’ in de verkiezingsprogramma’s | Considerati | Partners for the Digital World
Over nog geen twee maanden zijn de verkiezingen. De uitslag hiervan zal ook gevolgen hebben op hoe technologie en platformen op de agenda staan in de Tweede Kamer.
Het slechte nieuws (laten we daar maar mee beginnen) is dat er veel ervaring en goede mensen op dit onderwerp niet terug zullen keren in de Kamer. In deze aflevering van BNR Digitaal wordt daar door Jasper Bakker, ICT-journalist bij AGConnect en Tijs Hofmans van Tweakers verder op ingegaan. Niet alleen op het gebied van tech zal er een grote ‘braindrain’ in Den Haag plaatsvinden: een groot deel van de Kamerleden zal niet terugkeren. Niet heel prettig voor de continuïteit van het besturen van een land en goed nieuws voor wie blijft zitten: dit zal hun voorsprong alleen maar vergroten.
Goed nieuws is dat digitaal steeds meer op de agenda staat. Ik ben daar wel eens wat cynisch over: het moet en kan echt veel beter, maar gelukkig gebeurt er genoeg. Zo zal er een Kamercommissie over ‘Digitaal’ worden geïnstalleerd. Ik hoop echt dat daar ook een flinke organisatie achter wordt geplaatst waarmee de inhoud en continuïteit kan worden geborgd. Dat zou overigens ook prima via een platform kunnen: een soort van crowdsourced adviesgroep. Ik zou zo meedoen. De ACM benoemde in 2020 al 5 ‘Non-Governmental advisors’, volgens mij kunnen niet genoeg van dat soort borgingen van kennis van buiten hebben.
Considerati vergeleek de verkiezingsprogramma’s op digitale thema’s zoals digitaks, platformregulering en AI. Op de volgende thema’s wordt een overzicht gegeven wat de verschillende partijen hierover in hun programma hebben gezet:
Digital taxation
Self-employment, platforms, labor market
Data and AI
Acknowledgment of Digital as a driver for welfare and wellbeing
Veel aandacht gaat naar grote platformen in Europa en de VS en soms een klein beetje China. Nu waren er de laatste keer dat ik op de wereldkaart keek toch echt nog wat meer continenten, hoe zou het daar gaan met platformen?
Afgelopen week kwam ik dit interessante rapport tegen over (B2C) marketplaces in Afrika:
“Chapter 1 examines the current state of e-commerce in Africa and the challenges it faces. Chapter 2 presents a detailed picture of the online marketplace landscape across Africa. Chapter 3 analyses 15 international and African marketplaces that sell goods in Africa and explores how they function, their requirements and how they can support African SMEs. Chapter 4 considers the lessons learned in this report and suggests how these findings can be used to help develop e-commerce across the African continent. “
“Through the Africa Marketplace Explorer, ITC hopes to show how local and international online marketplaces can become viable venues for African companies. This report presents the findings of research conducted by ITC and the Amsterdam University of Applied Sciences, with an eye to improving understanding about e-commerce in Africa so online marketplaces can be accessed and better integrated into African economies. By taking an in-depth look at the condition of online businesses in Africa, assessing which marketplaces are growing or shrinking, examining how larger and global online marketplaces function, and determining how SMEs can access this new economy, ITC aims to identify what can be done to support and promote trade. “
Ik heb het hele rapport nog niet gelezen, puur wat fragmenten doorgelezen. Ligt dus nog op de stapel ’to read’.
De belangrijkste findings & reccomendations (volgens de summary):
Many African online marketplaces are struggling;
Older, low-tech business models are declining;
Cross border e-commerce must be developed;
Online platforms do not reach most entrepreneurs or countries;
Data, communication, continued focus and support are needed.
Het NCOI casht ten koste van studenten en docenten | De Groene
Eerder in deze editie kwam de platformisering van de bloemenwinkel ter sprake. Nu is het tijd om het te hebben over de platformisering van het onderwijs. In een eerdere nieuwsbrief deelde ik al een opname van een sessie over platformen en het onderwijs waar ik tijdens de INNOvember week aan deelnam. Ik zat toen met Anko van Hoepen (vicevoorzitter PO-raad) en Willem-Jan van Elk (strategisch adviseur leeromgevingen Kennisnet) aan tafel om over dit onderwerp te praten.
Veel gesprekken, ook die tijdens de INNOvember week, gaan over hoe platformen bijdragen aan het onderwijs. Platformen voor onderwijs noem ik dit. Weinig wordt gesproken over ‘onderwijs als platform’, waarbij het platform geen middel is om bestaande processen te verbeteren (procesoptimalisatie), maar er echt een transformatie plaatsvindt.
Bij platformisering van het onderwijs is het veelal ook de vraag in hoeverre dit een verbetering is. In veel gevallen wordt te weinig gekeken naar de sociale componenten. School is meer dan alleen de kennis die je opdoet, maar ook de sociale ontwikkeling en vorming als mens.
Deze week kwam ik deze interessante platform case tegen. Je zou ze kunnen omschrijven als de Uber van het volwassenonderwijs. Zij het niet dat deze organisatie al veel langer dan Uber bestaat. En hoewel NCOI, want daar gaat dit stuk over, zich niet als platform positioneert, heeft het toch verdacht veel kenmerken:
Verbinden van gefragmenteerd aanbod met gefragmenteerde vraag;
Aanbieders (docenten) zijn freelancer (maar hebben weinig in te brengen: als ik vakbondsleider zou zijn dan zou het woord schijnzelfstandige als eerst naar boven komen);
Centraliseren een markt middels een ‘winner takes all’ model;
Knipt diensten (opleidingen) op in stukjes, om zo beter te kunnen organiseren en vermarkten;
Kwaliteit aanbieders wordt gemeten middels reviews;
Reviews hebben groot effect op de privilleges van de freelance docenten;
Het lijkt alsof bewust informatie asymmetrie in stand wordt gehouden (en vergroot) als lock-in;
Opereert in een markt met veel grijs gebied wbt regelgeving.
En waneer je zo’n case leest dan is dat zeker een vorm van platformisering waar je niet blij van wordt…
Politiek moet eindelijk Big Tech mores leren – NRC
“Het beschaafd houden van conversaties tussen mensen kunnen we niet uitbesteden aan technologie en enkele multimiljardairs, schrijven Marleen Stikker en Sander van der Waal.”
Leestip van de week, verder weinig op toe te voegen. Stellen de juiste vragen in dit opiniestuk.
En mocht je geen tijd hebben om het hele stuk te lezen, lees dan in ieder geval dit fragment, wat belangrijke context geeft over het vraagstuk waarom deze platformen (in de VS) zo vrij hun gang kunnen gaan:
“De basis van dat probleem stamt uit 1996, het jaar dat de Communication Decency Act in de Verenigde Staten in werking trad. In de 26 woorden van sectie 230 wordt de neutraliteit van internet providers en platforms gewaarborgd: „No provider or user of an interactive computer service shall be treated as the publisher or speaker of any information provided by another information content provider”.
De strekking is dat een digitale dienstverlener, net als telecompartijen, slechts een doorgever is. Hij heeft geen boodschap aan de boodschap en kan dus niet als uitgever worden aangemerkt. Internetdiensten worden sindsdien behandeld als telecomdiensten. Als terroristen een aanslag beramen via de telefoon, wordt KPN daar niet voor vervolgd. Bij een poederbrief wordt de postbezorger niet vervolgd. Zodoende kan Facebook-baas Zuckerberg niet worden vervolgd voor het bieden van een platform aan rechts-extremisme, hate-speech en de initiatie van lynchpartijen in bijvoorbeeld Myanmar.
De vraag is of internetdiensten inderdaad slechts als doorgeefluik geclassificeerd kunnen worden. Sociale media platforms, zoekmachines en browsers hebben wel degelijk belang bij de boodschap. Door sorteringsalgoritmen, advertenties en geautomatiseerde aanbevelingen bepalen deze platforms in grote mate wat hun bezoekers en gebruikers te zien krijgen. Een voorbeeld hiervan is de ‘fabeltjesfuik’: het fenomeen dat je bij het bekijken van video’s op YouTube door het algoritme steeds filmpjes voorgeschoteld krijgt die je verder doen afdrijven van de werkelijkheid.”
Workshop discriminatie in de platformeconomie
Uitnodiging! Voor de workshop ‘Discriminatie in de platformeconomie’
Discriminatie is een maatschappelijk probleem waar ook platformen mee te kampen hebben. Juist de nadruk op vertrouwen en persoonlijk contact die zo belangrijk is voor het functioneren van de platformeconomie kan discriminatie versterken. Dit probleem heeft de afgelopen jaren dan ook de nodige aandacht getrokken in de media maar ook in wetenschappelijk onderzoek, wat tot interessante nieuwe inzichten leidt.
In deze workshop gaan we aan de slag met vragen als: in hoeverre is discriminatie een probleem voor platformen? Wat zijn effectieve en werkbare oplossingen? En in hoeverre is het de verantwoordelijkheid van platformen om discriminatie tegen te gaan? Tijdens de workshop zullen we ingaan op kennis vanuit de wetenschap over dit onderwerp. Daarna gaan we in gesprek met een aantal platformen over hun ervaring met dit onderwerp en gaan we op zoek naar werkbare oplossingen.
Door de redactie van Nu.nl werd ik geïnterviewd over de vraagstukken binnen e-commerce waar platformbedrijven zowel aanbieder als marktmeester zijn binnen de eigen marktplaats en mocht ik wat tips geven onder welke condities het als ondernemer interessant is om spullen en diensten te vermarkten via een online platform. Op 4 februari om 13:30 zal ik ook bij BNR Nieuwsradio te gast zijn om over dit onderwerp verder te praten.
Ook gelezen
Instacart is firing every employee who voted to unionize – The layoffs are hitting 10 unionized workers in Skokie, Illinois, in addition to other Instacart employees
Projecten vs vaste Baan? (podcast) – Op platformen melden mensen zich voor een klus. Klus gevonden of geklaard, dan checken ze weer uit. Zou dat niet op veel meer plekken kunnen? Zou dat projectmatige werken uiteindelijk de vaste baan kunnen gaan vervangen? Dat is de vraag in deze BNR Werkverkenners.
VPRO Tegenlicht: technologie als religie – Tot voor kort hadden religies het alleenrecht op de hemel. Maar godsdienst heeft een nieuwe concurrent: het dataïsme. De overtuiging dat uiteindelijk alles, ook het leven zelf, niets meer is dan data.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Er zijn steeds meer online platformen om freelancers met korte klussen te matchen. Waarin verschillen deze online klusplatformen ten opzichte van de traditionele uitzendbureaus? Internationaal platformexpert Martijn Arets en universitair HRM-deskundige Jeroen Meijerink deden onderzoek. Zij interviewden een aantal platformen en kregen input van diverse experts.
De afgelopen jaren is het aandeel van online klusplatformen die bemiddelen tussen vraag en aanbod van werk gegroeid. Deze groei is het sterkst te zien in platformen die bemiddelen tussen een individuele werkende en een zakelijke afnemer. Het ING Economisch Bureau voorspelde in 2018 dat in 15 jaar, afhankelijk van de ontwikkeling van techniek en regelgeving, 20 tot 70 procent van de uitzendmarkt zal verlopen via online platformen. En hoewel deze spectaculaire groei nog niet is terug te zien in de cijfers, kabbelt het maatschappelijk debat rustig voort.
Een van de meest prangende discussies rondom platformwerk is die van de status van de werkende. Sommige platformen werken volgens een freelance constructie, anderen kiezen voor een uitzendconstructie. Volgens velen is de flexibiliteit en autonomie van de werkende alleen mogelijk vanuit het freelancemodel. Anderen weerleggen dit en wijzen erop dat een platform prima via een uitzendconstructie kan werken. In debatten hierover ontbreekt veelal een diepgang in de verschillen en overeenkomsten tussen deze modellen en de manier waarop platformen individuele werkenden het mogelijk maken om autonoom en flexibel te werken.
Universitair docent Jeroen Meijerink van de Universiteit Twente (vakgroep Human Resource Management) en onafhankelijk platformexpert Martijn Arets (o.a. auteur Platformrevolutie) vonden dat de tijd rijp is om duidelijkheid in dit debat te brengen. Niet met de ambitie om een uitspraak te doen over de juridische status van werkenden, maar om de verschillen en overeenkomsten in bemiddelingsactiviteiten van zowel freelance- als uitzendplatformen in de to-business markt in kaart te brengen. Om hiermee het debat te voeden met relevante inzichten vanuit de praktijk en wetenschap.
Online klusplatformen
Online klusplatformen verwijzen naar organisaties die gebruik maken van informatietechnologie (inclusief mobiele applicaties, kunstmatige intelligentie en software-algoritmen) om vraag en aanbod van kortdurende arbeid (klussen) op elkaar af te stemmen. Deze platformen kenmerken zich door hun marktplaatsfunctie: zonder tussenkomst van een menselijke intercedent kunnen opdrachtgevers en werkenden elkaar vinden, beoordelen en de gehele transactie, inclusief betaling, afhandelen. Bekende voorbeelden van klusplatformen zijn Uber, Fiverr, Upwork, Helpling, Temper en YoungOnes. Klusplatformen verschillen van elkaar in het soort klant dat zij bedienen (zakelijk of consument), de status van de werkende (freelance, uitzend of ander statuut), het soort uit te voeren werkzaamheden, de manier waarop de match wordt gemaakt (algoritme of voorselectie door platform), waar de uitvoer van de klus plaatsvindt (online of offline) en de manier waarop het platform invloed uitoefent op het uitvoeren van de klus. In alle gevallen heeft het platform als ‘private regulator’ een belangrijke sturende rol: het bepaalt spelregels onder welke voorwaarden de transactie plaats kan vinden, wie wel en niet toegang hebben tot het platform en hoe de prijs voor een klus wordt bepaald.
Om een goede vergelijking te maken tussen online klusplatformen die werken met freelancers en platformen die werken middels een uitzendconstructie, richten we ons hier alleen op online platformen die middels een marktplaatsmodel vraag en aanbod samenbrengen voor een zakelijke klant (zogenoemde to-business [2B] platformen).
Online klusplatform versus uitzendbureau
Om de verschillen en overeenkomsten in kaart te brengen tussen platformen die met een freelance- of uitzendmodel werken, is het belangrijk om eerst te begrijpen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen een platformbemiddelaar en een traditionele bemiddelaar voor korte klussen: het uitzendbureau. Online klusplatformen en uitzendbureaus lijken in de kern veel op elkaar. Beiden voorzien hun klant van tijdelijk personeel dat werkzaamheden uitvoert bij en onder toezicht van de klant. Om de verschillen en overeenkomsten te kunnen duiden, hebben wij interviews gehouden met vertegenwoordigers van zes online klusplatformen en een juridische specialist arbeidsrecht.
In onderstaande tabel zijn de verschillen en overeenkomsten samengevat:
Uitzendbureaus en klusplatformen verschillen met name in de manier waarop de match tussen werkenden en de klant tot stand komt. Waar bij uitzendbureaus de intercedent de klant ontzorgt in het vinden van de juiste werkende, biedt een klusplatform (marktplaats) een online omgeving waar de klant een opdracht plaatst en de werkende direct reageert en communiceert met de klant. Het platform zorgt ervoor dat zoekkosten worden verlaagd, maar verlegt ook het werk dat voorheen door een intercedent wordt gedaan naar de klant en de werkende. De klant stelt namelijk zelf de opdrachtomschrijving op, kiest wie de klus uiteindelijk gaat doen en kan in veel gevallen een favorietenpool aanmaken van werkenden die zijn bevallen. Dit zorgt voor veel flexibiliteit en autonomie (ownership) bij de klant en werkende. Zo kent een platform geen openingstijden en is er geen informatie-asymmetrie gecreëerd door losse databases van intercedenten en regio’s. Het ‘eigenaarschap’ van (het contact met) de werkende ligt immers niet bij een intercedent: werkende en klant zijn in grote mate in controle over de (totstandkoming van de) transactie.
Hoewel ook uitzendbureaus flexibiliteit bieden, faciliteren online klusplatformen – althans in theorie – wat we hyperflexibliteit noemen (d.w.z. bijna onmiddellijke, on-demand werving van werkenden zonder tussenkomst van een menselijke intermediair). Het directe contact tussen klant en werkende in combinatie met het ontbreken van openingstijden, zorgt voor lage transactiekosten en een hoge snelheid van matching. Zo vond en contracteerde een klant op een van de geïnterviewde platformen op een zaterdagmorgen binnen twee minuten een werkende voor een opdracht op diezelfde dag.
Wij verwachten dat uitzendbureaus eerder werkenden in dienst hebben die langdurige en/of zeer specifieke opdrachten uitvoeren bij een klant, omdat deze voldoende inkomsten opleveren voor de uitzender die de hoge(re) transactiekosten die komen kijken bij het ontzorgen van de klant rechtvaardigen. Online klusplatformen zullen, voor nu, vooral de focus leggen op de dagklussen. Zo gaf één van de geïnterviewde vertegenwoordigers van een klusplatform aan dat de gemiddelde opdracht op het platform zeseneenhalf uur duurt.
Samenvattend stellen online klusplatformen klanten en werkenden in staat om zelf transacties te initiëren, af te handelen en te controleren. Dit zorgt ervoor dat klusplatformen bijzonder geschikt zijn om te voorzien in de vraag naar hyperflexibele, tijdelijke arbeid. In wezen dragen klusplatformen verantwoordelijkheden (die de menselijke intermediairs van uitzendbureaus uitvoeren) over aan klant en werkende met behulp van technologie. Als zodanig bieden klusplatformen ‘low-frills services’ aan hun gebruikers, wat de bedrijfskosten voor het platformbedrijf verlaagt, maar de administratieve lasten voor klantorganisaties verhoogt (die bijvoorbeeld zelf online oproepen moeten opstellen en publiceren, werknemers moeten selecteren en een pool van favoriete kandidaten bijhouden). Het is overigens de vraag of het uitzetten van een klus via een platform netto meer of minder werk voor klant of werkende oplevert: klanten dienen immers ook met een intercedent af te stemmen en contact te houden.
Verschillen tussen uitzend- en freelance platformen
Nu de verschillen en de overeenkomsten tussen uitzendbureaus en online klusplatformen duidelijk zijn, is het tijd om de verschillen en overeenkomsten tussen online klusplatformen die gebruikmaken van het uitzend- versus freelancestatuut voor de werkende te verkennen. In de onderstaande tabel zijn de verschillen weergegeven.
Hoewel er overeenkomsten zijn, zijn er ook de nodige verschillen. Het belangrijkste verschil zit in de status van de werkende. Uitzendplatformen hebben de werkenden in dienst en zijn daarom onderworpen aan collectieve arbeidsvoorwaarden van het platformbedrijf en/of die van een klant. Dit heeft effect op de volgende aspecten:
Vergoeding
Verantwoordelijkheid
Verzekering en sociale zekerheden
Vervanging
Vergoeding
Uitzendplatformen werken volgens de geldende CAO. Dit resulteert in een vast uurloon, waar klanten in tijden van schaarste aan arbeidskrachten een toeslag op kunnen rekenen, maar ook vaste toeslagen. Freelance platformen werken met zelfstandige ondernemers die vrij zijn om een eigen uurtarief te bepalen. Afhankelijk van hoe het matchmakingproces technisch is georganiseerd, doet de freelancer of de klant een voorstel voor het uurtarief. Sommige freelance platformen stellen de klant en freelancer in staat binnen het platform te onderhandelen over het tarief. Het is niet vreemd om te verwachten dat in de toekomst dit soort onderhandelingen worden geautomatiseerd, net als bij de ‘surge pricing’ van Uber, waar vraag en aanbod wordt gestuurd door middel van een dynamisch pricing algoritme. Om een ‘race to the bottom’ te voorkomen, hebben sommige freelance platformen een minimumtarief ingesteld. Hoewel freelancers in staat zijn een eigen prijs te bepalen, is het de vraag in hoeverre dit een reëel scenario is, zeker in een laagconjunctuur en/of overaanbod aan werkenden op het platform. In dergelijke gevallen bestaat het risico dat het eerder genoemde minimumtarief gelijk komt te staan aan het maximumtarief.
Verantwoordelijkheid
Uitzendplatformen zijn verplicht – volgens de (Nederlandse) wet – om de arbeidsveiligheid van werknemers te waarborgen door middel van de zorgplicht. Dit betekent onder meer dat uitzendplatformen formeel verplicht zijn om te beoordelen of de arbeidsomstandigheden bij de opdrachtgever veilig zijn. In de praktijk is het veelal zo dat de inlenende partij Arbo-technisch veilige werkomstandigheden moet kunnen garanderen. Een dergelijke verplichting bestaat niet voor freelance platformen.
Hoewel dit een belangrijk verschil is op papier, is het de vraag in hoeverre uitzendplatformen die werkenden en klanten faciliteren met een online marktplaats in staat zijn om aan deze zorgplicht te voldoen. Het uitzendplatform heeft immers beperkt contact met haar klanten, omdat de transactie voornamelijk door de werkende en opdrachtgever georganiseerd wordt. De rol van het platform in de transactie is daardoor beperkt, wat haaks zou kunnen staan op het concept zorgplicht. Daar komt bij dat de transacties die via uitzendplatformen worden georganiseerd vooral dagklussen betreffen, waardoor het voor de uitzender economisch niet haalbaar is om voor iedere klus de risico’s te bepalen.
Daartegenover staat dat de klant van een (uitzend)platform wellicht meer verantwoordelijkheid voor de transactie zal voelen: de klant is immers verantwoordelijk voor het organiseren van de transactie en dit proces is lastig uit te besteden aan een derde partij. In dit geval maakt het niet uit of de transactie via een freelance- of een uitzendplatform verloopt. Wij adviseren dit verder te onderzoeken.
Verzekering en sociale zekerheden
Een van de grootste verschillen tussen freelance- en uitzendplatformen betreffen verzekeringen en sociale zekerheden voor werkenden. Werkenden bij een uitzendplatform zijn in dienst van het platform en hebben daarbij recht, op basis van hun cao, op bepaalde verzekeringen en vergoedingen voor arbeidsongeschiktheid, ziekteverlof, vakantiegeld, WW en ouderschapsverlof. Voor freelance platformen geldt deze verplichting niet: de werkenden dienen dit zelf te organiseren. In sommige gevallen is het voor freelancers laagdrempelig om een verzekering via het platform af te sluiten, zowel voor langere periode of per gewerkte klus. Hoewel freelance platformen de zelfstandige ondernemers niet kunnen dwingen zich te verzekeren, kunnen zij dit wel stimuleren. Een ‘badge’ van een WA- of arbeidsongeschiktheidsverzekering in een profiel maakt een freelancer bijvoorbeeld aantrekkelijker om in te huren.
Dit wil echter niet zeggen dat werkenden via uitzendplatformen vanzelfsprekend beter af zijn dan werkenden via freelancerplatformen. Het dienstverband van uitzendkrachten wordt bij ziekte direct beëindigd en werkenden via een uitzendconstructie bouwen in de eerste 78 weken (de A fase), afhankelijk van of er wel of niet met een uitzendbeding wordt gewerkt, geen garantie op werk op. Je zou kunnen zeggen dat het begrip ‘zekerheid’ voor uitzendkrachten die dagklussen uitvoeren minder rooskleurig is dan je zou mogen verwachten. Dat geldt ook voor andere discussiepunten zoals pensioen en het betalen van belasting en sociale premies. Zo bouw je in lijn met de uitzend-cao pas pensioen op na 26 weken werken via eenzelfde werkgever en zullen degenen die sporadisch via klusplatformen werken ook in dienstverband weinig belasting betalen.
Vervanging
Een ander verschil is terug te vinden in de vraag wie verantwoordelijk is voor vervanging wanneer een werkende is verhinderd of niet op komt dagen. Bij uitzendplatformen is het platform verantwoordelijk voor vervanging, terwijl bij freelance platformen de freelancer hiervoor verantwoordelijk is. Freelance platformen hebben net als uitzendplatformen baat bij tevreden klanten en sturen op twee manieren op een zo laag mogelijke uitval. De eerste strategie betreft een boete: bij een no-show krijg je als freelancer bij menig freelance platform een boete, wat freelancers moet stimuleren om de gemaakte afspraak na te komen. Daarnaast wordt op een profiel van een werkende het opkomstpercentage getoond. Deze start op 100 procent en zal na een no-show dalen, wat impact heeft op de kans dat een werkende wordt uitgekozen door een klant. Aangezien een freelancer zich vrij mag vervangen, faciliteren freelance platformen ook dit proces. Dit doen zij middels het aanbieden van WhatsApp-groepen waar klussen kunnen worden teruggegeven aan de groep of het inbouwen van ruilmechanismen in het platform, waarbij ook de rating van de kwaliteit van vervanging op het profiel van de oorspronkelijke uitvoerder komt te staan. Volgens een van de platformvertegenwoordigers die we hebben geïnterviewd, heeft ongeveer 75% van de freelancers die meer dan 50 ‘gigs’ via het platform uitvoerden, minstens één keer een klus intern doorgezet.
Belangrijke kanttekening is dat wij in bovenstaande alinea alleen spreken over de zichtbare manieren waarop platformen sturen op een lage no-show. Het is voor ons niet duidelijk op welke manier uitzendbureaus hierop sturen en in hoeverre een no-show impact heeft op de kans om een volgende keer te worden ingehuurd. Dit gebrek aan transparantie is bij alle type intermediairs die wij in dit stuk bespreken van toepassing en zou bij platformen kunnen worden ondervangen door het instellen van een ‘algoritme-accountant’. Daarnaast verwachten wij dat de komende jaren, net als in de consumentenmarkt, regelgeving zal worden ingevoerd die platformen verplicht inzicht te geven in de (automatische) besluitvormingsprocessen.
Platform voor uitzendbureau of uitzendbureau als platform?
In dit artikel hebben wij een vergelijking gemaakt tussen uitzend- en freelance platformen, waarbij wij ervan uitgaan dat beiden een ‘platform first’-benadering hanteren. Dit wil zeggen: de gehele transactie verloopt via het platform (de marktplaats) en de rol van het platform is puur faciliterend. Dit is wat wij noemen ‘platform first’, of beter: uitzendbureau als platform.
In de praktijk zien wij dat veel uitzendplatformen, zeker zij die zijn gestart vanuit een bestaande uitzendorganisatie, een strategie hebben die wij omschrijven als ‘platform voor uitzendbureau’. Hierbij is het platform een instrument dat het bestaande matchingproces van de uitzender ondersteunt. Bij een van de onderzochte platformen hadden bijvoorbeeld wel de werkenden, maar niet de klanten toegang tot het platform. Intercedenten gebruiken het platform om processen te vereenvoudigen en te versnellen, maar in de kern verandert er weinig tot niets aan het bedrijfsmodel en -proces van de uitzendorganisatie. Een veilige keuze die relatief snel kan worden geïmplementeerd, maar ook een keuze waarbij nooit de voordelen van de technologische innovatie volledig kunnen worden benut en de klant nooit zelf volledig in controle kan zijn. Dit werpt ook de vraag op in welke mate transactiekosten in het geval van een ‘platform voor uitzendbureau’ echt worden verlaagd.
Welk model uiteindelijk het beste de werkende én de klant bedient, zal zich moeten uitwijzen.
Snelheid en flexibiliteit
Een van de onderwerpen die je in de tabel van verschillen en overeenkomsten tussen uitzend- en freelance platformen had kunnen verwachten, is snelheid en flexibiliteit. Uit onze verkenning hebben wij duidelijke verschillen tussen uitzendbureaus en klusplatformen gevonden en geduid, maar is het verschil in flexibiliteit tussen de beide statuten over het algemeen minimaal. Op het moment dat een werkende bij een uitzendplatform in de A-fase zit, zijn er weinig beperkingen om een werkende flexibel via een platform in te zetten. Op het moment dat een werkende in fase B of C komt, zijn er zowel vanuit de kant van de werkende als vanuit de kant van het uitzendplatform beperkingen in deze flexibiliteit. Het is dan ook de vraag of dit soort platformen voor dagklussen interessant zijn voor werkenden in deze fases.
Wanneer je dieper in het uitzendmodel duikt, zie je dat er nog wel de nodige uitdagingen zijn om dagklussen via platformen te laten lopen middels een uitzendconstructie. In de cao voor uitzendkrachten is geregeld dat een uitzendkracht niet via meerdere arbeidsovereenkomsten na elkaar bij dezelfde klant werkzaamheden kan verrichten. Als een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd – bijvoorbeeld een dag of week – wordt afgesloten en de werkende wil binnen een maand weer via het platform bij dezelfde klant werken, dan moet de looptijd van de nieuwe uitzendovereenkomst minimaal vier weken zijn. Dit betekent dat platformen die (dag)klussen matchen middels het uitzendmodel slechts achter elkaar dagcontracten kunnen afsluiten als de werknemer werkzaamheden verricht voor verschillende opdrachtgevers. Platformen kunnen hier omheen werken door een uitzendovereenkomst met uitzendbeding af te sluiten. Tot en met 2019 was het voor een werkgever niet aantrekkelijk om te werken met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding omdat er hogere premies betaald moesten worden. Met de inwerkingtreding van de ‘Wet arbeidsmarkt in balans’ (Wab) in 2020 is deze verplichting komen te vervallen.
Het alternatief voor uitzenders en platformen is dan ook om een uitzendovereenkomst met uitzendbeding af te sluiten met werknemers. Dan geldt de hierboven beschreven beperking niet. Een uitzendovereenkomst met uitzendbeding kent wel een andere beperking: deze eindigt alleen als de opdrachtgever aangeeft dat er geen werk meer is of de uitzendkracht zelf wil stoppen. De werkgever/uitzender kan het contract dus niet op eigen initiatief op een bepaalde datum laten eindigen. Hoewel het uiteindelijk aan de partijen is om hier een afweging in te maken en de meest geschikte contractvorm te kiezen, achten wij en een aantal geïnterviewde experts het zeer waarschijnlijk dat platformen die (dag)klussen matchen, zullen kiezen voor het werken met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding.
Hoewel er in hoofdlijnen geen grote verschillen zitten in de snelheid en flexibiliteit die freelance- en uitzendplatformen bieden, zijn er dus wel de nodige nuances aan te merken. In de voorgaande alinea wordt duidelijk dat de huidige uitzendregels niet eenvoudig zijn toe te passen op platformen voor korte (dag)klussen. Dit komt waarschijnlijk doordat uitzendbureaus voornamelijk langere klussen (enkele weken tot maanden) bemiddelen. Daarnaast ligt de focus ook veelal op grote aantallen werkenden. De markt voor hyperflexible dagklussen voor individuele matches was er één die voorheen nauwelijks bestond. Dat is ook niet vreemd: de transactiekosten (loonkosten, administratieve lasten, snelheid) voor een menselijke intercedent wegen immers niet op tegen de marge die op een dagklus wordt gemaakt. Deze klussen werden dan voornamelijk uitgevoerd in de hoop dat de klant ook wel economisch interessante klussen bij het bureau zou neerleggen. Je zou kunnen zeggen dat de huidige uitzendregels en cao geen rekening hebben gehouden met een grootschalige bemiddeling van individuele dagklussen, simpelweg omdat dat voor traditionele uitzendbureaus – zonder gebruik van een platform – financieel niet uit kon en alleen kon worden opgepakt wanneer het verlies op die klussen werd gecompenseerd door andere grotere opdrachten.
Ook zal de juridische complexiteit van het uitzendstatuut impact hebben op de flexibiliteit en complexiteit van het platform: bij het freelance statuut zijn immers veel minder variabelen die vanuit de cao zijn vastgelegd waar rekening mee moet worden gehouden. Daarnaast is het niet ondenkbaar dat het faciliteren van het zelf zoeken van vervanging (in combinatie met de dreiging van een boete) voor een lagere no-show zal zorgen, wat positief is voor de tevredenheid van de klant. In hoeverre dit wenselijk is voor de werkende en wat de daadwerkelijke impact is, dat zal uit verder onderzoek moeten blijken. Het is ook de vraag of de beperkingen van de complexiteit naar aanleiding van een cao al dan niet een probleem vormen dat kan worden opgevangen door technologische innovaties van het platform.
Conclusie
Online klusplatformen en uitzendbureaus verschillen sterk van elkaar in de mate waarin zij de klant de controle (en verantwoordelijkheid) geven in het proces van het vinden van geschikte werkenden voor een (dag)klus. Hiermee lijken zij vooral van toegevoegde waarde te zijn in kortlopende klussen waar snelheid en flexibiliteit vooropstaan, de klant zelf de controle wil hebben en de uitvoering van de klus weinig specifieke vaardigheden vraagt van de werkende. Hierin voorzien platformen door het verlagen van de informatie-asymmetrie en het direct koppelen van klant met werkende zonder tussenkomst van een intercedent, wat zich ook zou moeten vertalen in de (kost)prijs. Hiermee hebben klusplatformen de potentie om een nieuwe markt te creëren van klussen waarvan het voorheen economisch niet rendabel was om via een traditionele weg te bemiddelen.
Hoewel er veel discussie is over de vraag of de werkende in dienst moet zijn van het platform of als freelancer via het platform werkt, hebben wij weinig verschillen gezien qua impact van de status van de werkende op de flexibiliteit en wendbaarheid van het platform en de klus. In dit artikel hebben we getracht de verschillende variabelen en scenario’s te beschrijven. Wat hier vervolgens mee gedaan wordt en de vraag welke scenario’s al dan niet gewenst zijn, dat is en blijft een (politieke) keuze.
In ons onderzoek hebben we vooral gekeken naar verschillen op organisatieniveau. Dit laat veel vragen onbeantwoord, vooral vragen die betrekking hebben op de interesses, attitudes en gedragingen van individuele werkenden. Zo gaven vertegenwoordigers van freelance platformen aan dat hun werkenden gezien hun zelfstandigenstatuut meer ondernemend zijn. Uit ons onderzoek blijkt niet of dit daadwerkelijk het geval is. Daarom kan toekomstig onderzoek vragen beantwoorden zoals:
Creëren platformen nieuw werk, of wordt bestaand werk in kleine (dag)klussen opgeknipt?
Zijn freelancers proactiever dan werkenden in loondienst?
In hoeverre besteden zelfstandige ondernemers op freelance platformen werk uit aan anderen?
In hoeverre verschillen freelancers en medewerkers van elkaar wat betreft (ervaren) werkzekerheid, pensioensparen en verzekeringen?
In hoeverre dragen freelancers of freelance platformen zorg voor veilige werkomstandigheden bij klanten, of creërem medewerkers dit zelf?
Hoe verschilt de arbeidstevredenheid van werkenden via freelance- en uitzendplatformen?
Ook brengt het onderzoek nieuwe vraagstukken omtrent de rol en verantwoordelijkheden van platformen naar boven. Zo is het de vraag in hoeverre uitzendplatformen zich aan hun zorgplicht kunnen houden. Wordt deze zorgplicht ‘uitbesteed’ aan de gebruikers van het platform? Een andere vraag is in hoeverre de matching algoritmes die (freelance) platformen ontwikkelen, kunnen worden gezien als (indirect) alloceren, iets dat voor nu alleen is toegestaan binnen het uitzendstatuut. Wij verwachten dat dit vraagstuk urgenter zal worden op het moment dat (freelance) platformen in meerdere sectoren en voor meerdere functies zullen worden ingezet, waarmee de complexiteit van de matching zal toenemen.
Ons onderzoek heeft ook enkele beperkingen. Zo hebben we een beperkt aantal platformen onderzocht en de interviews met vertegenwoordigers zijn een momentopname. De technologische ontwikkeling gaat snel en wat vandaag de norm is, kan over een aantal maanden of jaren zomaar veranderen. Een tweede beperking is dat onze focus ligt op platformen (marktplaatsen) voor dagklussen in de to-business markt. Wij zijn ons ervan bewust dat de platformisering en digitalisering van de markt van arbeidsbemiddeling en HR (veel) verder gaat dan alleen deze categorie. Zo werken organisaties (voor langere opdrachten) inmiddels ook met FMS (Freelance Management Systemen), VMS (Vendor Management Systeem), DAS (Dynamisch Aankoop Systeem) en eigen inhuurdesks. Daarnaast bieden uitzendbureaus meer dan alleen matching, het is de vraag in hoeverre platformen zich zullen ontwikkelen in het aanbieden van aanvullende dienstverlening richting klant en werkende. Dit grote plaatje valt buiten de scope van deze verkenning, maar is zeker iets dat in verder onderzoek aandacht verdient. Een laatste beperking is dat we met dit onderzoek hebben gekeken naar feitelijkheden en processen, maar niet naar degene waar het om draait: de werkende. En dat is juist degene die platformen, in het ideale geval, centraal zou moeten stellen.
Ondanks de behoefte aan meer onderzoek, hebben we een overzicht gegeven van de overeenkomsten en verschillen tussen uitzendbureaus en online arbeidsplatformen. We hopen dat we door het beschrijven van deze variabelen een bijdrage hebben geleverd aan (de kwaliteit van) het debat rondom platformen in de to-business bemiddelingsmarkt.
Disclaimer: om de onafhankelijkheid van dit onderzoek te garanderen, is dit onderzoek uitgevoerd zonder hiervoor gebruik te maken van externe financiering door uitzendbureaus, online klusplatformen en/of andere belanghebbenden. Wij danken alle geïnterviewden en meelezers voor hun bijdrage!
Goedemorgen! In deze nieuwsbrief een primeur: de publicatie van een longread over een onderzoek waar ik mij de afgelopen maanden mee bezig heb gehouden waar we naar de verschillen tussen uitzendbureaus en online klusplatformen in de to-business markt hebben gekeken. Je leest er hieronder alles over.
Daarnaast vind je in deze nieuwsbrief een uitnodiging voor een gratis online workshop over skills in de kluseconomie. De hoofdvraag: hoe kunnen skills aan het digitale CV voor platformwerkers worden toegevoegd? Een aantal interessante initiatieven zullen hun ervaringen delen. Wees welkom!
Fijne week!
p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.
Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken? – ZiPconomy
Er zijn steeds meer online klusplatformen die in de to-business markt bemiddelen tussen de vraag en aanbod van arbeid. En hiermee de concurrentie aangaan met uitzendbureaus. Op sommige platformen werken met het freelance-, anderen met het uitzendmodel. Maar hoe verschillen platformen van uitzendbureaus? En wat zijn vervolgens de verschillen tussen de freelance- en uitzendplatformen? Heeft de status van de aanbieder bijvoorbeeld invloed op de flexibiliteit van de werkende?
Dit zijn de vragen die centraal stonden in een onderzoek dat ik samen met universitair docent Jeroen Meijerink van de Universiteit Twente (vakgroep Human Resource Management) de afgelopen maanden heb uitgevoerd. Niet met als doel om een oordeel te vellen, maar om de variabelen boven tafel te krijgen om daarmee een bijdrage aan het debat te leveren. Voor dit onderzoek interviewden we verschillende platform vertegenwoordigers en kregen we support van verschillende experts die ons hielpen om onder andere de complexe materie rondom het uitzenden te begrijpen en te duiden.
Over een week of twee verschijnt een academisch paper over dit onderzoek, maar nu al lanceren we vandaag een (longread) blog op ZiPconomy waarin we de observaties met een breed publiek delen. De blog is vanmorgen vroeg online gegaan, vlak voordat deze nieuwsbrief werd verstuurd. Je hebt dus een soort van primeur 😉 In deze nieuwsbrief editie deel ik wat highlights.
Uitzendbureau vs platform
In de blog kijken we eerst naar de verschillen tussen uitzendbureaus en online klusplatformen. Wat maakt het verschil en wat voor soort klussen kunnen via een platform beter, sneller en goedkoper (in kostprijs matching) worden gemaakt? Hier wordt onder ander duidelijk dat platformen informatieasymmetrie oplossen en de gebruiker (zowel vraag als aanbod) centraal zetten en vooral faciliteren, wat de snelheid van matching (een platform kent bijvoorbeeld geen openingstijden) ten goed komt. De categorie werk die via platformen goed kan worden ingevuld hebben wij omgedoopt tot ‘hyperflex’.
Freelance- vs uitzendplatform
Vervolgens kijken we naar de verschillen tussen online klusplatformen in de to-business markt met een uitzend- en een freelanceconstructie. We kijken naar Vergoeding, Verantwoordelijkheid, Verzekering & sociale zekerheid en Vervanging. Hier komen een aantal interessante verschillen en gelijkenissen naar voren tussen de twee typen platformen. En komen we tot de conclusie dat snelheid en flexibiliteit met beiden statuten goed te organiseren is, maar dat het uitzendmodel eigenlijk helemaal niet is ontwikkeld met dit soort hyperflexibiliteit voor korte klussen in gedachten. Op zich niet verrassend: dit soort ‘dagklussen’ waren voorheen economisch niet rendabel om te faciliteren als uitzendbureau: een menselijke intermediair voor een klus van 6,5 uur zal in alle scenario’s het uitzendbureau geld kosten. Doordat platformen de transactiekosten verlagen en verleggen is dat nu wel mogelijk.
Tot slot
In de blog doen we ook voorstellen voor relevante vragen voor vervolgonderzoek. Ook zijn er twee belangrijke vragen en gedachten waarvan ik verwacht dat deze de komende tijd nog tot de nodige discussie zal (moeten) leiden.
Ten eerste de zorgplicht. Op het moment dat een uitzendplatform volledig ‘platform first’ gaat opereren en geen actieve sturing heeft in het proces, dan is de vraag in hoeverre zij in staat zullen zijn om als werkgever aan de wettelijke zorgplicht te voldoen. Tweede vraag gaat over allocatie. Online klusplatformen faciliteren vraag en aanbod en bemoeien zich niet actief met de transactie. Zo is de klant zelf verantwoordelijk voor het plaatsen van een opdrachtomschrijving en het uitkiezen van de gewenste kandidaat. Naast dat dit gangbaar is voor een ‘echt’ platform, hebben freelanceplatformen er ook baat bij dat dit proces zo verloopt: iedere schijn dat zij aan allocatie doen wordt vermeden. Alleen is dan wel de vraag: wat is allocatie op het moment dat platformen in meerdere sectoren actief zullen worden en de algoritmen om de perfecte match te faciliteren ook een belangrijkere rol zullen gaan spelen. Is er bij een algoritmische match sprake van allocatie? Dat is een vraagstuk dat verder uitgewerkt zal moeten worden.
In de laatste alinea delen we de observatie en beperking dat wij vooral hebben gekeken naar processen, maar niet naar de mensen waar het over gaat. En dat is juist hetgeen platformen centraal zouden stellen: de mens en niet het proces.
Ondanks de behoefte aan meer onderzoek, hebben we in de blog een overzicht gegeven van de overeenkomsten en verschillen tussen uitzendbureaus en online arbeidsplatformen. We hopen dat we door het beschrijven van deze variabelen een bijdrage hebben geleverd aan (de kwaliteit van) het debat rondom platformen in de to-business bemiddelingsmarkt.
Disclaimer: om de onafhankelijkheid van dit onderzoek te garanderen, is dit onderzoek uitgevoerd zonder hiervoor gebruik te maken van externe financiering door uitzendbureaus, online klusplatformen en/of andere belanghebbenden. Wij danken alle geïnterviewden en meelezers voor hun bijdrage!
De verschillen tussen uitzendbureau, uitzendplatform en freelanceplatform in één overzichtPlatformwerk biedt flexibiliteit en ruimte, maar ook onrust en onzekerheid | Nieuwsbericht | Sociaal en Cultureel Planbureau
Vorig jaar oktober publiceerden de SER, TNO en SEO drie rapporten over platformwerk in één week. Ik schreef daar toen dit over. Ook het SCP heeft gekeken naar het onderwerp platformwerk en een enorme literatuurstudie gecombineerd met diverse interviews. Ik mocht hier ook een bijdrage aan leveren en kom ruim 20 keer in het rapport aan het woord. Ook deze nieuwsbrief wordt als bron aangehaald.
Het rapport geeft een goed en gewogen inzicht in de variabelen rondom platformwerk: de kansen en bedreigingen/kanttekeningen.
“Er gebeurt veel op de arbeidsmarkt. Ontwikkelingen als technologisering, flexibilisering en de vergrijzing bepalen niet alleen hoeveel werk er is, maar beïnvloeden ook de kwaliteit van werk. In het project ‘De veranderende wereld van werk’ onderzoekt het Sociaal en Cultureel Planbureau hoe de arbeidsmarkt verandert en wat voor gevolgen dit kan hebben voor de kwaliteit van ons werk. Het SCP start deze serie met een studie naar de kwaliteit van werk binnen de ‘platformeconomie’.”
Goed dat hier naar gekeken is en in de blog van SCP lees je een samenvatting van de bevindingen. En nu hopend dat het volgende kabinet de veranderingen in de arbeidsmarkt wel serieus weet om te zetten naar concrete acties. Ik blijf optimistisch 😉
FTC settles with photo storage app that pivoted to facial recognition – The Verge
Techbedrijven gaan vaak de fout in wanneer het gaat om privacy en data. Ze zijn dan vaak vooral goed in ‘sorry’ zeggen en beloven het vanaf nu beter te doen. Vaak is het (voor mij) onduidelijk wat de consequenties zijn wanneer zij op de vingers worden getikt: het kwaad is immers al geschied, de data is al geroofd en de algoritmes en AI gevoed. Dat dit niet zo hoeft te zijn, wordt duidelijk uit de onderstaande zaak tussen de FTC (Federal Trade Commission) en foto opslag app ‘Ever’.
“The Federal Trade Commission has reached a settlement with photo storage app Ever that it says used customers’ photos to develop facial recognition technology without telling them, the agency announced Monday.
Under the terms of the agreement, Everalbum Inc. is required to delete photos and videos of its users who deactivated their accounts, as well as any facial recognition algorithms developed with users’ photos or videos. The company also must delete all “face embeddings,” which it describes as “data reflecting facial features that can be used for facial recognition purposes” that were derived from users’ photos who didn’t give consent for their use.
Everalbum, which shut down Ever in August and rebranded itself as Paravision AI, is also prohibited from misrepresenting how it collects and uses personal information and how it protects users’ privacy. If it markets software to consumers for personal use, the company has to obtain express consent before using any biometric information it collects from users to create face embeddings or to develop facial recognition technology.”
Mijn volgende vraag is dan natuurlijk weer: hoe gaan ze dit controleren?
Maaltijdbezorging is de levenslijn van de lockdown, maar restaurants vrezen de branche | De Volkskrant
In dit artikel worden de voors en tegens van bezorg- en verkoopplatformen als Thuisbezorgd aangehaald. Op zich geen spannend nieuws, gewoon leuk om te lezen. Uiteraard wordt er ook gesproken over de commissie. Vooral de volgende uitspraak vond ik vermakelijk: “Toen Thuisbezorgd.nl in 2000 begon, was de commissie de helft van nu.” Waarom vermakelijk? Omdat het absoluut helemaal niks zegt. De vraag die je je altijd moet stellen is: voor hoeveel extra omzet zorgt het platform door de marketinginspanningen en de drempels die het verlaagt middels de technologie die zij hun klanten bieden. Ik kan mij voorstellen dat dit een stuk meer is dan ruim twintig (!!) jaar geleden. En dat met het groeien van de toegevoegde waarde ook de kosten zijn gestegen.
Is de commissie van dit soort platformen te laag, precies goed of te hoog? Dat weet je alleen wanneer je weet hoeveel extra handel er dankzij het platform binnenkomt en wat het zou kosten wanneer je het zelf zou organiseren. Leg dat naast elkaar en je hebt een stuk realistischer beeld van de commissie dan de natte vinger die doorgaans in het debat wordt gebruikt.
Vrijwaar ik daarmee platformen om maar te vragen wat zij willen? Uiteraard niet. En uiteindelijk hebben zij ook een belang om de klant tevreden te houden. En moet er goed worden gekeken dat zij geen oneerlijke ‘lock in’ creëren.
(gratis) Workshop!
Online workshop 26 januari: skills in de kluseconomie – Kluspaspoort.nl
Workshop uitnodiging: op 26 januari organiseer ik een online event over skills in de kluseconomie. Met verschillende interessante sprekers en een platform pan
el. De hoofdvraag: hoe kunnen skills aan het digitale CV voor platformwerkers worden toegevoegd? Wees welkom!
In 2020 is een verkenning gestart naar hoe portabiliteit van (reputatie)data voor platformwerkers kan bijdragen aan een betere positie van de platformwerker op de arbeidsmarkt. Het idee is eenvoudig: op het moment dat een aanbieder op klusplatformen zijn of haar reputatiedata kan exporteren naar een digitaal CV en/of mee kan nemen naar een ander platform, dan wordt de positie van deze werkende versterkt. Met een zestal klusplatformen wordt dit concept inmiddels verder doorontwikkeld. Het doel is dat platformwerkers hun ervaring kunnen verzilveren door een export naar een geverifieerd digitaal CV.
De reputatiedata van platformwerkers is vrij beperkt: je weet hoeveel klussen zijn uitgevoerd en hoe de klant deze heeft gewaardeerd. Om deze data te verrijken zou het waardevol zijn om de skills die zijn gebruikt bij het uitvoeren van deze klus automatisch in kaart te brengen en mee te nemen in het digitale CV. Dit is de vraag die in deze online workshop op 26 januari 2021 centraal staat.
Ook gelezen
NYC Food Delivery Workers Band to Demand Better Treatment. Will New York Listen to Los Deliveristas Unidos? – These Indigenous Guatemalan and Mexican workers keep New Yorkers fed during the pandemic. They want fair wages, bathroom access and a place to shelter from the cold. They could be the face of the city’s next labor battle.
Het deurbeleid van LinkedIn (en andere sociale-mediaplatforms) – Overheden vinden dat de sociale-mediaplatforms sneller en harder moeten optreden tegen desinformatie. Maar nu de sociale media de teugels aantrekken, en (sommige) gebruikers eraf gooien, steekt een ander debat de kop op. Kunnen platforms zelf bepalen waar de grens ligt, wie ze dulden en wie ze weren? Hoe voorkom je willekeur en politieke censuur?
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.
Goedemorgen! En de beste wensen, het mag nog. Van mij in ieder geval wel 😉 Ik hoop dat je een mooie kerst en nieuwjaar hebt gehad. Ik ben de afgelopen weken, naast veel tijd te hebben besteed aan mijn gezin, druk geweest met vraagstukken rondom overheden en platformen, het (mede) voorbereiden van een workshop over discriminatie en platformen (later meer), een workshop vormgeven over skills in de kluseconomie (ook daarover later meer) en het schrijven van een longread over platformen versus uitzendbureaus (sorry, ook daarover later meer). Daarnaast ben ik bezig met het maken van plannen en wensen voor dit nieuwe jaar op zakelijk gebied. Ik wil in 2021 onderzoeken hoe ik meer kan doen voor de bijna 1.000 abonnees van deze nieuwsbrief (wensen & ideeën zijn welkom), heb de wens om een nieuw onderzoek en boek te initiëren over hoe we de platformeconomie meer voor de samenleving kunnen laten werken (maar moet daar nog een verdienmodel omheen bedenken) en overweeg ik mij max. 2 dagen in de week als freelance expert & onderzoeker beschikbaar te stellen om mooie samenwerkingen op te starten en nieuwe platform vraagstukken te verkennen (ook hier zijn tips welkom). Genoeg te doen dus 😉 Voor deze week weer de nodige stukken voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en (ongezouten) commentaar. Fijne week!
Google verwijdert app sociaal medium Parler, Apple dreigt hetzelfde te doen | NU.nl
Weet je nog? Vroeger? Zeg een jaar of…. anderhalf geleden? Iets voor de eerste lockdown. Toen velen echt nog geloofden dat platformen inderdaad prikborden waren en niet verantwoordelijk voor de diensten, producten en content dat via het platform tussen vraag en aanbod werd gedeeld?
Het heeft even geduurd en het zat er al even aan te komen, maar intussen is iedereen er nu (eindelijk) van overtuigd dat dat complete onzin is. Fijn. De afgelopen weken zijn er genoeg voorbeelden voorbij gekomen, met als hoogtepunt de reacties van diverse social media kanalen op de chaos rondom de bestorming van het Capitool in Washington. Twitter, Instagram en Facebook schorsten de accounts vanTrump. Intussen schorste Reddit een Trump forum waar zou zijn aangezet tot geweld en schorste Discord een Trump-chatgroep.
Niet alleen de platformen zelf, maar ook de meta platformen, de appstores, laten van zich horen. Google gooide de sociale medium app Parler uit de store. Apple heeft intussen hetzelfde gedaan. Hulde voor de social media platformen als poortwachters voor onze democratie? Of toch niet? Nou…. it depends.
Aan de ene kant is het goed dat deze platformen verantwoordelijkheid lijken te nemen, al zou je natuurlijk kunnen (en moeten) zeggen ’too little, too late’. Social media platformen zijn erg goed in het maken van excuses, maar laten we niet vergeten dat het jaren heeft geduurd voordat er actie is genomen. En ja: er is in die jaren veel gebeurt, maar het ziet er ook naar uit dat deze platformen moeite hebben om de door hun zelf bedachte regels op het eigen platform uit te voeren. Waar ligt dat aan? Geen prioriteit? Onkunde? Onmacht? Of simpelweg geen incentive: beperkingen op het platform zorgen immers ook voor beperkingen in het businessmodel en geen blije aandeelhouders. Daar zit natuurlijk een kern van het probleem.
Wat wel duidelijk is, is dat deze platformen niet alleen poortwachter zijn (het sluiten van een account of het uit de winkel halen van een app heeft grote gevolgen), maar ook dat zij als private regulator bepalen wie wat ziet. Waarbij het belang van het businessmodel, zoveel mogelijk data en aandacht, veelal haaks staat op het belang van de gebruiker. Wat mij betreft kan dat niet zo langer en zijn er veel meer checks & balances nodig. Het is natuurlijk ontzetten naïef om te denken dat commerciële bedrijven zelfstandig de functie van poortwachter en private regulator kunnen uitvoeren. Wie dat nu nog steeds gelooft is een ei. Regulering én accountability zijn hard nodig.
De belangrijkste vraag is dan nu ook: hoe zou die regulering eruit moeten zien. Wat zijn de regels? En hoe ga je die controleren? Het gegeven dat de social media platformen Trump nu blokkeren is natuurlijk erg laat, maar ze hebben ook een groot belang: Biden is de volgende president die gaat over de onderzoeken en regels mbt deze platformen. In hoeverre is dit dus verantwoordelijkheid nemen, of toch een (schaamteloze) lobby richting Biden om een wit voetje te halen…
In een discussie op Linkedin werd beweerd dat er genoeg regels zijn en dat de platformen zich zouden moeten houden aan de lokale regulering. Ik ben het daar (op zijn zachtst gezegd) niet mee eens met de bewering dat de regels in principe hetzelfde zijn als in de ‘oude’ offline wereld. Er is veel grijs gebied in regels die door de mechanismen van social media opeens worden versterkt, dat nu door technologie moet worden ‘gecodeerd’ naar een ja of een nee. Gezien de regels die nu in Brussel worden voorbereid op de platformeconomie (en dan heb ik het niet over mededinging) is het duidelijk dat de huidige regels niet voldoen. Veel beleid is niet ingericht op de rol die platformen als private regulator spelen. Hoe die regels er dan uit moeten komen te zien? Ik weet het niet, al wil ik hier de komende tijd wel meer over lezen en over nadenken. Om alvast een voorzetje te geven: het begint natuurlijk bij transparantie: inzicht in de processen van besluitvorming. Daarnaast moeten de verdienmodellen minder leidend worden in de keuzes die worden gemaakt. Ik vraag mij af of een bedrijf zelf in staat is dat te organiseren, daar zal op de een of andere manier externe druk/support voor moeten komen. Als laatst: accountability. Social media platformen zijn erg goed in het zeggen van sorry. Als ik dat thuis van mijn kinderen nadat het 5x fout ging al niet accepteer, dan accepteer ik dat zeker niet van een miljardenbedrijf waar tien- tot honderdduizenden slimme mensen werken.
Regulering is één ding, maar waar mogelijk een nog grotere uitdaging ligt is in de handhaving. Wanneer je bijvoorbeeld dwingt sociale media lokaal in Nederland de algoritmes aan te passen, dan is het de grote vraag hoe je dit gaat handhaven. Kijk naar wat er met AVG gebeurt, maar ook met andere nieuwe verordeningen als de Platform 2 Business verordening die in juli vorig jaar is ingevoerd. Mijn ervaring is dat beleidsmakers en uitvoerders over het algemeen ver uit elkaar staan. Handhaving zou je op de een of andere manier ook moeten automatiseren en koppelen aan de algoritmes van de platformen, anders is het echt geen doen. Dat vraagt ook een veel meer ‘digital first’ overheid (en inspectie). Beleidsmakers die met dit vraagstuk bezig zijn moeten dus niet alleen naar buiten, maar ook zeker naar binnen kijken. De juiste combinatie maakt het verschil tussen een succes en een fiasco.
Je zult het intussen wel doorhebben: ik heb het gevoel dat er nog een lange weg te gaan is. Een heel interessante weg, maar ook een heel belangrijke weg. Een weg die het verschil kan maken tussen een leuke wereld en een heel veel minder leuke wereld. Deze vraagstukken zijn nu relevanter dan ooit: de platformen en appstores hebben nu door dat zij een verantwoordelijkheid hebben en de regels die zij gaan instellen hebben een grote impact op…. veel. Ik hoop dat ook dat in 2021 dit onderwerp op vele plekken hoog op de agenda zal staan en het ambitieniveau bij veel stakeholders om hier stappen in te maken een tandje of 10 zal worden opgeschroefd.
Ruim 2500 aankopen via Warenhuis Groningen in december
Lokale overheden faciliteren met een fysieke infrastructuur, maar hoe zit het met de digitale infrastructuur? In deze pilot in de Gemeente Groningen participeert de gemeente in een project waar een digitale laag over de fysieke winkelstraat wordt gelegd. Winkels krijgen een online locatie in de digitale winkelstraat en kunnen zo, zeker ook tijdens de lockdown, hun spullen blijven leveren aan hun klanten: een interessant experiment.
Italian court rules against ‘discriminatory’ Deliveroo rider-ranking algorithm – TechCrunch
In de laatste nieuwsbrief van 2020 schreef ik dat een van de meest interessante discussies rondom platformen gaat over de toegang tot data en transparantie in besluitvormingsprocessen. Deze uitspraak in Italië is daar ook weer een interessant voorbeeld van.
“A court in Italy has dealt a blow to unalloyed algorithmic management after a legal challenge brought by three unions. The Bologna court ruled that a reputational-ranking algorithm used by on-demand food delivery platform Deliveroo discriminated against gigging delivery workers by breaching local labor laws.
The ruling, reported earlier in the Italianpress, found Deliveroo’s ranking algorithm discriminated against delivery couriers because it did not distinguish between legally protected reasons for withholding labour — namely not working because a rider was sick; or exercising their protected right to strike — and more trivial reasons for not being as productive as they’d indicated they would be.”
Uiteraard hebben beide partijen een mening over de uitspraak: het hele document is hier terug te lezen. Bottom line laat deze uitspraak en het debat dat volgt zien dat de intransparantie van deze processen meer vragen dan antwoorden oplevert. En er een manier moet worden gevonden om hier meer transparantie in te krijgen.
Broodnodige extra zorghanden raken verstrikt in bureaucratisch web | Linkedin
Net als de de Volkskrant berichtte de NOS met het artikel ‘Duizenden mensen willen helpen in de zorg, maar worden geweigerd’ ook over een rapport van een onafhankelijke commissie die ‘Werken in de Zorg’ heeft onderzocht. Meer dan 23.000 mensen hadden zich aangemeld om te helpen, slechts 2.800 mensen werden ingezet.
Part-up oprichter Laurens Walling schreef daar het volgende over op Linkedin: “Volkskrant schrijft dat het advies van de commissie Werken in de Zorg om helder afgebakende werkpakketten te delen niet wordt opgevolgd. Allerlei logistieke, verzorgende of sociale taken kunnen uit het vaste zorgwerk worden gehaald, om verpleegkundigen te ontlasten en gerichter op hun expertise in te zetten. Via een platform (zoals Part-up) kun je dit werk razendsnel uitzetten, zodat mensen er op kunnen intekenen. Organisaties die hiermee werken, krijgen zo honderden matches per week, zonder dat het plannen tijd kost. Ik verwacht dat de komende tijd steeds meer organisaties overstappen op het herverdelen van taken, als de mogelijkheden bekender gaan worden en de urgentie stijgt.”
Wat hij voorstelt is om het proces om te draaien (vraaggestuurd) en om een platform te gebruiken om dit te organiseren. Een strategie die zij eerder in deze pandemie hebben ingezet om binnen ziekenhuizen taken te (her)verdelen. Een mooi voorbeeld hoe een (intern) platform kan zorgen voor een betere en vanuit de mens gestuurde organisatie. En een voorbeeld dat laat zien dat dit niet zo makkelijk is te organiseren. Waarbij de bottleneck zeker niet ligt bij de techniek, maar bij gedrag en organisatie.
Wereldwijde pandemie: Schneider Electric vond interne mobiliteit opnieuw uit
Gelinkt aan het bovenstaande stuk over hoe platformen kunnen bijdragen om extra handen in de zorg te organiseren deze super interessante case hoe een platform interne mobiliteit bij een groot internationaal bedrijf faciliteert.
Eind 2018 lanceerde Schneider Electric, een organisatie met 127.000 medewerkers in 100 landen, intern mobiliteitsplatform, de Open Talent Market. De aanleiding waren de schokkende resultaten van een enquete waaruit bleek dat “47%
van de mensen die Schneider verliet als reden aangaf dat ze geen carrière mogelijkheden binnen de organisatie zagen.” Een interne marktplaats moest een oplossing bieden.
Het proces: “Je maakt een profiel aan en vult je ervaring, vaardigheden, interesses en ambities in. Op basis hiervan ontvang je suggesties voor interne vacatures, korte opdrachten, mentoren en opleidingsmogelijkheden. De AI sluit discriminatie op basis van leeftijd, geslacht of etniciteit uit. De manager die de vacature plaatst, ziet alleen de naam, ervaring en vaardigheden van de werknemer. Het gaat dus eigenlijk alleen om vaardigheden en ambities. En mocht er bias binnensluipen als gevolg van de acties van de manager, dan zal dit worden gedetecteerd en opgelost op basis van het bias-mitigatiemechanisme van Gloat, aangevuld met periodieke beoordeling door het SE-team.”
Het resultaat: “Van een organisatie waar medewerkers minimaal drie jaar in één functie moesten werken en waar managers hun medewerkers lange tijd in dezelfde functie konden houden; naar een Open Talent Market (OTM) waar “tijd in positie” niet meer relevant is. Schneider Electric is nu één grote talentmarktplaats voor intern talent. Daardoor waren ze flexibel genoeg sinds het begin van de pandemie om snel te kunnen draaien en de vraag en het aanbod van vaardigheden en talent door de hele organisatie in evenwicht te brengen.”
Waanzinnig dat een organisatie van dit formaat zo’n wending heeft kunnen maken. Niet alleen zijn de medewerkers nu meer tevreden: de organisatie is ook een stuk efficiënter geworden: “We zitten nu op 88.000+ “unlocked hours”, uren die zijn geïnvesteerd in projecten door medewerkers die deelnemen aan OTM-optredens.”
Dit laat zien dat je als organisatie veel meer kunt halen uit de mensen die voor jou werken. Waar mensen normaal zitten opgesloten in hun functie(profiel), geeft een vraaggestuurd systeem (via een platform) mensen veel meer autonomie om te kiezen voor werk waar ze echt in hun kracht staan. Ik verwacht dat deze mensen zich ook veel meer ontwikkelen als ondernemende werknemers binnen de onderneming. Dit vraagt veel van een organisatie: niet meer denken in afdelingen en hokjes (mijn medewerkers!), maar het vraag ook veel van de manier van belonen en beoordelen. En natuurlijk ook de nodige praktische discussies: ik heb al genoeg verhalen over mislukte interne mobiliteitsprojecten gehoord omdat een medewerker niet op een andere afdeling mocht werken vanwege gedoe met een cao. Het is dus geen gemakkelijke opgave, maar de mens in plaats van het systeem (en het vakje) centraal zetten helpt al een boel. En waar een wil is…
Interview over misbruik marktpositie Alibaba – ChinaTalk’s Ed Sander was op 24 december 2020 te gast in het radioprogramma Stax & Toine en gaf Dionne Stax uitleg over het onderzoek naar machtsmisbruik bij Alibaba en de ingetrokken beursgang van Ant Group.
Apps boerden goed in 2020: mensen gaven record van 111 miljard dollar uit – “De uitgaven in de App Store stegen met 30,3 procent van 55,5 miljard naar 72,3 miljard dollar.” Met een commissie van 30 procent is de App Store een melkkoe die het bedrijf niet zonder slag of stoot (lees: regulering) op zal geven.
Deliveroo riders have elected their own safety representatives in a ‘milestone’ for the gig economy, following a string of deaths
Thuis, met een oppas van de zaak – Met kinderen thuiswerken is verre van ideaal, zeker als de kids ook nog eens online les moeten volgen. Sommige werkgevers bieden hun personeel een oplossing: een betaalde oppas voor overdag.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.