Goedemorgen! Afgelopen week rustig aan gedaan ivm de meivakantie. Komende week weer een volle agenda, zo ben ik onder andere te vinden bij het event ‘A-typische arbeidsvormen in de werknemersverzekering: hoe zelfstandigen en platformarbeid sociaal verzekerd krijgen?’. Hopelijk daar weer nieuwe inzichten opdoen die ik hier zeker zal delen. Voor nu: fijne week!
Werkplatforms bieden zzp’ers schadeverzekering aan | RTLZ
“Werkplatforms YoungOnes en Temper, waar zelfstandigen tijdelijke klussen kunnen scoren, beginnen met het aanbieden van schadeverzekering aan voor de zzp’ers die werken via de platforms. Vaak worden de klussen nu nog uitgevoerd zonder dat de uitvoerders daarvan zich hebben ingedekt tegen eventuele schade die ze aanrichten.”
Een mooie stap waar platformen, Uber en Deliveroo deden dit overigens al eerder, verantwoordelijkheid nemen voor hun aanbieders. De een via een kleine fee per uur, de ander via een jaarvergoeding. Bij beiden is de verzekering alleen geldig voor klussen die via het platform worden gedaan. Verschil met Uber en Deliveroo is dat de verzekeringen van YoungOnes en Temper optioneel zijn en de overeenkomst waarschijnlijk direct tussen de verzekeraar en de worker wordt afgesloten.
In de berichtgeving ligt de focus op het voordeel voor de freelancer: deze kan nu eenvoudig en goedkoop een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten en wordt daarmee interessanter voor klanten om ingehuurd te worden en loopt dus ook geen risico. Ik ben benieuwd of het voor opdrachtgevers straks ook mogelijk wordt om bij de vereisten voor een klus ‘verzekering’ aan te klikken. Daarmee kan de verzekering een soort ‘default’ voorwaarde worden om een klus te krijgen. Temper en YoungOnes werken in tegenstelling tot Deliveroo en Uber met bedrijven als opdrachtgever. Ik kan mij voorstellen dat deze categorie sowieso kritischer is en bewuster van de mogelijke risico’s.
Ik verwacht dat in de toekomst platformen meer zullen bemiddelen in extra dienstverlening naar zowel vraag als aanbod. Op zich is dat natuurlijk een logische stap: platformen centraliseren een gefragmenteerde markt van freelancers en zijn daardoor een interessante partij voor aanbieders van verzekering, pensioen, opleiding en ga zo nog maar even door. Daarnaast doen platformen voor deze dienstverleners al het nodige voorwerk door de screening, ID check, soms VOG check en zekerheden via reputatie systemen. Daardoor kunnen verzekeraars uiteindelijk vermoed ik ook verzekeringen goedkoper aanbieden omdat aan de kostenkant de kosten simpelweg lager zijn.
Platformen hoeven in principe hier geen extra marge op te draaien: het laten meeprofiteren van de schaalvoordelen is ook gelijk een lock-in voor zowel freelancer als opdrachtgever. Dit is extra interessant bij herhalingsboekingen. De tweede keer iemand inhuren kan prima zonder platform, vraag en aanbod hebben elkaar immers toch al gezien en vertrouwen elkaar. Juist in die vervolgtransacties zijn dit soort extra dienstverleningen belangrijk voor de toegevoegde waarde van het platform. En win-win-win situatie dus.
Kanttekening bij deze win-win-win is natuurlijk dat er een kans is dat het platform in een bepaalde sector te dominant wordt en met de uitstekende dienstverlening een lock-in voor zowel vraag als aanbod creëert en daarmee een ongewenste machtspositie. Ik denk dat dit voor offline klussen wel meevalt, zeker ook omdat de aanbieders van de diensten, zoals verzekeraars, echt niet stil zullen zitten. Mooi voorbeeld hiervan is de verzekering rondom peer2peer autodelen. Centraal Beheer werkte samen met SnappCar aan een deelauto verzekering. Bij peer2peer auto verhuren is een verzekering een must en daarmee had het platform een mooie unieke lock-in voor gebruikers. Totdat verzekeraars ontdekten dat peer2peer autodelen verzekeren ook zonder platform een interessante business kan zijn en ontwikkelden zij verschillende producten waar zowel vraag als aanbod geen platform voor nodig had.
Facing the future of work: How to make the most of collective bargaining
Vorige week kwam ik onderstaande tweet tegen: TradeUnion membership has declined & non-standard workers are 50% less likely than standard workers to be unionised. The Employment Outlook recommends extending access to Collective Bargaining to previously excluded workers.”
Hoewel ik het een goed idee vindt om als vakbond voorbij de ‘standard workers’ te kijken, denk ik niet dat hiermee het verschil gemaakt gaat worden. Ik denk dat de essentie van het model van vertegenwoordiging op de schop moet. Toen FNV onlangs aankondigde als gevolgd van dalende inkomsten door een dalend aantal leden van enkele honderden werknemers afscheid te moeten nemen zocht ik in de berichtgeving iets van ‘en deze wake-up call gebruiken we om ons model te herzien’. Helaas, nergens was iets van zelfinzicht te bekennen.
Laat ik duidelijk zijn: ik zie absoluut het belang in van belangen behartigen van werkenden, maar ik denk dat de manier waarop dit nu door vakbonden is georganiseerd niet lang meer zal werken. Zelfs toen ik onlangs in Zweden, het land waar bijna 70 procent van de werkenden lid is van een vakbond en 90 procent van het werk dat wordt gedaan onder een CAO valt, bij een vakbond op bezoek was hoorde ik dat bedrijven als Spotify niet deelnamen aan de traditionele manier van vertegenwoordiging.
Wat doen vakbonden? Zij centraliseren een gefragmenteerde en onzichtbare ‘workforce’ en behartigen vervolgens hun belangen. Eigenlijk is dat, als je het met een business bril op zet, een vreemd iets. Je hebt een hele groep ambassadeurs die een relatief hoog bedrag per maand betalen. En het enige dat je voor ze doet is…. belangen behartigen? Dat is eigenlijk doodzone. Dan ben je alleen relevant en zichtbaar wanneer er gedoe is. Waarom maken vakbonden niet gebruik van het schaalvoordeel dat zij hebben gecreëerd en bieden zij hun leden verzekeringen, pensioen, opleiding en meer aan? Waarom is een vakbond, het instituut dat #vastebanen hoog in het vaandel heeft staan, niet zelf de grootste werkgever van Nederland? Als groot payroll bedrijf of uitzendbureau zouden zij immers prima in staat moeten zijn om mensen aan het werk te houden, tegenvallers op te vangen en zo 24/7 relevant zijn voor de doelgroep die hen aan het hart gaat.
Ik vergelijk bovenstaand verhaal met wat er met Funda is gebeurt. Funda, opgezet vanuit de makelaars, is een advertentie platform voor mensen die hun huis willen verkopen of verhuren. Maar op het moment dat ik mijn huis te koop aanbiedt, dan weet de makelaar en ook Funda dat ik een nieuwe woning zoek en financiering, verzekering, notaris, bouwbedrijf, verhuizer, schilder, interieur advies en eenschoonmaker nodig heb. Dat is dan ook de stap die Funda nu gaat zetten. En dat is ook de stap die vakbonden zouden moeten gaan zetten. Ik ben benieuwd wie de eerste stap zet. En of dat een vakbond zal zijn, of dat een platform, verzekeraar of een coöperatie de vakbonden een stap voor zullen zijn.
European cooperative Fairbnb wants to make the short-term rental market more just
Een initiatief dat aandacht verdient. Het ‘fair’ home sharing platform Fairbnb is een crowdfunding gestart.
“Fairbnb believes it can be a better partner because it has residents’ interests at heart. The idea is that a co-op could work with locals and municipalities to create a marketplace that benefits people who actually live in high-traffic cities. Fairbnb would exclude owners of multiple properties who run their homes as illegal hotels through a one-host, one-home policy: For now, each home and host is verified in person, though that may change as Fairbnb gets bigger. Homeowners who list with Fairbnb will have to be registered and licensed according to local regulations. The co-op will also remit taxes on behalf of hosts. Finally, as members of the co-operative, hosts are owners of the company, which allows them to make decisions about company financials.”
De macht van Airbnb breken is lastig, aangezien je echt internationale netwerkeffecten nodig hebt. Kort gezegd: mensen die een vakantie woning zoeken komen veelal uit een ander land of zelfs een ander continent. De aanpak van Fairbnb is interessant: ze werken met een select aantal (pilot) steden. Wanneer steden het platform omarmen, Fairbnb zit vooral in steden waar de Airbnb problemen groot zijn, dan kun je meeliften op de marketing machine van deze steden en zou een stad zelfs een voorkeursbeleid kunnen voeren. Het zou kunnen dat Fairbnb in het begin een niche aanspreekt, die vanuit daar steeds verder kan groeien.
Hoewel ik twijfels heb of Fairbnb dé oplossing is, vindt ik het wel erg belangrijk dat dit soort concepten worden uitgewerkt en gevalideerd. Omdat zij zeker zullen bijdragen aan een meer inclusieve en gebalanceerde platformeconomie en mensen (ondernemers, overheid en gebruikers) bewust maken dat het ook anders kan.
Uiteraard zal ik de campagne ook financieel steunen en daag jou uit om dit ook te doen. Ik ben benieuwd hoeveel ze op gaan halen: Indiegogo is geen ideaal (maar wel internationaal) platform en het is een lastige campagne en boodschap om te verkopen. Ik vind het dan ook vooral zonde dat dit soort initiatieven niet op andere manieren kunnen worden gefinancierd. Er hebben zoveel partijen belang bij dit soort experimenten, dat het ook hoog tijd is dat zij ‘put their money where their mouth is’. Want wees eerlijk: met een schamele 30K kun je natuurlijk helemaal niets. (maar laat je daardoor niet door mij ontmoedigen om de campagne alsnog te steunen).
Voedselverspilling tegengaan verovert de provincie: het loopt storm bij een bakker in Friesland | De Volkskrant
“Met de smartphone in de hand langs restaurants en winkels om overgebleven etenswaren op te halen: de app TooGoodToGo”.
Ik had ze al vaker voorbij zien komen, maar er was nog geen aanleiding om de ook in deze nieuwsbrief mee te nemen. Dit leuke stuk in de Volkskrant was een mooie aanleiding.
TooGoodToGo is een mooi en tastbaar voorbeeld hoe technologie en platformen transactiekosten verlagen om zo onbenut potentieel (dat normaal zou worden weggegooid) alsnog te kunnen benutten.
Ik ben wel overigens benieuwd hoe het ‘sociale model’ is geborgd. Ook al willen de investeerders hun investering niet terugzien, toch moet het platform uiteindelijk op eigen benen staan.
Deze Duitse horeca-disruptor wil Europa (en Nederland) volzetten met dark kitchens | Sprout
Interessante ontwikkeling: ‘dark kitchens’ (wat een vreselijke naam trouwens). Productiekeukens die zijn ingericht speciaal voor food delivery. Met de (mogelijke) groei van food delivery is dit natuurlijk een heel logische stap. De meeste restaurants zijn niet ingericht op productie en delivery. En kunnen daardoor een grote groei van bezorgers aan de deur en een constante kwaliteit voor delivery food niet aan.
Dit soort keukens zal weer een heel ander type restaurant ondernemer trekken. Vanuit één keuken kunnen meerdere brands worden bediend. Daarnaast kunnen bestaande restaurants ook mogelijk hun delivery food uit gaan besteden aan deze ‘dark kitchens’ en hiermee nieuwe doelgroepen aanboren. Dan is zo’n keuken geen ‘horeca disruptor’, maar heeft het bestaande restaurants als klant. Klinkt minder sexy, maar wel zo effectief 😉
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.