Analyse: supersnelle bezorgplatforms | Wie profiteert er van de beursgang van Deliveroo? | De link tussen kluseconomie en franchise | Slimme samenwerking Bol en Rabobank

Goedemorgen! Afgelopen week veel tijd besteed aan de voorbereidingen voor een nieuw onderzoek. Samen met Jeroen Meijerink van de Universiteit Twente ga ik onderzoek doen naar onder welke voorwaarde platformwerkers interesse hebben in het meenemen van hun reputatie- en transactiedata in de vorm van een digitaal CV. Dit alles is onderdeel van een nieuw project dat ik ben gestart waarbij ik in 2021 met 6 klusplatformen zal toewerken naar een afsprakenstelsel voor de export van reputatie- en transactiedata naar een digitaal CV. Onderdeel van dit project zijn verschillende onderzoeken naar platformwerkers en naar het effect van geïmporteerde ratings op het vertrouwen van opdrachtgevers. Binnenkort meer, maar bij deze dus alvast een tipje van de sluier opgelicht. Ook deze week weer de nodige stukken voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

Besteld en 10 minuten later in huis: startups willen supermarktbranche opschudden | NOS

Besteld en 10 minuten later in huis: startups willen supermarktbranche opschudden | NOS

Afgelopen week was er veel aandacht voor de onverwachte explosie van startups in het domein van super snel boodschappen bezorgen. FD, Trouw en ook NOS (die laatste inclusief bijdrage van ondergetekende) namen de moeite om over dit fenomeen te berichten. De belofte van deze startups is dat de hoognodige pot pindakaas binnen tien minuten aan de deur wordt bezorgd. Investeerders zien hier wel brood in, zo kreeg het Duitse Gorillas deze week een investering van 240 miljoen euro. In december kreeg het bedrijf ook al 37 miljoen van investeerders.

In dienst

Opvallend is dat deze platformen hun koeriers in dienst nemen. Zo moet je om te mogen rijden voor Gorillas minimaal 20 uur per week beschikbaar zijn. Het is natuurlijk de vraag of dit een constructie is die blijft. Deliveroo nam immers ook oorspronkelijk de riders in dienst en op de website van Gorillas stond de eerste keer dat ik keek bij de FAQ dat er nog geen optie is om als freelancer te kunnen rijden. Toen ik net keek kon ik de tekst niet meer vinden. Verkeerd gekeken of…

Op zich kan het natuurlijk prima dat de koeriers ook in een later stadium gewoon in dienst blijven. Een platform als Gorillas is een stuk eenvoudiger dan bijvoorbeeld maaltijdbezorging: je hebt minder onzekerheden in het proces. Zo heeft Gorillas eigen lokale ‘hubs’ waar de goederen zijn opgeslagen, waar Deliveroo en anderen afhankelijk zijn van de timing van de restaurants. Dit maakt het bezorg proces ook veel voorspelbaarder, waardoor er mogelijk minder noodzaak is om met allerlei ingewikkelde in demand constructies te gaan werken.

Kan het uit?

Een belangrijke vraag die altijd terecht wordt gesteld wanneer investeerders miljoenen tegen een muur aangooien in de hoop dat er iets blijft plakken is: kan het model uit op het moment dat de bezorging niet meer wordt gesubsidieerd door geld van investeerders. Wat een model als deze sterk maakt is dat het niet alleen om bezorging, maar ook om de verkoop van producten gaat. Met een beperkt assortiment en gebruik makend van lokale hubs in wijken (met 10 minuten bezorgtijd moet je denken in postcodegebieden, niet in steden) leer je snel wat er in een wijk populair is en kun je de kracht van het eigen merk ook gebruiken om eigen huismerken te maken en de marge te vergroten. Daarnaast kan het model worden uitgebreid met andere soorten logistieke dienstverlening.

Waar gaat het heen?

Om zicht te krijgen waar dit soort ontwikkelingen heen gaan is het altijd interessant om te kijken hoe vergelijkbare startups op andere continenten het doen. In de VS heb je bijvoorbeeld GoPuff. In een artikel op CNBC wordt daar het volgende over gezegd: “GoPuff, based in Philadelphia, was launched in 2013 by two college students at Drexel University. The company aims to take on traditional convenience stores by offering a range of household essentials like over-the-counter medicines and cleaning supplies to snack foods and alcohol.” Je ziet dus dat het aanbod van te bezorgen goederen kan worden uitgebreid in verschillende categorieën. GoPuff heeft overigens net een investering van 1,15 miljard dollar binnengehaald en wordt momenteel gewaardeerd op 8,9 miljard dollar. Een van de investeerders is Softbank, het investeringsvehikel dat we nog kennen van onder andere Uber en WeWork. In dit artikel lees je meer over het bedrijf, onder andere over de doelgroep die het aanspreekt: “The average goPuff shopper is in their mid to late 20’s, but has expanded from targeting only students to including busy, career-focused individuals and parents.” En dat het naast een vaste prijs per bezorging ook met een abonnementsmodel werkt: “Frequent goPuff shoppers can opt to purchase a membership to become part of the “Fam.” The membership costs $5.95 per month and includes free delivery on every order.” Verder heft dit bedrijf ook de bezorgers gewoon in dienst. Van GoPuff lees ik dat zij de goederen in ongeveer 30 minuten bezorgen. Dat lijkt mij een een reëlere belofte. De tien minuten van Gorillas en anderen is bizar weinig en het is de vraag of de investering om dit te kunnen garanderen de juiste is.

Waar dit in Nederland uiteindelijk geen gaat, dat is de vraag. In de VS concurreren dit soort platformen vooral met “stores with strong “convenience” offerings” zoals de 7/11. In Nederland hebben we dit soort winkels een stuk minder. Daarnaast concurreren zij in de VS met bestaande bezorg apps: “GoPuff isn’t the only company working to expand the scope of products that consumers can get delivered to their doorstep within an hour or on the same day. Amazon’s 2-hour Fresh service, as well as DoorDash, Uber Eats, Postmates and Instacart, have added categories like groceries, personal care items and household goods.” Ook hier zijn we in Nederland een stuk minder ver mee. Wat natuurlijk niets zegt waar het heen zou kunnen gaan. Al met al zou je kunnen zeggen dat dit soort platformen weer een extra speler in de markt vormen die zich richt op online, boodschappen, gemak en snelheid. En daarmee wordt het landschap nog diverser en moeten de bestaande spelers nog harder aan de bak om waarde voor hun klanten te creëren.

Rabobank met financieringsproduct verkooppartners bol.com – Emerce

Rabobank met financieringsproduct verkooppartners bol.com – Emerce

Het uitdagende van een platform is dat je minimaal twee klanten hebt: de aanbieders en de klanten. Demand and supply. Beiden moet je tevreden houden en dat is lang niet altijd even makkelijk. Het platform model is dan ook behoorlijk ingewikkeld om succesvol te maken.

Bol is duidelijk op zoek naar hoe het de aanbieders van toegevoegde waarde kan zijn. In dit stuk: “Rabobank brengt voor ondernemers op bol.com Flexibele Financiering uit, een razendsnel verstrekte lening voor een bedrag tussen de 5.000 en 250.000 euro. <….> Via de API’s van bol.com kijkt Rabobank naar de omzet van afgelopen twaalf maanden en de PSD2-transacties. Op grond daarvan doet de bank aan bol.com-ondernemer een leningsvoorstel. Als deze het indicatieve voorstel accepteert, volgt de dag erna nog videotelefonisch contact en staat vier dagen later het geld op de rekening.” Slim.

Deliveroo IPO: Will Shu, Amazon, Index Ventures stand to get rich

Deliveroo IPO: Will Shu, Amazon, Index Ventures stand to get rich

Deliveroo gaat binnenkort naar de beurs. Uit dit stuk wordt duidelijk dat de aandelen die Will Shu, de oprichter van Deliveroo, dan een half miljard pond waard zullen zijn. Er zijn jaren dat ik het niet verdien. In het licht van de grote winsten van de aandeelhouders is het bericht “Deliveroo to offer £16m ‘thank you fund’ for riders” dat enkele weken geleden verscheen niet heel veel waard: die 16 miljoen is een fooi. Je zou het woord ’thank’ van ’thank you fund’ dan ook prima kunnen vervangen voor een woord van vier letters dat begint met een F. Maar dat is mijn mening.

Enfin. Ook Amazon komt in deze blog als grote winnaar uit de bus: het zou 1 miljard pond aan de beursgang kunnen verdienen. Ik denk alleen niet dat het Amazon hier om het geld gaat. Amazon heeft vooral een uitdaging in de last mile delivery en kan daar Deliveroo en de ervaring van het bedrijf heel goed bij gebruiken.

Intussen hebben enkele investeerders aangegeven niet te willen investeren bij de beursgang van Deliveroo: zij maken zich zorgen over hoe het bedrijf met de koeriers om gaat. Dat is natuurlijk heel sympathiek, maar met de rechtszaken in de UK (Deliveroo is van origine een Engels platform) rondom Uber is de onzekerheid van de status van de koeriers natuurlijk ook een enorm risico voor investeerders. Ik geloof graag dat de investeerders een sociaal hart hebben, maar vermoed toch dat ze zich hier iets roomser dan de paus positioneren.

Helft van online aankopen wordt via marktplaatsen gedaan | NU.nl

Helft van online aankopen wordt via marktplaatsen gedaan | NU.nl

“Meer dan de helft (54 procent) van de online aankopen van producten in Nederland wordt via marktplaatsen gedaan. Dat blijkt donderdag uit onderzoek van Multiscope en de Hogeschool van Amsterdam.”

Dat is flink. Er zit wel een kleine adder onder het gras. De onderzoekers differentiëren in ’traditioneel’ e-commerce bedrijf vs online marktplaats. Coolblue vs Bol/Amazon. Het overgrote deel van de marktplaatsen is ook e-commerce bedrijf. Een (groeiend) deel van de omzet komt uit het marketplace/platform deel, maar een substantieel deel van de omzet komt uit het verkopen van spullen uit eigen magazijn. Het ziet er niet naar uit dat daar in dit onderzoek rekening mee is gehouden. En dan is het misschien juist dat ‘van alle online aankopen van nieuwe producten al 54% via online marktplaatsen gedaan wordt’ (beter: websites die een online marktplaats component bevatten), maar dan mag de vermelding dat ‘van alle online omzet maximaal 30% via het marketplace model wordt gegenereerd’ niet ontbreken. Alsnog een flink percentage, maar wel een belangrijke en relevante nuance.

Wat mij overigens verbaasde is dat het onderzoek, waar de HvA (een met publiek geld gefinancierd instituut) aan heeft meegewerkt, achter een hele dikke paywall (1.295,- per exemplaar) is gestopt. Er lijkt geen open access variant beschikbaar te zijn. Gemiste kans. Ik ben van mening dat met publiek geld gefinancierde onderzoeken altijd ook voor het publiek leesbaar zouden moeten zijn.

How Franchising Paved the Way for the Gig Economy | KQED

How Franchising Paved the Way for the Gig Economy | KQED

Ik heb vaker nagedacht over hoe platformwerk in veel gevallen gelijkenissen heeft met franchising. Ik heb nog weinig hierover terug gelezen in de literatuur en wil daarom deze blog delen die ik vorige week tegenkwam:

“Franchising helped set a legal precedent for the kind of control gig companies customarily exercise over their workers.

With the development of apps, gig companies have gone a step further than the franchise model. Instead of requiring franchisees to buy into the brand to run their own business, gig workers sign up on their platforms to do piecemeal gigs. This “platform argument” has been key to how many gig companies justify their employment practices to regulators.

Gig company executives and their legal teams consistently argue they are not running taxi or delivery businesses, but instead tech companies that have created platforms to connect consumers to independent service providers. Under this platform argument, Uber drivers, Instacart grocery shoppers or DoorDash deliverers are not employees, but rather entrepreneurs running their own businesses.

This argument has been very successful, largely because of the way the U.S. now enforces antitrust law, says University of Utah economist Marshall Steinbaum.

“The business model of gig companies is dependent on the weakening of antitrust,” says Stein
baum, who published a paper on the issue.”

Het paper staat dan ook bij deze op mijn leeslijst. (en die is helaas nog wat lang….)

In de media

Populariteit maaltijdbezorging zorgt voor opkomst ‘spookkeukens’ | Horecava

Populariteit maaltijdbezorging zorgt voor opkomst ‘spookkeukens’ | Horecava

“Spookkeukens in opmars door stijging populariteit van maaltijdbezorging. Restaurants waar je wel eten kunt bestellen maar ze niet kunt bezoeken.”

Besteld en 10 minuten later in huis: startups willen supermarktbranche opschudden | NOS

Besteld en 10 minuten later in huis: startups willen supermarktbranche opschudden | NOS

De nieuwe bedrijven halen momenteel honderden miljoenen op met hun snelheidsbelofte. Maar hoe kan je zo’n snelle bezorging – van borrelnootjes tot deodorant – garanderen?

Ook gelezen

Eigen publicaties

Uber erkent chauffeurs in de UK als ‘worker’. Is dit goed of slecht nieuws? – ZiPconomy

Uber erkent chauffeurs in de UK als ‘worker’. Is dit goed of slecht nieuws? – ZiPconomy

Het stuk dat ik vorige week voor mijn nieuwsbrief schreef is intussen ook als blog op ZiPconomy terug te lezen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Analyse: Uber erkent chauffeurs in de UK als ‘worker’. Is dit goed of slecht nieuws?

Goedemorgen! Vorige week was er groot nieuws van Uber in de UK. Het bedrijf maakte een ommezwaai door de taxi chauffeurs die via het platform te erkennen als ‘worker’. Is dit goed nieuws? Of zit er een addertje onder het gras? Voor deze editie maakte ik een uitgebreide analyse. Veel leesplezier en een mooie week!

Een van de meest prangende discussies rondom platformwerk, en eigenlijk in heel arbeidsland, is die van de status van de werkende. Is deze werknemer (via welke waanzinnige of schimmige constructie dan ook) of niet. De uitdaging in deze discussie is dat het constant over ‘trade-offs’ gaat. Flexibiliteit of zekerheid. Autonomie of gezag. Het is vaak of-of, bijna nooit en-en. Het een beweegt niet richting het ander: er is geen beweging in te krijgen. Het lijkt de polder wel 😉

De discussie rondom Uber zit in eenzelfde vacuüm gevangen. Uber wil dat de chauffeurs flexibel en dus freelancer zijn, waarbij het goed om te weten is dat het overgrote deel van de taximarkt voor Uber ook al uit freelancers bestond en Uber ook met fleetpartners (onderaannemers) werkt. De vakbonden willen dat zij in dienst van het bedrijf treden: een nobele strijd waarbij de kans reëel is dat mocht dat gebeuren de omstandigheden niet al te best zullen zijn. Het blijft een kwetsbare markt en je kunt het de vakbond niet kwalijk nemen dat het, misschien tegen beter weten in, strijd voor een eerlijke arbeidsmarkt. Bij gebrek aan leiderschap en daadkracht bij overheid moet iemand het doen zal ik maar zeggen.

Uber is wereldwijd in menig rechtszaak rondom de status van de chauffeurs verwikkeld. Het bedrijf weet dat het uiteindelijk meer zekerheden zal moeten bieden aan de chauffeurs, maar probeert het werkgeverschap te vermijden. Dat is de reden dat het bedrijf, samen met enkele andere platformen, in California via een 200 miljoen dollar kostende ‘proposition 22’ lobby in 2020 een eigen categorie heeft weten te creëren. Een freelancer plus of een werknemer min, het is maar net wie je het vraagt. Deze zogenaamde ‘proposition 22’ vormt een blauwdruk dat het bedrijf gebruikt om in onder andere Canada als Europa te lobbyen voor andere regelgeving.

Een van de meest opzienbarende uitspraken is de zaak waar enkele weken geleden de rechter in de UK bepaalde dat een bepaalde groep chauffeurs die in 2016 via het platform geen freelancer, maar ‘worker’ zijn. Worker is een tussencategorie in de UK: een soort ‘werknemer light’ (of: ‘freelancer plus’). Uber is het in eerste instantie niet met de uitspraak eens en reageerde als volgt: “We respect the Court’s decision which focussed on a small number of drivers who used the Uber app in 2016. Since then we have made some significant changes to our business, guided by drivers every step of the way. These include giving even more control over how they earn and providing new protections like free insurance in case of sickness or injury. Vorige week verraste Uber vriend en vijand met een opiniestuk waarin Uber CEO Dara Khosrowshahi aankondigde vanaf dat moment de 70.000 chauffeurs die via het platform in de UK rijden als ‘worker’ te gaan behandelen. Khosrowshahi geeft aan dat de uitspraak enkele weken het bedrijf duidelijkheid had gegeven wat wél kan en dit de aanleiding is geweest voor deze stap. Deze stap houdt praktisch in dat chauffeurs in de UK, de tweede grote markt van Uber, recht hebben op tenminste het minimumloon, 12,07% vakantiegeld en een bijdrage voor pensioen. Dit komt bovenop de in 2018 ingevoerde ‘free insurance to cover sickness, injury and maternity and paternity payments’. Zekerheden die chauffeurs nu krijgen, zonder dat het effect heeft op de flexibiliteit die bij het rijden via de app komt kijken.

De reacties op de stap van Uber zijn wisselend en er is veel wantrouwen. Niet heel verrassend gezien de historie van het bedrijf. En hoewel de stap eentje in de goede richting is, zijn er nog veel vragen. En juist deze vragen laten zien dat flexibiliteit (zeker in combinatie met betaling per rit en inbreng van eigen bedrijfsmiddelen) en zekerheid nog steeds lastig zijn te combineren. Dit komt het duidelijkst naar voren in het vraagstuk rondom het minimumloon. In de UK is dit volgens Uber momenteel 8,91 pond per uur en volgens de cijfers van Uber verdient een chauffeur in Londen gemiddeld 17 pond per uur. Voor de duidelijkheid: het aangekondigde minimumloon is een ondergrens: chauffeurs kunnen altijd meer verdienen.

Hoe bereken je het minimumloon?

Hoe bepaal je een minimumloon wanneer een chauffeur per rit wordt betaald? The devil is ook hier in the details. De tijd die door Uber wordt meegenomen in de berekening van het minimumloon is die van het accepteren van een rit tot het moment dat de klant de taxi weer heeft verlaten. De wachttijd is voor rekening en risico van de chauffeur. Dat maakt een flink verschil: in dit onderzoek (figuur 3) komt naar voren dat een chauffeur gemiddeld 30 procent van de tijd wacht op een ritje. Dit is wat de rechter bij punt 136 hier over zegt:

“If the reality is that Uber’s market share in London is such that its drivers are, in practical terms, unable to hold themselves out as available to any other PHV operator, then, as a matter of fact, [when they have the Uber app switched on] they are working at [Uber London’s] disposal as part of the pool of drivers it requires to be available within the territory at any one time. … if, however, it is genuinely the case that drivers are able to also hold themselves out as at the disposal of other PHV operators when waiting for a trip, the same analysis would not apply.”

Waar het op neerkomt is dat op het moment dat een chauffeur in ingelogd dat deze vrij is om tegelijkertijd voor andere aanbieders ritjes te accepteren en vrij om ritjes van Uber te weigeren. Voor veel chauffeurs is Uber niet de enige ‘bemiddelaar’ die zij gebruiken om ritjes te verkrijgen. Uit een onderzoek van Ipsos (in opdracht van Uber) uit 2018 blijkt dat 37 procent van de respondenten aangeeft “ook te rijden met andere taxibedrijven naast het aanbieden van hun diensten via de Uber app”. Ook een rapport uit 2019 van de Gemeente Amsterdam geeft aan dat “de meeste chauffeurs meerdere applicaties gebruiken. Ook bestelt gemiddeld 26% van hun klanten de taxi op een andere manier vooraf”. Je kunt dus zeggen dan op het moment dat een chauffeur ritjes kan weigeren en ook na het inloggen bij Uber ritjes voor anderen kan accepteren en uitvoeren het vreemd zijn als de chauffeur dan ook nog van Uber krijgt doorbetaald. Wat in het voordeel van Uber zou spreken. Aan de andere kant is het ook vreemd dat het volledige risico bij de chauffeur komt te liggen en kan het gegeven dat zij ook voor anderen rijden ook komen vanuit de noodzaak dat er te weinig ritjes bij Uber te verkrijgen zijn. De vraag is dus: is de flexibiliteit een keuze of noodzaak? Dat zal per geval verschillen. Het probleemvan de redenatie van Uber is dat het volledige risico van wachttijd en geen ritjes bij de chauffeur blijft liggen, terwijl Uber controle heeft op hoeveel chauffeurs actief kunnen zijn op het platform. Ik zou ervoor pleiten dat Uber meer verantwoordelijkheid neemt in het reduceren van risico voor de individuele chauffeur (en daarbij dus ook zelf de pijn voelt wanneer er te weinig ritjes zijn), wetend dat dit ten koste gaat van een deel van de flexibiliteit voor die chauffeur.

Wat ook van invloed is op dit minimumloon is de manier waarop Uber de kosten meeneemt van het gebruik van de auto, brandstof, verzekering en afschrijving van de investering voor het mogen opereren als taxichauffeur. Ik heb begrepen dat daarvoor de HRMC (Her Majesty’s Revenue and Customs) systematiek wordt gebruikt, wat als ik het goed interpreteer neerkomt op 52 eurocent vergoeding per gereden kilometer. Wat chauffeurs aan zal moedigen om veel te rijden om de vaste kosten over veel kilometers te kunnen verdelen.

Conclusie

De vraag is nu: is de stap van Uber in de UK er eentje in de goede richting? Uit dit stuk komt naar voren dat er geen eenduidig antwoord is te geven. Het is goed dat Uber in de UK water bij de wijn doet, maar de uitwerking laat ook zien dat zekerheid en flexibiliteit nog steeds op gespannen voet staan. En ook de vraag mag worden gesteld of de (gewenste) flexibiliteit een keuze of noodzaak is. Waarbij het altijd belangrijk is om te kijken wat de ‘standaard’ in de markt is.

Kijkend naar het grote plaatje valt de keuze van Uber om in de UK voor de ‘worker’ categorie te kiezen (ik zeg bewust kiezen, omdat de uitspraak van de rechter voor op selecte groep chauffeurs van toepassing was) binnen de lijn die het bedrijf alweer even geleden heeft ingezet. Dat Khosrowshahi in zijn opiniestuk de meeste regelgeving rondom arbeid nog steeds ‘outdated’ noemt laat zien dat de strijd voorlopig nog niet is gestreden. Extra cru is het voor de chauffeurs die de rechtszaak in de UK hadden aangespannen. In een poging op te komen voor de rechten van de chauffeurs hebben zij Uber een aanleiding aangereikt een in hun ogen halve verantwoordelijkheid te nemen. Waar zij naar mijn mening ook te weinig zicht hebben gehad op de trade-off flexibiliteit versus zekerheid. Niet dat hen iets kwalijk is te nemen: ook zij strijden voor betere rechten voor hun collega chauffeurs. En de impact voor het debat in Nederland? Ik verwacht dat deze casus hier weinig impact op zal hebben. De ‘worker’ categorie is een unieke categorie in de UK en in Nederland verwacht ik niet dat er snel een derde smaak bij zal komen. Voorlopig zal hier het debat over de contractvorm dus nog wel even doorgaan en zal flexibiliteit versus zekerheid nog wel even een ‘trade-off’ blijven. Maar ik laat mij graag verrassen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Veel aandacht voor transparantie in de platformeconomie: rapport ACM, een rechtszaak en een alternatieve vakbond | Zo versterken platformen bestaande bedrijfsprocessen | Marktplaats voor bruggen gelanceerd

Goedemorgen! Afgelopen week druk geweest met de laatste fase van mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata en verschillende online presentaties. Ook staan er twee nieuwe onderzoeken in de steigers, maar daarover later meer. In deze editie veel aandacht voor het onderwerp transparantie in de platformeconomie. Een onderwerp waar naar mijn mening niet genoeg over kan worden geschreven. Want hoewel platformtechnologie informatie asymmetrie oplost, creëren veel platformen juist ook weer informatie asymmetrie richting gebruikers. En dat is geen goede zaak. Gelukkig dat er veel initiatieven zijn om  aan de slag mee te gaan.

Veel leesplezier weer en fijne week!

ACM ziet risico’s van betaald ranken voor consumenten en concurrentie | ACM.nl

Deze week werd bekend dat bij Thuisbezorgd afgelopen jaar meer restaurants extra geld hebben betaald om hoger in bezorgapp te komen. Een strategie die door meer platformen wordt toegepast. En een strategie om vraagtekens bij te zetten. Vaak heeft de consument geen idee dat dit ook impact heeft op de ranking: zij gaan ervan uit dat alleen echt relevante variabelen worden meegenomen bij het opzetten van de ranking na een zoekactie. Radar had hier in 2019 een prachtig item over, check vooral het stuk waar de woordvoerder wordt geconfronteerd met deze praktijken en de vraag wat nu de meest relevante zoekresultaten zijn.

Ook de Autoriteit Consument & Markt (ACM) stelt nu na onderzoek vast dat er risico’s zijn verbonden aan betaald ranken voor zowel de concurrentie als de consument.

“Als er veel aanbieders ‘betaald’ hoog in de ranking staan, kan dat leiden tot minder goede aanbiedingen voor consumenten. Ten eerste kunnen aanbieders de extra commissie doorberekenen in de prijs. Ten tweede kunnen betalingen voor een betere positie ten koste gaan van concurrentie op prijs en kwaliteit. Het is nu immers mogelijk om met een extra betaling hoger in de ranking te komen in plaats van met het doen van een beter aanbod. Tot slot, de aanbieders die door de betaling een hogere plek innemen in de zoekresultaten, zijn mogelijk minder relevant voor de consument dan de andere aanbieders. Platforms sorteren normaal gesproken de aanbieders vooral op relevantie voor de consument, zoals reviewscores en herhaalaankopen. Maar door betaald ranken houdt het platform bij het sorteren ook rekening met zijn eigen beloning. <…> De ACM doet vervolgonderzoek naar de rol van transparantie bij betaald ranken.”

Goed dat de ACM hier aandacht aan besteedt. Sowieso is de ACM goed bezig wanneer het gaat om de platformeconomie. Transparantie is ontzettend belangrijk voor een eerlijke platformeconomie. Het is dan wel van belang dat ook goed wordt nagedacht over hoe controle en handhaving wordt ingericht. Op een manier dat het voor iedereen ook werkbaar is.

Dutch court rulings break new ground on gig worker data rights | Financial Times

Nog een bericht over transparantie in de platformeconomie: “Amsterdam court orders more algorithmic transparency at Ola but rejects claims of absence of human oversight at Uber <…> An Amsterdam court has ordered Ola to be more transparent about the data it uses as the basis for decisions on suspensions and wage penalties, in a ruling that breaks new ground on the rights of workers subject to algorithmic management.”.

En ook: “In the case against Ola Cabs, the Amsterdam District Court found that the car-booking app had used an entirely automated system to make deductions from one driver’s earnings — a finding that attracts greater legal protection. Anton Ekker, the lawyer representing the drivers, said that to his knowledge, it was the first time a court had found that workers were subject to automated decision-making as defined in Article 22 of the EU’s General Data Protection Regulation — thus giving them the right to demand human intervention, express their point of view and appeal against the decision.”

Bij Ola sprak de rechter uit dat er sprake was van volledig automatische besluitvormingsprocessen, bij Uber was dit volgens de rechter niet het geval. Een interessante casus wanneer het gaat over algoritmisch management en de weerbaarheid van hen waar dit over gaat. Niet alleen bij platformen, maar bij arbeid in de meest brede zin van het woord. Omdat algoritmisch management (en geautomatiseerde surveillance management) niet alleen bij platformen, maar in steeds meer werkomgevingen voorkomt en voor zal gaan komen. Zeker nu we ook steeds meer online werken en zullen blijven werken.

Deze zaak laat ook weer zien dat gebruikers van platformen recht hebben op informatie over de processen die voor hun van toepassing zijn. Dit is ontzettend belangrijk, want intransparantie in deze beslissing systemen zorgt voor minder vrijheid van de werkende en extra macht vanuit het platform. En dat is iets wat we niet zouden moeten willen.

Amazon Mechanical Turk Workers Launch Effort To Push Back Against Exploitative Labor Practices Through Turkopticon Platform

Amazon Mechanical Turk Workers Launch Effort To Push Back Against Exploitative Labor Practices Through Turkopticon Platform

Transparantie in de platformeconomie deel 3: Turkopticon. Ik was Turkopticon al even uit het oog verloren, totdat ze afgelopen week weer eens in mijn Twitter timeline voorbij kwamen. Turkopticon is een community en een stuk technologie dat is ontwikkelt om platformwerkers op Amazon Mechanical Turk (AMT: het horror platform in de kluseconomie) te ondersteunen. Op dit platform kunnen werkenden wel worden beoordeeld, maar hebben platformwerkers zelf weinig tot geen (eerder geen dan weinig) rechten. Een opdrachtgever kan bijvoorbeeld een uitgevoerde klus zonder opgaaf van reden afkeuren, waardoor de werker niet krijgt uitbetaald. Ook hebben opdrachtgevers geen reputatie profiel, waardoor zij als het ware vogelvrij zijn. De tool van Turkopticon is een crowdsourcingstool waar werkers op AMT ervaringen van opdrachtgevers konden delen. Een soort van crowdsourced reputatie systeem dus.

De tool wordt door henzelf als volgt omschreven: “Turkopticon adds functionality to Amazon Mechanical Turk as you browse for HITs and review status of work you’ve done. As you browse HITs, Turkopticon places a button next to each requester and highlights requesters for whom there are reviews from other workers. Bad reviews let you avoid shady employers and good reviews help you find fair ones. You can view reports made against requesters with a quick click.”

Je zou Turkopticon ook als een moderne vakbond kunnen omschrijven: “Turkopticon is a worker-run non-profit organization whose mission is to organize mutual aid, resources, and advocacy to make Amazon Mechanical Turk work a good job.”. Volgens mij voor iedereen die nadenkt over de toekomst van vakbonden een relevante casus om te (blijven) volgen. Want volgens mij kunnen vakbonden, of movements die het concept vakbond uitdragen, veel leren van ‘crowdsourcing’ methodes wanneer het gaat om zorgen voor betere condities voor platformwerkers. En juist bij platformwerk is dit enorm belangrijk, omdat de onbalans in macht maar op één manier kan worden gebroken: door te organiseren. Dit doe je alleen door relevant te zijn en de ontwikkeling van een dergelijke tool is daar een mooi voorbeeld van. Daar kan menig (of beter gezegd: iedere) vakbond nog iets van leren.

NOWJOBS en Nostradamus ICT sluiten strategisch partnership – Emerce

NOWJOBS en Nostradamus ICT sluiten strategisch partnership – Emerce

Wanneer het gaat om de impact van platformen op de arbeidsmarkt blijft de discussie veelal steken bij een aantal usual suspects. Wanneer de discussie wel verder gaat, dan gaat deze veelal niet verder dan een blik op losse platformen die vraag en aanbod met elkaar verbinden.

Wat naar mijn mening zwaar onderbelicht is, is hoe platformen en platformtechnologie binnen bestaande processen en binnen organisaties een rol gaan spelen. Voor dat laatste deelde ik de afgelopen maanden al voorbeelden van platformen die interne mobiliteit en interne marktplaatsen faciliteren. In dit artikel op Emerce een mooi voorbeeld van hoe platformen binnen bestaande processen kunnen worden geïntegreerd. En dit stuk wordt geschreven dat Nostradamus (o.a. een planningstool voor horeca organisaties) een koppeling heeft gemaakt met Nowjobs: een uitzendplatform. Op het moment dat in de planning geen gebruik kan worden gemaakt van de eigen poole van de organisatie, kan de klus direct worden ingeschoten naar Nowjobs en kunnen kandidaten uit de Nowjobs poole reageren. Zonder tussenkomst van een uitzendbureau en met minimale transactiekosten.

Een mooie casus die laat zien hoe platformen bestaande processen kunnen verbeteren en transactiekosten kunnen verlagen.

Lancering Nationale Bruggenbank: 11 maart 2021 | Rijkswaterstaat

Lancering Nationale Bruggenbank: 11 maart 2021 | Rijkswaterstaat

Ik heb de laatste jaren veel deeleconomie voorbeelden de revue zien passeren, maar ook ik moest even twee keer lezen toen ik deze voorbij zag komen: “een onafhankelijk platform van overheden voor overheden, waar vraag en aanbod van gebruikte bruggen samenkomen.”

“Brugbeheerders beschikken over alle informatie van de verschillende bruggen die zij in beheer hebben. Om die reden weten zij goed wanneer bruggen beschikbaar komen voor hergebruik en welk type brug zij zelf nodig hebben op een specifieke locatie. Belangrijk is dus dat deze kennis en informatie bij elkaar kan komen op een centrale plek.”

Slim.

Google haalt uit naar Microsoft in discussie over betalen voor nieuws | NU.nl

Google haalt uit naar Microsoft in discussie over betalen voor nieuws | NU.nl

De lobby van Google die boos is op de lobby van Microsoft die eigen belangen behartigt. Had natuurlijk liever gezien dat de tech lobby eensgezind één front zou vormen… Het zou mij niet verbazen dat tech lobby eindigt in twee kampen: zij met advertisement / data handel als businessmodel en zij die zonder advertisement als businessmodel. De lobby zonder advertisement zal overheden ‘steunen’. Prima, zolang we niet vergeten dat ook dat zware lobby is.

Ook gelezen

In de media

Jasper (23) is één van de 285 maaltijdbezorgers van Deliveroo die naar de rechter stappen | Trouw

Jasper (23) is één van de 285 maaltijdbezorgers van Deliveroo die naar de rechter stappen | Trouw

285 Deliveroo bezorgers hebben zich bij FNV gemeld voor een arbeidscontract. In dit stuk in Trouw mocht ik duiding geven aan deze gebeurtenis.

De onzichtbare economie van de
crowdworkers | Trouw

De onzichtbare economie van de crowdworkers | Trouw

Aan dit artikel over de online kluseconomie, de roze olifant in de kamer bij ieder debat over platformwerk, mocht ik een bijdrage leveren.

Martjin Arets – collaborative economy expert by Gigapod • A podcast on Anchor

Een podcast interview met ondergetekende voor het Zweedse platformbedrijf Gigapod.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Discriminatie in de platformeconomie | Hoe campagnevideo FNV laat zien dat symptoom bestrijden kansloos is | Payrollers worden platformen

Goedemorgen! Afgelopen week deelde ik via Twitter: “I love it when a plan comes together”. Binnenkort volgt meer nieuws, maar er staat iets heel gaafs te gebeuren: een wereldprimeur. Ik snap het: flauw om er verder niets over te zeggen, maar ik wil de in deze tijden toch een stukje positiviteit delen 😉 Afgelopen week weer mooie colleges verzorgd voor het blok Platformeconomie aan de Global School for Entrepreneurship en ook de nodige klanten mogen helpen met platformvraagstukken. Nadat in maart vorig jaar iedereen in de survival modus ging merkte ik in oktober dat de blik weer op de toekomst is gericht, wat vooral voor mijn werkzaamheden erg prettig is. Ik heb het nu drukker dan ooit, al kan ik niet wachten om ook echt weer fysiek op pad te mogen. Maar daarin ben ik vast niet de enige. Fijne week!

Van onderzoek naar oplossingen: discriminatie en de platformeconomie | ZiPconomy

Van onderzoek naar oplossingen: discriminatie en de platformeconomie | ZiPconomy

Onlangs (mede)organiseerde ik een online workshop over discriminatie in de platformeconomie. Afgelopen week werd het verslag van deze workshop in de vorm van een blog gepubliceerd op ZiPconomy.

Je zult zien bij het lezen van het stuk dat ook in de platformeconomie discriminatie plaatsvindt. Een van de vragen die centraal stond in de discussie is of discriminatie bij platformen meer of minder voorkomt dan in de niet platformwereld. Dat is lastig te zeggen voor dé platformeconomie en verschilt per casus. Zo zal discriminatie vermoed ik minder voorkomen bij platformen met een ‘open inschrijving’ voor werkenden, waar het algoritme de match maakt (toewijst) en waar de uit te voeren werkzaamheden door iedereen zonder voorkennis en -opleiding uit te voeren is. Maaltijdbezorging bijvoorbeeld. Daar wordt opgemerkt dat dit juist een kans is voor hen die in de traditionele arbeidsmarkt geen kans krijgen.

Discriminatie zal vermoed ik vaker voorkomen wanneer de klant zelf de aanbieder uitkiest en weinig houvast heeft wat betreft ‘erkend’ vertrouwen. Zoals iemand die een Airbnb appartement boekt of iemand die een Airbnb appartement verhuurt. Op het moment dat er weinig informatie aanwezig is dat het vertrouwen versterkt en er bijvoorbeeld geen automatische goedkeuring in het spel is, is de kans op discriminatie groter. Dan is wel de vraag: is deze groter, gelijk of kleiner dan de niet platformmarkt? Meer onderzoek zal dit moeten uitwijzen.  Daarnaast is het belangrijk om goed na te denken welke informatie je wel en niet toont in een profiel. Ik kan mij voorstellen dat veel persoonlijke informatie in de profielen overbodig is, zolang het platform dit maar ook consistent doorvoert. Wanneer ik een hotel boek via Booking heb ik ook geen idee wie de hoteleigenaar is. Misschien zijn al die verhalen over de noodzaak van persoonlijk vertrouwen in de platformeconomie wel overrated en leiden die alleen maar af van de kern en vergroten de kans op discriminatie. Ik gooi maar even een knuppel in het hoenderhok 😉

Als laatst merkte ik in de discussie dat het woord ‘discriminatie’ soms gelijk werd getrokken met het maken van keuzes wie je wel en niet uitkiest. En juist die keuze en daarmee het maken van de best mogelijke match is natuurlijk iets dat platformen en platformtechnologie ontzettend goed kan faciliteren. Het is daarin juist belangrijk om ervoor te zorgen dat er een keuze kan worden gemaakt op de feitelijke skills. In dat opzicht liggen er nog genoeg kansen.

Apple gaat vragen: wilt u dat deze app u overal volgt? En nu is Facebook boos | De Volkskrant

Apple gaat vragen: wilt u dat deze app u overal volgt? En nu is Facebook boos | De Volkskrant

De discussie en strijd tussen techbedrijven en overheden is goed op gang, maar ook tussen de techbedrijven onderling is er nu de nodige discussie. In dit voorbeeld: “Als Apple binnenkort zijn software voor iPhones en iPads bijwerkt, moeten gebruikers expliciet instemmen wanneer apps hun activiteiten volgen.” Goed voor wie privacy onderdeel is van het businessmodel is, minder fijn voor hen die moeten leven van advertenties. In dit stuk wordt terecht de opmerking gemaakt dat onder de AVG het al verplicht is om gebruikers vooraf expliciet toestemming te vragen voor het verzamelen van gegevens. Wat mij opvalt is dat in de advertentie campagne van Facebook de nadruk vooral ligt op de kleine ondernemers die nu minder kans krijgen om tegen lage kosten hun doelgroep online te bereiken. Er wordt weinig gesproken over de gebruikers waar de discussie over zou moeten gaan. Want ik heb (zeker nu tijdens covid) veel sympathie voor kleine ondernemers, maar wil graag wel zelf de keuze maken of dit impact heeft op mijn privacy.

Nu Apple met de store meer inzet op privacy (Apple heeft overigens ook zo zijn eigen problemen met de store), is het de vraag wat Google gaat doen met de Android store. Het bericht van vorige week dat Google stopt met het volgen van surfgedrag voor gepersonaliseerde reclame zou hoop kunnen geven. Al zou het mij niets verbazen wanneer dit een slimme actie is om in de EU discussie over een verbod van gepersonaliseerde advertenties te kunnen zeggen: “een wet is niet nodig, kijk maar, we hebben het zelf al geregeld”. Ik zeg: regel het in de wet en laat dit soort zaken niet over aan de goodwill van bedrijven om wel of niet mee te werken. Privacy is immers geen leuke bonus, maar een fundamenteel recht.

Gezocht: eerlijk werk! | FNV

Vorige week lanceerde FNV een eigen documentaire: “Gezocht: eerlijk werk! Dossier schijn-zzp”. In een tweet deelde ik mijn eerste reactie: “Een campagnevideo een documentaire noemen, slimme marketing. Maar het blijft natuurlijk een campagnevideo.”.

Je kunt en moet van de campagnevideo vinden wat je wilt en ik kan gaan zeuren over feitelijke onjuistheden en het gegeven dat hier natuurlijk een verre van objectief beeld wordt geschetst van de behandelde casussen. Maar laat ik dat nu eens niet doen. Wat ik in deze post wil doen is ingaan de constatering dat FNV in deze video laat zien dat symptoombestrijding een verloren zaak is en we het moeten gaan hebben over de onderliggende vraagstukken.

Het dossier platformwerk is niet nieuw voor FNV: het staat al een tijd op de agenda. Diverse rechtszaken zijn gevoerd. Sommigen zijn verloren, anderen gewonnen. Opmerkelijkste gegeven is dat er voor de platformwerker tot nu toe, ook niet bij de gewonnen rechtszaken, ook maar iets is veranderd. Op zich geen probleem: het is ook geen strijd voor de korte termijn, maar het begint wel op te vallen. Wel heb ik soms de vraag voor wie de strijd wordt gevoerd. Gezien de activiteiten zou de bond vele duizenden platformwerkers als lid moeten hebben om ‘break even’ te kunnen draaien op dit dossier. Ik verwacht niet dat dit het geval is. Het gaat dus duidelijker om een groter plaatje en een ‘angst’ voor de platformisering van de arbeidsmarkt. Ook dat is natuurlijk een keuze.

Er zitten natuurlijk genoeg relevante onderdelen aan de platformisering van de arbeidsmarkt waar terecht zorgen over zijn en waar het legitiem is dat een vakbond zich daar druk over en hard voor maakt. Al roep ik al langer van de FNV dat ik vind dat er teveel naar de symptomen wordt gekeken en dat onderliggende oorzaken en waarden nogal links blijven liggen. Dat is prima op het moment dat het vraagstuk overzichtelijk is: maaltijdbezorgers, taxichauffeurs of thuisschoonmakers. Het wordt problematisch wanneer blijkt dat de zaak complexer is dan je in eerste instantie dacht. En dat is juist hetgeen dat deze documentaire aantoont.

In de video staat voor het eerst in de platformwerk campagne ook een niet platformbedrijf tussen een rijtje platformen: Lyceo. Lyceo is een instituut voor onderwijsondersteuning: bijles, huiswerkbegeleiding, examentraining en ga zo maar door. Degenen die de studenten begeleiden zijn freelancer. Lyceo zou je niet snel als platform categoriseren. Mogelijk dat er intern wel met platformtechnieken wordt gewerkt voor (zelf)planning en organisatie, maar het is geen ‘p2p’ platform als de anderen in het dossier van FNV. In de video wordt aangegeven dat deze werkers ook in dienst zouden moeten worden genomen en Lyceo verantwoordelijkheden ontwijkt door dit niet te doen en met deze constructie te werken.

Want FNV net de keuze van deze casus bewust of onbewust laat zien dat de keuze voor freelance of andere ‘a typische contractvormen’ binnen heel veel dienstverlening bemiddelaars gemeengoed is. Zo heb ik bij het opzetten van Platformwerk.nl veel to-consumer platformen bekeken die bemiddelen in klusjes in en om het huis, huiswerkbegeleiding, klus studenten, oppas, schoonmaak en ga zo maar door. Ook heb ik veel traditionele to-consumer bemiddelaars bekeken die zonder platform vraag en aanbod met elkaar verbonden. Zeker die laatste categorie betreft bedrijven die vaak al tientallen jaren opereren. Wat mij toen opviel is dat geen enkele van deze dienstverleners hun werkers in dienst nam. In veel gevallen werd niet eens over de status van de werkende gecommuniceerd. En als dit werd gedaan, dan werd voornamelijk doorverwezen naar de regeling dienstverlening aan huis: een gedoog regeling die eigenlijk niets oplost, behalve dat door het bestaan van de regeling beleidsmakers het idee hebben dat er iets is geregeld en zij zich geen zorgen hoeven te maken en aan hun verplichtingen hebben voldaan.

Dit laat zien dat het vraagstuk dat speelt bij platformwerk op heel veel meer plekken in de arbeidsmarkt voorkomt. En dit versterkt ook mijn eerdere punt dat symptoom bestrijden zonder ook het fundament ter discussie te stellen kansloos is. Door voor Lyceo te kiezen in deze video laat FNV zien dat het daar ook bewust van is. En daag ik hierbij iedereen in dit debat uit om te stoppen met alleen maar campagnes over symptomen te voeren en het vanaf nu voornamelijk te hebben over de structurele onderliggende vraagstukken en samen te werken aan een oplossing en de hervorming van de arbeidsmarkt waar de werkende en niet de contractvorm centraal staat.

Noot: ik gaf aan dat ik niet zou gaan zeuren over feitelijke onjuistheden, maar ik wil er toch ééntje belichten. In de campagnevideo van FNV claimt professor Mijke Houwerzijl dat ZZP’ers niet meebetalen aan werknemersverzekering, maar nu wel compensatie via de TOZO ontvangen. Wat niet wordt verteld is dat de NOW, de pot waar werkgevers compensatie uit ontvangen voor werknemers, ook niet via de werknemersverzekeringen wordt betaald. Beiden worden betaald uit de algemene middelen: de gezamenlijke belastingpot waar iedereen aan heeft bijgedragen. Het was naast het niet melden van feitelijke onjuistheden dan ook redelijk geweest om te vermelden dat ZZP’ers een fractie (je zou een het fooi kunnen noemen) aan compensatie ontvangen in vergelijking met werknemers. In sommige gevallen een factor 10. Het zou de bonden sieren wanneer zij ook hier een schijnwerper op zouden kunnen richten. Misschien nog een documentaire met de titel: “Gezocht: eerlijke compensatie”? 😉 (vette leestip: de blog ‘een gebrek aan samen’)

Extra handjes in een handomdraai met easyjobs | Twinkle

Extra handjes in een handomdraai met easyjobs | Twinkle

Met de komst van de WAB was het wachten totdat payrollers ook eigen platformen zouden starten. De eerste is inmiddels een feit: easyjobs van Payroll Select. “De meest gebruiksvriendelijke uitzendmarktplaats, gespecialiseerd in gigs (korte klussen) en jobs (uitzendkrachten) van Nederland”. Zo hebben uitzenders er weer een concurrent bij en zullen platformen in uitzendland meer gemeengoed worden.

Platform voor duurzame overnachting Campspace haalt miljoen op | De Ondernemer

Platform voor duurzame overnachting Campspace haalt miljoen op | De Ondernemer

Veel platformen beginnen smal in een bepaalde niche, om vervolgens met die ervaring en klantengroep de dienstverlening te verbreden. Wat je eigenlijk dan altijd ziet gebeuren is dat er dan weer ruimte ontstaat voor nieuwe niche spelers die voor hun specifieke niche een betere oplossing hebben. Zo ook het Nederlandse Campspace: een platform voor kleinschalige outdoorovernachtingen.

Luistertip

Facebook, Free Speech and the Fight for Digital Democracy, With Marietje Schaake and Carl Miller – Intelligence Squared | Podcast on Spotify

Facebook, Free Speech and the Fight for Digital Democracy, With Marietje Schaake and Carl Miller – Intelligence Squared | Podcast on Spotify

Listen to this ep
isode from Intelligence Squared on Spotify. In this week’s episode Marietje Schaake International Director of Policy at Stanford University’s Cyber Policy Centre speaks to Carl Miller about Facebook’s recent legal battle with Australia, Trump’s deplatforming from Twitter and how we can preserve democracy and civil liberties in the age of Big Tech.

Ook gelezen

In de media

Wat Is Er Mis Met Platformen – Martijn Arets by De “Wat is er mis met” Podcast | Free Listening on SoundCloud

Wat Is Er Mis Met Platformen – Martijn Arets by De “Wat is er mis met” Podcast | Free Listening on SoundCloud

Stream Wat Is Er Mis Met Platformen – Martijn Arets by De “Wat is er mis met” Podcast from desktop or your mobile device

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

FNV wint rechtszaak Deliveroo, maar wat vinden de bezorgers hiervan? | Platformwerkers werknemer tenzij…. een goed idee? | Flex minder flex, maar waar blijft vast minder vast? | Hoe het debat rondom arbeid vooral over symptomen gaat

De kluseconomie was afgelopen weken volop in het nieuws. Deliveroo verloor in Nederland een zaak en maaltijdbezorgers kunnen zich als werknemer van het platform melden. In de UK won een groep Uber chauffeurs een zaak waarbij de rechter bepaalde dat deze specifieke groep geen freelancer, maar ‘worker’ is. Niet te verwarren met werknemer. In Italië oordeelde de rechter dat maaltijdbezorgers in dienst moeten en (wederom) in Nederland concludeerde de arbeidsinspectie in een uitgelekt conceptrapport en later in een wederom uitgelekt eindrapport dat freelance platform Temper toch een uitzendbureau is. Al is het natuurlijk aan de rechter (en niet aan de vakbond of de inspectie) om een eindoordeel te vellen.

Wie niet verder kijkt dan de koppen in de krant, zou zeggen dat het einde van veel platformwerk modellen in zicht is en we binnenkort weer over kunnen naar de orde van de dag. Terug naar hoe het was. In deze editie ga aan de hand van 5 artikelen ik dieper in op de ontwikkelingen en pleit ik ervoor dat overgaan op de orde van de dag misschien voor veel instituties de meest comfortabele, maar voor de samenleving de slechtste keuze is die we kunnen maken.

Wat opvalt in het debat en de bovengenoemde rechtszaken is dat er voornamelijk aandacht is voor de symptomen en niet voor de onderliggende oorzaken die deze symptomen veroorzaken. Dat is op zich niet zo verrassend: symptomen zijn over het algemeen goed te bestrijden, of op zijn minst prima tegen te ageren. Systeemveranderingen daarentegen zijn ingewikkeld en, niet geheel onbelangrijk: vragen om het loslaten van verworven rechten (voor een steeds kleinere groep) met het vertrouwen om daar uiteindelijk sterker (voor iedereen) uit te kunnen komen. En zie hier de ‘Catch 22’ van een arbeidsmarktdebat dat gaat over hokjes in plaats van de onderliggende waarden en waarheid. Het een kan niet zonder het ander en daardoor zit het debat al jaren vast.

Fijne week en veel leesplezier!

Dit verdient een verpleegkundige | NU.nl

Dit verdient een verpleegkundige | NU.nl

De transactiekosten voor het wisselen van werk(zaamheden) en klus worden dankzij technologie lager en lager. Technologie als platformen zet de werkende centraal, waardoor de autonomie van de werkende wordt vergroot en locatie en diploma steeds vaker van ondergeschikt belang zullen zijn. Dit gaat verder dan alleen het bepalen waar en wanneer gewerkt kan worden. En dit beperkt zich niet alleen tot flexibele krachten: ook binnen de traditionele arbeidsrelatie zorgt technologie voor deze groeiende autonomie.

Toen Borstlap (je weet wel, dat rapport waaruit niemand mocht cherry picken en waar iedereen nu uit cherry picked…) het had over ‘vast minder vast’ ging het dan ook niet alleen over het makkelijker kunnen ontslaan van een werknemer, maar ook over zaken als interne mobiliteit. Niet alleen ten goede van de werkgever, maar zeker ook ten goede van de werkende. Want juist die werkende is op zoek naar autonomie en zoekt daarbij naar de weg van de minste weerstand. Zo deelde Anneke Westerlaken van CNV in dit artikel op Nu.nl haar volgende bevinding:

“Steeds meer verpleegkundigen kiezen ervoor om uit loondienst te treden en verder te gaan als zelfstandige. Niet eens per se om geld; financieel is het helemaal geen aantrekkelijke stap, ook omdat je als zzp’er zelf verantwoordelijk bent voor je pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verpleegkundigen kiezen hier vaak toch voor omdat ze meer zeggenschap willen hebben over waar en wanneer ze werken. Het is een keuze die een vlucht is van iets anders, dat is geen goede ontwikkeling.”

Mooi om dit van iemand van een vakbond te horen. Die ‘vlucht’ naar de weg van de minste weerstand zullen we de komende jaren meer en meer zien, zowel vanuit de werkende als de werk-/opdrachtgever. Geen grote verrassing in een kenniseconomie. Maar voor veel instituties toch even wennen.

Hilde Palland (CDA) wil duidelijkheid voor zzp’ers: ‘Pas als de regels helder zijn, kun je discussiëren over handhaving’ – ZiPconomy

Hilde Palland (CDA) wil duidelijkheid voor zzp’ers: ‘Pas als de regels helder zijn, kun je discussiëren over handhaving’ – ZiPconomy

ZiPconomy heeft een serie interviews in aanloop naar de verkiezingen over hoe de verschillende partijen kijken naar de toekomst van de arbeidsmarkt. In dit interview komt het concept ‘werknemer tenzij’ voorbij. “Bij twijfel ben je werknemer. Ik stel voor om dat in elk geval zo te doen voor platformbedrijven. Pas als een werkende kan aantonen dat hij bewust ondernemer is en in zijn eigen inkomen kan voorzien, mag hij werken via een platform als zzp’er. Dat geeft de echte zzp’ers duidelijkheid en rust.” Een idee dat een flinke tijd geleden door Gijs van Dijk (PvdA) ook al werd voorgesteld.

Om te beginnen is dit natuurlijk een zwaktebod: het lukt niet om duidelijke kaders op te stellen wanneer iemand wel of geen zzp’er is, dus dan maar op deze manier. Iedereen met een beetje ambitie zou dit niet mogen accepteren. En dan nog, als we de ambitie even overboord gooien en gaan voor het gemak: is dit een werkbare oplossing?

Voor heel de kluseconomie gaat dit sowieso niet werken. Om te beginnen bij de to-consumer platformen. Deze werken doorgaans via de regeling dienstverlening aan huis. De rechter heeft in de Helpling zaak al geoordeeld dat het platform wel een bemiddelaar, maar geen werkgever is. Deze platformen ‘concurreren’ met de zwarte markt en op het moment dat zij hun aanbieders in dienst nemen is het platform binnen een paar maanden failliet en de aanbieders weer terug in de zwarte markt (oppas, thuisschoonmaak, studiehulp, etc.). Daarnaast zijn er meer traditionele matching bureautjes in deze sectoren dan platformen. Moeten zij de aanbieder dan ook in dienst nemen? Gaan we echt kijken naar de manier waarop een transactie tot stand komt hoe we de status classificeren? Dat lijkt mij een onwenselijke en onwerkbare situatie.

Wanneer we naar de to-business platformen kijken is deze regeling misschien heel fijn voor hen die het gevoel heeft als schijnzelfstandige te werken, maar al die freelancers die bewust hebben gekozen voor het ondernemerschap zadel je wel weer op met een enorme administratieve last. Dus wat in het stuk wordt neergezet als ‘dat geeft de echte zzp’ers duidelijkheid en rust’ zou je ook kunnen zeggen: ‘dat zorgt voor een onwenselijke administratieve druk voor echte zzp’ers’. Want hoe moet een zzp’er dan bewijzen dat hij/zij een echte zzp’er is, als het de overheid al jarenlang niet lukt om deze toetst waterdicht te maken?

Ook zie ik steeds meer platformen in to-business markten zullen opereren waar voorheen iedereen ook al als freelancer werkte (technici, journalisten, designers, specifieke vakmensen als loonwerkers, etc. etc. etc.). Deze markt zal de komende jaren nog flink groeien: de informatie asymmetrie is groot en transactiekosten zijn hoog, dus is het logisch dat platform technologie hier waarde gaat toevoegen.

Daarnaast zul je zien dat in een situatie van ‘werknemer tenzij’ platformen gedwongen worden hun businessmodel aan te passen van marge op transactie naar abonnementsmodel en wel de matchmaking faciliteren, maar de administratie niet meer op zich nemen en outsourcen via een derde partij. Dat laatste doen ze overigens toch altijd (escrow), maar wel op een manier waarop het in het platform is geïntegreerd. Daar zullen weer andere partijen in springen en zo is onder de streep het probleem niet opgelost. Niet dat ik ertegen ben dat bepaalde groepen platformwerkers in dienst moeten, maar ik probeer wat meer naar het grotere plaatje te kijken en voorspel bij iedere andere oplossing een eeuwig durend kat-en-muis spel.

Is het ‘werknemer tenzij’ concept de oplossing? Niet voor heel de platformeconomie, mogelijk voor een heel specifiek deel, zoals bijvoorbeeld:

  • stuksprijs
  • match door algoritme
  • geen significante invloed op tarief en voorwaarden
  • on demand transactie
  • 1 opdrachtgever (kan ook 1 matchmaker zijn)
  • tarief onder bedrag X

Het is dus mogelijk, maar ook hier zullen de voorwaarden zo specifiek zijn dat het een flinke uitdaging wordt om een categorie hierin te vangen. Andere oplossing is om te zeggen dat bijvoorbeeld het werknemer tenzij principe werkt voor alle maaltijdbezorgers. Al is het de vraag of hen waar veel over wordt gesproken, maar weinig mét wordt gesproken (de bezorgers zelf) hier blij mee zijn. Dat lees je ook in de laatste bijdrage in deze editie.

Zo zie je maar weer: iedere pleister zorgt er voor dat op andere plekken andere pleisters los beginnen te laten. De tijd van pleisters plakken is voorbij. Leuker kan ik het helaas niet maken, ook niet makkelijker 😉

World Employment and Social Outlook 2021: Snelle groei digitale economie vraagt om coherent beleid

World Employment and Social Outlook 2021: Snelle groei digitale economie vraagt om coherent beleid

De afgelopen zes maanden zijn veel rapporten verschenen over platformwerk, het fenomeen waarbij online marktplaatsen faciliteren dat vraag en aanbod van kortlopende klussen elkaar kan vinden om vervolgens een transactie uit te voeren. De rapporten van SER, SEO, TNO en SCP zijn de meest complete rapporten over dit onderwerp. SCP concludeerde: ‘Platformwerk biedt flexibiliteit en ruimte, maar ook onrust en onzekerheid’ en de SER meldde dat platformwerk ‘meer kansen, maar ook meer risico’ met zich meebrengt. In de rapporten komt naar voren dat platformwerk in Nederland nog klein is, dé platformwerker niet bestaat en de effecten van platformen op de arbeidsmarkt zowel positieve als negatieve kanten kent. Waarbij het de taak van samenleving en beleidsmakers is om de positieve kanten te versterken en de negatieve kanten zoveel mogelijk in te perken.

Afgelopen week publiceerde de ILO (International Labour Organization) een groot rapport over platformwerk.  De kern van het rapport: “Snelle groei digitale economie vraagt om coherent beleid – De groei van de digitale arbeidsplatformen biedt opportuniteiten en uitdagingen voor werknemers en bedrijven. Er is nood aan een internationale beleidsdialoog.” Ook hier wordt de bal dus bij alle stakeholders neergelegd. Ik heb het ruim 260 pagina tellende rapport nog niet helemaal gelezen, maar van wat ik heb gezien is het zeker de moeite waard. Geen zin of tijd om het boekwerk door te lezen? Check dan de video van de presentatie van het rapport afgelopen week. Om de video te bekijken is het volgende wachtwoord nodig: .$1rcmDi

Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken? – ZiPconomy

Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken? – ZiPconomy

“Er zijn steeds meer online platformen om freelancers met korte klussen te matchen. Waarin verschillen deze online klusplatformen ten opzichte van de traditionele uitzendbureaus? Internationaal platformexpert Martijn Arets en universitair HRM-deskundige Jeroen Meijerink deden onderzoek. Zij interviewden een aantal plaformen en kregen input van diverse experts.”

Dit artikel deelde ik al eerder in deze nieuwsbrief, maar het leek mij in het kader van dit debat goed om hem nog een keer te delen om nog eens goed te laten zien wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen uitzendbureaus en platformen. In deze longread komen ook twee belangrijke vragen naar voren die volgens mij, zeker ook in het kader van de berichtgeving rondom het inspectierapport rondom Temper, maar ook in het licht van de lancering van enkele uitzendplatformen, van belang is:

“Ook brengt het onderzoek nieuwe vraagstukken omtrent de rol en verantwoordelijkheden van platformen naar boven. Zo is het de vraag in hoeverre uitzendplatformen zich aan hun zorgplicht kunnen houden. Wordt deze zorgplicht ‘uitbesteed’ aan de gebruikers van het platform? Een andere vraag is in hoeverre de matching algoritmes die (freelance) platformen ontwikkelen, kunnen worden gezien als (indirect) alloceren, iets dat voor nu alleen is toegestaan binnen het uitzendstatuut. Wij verwachten dat dit vraagstuk urgenter zal worden op het moment dat (freelance) platformen in meerdere sectoren en voor meerdere functies zullen worden ingezet, waarmee de complexiteit van de matching zal toene
men.”

Ook in hoger beroep oordeelt rechter: Deliveroo-bezorgers zijn geen zelfstandigen | door Rens Lieman, schrijver en journalist

Ook in hoger beroep oordeelt rechter: Deliveroo-bezorgers zijn geen zelfstandigen | door Rens Lieman, schrijver en journalist

Een goed overzicht van de uitspraak in de zaak FNV <> Deliveroo. Een belangrijke vraag is nu natuurlijk of er maaltijdbezorgers zijn die hun werknemerschap op zullen eisen. En daarna: hoe Deliveroo dit in de app zal verwerken en hoe dit verder allemaal praktisch georganiseerd zal worden. Want dat klinkt misschien wat eenvoudiger dan dat het in de praktijk zal zijn.

Daarnaast is het de vraag: hoe reageren de Deliveroo bezorgers zelf? Zijn zij blij met de uitspraak? Onderzoeker Niels van Doorn kwam met dit verhaal op Twitter:

“While we’re celebrating the A’dam court’s decision that Deliveroo riders should be classified as employees, riders online are not so happy – and this should give us some pause. Basically many are saying: if I wanted a minimum wage job I’d join Thuisbezorgd (Just Eats Takeaway) While they like the idea of getting paid for waiting time, they are afraid that they 1) won’t be able to reject orders anymore, 2) will lose free login (i.e. no more working whenever you want), 3) will see a limit to the number of hours they can work, 4) will be deactivated (because Deliveroo won’t hire all of them as employees), 5) will only make minimum wage (instead of a chance to make more when it’s really busy), 6) those on student visas won’t be able to work over 16 hours, while they need more $ to support themselves.”

Wat ook laat zien dat we soms best wat meer met degenen mogen praten waarover we praten…

Als laatst laat deze tweet van Niels van Doorn zien dat de Deliveroo zaak niet op zich staat en dat er echt een systeemoplossing nodig is: “Gig platforms are embedded in existing labor markets, political economies, and regulatory frameworks. We do not only fail workers because we fail to regulate “the gig economy” – we fail them because we should have shored up regulation & enforcement across low-wage industries.”

Met de winst op Deliveroo lijkt een symptoom aangepakt, maar wanneer gaan we het over het fundament hebben?

En de oplossing?

Roos Wouters van de Werkvereniging deed 8 jaar een voorstel dat steeds vaker wordt herhaald: koppel zekerheden en verplichtingen los van de contractvorm om concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Universele zekerheden en verplichtingen voor alle werkenden. Hiermee maak je het gat tussen vast en flex kleiner en zet je de werkende en niet de contractvorm centraal. Wat mij betreft een super idee.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke regelmatig wordt verstuurd.

Platformpopulisme vs platformnaïvisme | Is Temper een uitzendbureau? | De autonome Dark Kitchen van DoorDash

Goedemorgen! Afgelopen week begon de module Platformeconomie dat ik geef op de ‘Global School for Entrepreneurship‘. De module heb ik zelf opgezet en dit is de tweede keer dat ik hem ook echt uit mag voeren. Erg leuk om met internationale studenten te werken aan hun eigen bedrijf en te bedenken hoe platformdenken hier een bijdrage aan kan leveren. Diverse platformondernemers delen hun ervaringen tijdens de colleges. Afgelopen week was ook de workshop over ‘discriminatie in de platformeconomie’. In een van de komende edities volgt een uitgebreid verslag. Afgelopen week ook een mooie mijlpaal voor deze nieuwsbrief: de 1000ste abonnee heeft zich ingeschreven! Goed nieuws. Dan nu over naar de orde van de dag: ook deze week heb ik weer de nodige artikelen voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne dag en week!

Zo ziet het platformpopulisme van Uber en Robinhood eruit: democratisering beloven, maar vooral de elite verrijken – De Correspondent

Zo ziet het platformpopulisme van Uber en Robinhood eruit: democratisering beloven, maar vooral de elite verrijken – De Correspondent

Twee weken geleden verscheen dit stuk op De Correspondent en via verschillende wegen kwam het stuk in mijn mailbox terecht. Ik dacht eerst dat het een stuk met een titel van 5 jaar geleden was. Je weet wel, in die tijd dat men nog wat naïef dacht dat de platformeconomie een apart soort economie was, waar de regels voor de reguliere economie niet zouden gelden en marketeers nog op hun blauwe ogen werden geloofd 😉

Het stuk is geschreven naar aanleiding van de ophef rondom het platform (eigenlijk is het geen platform, maar gewoon een app en een stukje technologie) Robinhood. Robinhood is een app die drempels om te beleggen drastisch verlaagt en daarmee beleggen voor een grote groep mensen bereikbaar heeft gemaakt. Dit FD artikel geeft een goed inzicht in het bedrijf en de oprichter. Dit verlagen van kosten en toegankelijk maken voor een grote groep wordt door sommigen als ‘democratiseren’ geframed, maar aan dat woord zou ik als ik jou was niet te veel aandacht aan besteden. Er is namelijk niets dat wijst om democratisering: het enige dat gebeurt is dat drempels en kosten worden verlaagd, waardoor een dienst voor een grotere groep gebruikers beschikbaar wordt gemaakt in een markt die voorheen werd gekenmerkt door hoge drempels en grote en complexe transacties. De ‘gewone man/vrouw’ heeft daardoor toegang tot deze dienst, maar heeft verder natuurlijk weinig te zeggen over de dienst. In tegendeel: de marge voor dit soort diensten is minimaal, waardoor je als klant echt niets te zeggen hebt.

Dat zogenaamde democratiseren hebben we natuurlijk al veel vaker gezien. Een voorbeeld hiervan is crowdfunding, de ‘democratisering’ van de financieringsmarkt. Waar voorheen de drempel om aandeelhouder van een bedrijf te worden hoog was, kun je nu via een platform binnen een paar minuten al voor 20euro aandeelhouder worden. Ik was zelf het ‘subject’ dat in 2011 dit als eerste ter wereld voor elkaar kreeg. Dat ging toen niet helemaal goed: ik verloor 100.000euro en mijn aandeelhouders waren hun inleg kwijt. Mijn onbetaalbare lessen deelde ik in dit stuk. Ook de andere vormen van crowdfunding: lenen, voorverkoop en donatie, had last van kinderziektes. Uiteindelijk duurde het flink wat jaren voordat crowdfunding volwassen werd en is het nu op veel vlakken gereguleerd en zijn perverse prikkels om snel en zonder na te denken te investeren uit de systemen gesloopt. Voor apps als Robinhood verwacht ik eenzelfde ontwikkeling. In het FD stuk staat dan ook: “Belangrijker is de vraag of Robinhood de aandelenhandel niet té aantrekkelijk heeft gemaakt. Alsof het een computerspelletje is, met confetti over het scherm bij winst en aanmoediging via sociale media.” ‘Democratiseren’ van de financiële markt vraagt dus ook een heroverweging van de bestaande checks & balances die voor een markt zijn opgezet, om ervoor te zorgen dat mensen nog steeds een goed geïnformeerd besluit nemen en bewust zijn van de risico’s. En dan is het beleggen nog steeds toegankelijk voor ‘de gewone man/vrouw’, maar wel op een verantwoorde manier. Want voor gokken, daarvoor ga je maar naar het casino. En van een pyramidespel worden doorgaans maar een paar mensen heel erg blij.

En het stuk in De Correspondent? Lees het en vindt er van wat je wilt vinden. Ik zie het beschreven platformpopulisme vooral als een klaagzang tegen (platform)bedrijven die de mazen in de wet opzoeken (en oprekken), de verantwoordelijkheid (op een onverantwoorde manier) bij de nietsvermoedende gebruiker leggen, met veel geld de markt kopen (en de concurrent vermorzelen) en daarmee een model najagen dat alleen op korte termijn werkt (of zou mogen kunnen werken) waarbij het verdienmodel een stuk minder interessant is wanneer de echte kosten om het goed te laten lopen moeten worden betaald. Is dit nieuws? Voor mij niet. En ik hoop voor velen niet. Wat mij betreft zou je het woord ‘platformpopulisme’  in dit stuk dan ook prima kunnen vervangen voor ‘platformnaïvisme’. Want wie zich nu nog door dit soort praktijken laat verrassen, die is af.

Arbeidsinspecteur houdt poot stijf: Temper-freelancers zijn geen zelfstandig ondernemer – MT/Sprout

Arbeidsinspecteur houdt poot stijf: Temper-freelancers zijn geen zelfstandig ondernemer – MT/Sprout

Freelance bemiddelingsplatform Temper is volgens de arbeidsinspectie geen platform, maar een uitzendbureau. Dit staat in een gelekt rapport van de arbeidsinspectie. Temper is het hier niet mee eens en ziet zichzelf als een prikbord. De uitdaging in deze zaak zit in het gegeven dat platformen geen prikbord zijn (ze sturen wel degelijk), maar heel anders opereren dan een uitzendbureau dat doet. In de eerder gepubliceerde longread ‘Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken?‘ gaan we (heel) uitgebreid in op de verschillen en de gelijkenissen.

In deze casus komt de complexiteit die we in de longread beschrijven goed naar voren. Temper faciliteert de werkende en helpt ” bij het aanvragen van hun btw-nummers, de startup stelt eisen aan freeflexers wat betreft hun werkervaring, verzorgt de werving en selectie van personeel, heeft door middel van een ratingsysteem invloed op de selectie van freelancers en berekent een gemiddeld uurtarief, waarbij het bedrijf opdrachtgevers adviseert dit uurtarief te gebruiken.” De grens tussen wat wel en niet met alloceren te maken heeft is onduidelijk.

Ook kan een platform als private regulator de regels van het spel eenvoudig aanpassen, waardoor activiteiten waar kritiek op is eenvoudig kunnen worden aangepast, waardoor de discussie weer van voren af aan begint. Zo “oefent Temper volgens de Inspectie SZW gezag uit over de freeflexers door een boeteclausule – van 100 euro – te hanteren wanneer freeflexers na de annuleringstermijn een klus afslaan.” Als dit echt een probleem is, kan Temper dit eenvoudig uit het systeem halen en bijvoorbeeld het opkomstpercentage duidelijker in het profiel laten zien. Aangezien Temper ook faciliteert om zelf een vervanger te regelen wil je als werkende dat dit percentage hoog is, aangezien anders een klant jou niet snel in zal huren. Daar zit geen harde sturing in aan de kant van het platform, maar het effect is hetzelfde. Ik voorzie een lang kat-en-muisspel.

En hoewel FNV enthousiast reageerde op het gelekte rapport, denk ik dat de zaak toch een stuk complexer ligt. En kijk ik uit naar de inhoudelijke discussies die nog komen gaan.

Crypto jobs – find blockchain freelance jobs and get paid in cryptocurrency

Crypto jobs – find blockchain freelance jobs and get paid in cryptocurrency

Door abonnee Bas van de Haterd werd ik gewezen op dit ‘gig platform’ met de belofte: “Find crypto jobs around the globe. Get paid in crypto.” Op het platform worden klussen aangeboden en gevraagd. Een deel daarvan is inderdaad crypto gerelateerd. De uitbetaling vindt plaats in crypto currencies. Aangezien het om online gigs gaat, zullen vraag en aanbod zich overal ter wereld bevinden. Een interessant platform om te volgen en een leuke case voor beleidsmakers. Bij online gigs is er al een uitdaging rondom regulering en belasting: daarvoor zouden internationale afspraken moeten worden gemaakt. Als de klussen dan ook nog eens in cryptocurrencies worden uitbetaald is dat natuurlijk een mooie kans om overal ter wereld te werken en geen cent belasting te betalen 😉

Zo wordt HousingAnywhere nog dit jaar de grootste in Europa – MT/Sprout

Zo wordt HousingAnywhere nog dit jaar de grootste in Europa – MT/Sprout

“Sprout challenger HousingAnywhere heeft 24 miljoen euro opgehaald en neemt verhuursite Kamernet over. Doel: Europa’s grootste verhuurplatform voor jongeren worden.”

Een mooi voorbeeld van een succesvol Nederlands platform. Het platform bestaat al sinds 1999. Zo zijn er stiekum toch best wat succesvolle Nederlandse platformen die niet heel erg opvallen, maar onder de radar best erg succesvol zijn.

“Inmiddels staat er een bedrijf dat 10 miljoen unieke bezoekers per jaar op zijn websites trekt, met een aanbod van meer dan 60.000 woningen. In de regel worden die voor periodes van 3 tot 12 maanden verhuurd.”

Het is ook interessant om te zien hoe een dergelijk platform door de jaren heen uitbreidt. Niet alleen de overnames, maar ook van de eerste versie tot waar het nu staat. Van een kamer ruil website tot “een compleet property management platform voor huurders en verhuurders, met onder meer een betaalmodule.”

3F secures ground-breaking national sectoral agreement for delivery riders -| ETF: European Transport Workers’ Federation

3F secures ground-breaking national sectoral agreement for delivery riders -| ETF: European Transport Workers’ Federation

De Deense vakbond 3F sloot een aantal jaren geleden al als een van de eerste vakbonden een cao af met een platform(pje) voor thuisschoonmakers. Destijds groot nieuws, al is niet helemaal duidelijk wat het effect was. En nu wederom een bericht van diezelfde vakbond: zij hebben een cao afgesloten voor de koeriers van Just Eat.

Het is natuurlijk de vraag waar je je met een cao op moet richten: op de sector, of op de manier waarop vraag en aanbod bij elkaar komt? Ik zou zelf voor de eerste keuze gaan: de sector. Het zou gek zijn wanneer een bezorger die in loondienst is en per uur wordt betaald meer of minder zou verdienen op het moment dat de bestellingen via een platform of via een telefoon binnenkomen, of of deze in dienst is van een platform of van een restaurant. Met dit soort cao’s krijg je wel dit soort onderscheid en ik vraag mij af of dat een goede ontwikkeling is.

En die cao in Nederland? Maaltijdbezorgers in loondienst vallen onder de Horeca cao: een best beroerde cao. Tot 1.976 ervaringsuren bij een zelfde werkgever verdien je in de horeca het Wettelijk Minimum Loon. Met een bruto uurtarief variërend van 2,99 (!!) per uur (15 jaar) tot maximaal 9,94 per uur (21 jaar en ouder). Het is dan ook niet gek dat FNV de bezorgers van platformen het liefst in de TLN cao zet, maar dan heb je weer diezelfde discussie. (lees ook deze blog)

In dat opzicht hebben de bezorgers van Just Eat in Denemarken het beter voor elkaar: die verdienen 16,60 euro per uur. Toch net iets meer dan de Horeca cao in Nederland 😉

Het is ook de vraag wat hier nu het nieuws is: Just Eat heeft de koeriers in dienst, dus die vielen waarschijnlijk al onder een cao. En nu onder een eigen cao. Alleen liggen de problemen juist niet bij dit type platformen, maar bij de platformen die per klus betalen en waar de beloningen variëren en soms niet al te transparant zijn. Kun je dit dan wel een overwinning noemen? Of is het gerommel in de marge? Ik ben er nog niet uit.

DoorDash buys Chowbotics, maker of Sally, the salad-serving robot

DoorDash buys Chowbotics, maker of Sally, the salad-serving robot

Het is alweer even stil rondom de ‘dark kitchens’ van maaltijdbezorgplatformen als Deliveroo en UberEats. Virtuele restaurants (waarom zou een bezorg restaurant een fysieke locatie met stoeltjes moeten hebben) waar het eten heel efficiënt uit een productiekeuken komt.

Deze week kwam dit bericht voorbij: “San Francisco delivery service DoorDash said Monday that it has bought Hayward’s Chowbotics, which makes Sally, an autonomous kiosk that can whip up dozens of made-to-order salad combinations with little human intervention. Chowbotics’ robots can also produce customizable grain and poke bowls, parfaits, cereals and snacks. Diners select their choices on a touchscreen that shows nutrition information.”

Het beeld dat ik hierbij krijg is een zo goed als onbemande ‘dark kitchen’ waar het eten automatisch wordt bereidt en waar de koeriers voor de deur staan om het eten bij de klant langs te brengen. De keuken zit in een vrachtwagen, zodat deze eenvoudig op verschillende plekken kan worden neergezet. Klinkt misschien wat ver weg, maar ik denk dat een dergelijk scenario dichterbij is dan we ons nu voor kunnen stellen. En misschien natuurlijk ook weer niet en dan zit ik er helemaal naast 😉

Workshop verslag

Verslag workshop Skills in de kluseconomie – Kluspaspoort.nl

Verslag workshop Skills in de kluseconomie – Kluspaspoort.nl

Na de blog op ZiPconomy vorige week over de workshop ‘skills in de kluseconomie’ is deze week ook het meer uitgebreide verslag gepubliceerd. Hier heb ik ook maar gelijk een Engelse variant van laten maken, die terug te lezen is via deze link.

Ook gelezen

In de media

Met spoed gezocht: skiwanten, sneeuwboots en schaatsen: de uitleeneconomie draait op volle toeren. | Trouw

Met spoed gezocht: skiwanten, sneeuwboots en schaatsen: de uitleeneconomie draait op volle toeren. | Trouw

Voor een artikel in Trouw over de deel/uitleeneconomie mocht ik een inhoudelijke bijdrage leveren.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke regelmatig wordt verstuurd.

Van klussen naar skills: zo kunnen platformen cv’s verrijken | H&M gaat circulair, maar de fiscale prikkel blijft (nog) | Hoe AP ons leert dat we toezicht anders in moeten richten | De clash tussen Apple en Facebook

Goedemorgen! Vorige week ontving ik twee keer goed nieuws: mijn boek Platformrevolutie is genomineerd voor de ‘Managementboek van het Jaar‘ verkiezing van Managementboek.nl én genomineerd voor de orde van organisatiekundigen en -adviseurs boekenprijs! Heel tof om deze mooie erkenning te krijgen voor mijn werk. Vorig jaar was het boek al genomineerd voor de ‘Platform in Marketing Literatuurprijs’. In April worden van beiden prijzen de winnaars bekend gemaakt, duim je mee?

Komende woensdag 10 Februari (mede) organiseer ik een workshop over discriminatie in de platformeconomie. Aanmelden kan nog steeds. Meer info vind je hier.

In deze nieuwsbrief weer een aantal mooie stukken, inclusief de ‘primeur’ van een verslag van de workshop skills in de kluseconomie die ik twee weken geleden organiseerde. Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

Toch echt iets om trots op te zijn: 2 nominaties in één week!
Van klussen naar skills: zo kunnen platformen cv’s verrijken (en andersom) – ZiPconomy

Van klussen naar skills: zo kunnen platformen cv’s verrijken (en andersom) – ZiPconomy

Twee weken geleden organiseerde ik een workshop over skills in de kluseconomie. Deze workshop was onderdeel van mijn onderzoek naar hoe portabiliteit van reputatiedata kan bijdragen aan een betere positie van de platformwerker. In deze workshop verkende ik met vertegenwoordigers van UWV, Skillab, TNO en Actonomy hoe een ‘kluspaspoort’ (een export van de reputatie- en transactiedata van platformwerkers) kan worden verrijkt met de skills die de platformwerker heeft ingezet tijdens het uitvoeren van deze klussen.

Ik vroeg journaliste (en voormalig teamlid van mijn onderzoek) Claartje Vogel een verslag van deze bijeenkomst te schrijven, welke vanmorgen is gepubliceerd op ZiPconomy.

De workshop geeft voldoende aanleiding om dit vraagstuk verder te onderzoeken en mogelijk een experiment uit te voren. Alle betrokkenen waren namelijk van mening dat klusplatformen heel interessant zijn om skills te verzamelen voor werkenden. Een aantal argumenten:

  • Klusplatformen zijn in steeds meer sectoren actief, waardoor het bijhouden van skills om hier vervolgens op te matchen in de toekomst belangrijker wordt;
  • Skills zeggen weinig over of je ook echt iets kan. Skills in combinatie met ratings kan hier aan bijdragen;
  • Platformen zijn ‘digital first’ bedrijven en gewend om alles te automatiseren en te meten, het is logischer dat een platform dit oppakt, dan een ’traditionele’ bemiddelaar;
  • Platformen denken in tegenstelling tot traditionele bemiddelaars echt in het faciliteren van de werkende in plaats van eigenaarschap van data en kandidaat;
  • Platformen hebben ook baat om dit te automatiseren: de gemiddelde klus is minder dag een dag, de marges zijn dus klein en het verloop doorgaans fors. Iedere ‘menselijke’ interventie kan economische gezien dus gewoon niet uit.

En uitgebreid verslag van deze workshop volgt volgende week. Daarnaast ga ik kijken of partijen interesse hebben om dit concept door te zetten naar een experiment. Wordt vervolgd dus.

Video opname workshop skills in de kluseconomie
H&M richt zich met platform Sellpy op markt voor tweedehandskleding | NU.nl

H&M richt zich met platform Sellpy op markt voor tweedehandskleding | NU.nl

“H&M heeft dinsdag het platform Sellpy op de Nederlandse markt gelanceerd. Daar kunnen consumenten terecht voor het kopen en verkopen van tweedehandskleding. Op die manier wil het bedrijf bijdragen aan de verduurzaming van de modesector.”

Interessante stap van H&M om, in lijn met veel andere merken, aandacht te besteden aan een duurzame (en hopelijk uiteindelijk meer circulaire) economie. Ik ben wel erg benieuwd of dit een sympathieke manier is van greenwashing, of dat er een groter plaatje bij komt kijken.

IKEA is een mooi voorbeeld die duurzaamheid en circulariteit langzaam maar zeker in het businessmodel heeft ingebed.  Ook daar was ik in het begin kritisch over, ik deelde ook in een TV item mijn twijfels. Maar IKEA heeft mij intussen van haar goede bedoelingen overtuigd. Wat mooi is bij IKEA is dat het verschuiven naar een duurzamer model hand in hand gaat met het versterken van het businessmodel en de strategie. Van (online) shoppen naar transport naar montage en vanuit daar naar huur- en leasmodellen en nadenken over hergebruik van de materialen in een tweedehands shop of recyclen. Zo investeerde IKEA onder andere in deze matrassen recycle onderneming.

Ook van de deeleconomie werd lang gehoopt dat dit bij zou dragen aan een meer circulaire economie. Die potentie is en was er zeker, maar er ontbreekt één belangrijke stakeholder in het proces: de fabrikant. Zolang deze het geld verdient op vervanging in plaats van gebruik kun je honderden platformen opzetten om spullen te delen, maar als die boor na gemiddeld 100 uur gebruik stuk gaat, dat schiet je daar weinig mee op. Op het moment dat de fabrikant wordt betaald voor het gebruik en duurzaamheid daarmee onderdeel is van het verdienmodel ga je het verschil maken.

Daar zit dan ook mijn twijfel bij de H&M marktplaats. Goed dat ze dit doen, maar is het niet een kwestie van ‘garbage in, garbage out’? Oftewel: in hoeverre is er markt voor tweedehands fast fashion en kan H&M de energie en middelen niet beter stoppen in betere kwaliteit kleding?

En als laatst: duurzaamheid en circulariteit alleen aan de markt overlaten is ook een slecht idee. Daarom ben ik al jaren fan van het team van Femke Groothuis van Ex’Tax. Een idee van wijlen Eckart Wintzen, een geweldig mens en ondernemer die bekend is geworden om zijn cel theorie (voor organiseren) en nooit de tijd heeft gekregen om zijn ‘andere grote idee’ voor een rigoreuze belastingshift uit te werken. Ik volg het Ex’Tax project al sinds de start. Mijn eerste ‘echte’ baan was bij een communicatie- en eventbureau dat o.a. werd gerund door Eckart zijn voormalig communicatie directeur en waar hij ook de nodige aandelen in had. Op die manier flink wat meegekregen van zijn gedachtengoed en zo ook geïnteresseerd geraakt in zijn belasting idee. Het idee is briljant in zijn eenvoud en werd afgelopen week aangehaald in een artikel in het FD:

“Een verlaging van de belasting op arbeid en een verhoging van de heffingen op verbruik van grondstoffen en vervuiling levert extra economische groei en werkgelegenheid op. Bovendien brengt zo’n verschuiving de doelen voor CO₂-reductie en hergebruik van schaarse natuurlijke hulpbronnen dichterbij.”

Oftewel: haal de fiscale prikkel weg om onverantwoord met grondstoffen om te gaan en vervang deze voor een fiscale prikkel om arbeid betaalbaarder te maken, zodat spullen ook gerepareerd kunnen worden.

Afgelopen week kwam Ex’Tax met een mooi nieuw rapport, een heus Deltaplan, dat werd ontwikkeld samen met Deloitte, EY, KPMG en PwC. Een mooi plan om eens rustig door te nemen, al is de blik op arbeid nog best conservatief. Maar dat is ze (bij deze) vergeven: je kunt niet alles hebben 😉

Onderzoek taken en financiële middelen bij AP | Rapport | Rijksoverheid.nl

Onderzoek taken en financiële middelen bij AP | Rapport | Rijksoverheid.nl

Afgelopen week kwamen de nodige berichten voorbij over de Autoriteit Persoonsgegevens. Zo omschreef Marietje Schaake in een opiniestuk “dat ’s lands datawaakhond slechts 0,3 procent onderzocht van de 27.000 datalekken die in 2019 zijn gemeld”.

Zij schreef ook: “Nu technologie en digitalisering alle aspecten van ons leven raken, levert een gebrek aan kennis, controle en toezicht toenemende schade op. Minister De Jonge kwam er in het eerste Tweede Kamerdebat over het datalek nauwelijks uit. Ook de Kamer zelf is vaak onvoldoende in staat op basis van de benodigde informatie beslissingen te nemen of controle uit te voeren, aldus de Rekenkamer. Het is verleidelijk het GGD-datalek af te doen als het zoveelste voorbeeld van falend coronabeleid. Maar dat lost het structurele probleem niet op.”

Het is dus hoog tijd dat er iets structureel veranderd. En hoewel veel partijen in de programma’s de nodige stukken over digitaal en tech hebben opgenomen, verdwijnt er ook veel (lees: bijna alle) tech kennis uit de kamer na de komende verkiezingen. Er komt een kamercommissie en ik hoop van harte dat deze zwaar wordt ondersteund door een team dat de kennis en continuïteit zal borgen. Gebeurt dat niet, dan zal er de eerste twee jaar vermoed ik weinig gebeuren.

Velen pleiten voor een minister van digitale zaken. Wat mij betreft mag Marietje Schaake die plek zo innemen, maar ik hoop vooral dat digitaal ook structureel en horizontaal geborgd gaat worden. Met checklists, controlecommissies en meer.

Als laatst moest ik denken bij de berichten van AP hoe het straks moet met al die mooie nieuwe wetten die impact moeten hebben op de verantwoordelijkheid van platformen. De Platform2Business directive is hier vorig jaar al voorbij gekomen en straks volgens ook de Digital Service Act en de Digital Market Act. Allemaal heel goede zaken, maar ik ben toch echt heel benieuwd en helaas ook sceptisch over hoe de handhaving eruit gaat zien. Ik denk ook niet dat de oplossing ligt in meer handjes. Wanneer de AP met het huidig aantal handjes 0,3% van het aantal gemelde datalekken onderzocht moet er volgens mij echt worden gekeken naar een andere manier van controleren en handhaven. Daar zal ook iets in moeten worden geautomatiseerd. In mijn boek en in deze blog schreef ik eerder over de algoritme accountant. Dat zal vast niet het gouden ei zijn, maar op de een of andere manier moet er worden gekeken naar de manier waarop toezicht in de digitale economie wordt ingericht. En daar moeten we niet te lang mee wachten…

Tim Cook May Have Just Ended Facebook | Inc.com

Tim Cook May Have Just Ended Facebook | Inc.com

Mooie analyse hoe Apple als ‘lifestyle brand’ zich meer en meer op privacy richt en hoe het daarmee op ramkoers ligt met bedrijven als Facebook die moeten leven van de datahandel. Ik ben benieuwd of Apple hiermee een nieuwe standaard neer gaat zetten waar anderen zich bij aan zullen sluiten. Want ‘die andere grote app winkel’ is in handen van Google, die ook natuurlijk zwaar in de datahandel zit. Die zal vermoed ik een dergelijke stap niet zo snel zetten, want de datakraan dichtdraaien zal niet door de aandeelhouders op prijs worden gesteld.

Ook gelezen

In de media

Luister naar BNR Nieuwsradio – BNR Nieuwsradio

Luister naar BNR Nieuwsradio – BNR Nieuwsradio

Hotels, restaurants en winkels zijn steeds vaker aangewezen op online verkoop via platformen zoals Booking, Thuisbezorgd en Bol. Maar is wel zo verstandig? Afgelopen donderdag was ik bij BNR te gast om hierover in gesprek te gaan.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Hoe is het met BlaBlaCar? | Facebook Oversight Board: ei van Columbus of ordinaire schutting? | Twitter koopt Utrechts nieuwsbrief platform Revue

Goedemorgen! Afgelopen week heb ik mij weer prima vermaakt met een roundtable met vraagstukken over de keuzes die een platform moet maken als marktmeester, online lezingen over platformeconomie en mobiliteit en platformen, interviews voor een onderzoek rondom provincies en platformen en natuurlijk de workshop ‘skills in de kluseconomie’. Ook heb ik onder embargo spannend boekennieuws ontvangen. Volgende week mag ik er meer over zeggen, sorry voor de dooie mus ;-). Komende donderdag om 13:30 ben ik bij BNR te gast om te spreken over hoe ondernemers kunnen samenwerken met platformen. En ik ben druk bezig om een aantal onderzoeken in de steigers te zetten voor de volgende fase van mijn verkenning van de portabiliteit van reputatiedata voor platformwerkers. Genoeg leuke dingen om naar uit te kijken in deze lockdown tijden.

Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

Blablacar’s big plan for long-distance buses | Sifted

Blablacar’s big plan for long-distance buses | Sifted

Afgelopen week gaf ik een presentatie over mobiliteit en platformen, een intrigerende sector voor de platformeconomie. Tijdens de voorbereidingen vroeg ik mij af: hoe zou het met BlaBlaCar zijn. BlaBlaCar, het platform voor lifters, dat in de tijd dat de deeleconomie hip en happening was in 2015 het eerste Europese deeleconomie platform was dat de begeerde ‘Unicorn’ status bereikte. Ik heb in die tijd het platform veelvuldig gebruikt, zowel als aanbieder als ‘klant’. Dat doe ik overigens veel: het is een eenvoudige manier om te leren hoe een platform werkt en om in gesprek te komen met gebruikers. Ook sprak ik beide oprichters. In 2014 in Parijs (video) en in 2016 in Amsterdam (video). BlaBlaCar had op een gegeven moment ook een vestiging in Amsterdam, maar het concept is in Nederland nooit echt aangeslagen.

Grootste probleem voor Nederland is vermoed ik de goede kwaliteit van Openbaar Vervoer en de korte afstanden tussen steden. De voordelen (ook financieel) wegen in Nederland simpelweg niet op tegen het extra ‘gedoe’ om iemand op te halen en weg te brengen voor een ritje van Utrecht naar Amsterdam. Amsterdam naar Parijs daarentegen is wel weer interessant, maar het is de vraag je daar een kantoor in Nederland voor moet hebben. Nee dus. Naast BlaBlaCar zag ik ook verschillende platformen het in de to-business markt proberen. Als bedrijf heb je voor medewerkers buiten de tijden van een pandemie in de ochtend een gemeenschappelijk eindpunt en in de namiddag een gezamenlijk vertrekpunt. Combineer dit met een dagelijks of wekelijks ritme (dus geen incidentele bewegingen) en de businesscase is opeens een stuk interessanter. In Frankrijk heeft BlaBlaCar een dergelijk concept overigens ook uitgeprobeerd. Hier gaven zij een garantie af dat je met ‘meerijden’ wel op je werk zou komen. Mocht er niemand om mee te rijden zijn, dan werd een taxi geregeld. Zolang een dergelijk systeem wordt gevoed met voldoende data, zal het steeds beter lukken om vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen.

Die data kan BlaBlaCar natuurlijk ook gebruiken om nieuwe diensten te lanceren. Zo omschrijf ik in mijn boek hoe het bedrijf in 2018 busbedrijf Ouibus overneemt om zo op populaire routes een completere dienstverlening aan te kunnen bieden. Slim.

Wat ik nog niet wist toen ik mijn boek schreef is dat deze overname op een zelfde moment plaatsvond dat SCNF, de Franse spoorwegen die eigenaar waren van Ouibus,  ook 101 miljoen euro investeerde in BlaBlaCar. Extra interessant wanneer je weet dat SCNF een aantal jaren eerder BlaBlaCar als potentiële concurrent in de toekomst had aangemerkt.

Deze overname was de eerste stap van BlaBlaCar om een breed mobiliteitsplatform te worden. Met de liftservice hadden ze een 80 miljoen gebruikers in 22 landen en een sterk merk: een prima basis om de breedte in te gaan. Ouibus was de eerste stap en in dit artikel is te lezen dat zij in 2019 het plan presenteerden om Busfor, een groot Oost Europees busplatform, over te nemen.

In dit stuk: “Blablacar wants to be the go-to app for road journeys, and to achieve that, it needs to do a whole lot more than cleverly match people who are heading in the same direction at the weekend. It needs to create a really big network of long and short-distance routes, which can carry millions of people, at low cost.”

Volgende stap voor BlaBlaCar zijn treinen. En vliegen zal ook vast op de verlanglijst staan. Wat wel duidelijk is, is dat BlaBlaCar wel altijd een platform / marktplaats zal willen blijven.

De weg die BlaBlaCar is er eentje die je in platformland veel ziet: beginnen met een specifieke dienstverlening met veel gebruikers die het platform af en toe gebruiken. Hier ervaring in opdoen, data verzamelen, een gebruikersgroep opbouwen om met dit als basis de dienstverlening uit te breiden en in te zetten op meer gebruik en standaardisatie en professionalisering van de dienstverlening. Om hiermee optimaal relevant te kunnen zijn voor de gebruiker. Want die wil uiteindelijk ook één app hebben waarbinnen alles te boeken is. En SCNF? Die leren op deze manier slim mee en profiteren van een platform dat zou op eigen kracht nooit zelf hadden kunnen realiseren.

Facebook Has Referred Trump’s Suspension to Its Oversight Board. Now What? – Lawfare

Facebook Has Referred Trump’s Suspension to Its Oversight Board. Now What? – Lawfare

Platformen zullen meer en meer verantwoordelijkheid (moeten) nemen voor de activiteiten die op het platform plaatsvinden. Bij social media platformen is dit het best zichtbaar. In dat kader is dit artikel over de nieuwe ‘oversight board’ van Facebook heel interessant om te lezen. Facebook heeft de vraag ‘wat moeten we met Trump’ bij deze board neergelegd.

Er valt genoeg te zeggen over deze board: hoe vrij kunnen zij echt bewegen en hoe onafhankelijk zijn zij echt? Daarnaast is het de vraag in hoeverre het opstellen van een externe board affect heeft op de verantwoordelijkheden die het platform zelf neemt. Er is natuurlijk een risico dat een board, waar publiekelijk van bekend is wie de leden zijn, een soort van schutting wordt waar het platform kwesties overheen kan gooien om vervolgens de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Er zal dus een manier moeten worden gevonden om een juiste balans te vinden in hoe een dergelijke board kan worden gebruikt en wat de macht is. De auteur van het artikel vat het dan ook pakkend samen:

“Don’t expect high drama or fireworks. But this could signal a substantial change in how the platform approaches content moderation.”

Twitter acquires newsletter platform Revue – TechCrunch

Twitter acquires newsletter platform Revue – TechCrunch

Deze week nam Twitter een Nederlands techbedrijf over. Het gaat hier over Revue. Die naam zal een belletje doen rinkelen: het is de nieuwsbrieftool die ik gebruik voor deze nieuwsbrief. Een mooie stap voor het Utrechtse bedrijf waar ik vanuit mijn kantoorraam naar kan zwaaien. En ook een interessante stap van Twitter, dat hiermee duidelijk laat zien de dienstverlening te gaan verbreden. Ik ben persoonlijk ook benieuwd wat dit zal betekenen voor de ontwikkeling van het platform.

Twitter gaat experimenteren met crowdsourcen van factchecks | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

Twitter gaat experimenteren met crowdsourcen van factchecks | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

“Twitter experimenteert vanaf maandag met Birdwatch, een functie waarmee het factchecken deels wordt uitbesteed aan gebruikers. Het gaat voorlopig nog om een pilot.”

Facebook zet een board op, Twitter wil factchecken gaan uitbesteden aan de gebruikers. Beiden interessant te volgen. De vraag die bij beide voorbeelden wel centraal staat is: hebben zij de eigen spelregels op orde en hoe transparant zijn zij in de eigen handhaving hiervan? Want wanneer je iets uitbesteedt, dan is het essentieel dat je die basis goed hebt staan.

Ook gelezen

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Workshop 10 februari: ‘Discriminatie in de platformeconomie’ | Platformen en onderwijs: niet altijd een goed huwelijk | Platformen op de verkiezingsagenda | E-Marketplaces in Afrika

Goedemorgen! Morgen zal de online workshop ‘skills in de kluseconomie’ plaatsvinden. Meer info en aanmelden kan hier, er is nog plek! En in deze editie ook gelijk nog een uitnodiging voor een online workshop op 10 februari over ‘discriminatie in de platformeconomie’. Over de platformeconomie raak je nooit uitgeleerd 😉

Op dit moment ben ik druk bezig om mijn jaarplanning voor 2021 rond te maken. In April loopt mijn onderzoek naar portabiliteit van reputatiedata af, maar ik ben aan het brouwen op een vervolg. Daarnaast heb ik ook de wens om een nieuw onderzoek te doen naar de oplossingen voor de problemen in de platformeconomie. De uitdagingen zijn bekend, dus tijd om in oplossingen te gaan denken. Dit laatste onderzoek zou dan ook een boek moeten opleveren, maar nu eerst nadenken over het businessmodel.

Daarnaast laat ik ook altijd veel ruimte over voor losse klussen. Zo doe ik regelmatig verkennende onderzoeken voor klanten (van een paar dagen tot een paar weken), geef ik links en rechts advies, geef ik presentaties op (nu even vooral online) congressen, coach ik regelmatig corporatie innovatie teams die met platform proposities bezig zijn en praat ik boards bij over platformen.

Voor deze editie heb ik weer 5 mooie stukken verzameld en voorzien van duiding en commentaar. Fijne week!

p.s. heb je deze nieuwsbrief doorgestuurd gekregen? Aanmelden kan hier! Op zoek naar een spreker over platformen voor jouw (online) event of sessie? Reply dan op deze mail.

UK’s Bloom & Wild raises $102M to seed its flower delivery service across Europe – TechCrunch

UK’s Bloom & Wild raises $102M to seed its flower delivery service across Europe – TechCrunch

Ik ben mijn onderzoeken naar de ontwikkelingen in de platformeconomie in 2012 begonnen, omdat ik verwachtte dat met een jaar of 15 in alle sectoren platformen actief zouden worden. Vandaag de dag kan ik mij geen sector meer bedenken waar platformen op de een of andere manier geen rol spelen. As losstaande marktplaats, een SaaS oplossing om bestaande processen te verbeteren of als technologisch vliegwiel voor nieuwe spelers in een willekeurige sector.

Dit stuk over Bloom & Wild gaat over een ontwikkeling in de laatste categorie. In het bedrijf is reeds 35 miljoen geïnvesteerd en deze week werd bekendgemaakt dat daar nog eens 102 miljoen (dollar) bovenop komt. Niet om een bodemloze put proberen te dempen (het platform schrijft zwarte cijfers), maar om de groeit te versnellen.

Wat kunnen we van een speler als deze leren?

  • actief in een markt waar het aanbod gefragmenteerd is: veel losse bloemenwinkels en een paar ketens;
  • actief in een markt waar het huidige aanbod voornamelijk met een offline mindset naar online kijkt. Natuurlijk zijn er bloemenwinkels met webshops, maar de processen achter de schermen zijn weinig veranderd;
  • leren obv data en daarmee het product ontwikkelen. Dat heeft veel voordelen, o.a. minder ‘waste’ in het proces (beter voorspellen), leren wat de klant wil, etc.
  • duidelijk gaan voor kwaliteit en een eigen identiteit en merk met eigen bloem specialisten (Florists): bloemenverkopers staan niet echt bekend om hun waanzinnige marketing skills;
  • slimme logistiek: een bos bloemen past in een speciale doos die door de brievenbus past. Daardoor is bezorging betaalbaar en kan gebruik gemaakt worden van een bestaand netwerk en hoef je geen eigen bezorg netwerk te gaan bouwen.

Slim concept. Had dit door een bestaande speler in de bloemenbranche gestart kunnen zijn? Die kans is klein. Vaak wordt dan nog te veel vanuit bestaande (logistieke) processen gekeken. Dan praat je meer over digitalisering van bestaande processen, in plaats van digitale transformatie.

‘Digitaal’ in de verkiezingsprogramma’s | Considerati | Partners for the Digital World

‘Digitaal’ in de verkiezingsprogramma’s | Considerati | Partners for the Digital World

Over nog geen twee maanden zijn de verkiezingen. De uitslag hiervan zal ook gevolgen hebben op hoe technologie en platformen op de agenda staan in de Tweede Kamer.

Het slechte nieuws (laten we daar maar mee beginnen) is dat er veel ervaring en goede mensen op dit onderwerp niet terug zullen keren in de Kamer. In deze aflevering van BNR Digitaal wordt daar door Jasper Bakker, ICT-journalist bij AGConnect en Tijs Hofmans van Tweakers verder op ingegaan. Niet alleen op het gebied van tech zal er een grote ‘braindrain’ in Den Haag plaatsvinden: een groot deel van de Kamerleden zal niet terugkeren. Niet heel prettig voor de continuïteit van het besturen van een land en goed nieuws voor wie blijft zitten: dit zal hun voorsprong alleen maar vergroten.

Goed nieuws is dat digitaal steeds meer op de agenda staat. Ik ben daar wel eens wat cynisch over: het moet en kan echt veel beter, maar gelukkig gebeurt er genoeg. Zo zal er een Kamercommissie over ‘Digitaal’ worden geïnstalleerd. Ik hoop echt dat daar ook een flinke organisatie achter wordt geplaatst waarmee de inhoud en continuïteit kan worden geborgd. Dat zou overigens ook prima via een platform kunnen: een soort van crowdsourced adviesgroep. Ik zou zo meedoen. De ACM benoemde in 2020 al 5 ‘Non-Governmental advisors’, volgens mij kunnen niet genoeg van dat soort borgingen van kennis van buiten hebben.

Considerati vergeleek de verkiezingsprogramma’s op digitale thema’s zoals digitaks, platformregulering en AI. Op de volgende thema’s wordt een overzicht gegeven wat de verschillende partijen hierover in hun programma hebben gezet:

  1. Digital taxation
  2. Self-employment, platforms, labor market
  3. Data and AI
  4. Acknowledgment of Digital as a driver for welfare and wellbeing
  5. Competition

Een interessant overzicht.

Business and policy insights: Mapping e-Marketplaces in Africa

Veel aandacht gaat naar grote platformen in Europa en de VS en soms een klein beetje China. Nu waren er de laatste keer dat ik op de wereldkaart keek toch echt nog wat meer continenten, hoe zou het daar gaan met platformen?

Afgelopen week kwam ik dit interessante rapport tegen over (B2C) marketplaces in Afrika:

“Chapter 1 examines the current state of e-commerce in Africa and the challenges it faces. Chapter 2 presents a detailed picture of the online marketplace landscape across Africa. Chapter 3 analyses 15 international and African marketplaces that sell goods in Africa and explores how they function, their requirements and how they can support African SMEs. Chapter 4 considers the lessons learned in this report and suggests how these findings can be used to help develop e-commerce across the African continent. “

“Through the Africa Marketplace Explorer, ITC hopes to show how local and international online marketplaces can become viable venues for African companies. This report presents the findings of research conducted by ITC and the Amsterdam University of Applied Sciences, with an eye to improving understanding about e-commerce in Africa so online marketplaces can be accessed and better integrated into African economies. By taking an in-depth look at the condition of online businesses in Africa, assessing which marketplaces are growing or shrinking, examining how larger and global online marketplaces function, and determining how SMEs can access this new economy, ITC aims to identify what can be done to support and promote trade. “

Ik heb het hele rapport nog niet gelezen, puur wat fragmenten doorgelezen. Ligt dus nog op de stapel ’to read’.

De belangrijkste findings & reccomendations (volgens de summary):

  1. Many African online marketplaces are struggling;
  2. Older, low-tech business models are declining;
  3. Cross border e-commerce must be developed;
  4. Online platforms do not reach most entrepreneurs or countries;
  5. Data, communication, continued focus and support are needed.
Het NCOI casht ten koste van studenten en docenten | De Groene

Het NCOI casht ten koste van studenten en docenten | De Groene

Eerder in deze editie kwam de platformisering van de bloemenwinkel ter sprake. Nu is het tijd om het te hebben over de platformisering van het onderwijs. In een eerdere nieuwsbrief deelde ik al een opname van een sessie over platformen en het onderwijs waar ik tijdens de INNOvember week aan deelnam. Ik zat toen met  Anko van Hoepen (vicevoorzitter PO-raad) en Willem-Jan van Elk (strategisch adviseur leeromgevingen Kennisnet) aan tafel om over dit onderwerp te praten.

Veel gesprekken, ook die tijdens de INNOvember week, gaan over hoe platformen bijdragen aan het onderwijs. Platformen voor onderwijs noem ik dit. Weinig wordt gesproken over ‘onderwijs als platform’, waarbij het platform geen middel is om bestaande processen te verbeteren (procesoptimalisatie), maar er echt een transformatie plaatsvindt.

Bij platformisering van het onderwijs is het veelal ook de vraag in hoeverre dit een verbetering is. In veel gevallen wordt te weinig gekeken naar de sociale componenten. School is meer dan alleen de kennis die je opdoet, maar ook de sociale ontwikkeling en vorming als mens.

Deze week kwam ik deze interessante platform case tegen. Je zou ze kunnen omschrijven als de Uber van het volwassenonderwijs. Zij het niet dat deze organisatie al veel langer dan Uber bestaat. En hoewel NCOI, want daar gaat dit stuk over, zich niet als platform positioneert, heeft het toch verdacht veel kenmerken:

  • Verbinden van gefragmenteerd aanbod met gefragmenteerde vraag;
  • Aanbieders (docenten) zijn freelancer (maar hebben weinig in te brengen: als ik vakbondsleider zou zijn dan zou het woord schijnzelfstandige als eerst naar boven komen);
  • Centraliseren een markt middels een ‘winner takes all’ model;
  • Knipt diensten (opleidingen) op in stukjes, om zo beter te kunnen organiseren en vermarkten;
  • Kwaliteit aanbieders wordt gemeten middels reviews;
  • Reviews hebben groot effect op de privilleges van de freelance docenten;
  • Het lijkt alsof bewust informatie asymmetrie in stand wordt gehouden (en vergroot) als lock-in;
  • Opereert in een markt met veel grijs gebied wbt regelgeving.

En waneer je zo’n case leest dan is dat zeker een vorm van platformisering waar je niet blij van wordt…

Politiek moet eindelijk Big Tech mores leren – NRC

Politiek moet eindelijk Big Tech mores leren – NRC

“Het beschaafd houden van conversaties tussen mensen kunnen we niet uitbesteden aan technologie en enkele multimiljardairs, schrijven Marleen Stikker en Sander van der Waal.”

Leestip van de week, verder weinig op toe te voegen. Stellen de juiste vragen in dit opiniestuk.

En mocht je geen tijd hebben om het hele stuk te lezen, lees dan in ieder geval dit fragment, wat belangrijke context geeft over het vraagstuk waarom deze platformen (in de VS) zo vrij hun gang kunnen gaan:

“De basis van dat probleem stamt uit 1996, het jaar dat de Communication Decency Act in de Verenigde Staten in werking trad. In de 26 woorden van sectie 230 wordt de neutraliteit van internet providers en platforms gewaarborgd: „No provider or user of an interactive computer service shall be treated as the publisher or speaker of any information provided by another information content provider”.

De strekking is dat een digitale dienstverlener, net als telecompartijen, slechts een doorgever is. Hij heeft geen boodschap aan de boodschap en kan dus niet als uitgever worden aangemerkt. Internetdiensten worden sindsdien behandeld als telecomdiensten. Als terroristen een aanslag beramen via de telefoon, wordt KPN daar niet voor vervolgd. Bij een poederbrief wordt de postbezorger niet vervolgd. Zodoende kan Facebook-baas Zuckerberg niet worden vervolgd voor het bieden van een platform aan rechts-extremisme, hate-speech en de initiatie van lynchpartijen in bijvoorbeeld Myanmar.

De vraag is of internetdiensten inderdaad slechts als doorgeefluik geclassificeerd kunnen worden. Sociale media platforms, zoekmachines en browsers hebben wel degelijk belang bij de boodschap. Door sorteringsalgoritmen, advertenties en geautomatiseerde aanbevelingen bepalen deze platforms in grote mate wat hun bezoekers en gebruikers te zien krijgen. Een voorbeeld hiervan is de ‘fabeltjesfuik’: het fenomeen dat je bij het bekijken van video’s op YouTube door het algoritme steeds filmpjes voorgeschoteld krijgt die je verder doen afdrijven van de werkelijkheid.”

Workshop discriminatie in de platformeconomie

Uitnodiging! Voor de workshop ‘Discriminatie in de platformeconomie’

Uitnodiging! Voor de workshop ‘Discriminatie in de platformeconomie’

Discriminatie is een maatschappelijk probleem waar ook platformen mee te kampen hebben. Juist de nadruk op vertrouwen en persoonlijk contact die zo belangrijk is voor het functioneren van de platformeconomie kan discriminatie versterken. Dit probleem heeft de afgelopen jaren dan ook de nodige aandacht getrokken in de media maar ook in wetenschappelijk onderzoek, wat tot interessante nieuwe inzichten leidt.

In deze workshop gaan we aan de slag met vragen als: in hoeverre is discriminatie een probleem voor platformen? Wat zijn effectieve en werkbare oplossingen? En in hoeverre is het de verantwoordelijkheid van platformen om discriminatie tegen te gaan? Tijdens de workshop zullen we ingaan op kennis vanuit de wetenschap over dit onderwerp. Daarna gaan we in gesprek met een aantal platformen over hun ervaring met dit onderwerp en gaan we op zoek naar werkbare oplossingen.

Deze online workshop vindt plaats op 10 februari 2021 van 13:30 – 15:20. Inschrijven kan via deze link. Wees welkom!

In de media

Verkopen via Amazon of bol.com? ‘Let op addertjes onder het gras’ | NU.nl

Verkopen via Amazon of bol.com? ‘Let op addertjes onder het gras’ |  NU.nl

Door de redactie van Nu.nl werd ik geïnterviewd over de vraagstukken binnen e-commerce waar platformbedrijven zowel aanbieder als marktmeester zijn binnen de eigen marktplaats en mocht ik wat tips geven onder welke condities het als ondernemer interessant is om spullen en diensten te vermarkten via een online platform. Op 4 februari om 13:30 zal ik ook bij BNR Nieuwsradio te gast zijn om over dit onderwerp verder te praten.

Ook gelezen

  • Instacart is firing every employee who voted to unionize – The layoffs are hitting 10 unionized workers in Skokie, Illinois, in addition to other Instacart employees
  • Projecten vs vaste Baan? (podcast) – Op platformen melden mensen zich voor een klus. Klus gevonden of geklaard, dan checken ze weer uit. Zou dat niet op veel meer plekken kunnen? Zou dat projectmatige werken uiteindelijk de vaste baan kunnen gaan vervangen? Dat is de vraag in deze BNR Werkverkenners.
  • VPRO Tegenlicht: technologie als religie – Tot voor kort hadden religies het alleenrecht op de hemel. Maar godsdienst heeft een nieuwe concurrent: het dataïsme. De overtuiging dat uiteindelijk alles, ook het leven zelf, niets meer is dan data.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Uitzendbureaus versus klusplatformen: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken?

Er zijn steeds meer online platformen om freelancers met korte klussen te matchen. Waarin verschillen deze online klusplatformen ten opzichte van de traditionele uitzendbureaus? Internationaal platformexpert Martijn Arets en universitair HRM-deskundige Jeroen Meijerink deden onderzoek. Zij interviewden een aantal platformen en kregen input van diverse experts.

De afgelopen jaren is het aandeel van online klusplatformen die bemiddelen tussen vraag en aanbod van werk gegroeid. Deze groei is het sterkst te zien in platformen die bemiddelen tussen een individuele werkende en een zakelijke afnemer. Het ING Economisch Bureau voorspelde in 2018 dat in 15 jaar, afhankelijk van de ontwikkeling van techniek en regelgeving, 20 tot 70 procent van de uitzendmarkt zal verlopen via online platformen. En hoewel deze spectaculaire groei nog niet is terug te zien in de cijfers, kabbelt het maatschappelijk debat rustig voort.

Een van de meest prangende discussies rondom platformwerk is die van de status van de werkende. Sommige platformen werken volgens een freelance constructie, anderen kiezen voor een uitzendconstructie. Volgens velen is de flexibiliteit en autonomie van de werkende alleen mogelijk vanuit het freelancemodel. Anderen weerleggen dit en wijzen erop dat een platform prima via een uitzendconstructie kan werken. In debatten hierover ontbreekt veelal een diepgang in de verschillen en overeenkomsten tussen deze modellen en de manier waarop platformen individuele werkenden het mogelijk maken om autonoom en flexibel te werken.

Universitair docent Jeroen Meijerink van de Universiteit Twente (vakgroep Human Resource Management) en onafhankelijk platformexpert Martijn Arets (o.a. auteur Platformrevolutie) vonden dat de tijd rijp is om duidelijkheid in dit debat te brengen. Niet met de ambitie om een uitspraak te doen over de juridische status van werkenden, maar om de verschillen en overeenkomsten in bemiddelingsactiviteiten van zowel freelance- als uitzendplatformen in de to-business markt in kaart te brengen. Om hiermee het debat te voeden met relevante inzichten vanuit de praktijk en wetenschap.

Online klusplatformen

Online klusplatformen verwijzen naar organisaties die gebruik maken van informatietechnologie (inclusief mobiele applicaties, kunstmatige intelligentie en software-algoritmen) om vraag en aanbod van kortdurende arbeid (klussen) op elkaar af te stemmen. Deze platformen kenmerken zich door hun marktplaatsfunctie: zonder tussenkomst van een menselijke intercedent kunnen opdrachtgevers en werkenden elkaar vinden, beoordelen en de gehele transactie, inclusief betaling, afhandelen. Bekende voorbeelden van klusplatformen zijn Uber, Fiverr, Upwork, Helpling, Temper en YoungOnes. Klusplatformen verschillen van elkaar in het soort klant dat zij bedienen (zakelijk of consument), de status van de werkende (freelance, uitzend of ander statuut), het soort uit te voeren werkzaamheden, de manier waarop de match wordt gemaakt (algoritme of voorselectie door platform), waar de uitvoer van de klus plaatsvindt (online of offline) en de manier waarop het platform invloed uitoefent op het uitvoeren van de klus. In alle gevallen heeft het platform als ‘private regulator’ een belangrijke sturende rol: het bepaalt spelregels onder welke voorwaarden de transactie plaats kan vinden, wie wel en niet toegang hebben tot het platform en hoe de prijs voor een klus wordt bepaald.

Om een goede vergelijking te maken tussen online klusplatformen die werken met freelancers en platformen die werken middels een uitzendconstructie, richten we ons hier alleen op online platformen die middels een marktplaatsmodel vraag en aanbod samenbrengen voor een zakelijke klant (zogenoemde to-business [2B] platformen).

Online klusplatform versus uitzendbureau

Om de verschillen en overeenkomsten in kaart te brengen tussen platformen die met een freelance- of uitzendmodel werken, is het belangrijk om eerst te begrijpen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen een platformbemiddelaar en een traditionele bemiddelaar voor korte klussen: het uitzendbureau. Online klusplatformen en uitzendbureaus lijken in de kern veel op elkaar. Beiden voorzien hun klant van tijdelijk personeel dat werkzaamheden uitvoert bij en onder toezicht van de klant. Om de verschillen en overeenkomsten te kunnen duiden, hebben wij interviews gehouden met vertegenwoordigers van zes online klusplatformen en een juridische specialist arbeidsrecht.

In onderstaande tabel zijn de verschillen en overeenkomsten samengevat:

Uitzendbureaus en klusplatformen verschillen met name in de manier waarop de match tussen werkenden en de klant tot stand komt. Waar bij uitzendbureaus de intercedent de klant ontzorgt in het vinden van de juiste werkende, biedt een klusplatform (marktplaats) een online omgeving waar de klant een opdracht plaatst en de werkende direct reageert en communiceert met de klant. Het platform zorgt ervoor dat zoekkosten worden verlaagd, maar verlegt ook het werk dat voorheen door een intercedent wordt gedaan naar de klant en de werkende. De klant stelt namelijk zelf de opdrachtomschrijving op, kiest wie de klus uiteindelijk gaat doen en kan in veel gevallen een favorietenpool aanmaken van werkenden die zijn bevallen. Dit zorgt voor veel flexibiliteit en autonomie (ownership) bij de klant en werkende. Zo kent een platform geen openingstijden en is er geen informatie-asymmetrie gecreëerd door losse databases van intercedenten en regio’s. Het ‘eigenaarschap’ van (het contact met) de werkende ligt immers niet bij een intercedent: werkende en klant zijn in grote mate in controle over de (totstandkoming van de) transactie.

Hoewel ook uitzendbureaus flexibiliteit bieden, faciliteren online klusplatformen – althans in theorie – wat we hyperflexibliteit noemen (d.w.z. bijna onmiddellijke, on-demand werving van werkenden zonder tussenkomst van een menselijke intermediair). Het directe contact tussen klant en werkende in combinatie met het ontbreken van openingstijden, zorgt voor lage transactiekosten en een hoge snelheid van matching. Zo vond en contracteerde een klant op een van de geïnterviewde platformen op een zaterdagmorgen binnen twee minuten een werkende voor een opdracht op diezelfde dag.

Wij verwachten dat uitzendbureaus eerder werkenden in dienst hebben die langdurige en/of zeer specifieke opdrachten uitvoeren bij een klant, omdat deze voldoende inkomsten opleveren voor de uitzender die de hoge(re) transactiekosten die komen kijken bij het ontzorgen van de klant rechtvaardigen. Online klusplatformen zullen, voor nu, vooral de focus leggen op de dagklussen. Zo gaf één van de geïnterviewde vertegenwoordigers van een klusplatform aan dat de gemiddelde opdracht op het platform zeseneenhalf uur duurt.

Samenvattend stellen online klusplatformen klanten en werkenden in staat om zelf transacties te initiëren, af te handelen en te controleren. Dit zorgt ervoor dat klusplatformen bijzonder geschikt zijn om te voorzien in de vraag naar hyperflexibele, tijdelijke arbeid. In wezen dragen klusplatformen verantwoordelijkheden (die de menselijke intermediairs van uitzendbureaus uitvoeren) over aan klant en werkende met behulp van technologie. Als zodanig bieden klusplatformen ‘low-frills services’ aan hun gebruikers, wat de bedrijfskosten voor het platformbedrijf verlaagt, maar de administratieve lasten voor klantorganisaties verhoogt (die bijvoorbeeld zelf online oproepen moeten opstellen en publiceren, werknemers moeten selecteren en een pool van favoriete kandidaten bijhouden). Het is overigens de vraag of het uitzetten van een klus via een platform netto meer of minder werk voor klant of werkende oplevert: klanten dienen immers ook met een intercedent af te stemmen en contact te houden.

Verschillen tussen uitzend- en freelance platformen

Nu de verschillen en de overeenkomsten tussen uitzendbureaus en online klusplatformen duidelijk zijn, is het tijd om de verschillen en overeenkomsten tussen online klusplatformen die gebruikmaken van het uitzend- versus freelancestatuut voor de werkende te verkennen. In de onderstaande tabel zijn de verschillen weergegeven.

Hoewel er overeenkomsten zijn, zijn er ook de nodige verschillen. Het belangrijkste verschil zit in de status van de werkende. Uitzendplatformen hebben de werkenden in dienst en zijn daarom onderworpen aan collectieve arbeidsvoorwaarden van het platformbedrijf en/of die van een klant. Dit heeft effect op de volgende aspecten:

  1. Vergoeding
  2. Verantwoordelijkheid
  3. Verzekering en sociale zekerheden
  4. Vervanging

Vergoeding

Uitzendplatformen werken volgens de geldende CAO. Dit resulteert in een vast uurloon, waar klanten in tijden van schaarste aan arbeidskrachten een toeslag op kunnen rekenen, maar ook vaste toeslagen. Freelance platformen werken met zelfstandige ondernemers die vrij zijn om een eigen uurtarief te bepalen. Afhankelijk van hoe het matchmakingproces technisch is georganiseerd, doet de freelancer of de klant een voorstel voor het uurtarief. Sommige freelance platformen stellen de klant en freelancer in staat binnen het platform te onderhandelen over het tarief. Het is niet vreemd om te verwachten dat in de toekomst dit soort onderhandelingen worden geautomatiseerd, net als bij de ‘surge pricing’ van Uber, waar vraag en aanbod wordt gestuurd door middel van een dynamisch pricing algoritme. Om een ‘race to the bottom’ te voorkomen, hebben sommige freelance platformen een minimumtarief ingesteld. Hoewel freelancers in staat zijn een eigen prijs te bepalen, is het de vraag in hoeverre dit een reëel scenario is, zeker in een laagconjunctuur en/of overaanbod aan werkenden op het platform. In dergelijke gevallen bestaat het risico dat het eerder genoemde minimumtarief gelijk komt te staan aan het maximumtarief.

Verantwoordelijkheid

Uitzendplatformen zijn verplicht – volgens de (Nederlandse) wet – om de arbeidsveiligheid van werknemers te waarborgen door middel van de zorgplicht. Dit betekent onder meer dat uitzendplatformen formeel verplicht zijn om te beoordelen of de arbeidsomstandigheden bij de opdrachtgever veilig zijn. In de praktijk is het veelal zo dat de inlenende partij Arbo-technisch veilige werkomstandigheden moet kunnen garanderen. Een dergelijke verplichting bestaat niet voor freelance platformen.

Hoewel dit een belangrijk verschil is op papier, is het de vraag in hoeverre uitzendplatformen die werkenden en klanten faciliteren met een online marktplaats in staat zijn om aan deze zorgplicht te voldoen. Het uitzendplatform heeft immers beperkt contact met haar klanten, omdat de transactie voornamelijk door de werkende en opdrachtgever georganiseerd wordt. De rol van het platform in de transactie is daardoor beperkt, wat haaks zou kunnen staan op het concept zorgplicht. Daar komt bij dat de transacties die via uitzendplatformen worden georganiseerd vooral dagklussen betreffen, waardoor het voor de uitzender economisch niet haalbaar is om voor iedere klus de risico’s te bepalen.

Daartegenover staat dat de klant van een (uitzend)platform wellicht meer verantwoordelijkheid voor de transactie zal voelen: de klant is immers verantwoordelijk voor het organiseren van de transactie en dit proces is lastig uit te besteden aan een derde partij. In dit geval maakt het niet uit of de transactie via een freelance- of een uitzendplatform verloopt. Wij adviseren dit verder te onderzoeken.

Verzekering en sociale zekerheden

Een van de grootste verschillen tussen freelance- en uitzendplatformen betreffen verzekeringen en sociale zekerheden voor werkenden. Werkenden bij een uitzendplatform zijn in dienst van het platform en hebben daarbij recht, op basis van hun cao, op bepaalde verzekeringen en vergoedingen voor arbeidsongeschiktheid, ziekteverlof, vakantiegeld, WW en ouderschapsverlof. Voor freelance platformen geldt deze verplichting niet: de werkenden dienen dit zelf te organiseren. In sommige gevallen is het voor freelancers laagdrempelig om een verzekering via het platform af te sluiten, zowel voor langere periode of per gewerkte klus. Hoewel freelance platformen de zelfstandige ondernemers niet kunnen dwingen zich te verzekeren, kunnen zij dit wel stimuleren. Een ‘badge’ van een WA- of arbeidsongeschiktheidsverzekering in een profiel maakt een freelancer bijvoorbeeld aantrekkelijker om in te huren.

Dit wil echter niet zeggen dat werkenden via uitzendplatformen vanzelfsprekend beter af zijn dan werkenden via freelancerplatformen. Het dienstverband van uitzendkrachten wordt bij ziekte direct beëindigd en werkenden via een uitzendconstructie bouwen in de eerste 78 weken (de A fase), afhankelijk van of er wel of niet met een uitzendbeding wordt gewerkt, geen garantie op werk op. Je zou kunnen zeggen dat het begrip ‘zekerheid’ voor uitzendkrachten die dagklussen uitvoeren minder rooskleurig is dan je zou mogen verwachten. Dat geldt ook voor andere discussiepunten zoals pensioen en het betalen van belasting en sociale premies. Zo bouw je in lijn met de uitzend-cao pas pensioen op na 26 weken werken via eenzelfde werkgever en zullen degenen die sporadisch via klusplatformen werken ook in dienstverband weinig belasting betalen.

Vervanging

Een ander verschil is terug te vinden in de vraag wie verantwoordelijk is voor vervanging wanneer een werkende is verhinderd of niet op komt dagen. Bij uitzendplatformen is het platform verantwoordelijk voor vervanging, terwijl bij freelance platformen de freelancer hiervoor verantwoordelijk is. Freelance platformen hebben net als uitzendplatformen baat bij tevreden klanten en sturen op twee manieren op een zo laag mogelijke uitval. De eerste strategie betreft een boete: bij een no-show krijg je als freelancer bij menig freelance platform een boete, wat freelancers moet stimuleren om de gemaakte afspraak na te komen. Daarnaast wordt op een profiel van een werkende het opkomstpercentage getoond. Deze start op 100 procent en zal na een no-show dalen, wat impact heeft op de kans dat een werkende wordt uitgekozen door een klant. Aangezien een freelancer zich vrij mag vervangen, faciliteren freelance platformen ook dit proces. Dit doen zij middels het aanbieden van WhatsApp-groepen waar klussen kunnen worden teruggegeven aan de groep of het inbouwen van ruilmechanismen in het platform, waarbij ook de rating van de kwaliteit van vervanging op het profiel van de oorspronkelijke uitvoerder komt te staan. Volgens een van de platformvertegenwoordigers die we hebben geïnterviewd, heeft ongeveer 75% van de freelancers die meer dan 50 ‘gigs’ via het platform uitvoerden, minstens één keer een klus intern doorgezet.

Belangrijke kanttekening is dat wij in bovenstaande alinea alleen spreken over de zichtbare manieren waarop platformen sturen op een lage no-show. Het is voor ons niet duidelijk op welke manier uitzendbureaus hierop sturen en in hoeverre een no-show impact heeft op de kans om een volgende keer te worden ingehuurd. Dit gebrek aan transparantie is bij alle type intermediairs die wij in dit stuk bespreken van toepassing en zou bij platformen kunnen worden ondervangen door het instellen van een ‘algoritme-accountant’. Daarnaast verwachten wij dat de komende jaren, net als in de consumentenmarkt, regelgeving zal worden ingevoerd die platformen verplicht inzicht te geven in de (automatische) besluitvormingsprocessen.

Platform voor uitzendbureau of uitzendbureau als platform?

In dit artikel hebben wij een vergelijking gemaakt tussen uitzend- en freelance platformen, waarbij wij ervan uitgaan dat beiden een ‘platform first’-benadering hanteren. Dit wil zeggen: de gehele transactie verloopt via het platform (de marktplaats) en de rol van het platform is puur faciliterend. Dit is wat wij noemen ‘platform first’, of beter: uitzendbureau als platform.

In de praktijk zien wij dat veel uitzendplatformen, zeker zij die zijn gestart vanuit een bestaande uitzendorganisatie, een strategie hebben die wij omschrijven als ‘platform voor uitzendbureau’. Hierbij is het platform een instrument dat het bestaande matchingproces van de uitzender ondersteunt. Bij een van de onderzochte platformen hadden bijvoorbeeld wel de werkenden, maar niet de klanten toegang tot het platform. Intercedenten gebruiken het platform om processen te vereenvoudigen en te versnellen, maar in de kern verandert er weinig tot niets aan het bedrijfsmodel en -proces van de uitzendorganisatie. Een veilige keuze die relatief snel kan worden geïmplementeerd, maar ook een keuze waarbij nooit de voordelen van de technologische innovatie volledig kunnen worden benut en de klant nooit zelf volledig in controle kan zijn. Dit werpt ook de vraag op in welke mate transactiekosten in het geval van een ‘platform voor uitzendbureau’ echt worden verlaagd.

Welk model uiteindelijk het beste de werkende én de klant bedient, zal zich moeten uitwijzen.

Snelheid en flexibiliteit

Een van de onderwerpen die je in de tabel van verschillen en overeenkomsten tussen uitzend- en freelance platformen had kunnen verwachten, is snelheid en flexibiliteit. Uit onze verkenning hebben wij duidelijke verschillen tussen uitzendbureaus en klusplatformen gevonden en geduid, maar is het verschil in flexibiliteit tussen de beide statuten over het algemeen minimaal. Op het moment dat een werkende bij een uitzendplatform in de A-fase zit, zijn er weinig beperkingen om een werkende flexibel via een platform in te zetten. Op het moment dat een werkende in fase B of C komt, zijn er zowel vanuit de kant van de werkende als vanuit de kant van het uitzendplatform beperkingen in deze flexibiliteit. Het is dan ook de vraag of dit soort platformen voor dagklussen interessant zijn voor werkenden in deze fases.

Wanneer je dieper in het uitzendmodel duikt, zie je dat er nog wel de nodige uitdagingen zijn om dagklussen via platformen te laten lopen middels een uitzendconstructie. In de cao voor uitzendkrachten is geregeld dat een uitzendkracht niet via meerdere arbeidsovereenkomsten na elkaar bij dezelfde klant werkzaamheden kan verrichten. Als een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd – bijvoorbeeld een dag of week – wordt afgesloten en de werkende wil binnen een maand weer via het platform bij dezelfde klant werken, dan moet de looptijd van de nieuwe uitzendovereenkomst minimaal vier weken zijn. Dit betekent dat platformen die (dag)klussen matchen middels het uitzendmodel slechts achter elkaar dagcontracten kunnen afsluiten als de werknemer werkzaamheden verricht voor verschillende opdrachtgevers. Platformen kunnen hier omheen werken door een uitzendovereenkomst met uitzendbeding af te sluiten. Tot en met 2019 was het voor een werkgever niet aantrekkelijk om te werken met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding omdat er hogere premies betaald moesten worden. Met de inwerkingtreding van de ‘Wet arbeidsmarkt in balans’ (Wab) in 2020 is deze verplichting komen te vervallen.

Het alternatief voor uitzenders en platformen is dan ook om een uitzendovereenkomst met uitzendbeding af te sluiten met werknemers. Dan geldt de hierboven beschreven beperking niet. Een uitzendovereenkomst met uitzendbeding kent wel een andere beperking: deze eindigt alleen als de opdrachtgever aangeeft dat er geen werk meer is of de uitzendkracht zelf wil stoppen. De werkgever/uitzender kan het contract dus niet op eigen initiatief op een bepaalde datum laten eindigen. Hoewel het uiteindelijk aan de partijen is om hier een afweging in te maken en de meest geschikte contractvorm te kiezen, achten wij en een aantal geïnterviewde experts het zeer waarschijnlijk dat platformen die (dag)klussen matchen, zullen kiezen voor het werken met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding.

Hoewel er in hoofdlijnen geen grote verschillen zitten in de snelheid en flexibiliteit die freelance- en uitzendplatformen bieden, zijn er dus wel de nodige nuances aan te merken. In de voorgaande alinea wordt duidelijk dat de huidige uitzendregels niet eenvoudig zijn toe te passen op platformen voor korte (dag)klussen. Dit komt waarschijnlijk doordat uitzendbureaus voornamelijk langere klussen (enkele weken tot maanden) bemiddelen. Daarnaast ligt de focus ook veelal op grote aantallen werkenden. De markt voor hyperflexible dagklussen voor individuele matches was er één die voorheen nauwelijks bestond. Dat is ook niet vreemd: de transactiekosten (loonkosten, administratieve lasten, snelheid) voor een menselijke intercedent wegen immers niet op tegen de marge die op een dagklus wordt gemaakt. Deze klussen werden dan voornamelijk uitgevoerd in de hoop dat de klant ook wel economisch interessante klussen bij het bureau zou neerleggen. Je zou kunnen zeggen dat de huidige uitzendregels en cao geen rekening hebben gehouden met een grootschalige bemiddeling van individuele dagklussen, simpelweg omdat dat voor traditionele uitzendbureaus – zonder gebruik van een platform – financieel niet uit kon en alleen kon worden opgepakt wanneer het verlies op die klussen werd gecompenseerd door andere grotere opdrachten.

Ook zal de juridische complexiteit van het uitzendstatuut impact hebben op de flexibiliteit en complexiteit van het platform: bij het freelance statuut zijn immers veel minder variabelen die vanuit de cao zijn vastgelegd waar rekening mee moet worden gehouden. Daarnaast is het niet ondenkbaar dat het faciliteren van het zelf zoeken van vervanging (in combinatie met de dreiging van een boete) voor een lagere no-show zal zorgen, wat positief is voor de tevredenheid van de klant. In hoeverre dit wenselijk is voor de werkende en wat de daadwerkelijke impact is, dat zal uit verder onderzoek moeten blijken. Het is ook de vraag of de beperkingen van de complexiteit naar aanleiding van een cao al dan niet een probleem vormen dat kan worden opgevangen door technologische innovaties van het platform.

Conclusie

Online klusplatformen en uitzendbureaus verschillen sterk van elkaar in de mate waarin zij de klant de controle (en verantwoordelijkheid) geven in het proces van het vinden van geschikte werkenden voor een (dag)klus. Hiermee lijken zij vooral van toegevoegde waarde te zijn in kortlopende klussen waar snelheid en flexibiliteit vooropstaan, de klant zelf de controle wil hebben en de uitvoering van de klus weinig specifieke vaardigheden vraagt van de werkende. Hierin voorzien platformen door het verlagen van de informatie-asymmetrie en het direct koppelen van klant met werkende zonder tussenkomst van een intercedent, wat zich ook zou moeten vertalen in de (kost)prijs. Hiermee hebben klusplatformen de potentie om een nieuwe markt te creëren van klussen waarvan het voorheen economisch niet rendabel was om via een traditionele weg te bemiddelen.

Hoewel er veel discussie is over de vraag of de werkende in dienst moet zijn van het platform of als freelancer via het platform werkt, hebben wij weinig verschillen gezien qua impact van de status van de werkende op de flexibiliteit en wendbaarheid van het platform en de klus. In dit artikel hebben we getracht de verschillende variabelen en scenario’s te beschrijven. Wat hier vervolgens mee gedaan wordt en de vraag welke scenario’s al dan niet gewenst zijn, dat is en blijft een (politieke) keuze.

In ons onderzoek hebben we vooral gekeken naar verschillen op organisatieniveau. Dit laat veel vragen onbeantwoord, vooral vragen die betrekking hebben op de interesses, attitudes en gedragingen van individuele werkenden. Zo gaven vertegenwoordigers van freelance platformen aan dat hun werkenden gezien hun zelfstandigenstatuut meer ondernemend zijn. Uit ons onderzoek blijkt niet of dit daadwerkelijk het geval is. Daarom kan toekomstig onderzoek vragen beantwoorden zoals:

  • Creëren platformen nieuw werk, of wordt bestaand werk in kleine (dag)klussen opgeknipt?
  • Zijn freelancers proactiever dan werkenden in loondienst?
  • In hoeverre besteden zelfstandige ondernemers op freelance platformen werk uit aan anderen?
  • In hoeverre verschillen freelancers en medewerkers van elkaar wat betreft (ervaren) werkzekerheid, pensioensparen en verzekeringen?
  • In hoeverre dragen freelancers of freelance platformen zorg voor veilige werkomstandigheden bij klanten, of creërem medewerkers dit zelf?
  • Hoe verschilt de arbeidstevredenheid van werkenden via freelance- en uitzendplatformen?

Ook brengt het onderzoek nieuwe vraagstukken omtrent de rol en verantwoordelijkheden van platformen naar boven. Zo is het de vraag in hoeverre uitzendplatformen zich aan hun zorgplicht kunnen houden. Wordt deze zorgplicht ‘uitbesteed’ aan de gebruikers van het platform? Een andere vraag is in hoeverre de matching algoritmes die (freelance) platformen ontwikkelen, kunnen worden gezien als (indirect) alloceren, iets dat voor nu alleen is toegestaan binnen het uitzendstatuut. Wij verwachten dat dit vraagstuk urgenter zal worden op het moment dat (freelance) platformen in meerdere sectoren en voor meerdere functies zullen worden ingezet, waarmee de complexiteit van de matching zal toenemen.

Ons onderzoek heeft ook enkele beperkingen. Zo hebben we een beperkt aantal platformen onderzocht en de interviews met vertegenwoordigers zijn een momentopname. De technologische ontwikkeling gaat snel en wat vandaag de norm is, kan over een aantal maanden of jaren zomaar veranderen. Een tweede beperking is dat onze focus ligt op platformen (marktplaatsen) voor dagklussen in de to-business markt. Wij zijn ons ervan bewust dat de platformisering en digitalisering van de markt van arbeidsbemiddeling en HR (veel) verder gaat dan alleen deze categorie. Zo werken organisaties (voor langere opdrachten) inmiddels ook met FMS (Freelance Management Systemen), VMS (Vendor Management Systeem), DAS (Dynamisch Aankoop Systeem) en eigen inhuurdesks. Daarnaast bieden uitzendbureaus meer dan alleen matching, het is de vraag in hoeverre platformen zich zullen ontwikkelen in het aanbieden van aanvullende dienstverlening richting klant en werkende. Dit grote plaatje valt buiten de scope van deze verkenning, maar is zeker iets dat in verder onderzoek aandacht verdient. Een laatste beperking is dat we met dit onderzoek hebben gekeken naar feitelijkheden en processen, maar niet naar degene waar het om draait: de werkende. En dat is juist degene die platformen, in het ideale geval, centraal zou moeten stellen.

Ondanks de behoefte aan meer onderzoek, hebben we een overzicht gegeven van de overeenkomsten en verschillen tussen uitzendbureaus en online arbeidsplatformen. We hopen dat we door het beschrijven van deze variabelen een bijdrage hebben geleverd aan (de kwaliteit van) het debat rondom platformen in de to-business bemiddelingsmarkt.

Disclaimer: om de onafhankelijkheid van dit onderzoek te garanderen, is dit onderzoek uitgevoerd zonder hiervoor gebruik te maken van externe financiering door uitzendbureaus, online klusplatformen en/of andere belanghebbenden. Wij danken alle geïnterviewden en meelezers voor hun bijdrage!