Goedemorgen! Afgelopen week deelde ik een longread die ik schreef bij een podcast die ik maakte over de Zweedse vakbond Unionen. Over hoe een vakbond en platformen prima door één deur kunnen. Vorige week ook een mooie sessie over platformwerk bij de SER gehad, waar nogmaals uit bleek dat dé platformwerker niet bestaat. En dat het debat er niet eenvoudiger op maakt. Ook op het congres van ICTRecht een presentatie gegeven over platformwerk en een aantal juridische vraagstukken belicht. De slides vind je hier. Intussen gaan de voorbereidingen voor mijn nieuwe onderzoek voor 2020 ook verder, binnenkort kan ik de eerste partners bekend maken en meer info delen over wat ik nu precies ga doen. Voor nu: fijne week!
One collective agreement after the other, Swedish Unionen is leading the way in how to approach platforms. – Martijn Arets
Platformen en vakbonden vormen over het algemeen nog geen fantastisch huwelijk. Maar het tij lijkt te keren. De eerste vakbonden hebben collective agreements met platformen afgesproken, vakbonden en platformen experimenteren samen hoe goed te doen voor de worker en er wordt gekeken hoe platform specifieke technologieën kunnen worden ingezet for the benefit of the worker. Een van de vakbonden die hierin voorop loopt is het Zweedse Unionen: de grootste vakbond van Zweden. Unionen heeft al enkele CAO’s met platformen afgesproken en onderzoekt onder andere hoe collectieve afspraken kunnen worden hardcoded in de algoritmes van de platformen. In Stockholm sprak ik Victor Berhnardz, Ombudman for Digital Labour Markets bij Unionen over de Zweedse context van vakbonden en hun platform strategie. In dit artikel de meest interessante highlights en schets ik ook de unieke context van het Zweedse vakbond systeem. Het gehele gesprek is terug te beluisteren als podcast.
The SoftBank Effect: How $100 Billion Left Workers in a Hole – The New York Times
Je zult het al vaak hebben gehoord: platformen verlagen transactiekosten. Hierdoor worden bestaande transacties goedkoper en kunnen markten groeien. En kunnen transacties waar het voorheen economisch niet uit kon om deze te laten plaatsvinden toch plaatsvinden.
Wat je minder hoort is dat platformen naast verlagen ook transactiekosten verleggen. En dat is opmerkelijk. Zo is de deelauto op SnappCar goedkoper dan een huurauto, maar dit komt ook voor een groot deel doordat de arbeid die bij de transactie gepaard gaat (communicatie, schoonmaken, uitgifte, inname, aftanken, etc.) bij een verhuurbedrijf nu door de verhuurder wordt opgevangen en niet direct in de prijs wordt doorgerekend. Ook de huurder heeft meer ‘verborgen kosten’ binnen de transactie.
Bij transactiekosten gaat het niet alleen om de harde euro’s, maar ook om andere ‘kosten’ als risico. Deze wordt misschien door data en technologie verlaagd, maar ook verlegd naar de gebruikers. Waar een autoverhuurbedrijf de afweging wat betreft risico, maar ook de berekening mbt afschrijving, laat uitvoeren door professionals binnen de organisatie, is het bij veel platformen aan de gebruikers om de afweging te maken of een transactie uit kan en of het risico acceptabel is.
Al sinds het begin zet ik dan ook een fikse kanttekening bij het exponentiële model dat we eerder bij platformontwikkelingen zagen. Zo kon Uber het grootste taxibedrijf ter wereld worden, zonder te hoeven investeren in auto’s en zonder de risico’s van de chauffeurs te hoeven dragen. Maar die auto’s die rijden wel rond. En toen het gebruik groeide, was het afwachten tot de eerste ongelukken, moorden en andere nare gebeurtenissen. Alleen is het nu niet de organisatie, maar het individu die het risico draagt en moet bedenken of de activiteit economisch verstandig is.
Ook zaken als wachttijd, risico op geen werk, onzekerheid in tarieven en meer wordt naar de gebruiker (en in veel gevallen de aanbieder) verlegd. Het platform kan 24/7 experimenteren en het model finetunen, maar wel op rekening van de gebruiker. Leuk een A/B test met tarieven, maar er is altijd een half van de test die de rekening betaald.
Een partij die meester is in het verleggen van de risico’s en de rekening is Softbank. Een Japans investeringsfonds met meer dan 100 miljard dollar dat in deze nieuwsbrief al vaker voorbij is gekomen. Softbank investeerde in veel grote platformen met een strategie door een platform te overladen met geld om snel te kunnen groeien en snel een leidende positie in deze markt te kunnen verwerven. Mocht je meer over de achtergrond en strategie van Softbank willen weten, dan is de podcast aflevering ‘Unicorn Cowboy’ van ‘Planet Money’ echt een aanrader.
In dit artikel lees je een analyse van de strategie van Softbank en de manier waarop het investeerde in vele concepten die grote risico’s verlegden naar de gebruikers. En daar veel problemen mee hebben veroorzaakt. “SoftBank poured money into start-ups that use armies of contractors. That has upended the lives of drivers, hotel operators and real estate agents around the world.”
Ik denk dat de berichten rondom Softbank en de tegenvallende resultaten van enkele platformen na beursgang duidelijk maken dat sommige platform modellen uiteindelijk de transactiekosten minder verlagen dan verwacht om het een echt lucratief businessmodel te maken en in veel gevallen vooral transactiekosten verleggen naar een kwetsbare doelgroep en in sommige gevallen meer kwaad dan goed doen.
Ik denk dat we nu (heel langzaam maar zeker) op het moment zijn aangekomen waar we ons niet meer te hoeven laten sturen door de hype, maar met een nuchtere no-nonsense blik naar de ontwikkelingen kijken.
Dat vraagt ook een meer no-nonsense aanpak door platformen. Ik denk dat het goed is dat platformen daar meer volwassen in worden. Net als andere stakeholders die zullen moeten worden. En dat het tijd wordt dat verschillende stakeholders afspraken gaan maken om de belangen van gebruikers te beschermen.
Een paar willekeurige suggesties:
- Bewustwording van de impact van experimenten met gebruikers op de impact die dit kan hebben op deze gebruikers. Lessen leren (en waardering opstuwen) op rekening van de gebruikers is niet altijd een goed verantwoord idee;
- Platformen hebben de keuze om het aanbod op het platform te beperken. Op het moment dat er beperkte vraag is maar veel aanbod wordt iedereen daar slechter van. Platformen moeten intussen wel de ervaring hebben om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, waardoor een stuk inkomens onzekerheid voor aanbieders ook kan worden teruggedrongen;
- Transparantie is (opbouw van de) prijs en kosten;
- Afspraken over kosten (commissie) en vergoedingen en dat deze bijvoorbeeld maar x-procent per x-periode mogen veranderen;
- Een bijsluiter waarin staat wat de variabelen zijn op basis waarvan een algoritme keuzes maakt.
Dit omdat ik er van overtuigd ben dat we alleen de maximale potentie uit de platformeconomie kunnen halen op het moment dat het voor alle stakeholders werkt. En laat dat net nu juist de hoofdvraag zijn waar mijn verkenningen van de platformeconomie in 2012 mee is begonnen.
How California’s new gig economy law could put freelancers out of business
Ik hoor best vaak de vraag of er geen aparte categorie ‘platformwerker’ in het arbeidsrecht moet komen. Dat lijkt mij een redelijk slecht en onmogelijk idee. Alsof een werkende op eens andere rechten moet hebben omdat de match tussen vraag en aanbod opeens door een digitaal platform wordt gedaan? Ik zie dit dan ook meer als een poging om een bestaand systeem dat blijkbaar niet meer werkt op te lappen. Met als grootste risico (en meest waarschijnlijke scenario) dat je het voor een paar mensen goed probeert te doen en intussen op een andere plek nog meer mensen in de problemen brengt.
Dat oplappen met onbedoelde gevolgen, daar gaat dit artikel rondom de AB5 regulering in California over. Waar de nieuwe wet platformwerkers moet beschermen, is er een hele andere categorie die door de nieuwe wet zijn werk niet meer uit kan voeren. Dit artikel is dan ook een interessante casus om door te lezen en van te leren voor iedereen die wel eens nadenkt over of we een oud iets op moeten lappen. Of echt fundamenteel terug moeten naar de tekentafel. Wat dat betreft kijk ik uit naar het rapport van de Commissie Borstlap begin volgend jaar.
Startups Need a New Option: Exit to Community – The Internet of Ownership
Interessante food4thought. Voor veel startups is de exit een doel op zich. Een exit naar een beursgang of worden overgenomen door een bestaande onderneming. Nathan Schneider schetst in dit stuk een interessant alternatief: exit to community. Oftewel: het bedrijf/platform verkopen aan de gebruikers.
Natuurlijk zijn er veel plussen en minnen aan een model als deze en zal het per case verschillen of dit een geweldig of vreselijk idee is. Wat ik belangrijk vind is dat er breder wordt gekeken naar dit soort modellen dan nu het geval is. En dat begint bij educatie. Waar nu voornamelijk de ’traditionele’ modellen worden onderwezen denk ik dat het belangrijk is om ook de alternatieve modellen in de lesstof mee te nemen. Want hoe wil je anders verwachten dat een ondernemer constructies als een coöperatie of een Steward Ownership Model overweegt? Wat niet weet…. wat niet doet 😉
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.
Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.