Goedemorgen! Afgelopen week vond de 3e editie van het Reshaping Work congres. Naar mijn weten het enige internationale congres waar alle stakeholders bijeenkomen om scherp maar constructief in debat te gaan over de toekomst van werk in de platformeconomie. Met 200 deelnemers en 60 sprekers een indrukwekkend event. Intussen is het congres een platform op zich met events in meerdere landen. In deze nieuwsbrief als uitzondering geen verzameling van 5 artikelen, maar een overzicht van wat mij het meest opviel tijdens het congres. Veel leesplezier en een fijne week!
Hoera, het debat gaat vooruit. Maar waar is de context?
Het valt mij op dat dit jaar het debat rondom de platformeconomie steeds breder wordt gevoerd. Waar in het verleden de discussie bleef hangen bij de usual suspects als Uber en Deliveroo was dit de eerste editie waar ook echt de rol van platformen in ‘the future of work’ aan bod kwam. Een goede zaak.
In de openingskeynote van Jeremias Prassl, professor of law bij de University of Oxford, is een van zijn constateringen dat de discussie over de status van de aanbieder naar de achtergrond verdwijnt en er steeds vaker naar alternatieve manieren wordt gekeken om bij eenzelfde doel uit te komen. Ik zie ook steeds meer platformen aandacht besteden aan deze zekerheden en het zal mij niets verbazen dat deze ontwikkeling er ook voor kan zorgen dat niet-platformwerkers door deze innovaties gemakkelijker en goedkoper in kunnen tappen op collectieve zekerheden, georganiseerd door platformen of spelers in het ecosysteem rondom platformen.
Hoewel het duidelijk is dat het debat vooruitgaat, staat het debat naar mijn mening nog wel echt in de kinderschoenen. Maar het begin is er. In de startblokken is dan misschien een wat constructievere beschrijving van deze fase. Op onderzoeksgebied was er wel een hoop interessants te melden. Er wordt intussen toch alweer zeker 6 jaar wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de platformeconomie en daar komen genoeg interessante en relevante bevindingen uit.
Wat mij wederom wel opviel is de bias van veel stakeholders en de vele (willekeurige) aannames die in het debat worden gebruikt.
De ‘flexverslaving’ waar Nederland volgens Mei Li Vos onder leidt en de toename van het aantal ZZP’ers is toch echt een vraagstuk dat niet platform specifiek is, maar het gevolg van onduidelijke regelgeving en gebrekkige handhaving. Zoals Prassl het formuleerde: “we try to put a square peg into a round hole”. Iedere stakeholder die ik de laatste maanden heb gesproken is het erover eens dat het fundament van ons arbeidsstelsel op de schop moet. Iedereen kijkt dan ook uit naar het advies van de Commissie Borstlap. En wat hier daarna mee zal gebeuren en wat er voor de ’tussentijd’ geregeld gaat worden.
Het voorstel dat de overheid dan maar het lidmaatschap van de platformwerker voor een vakbond moet betalen lijkt mij een slecht idee. Laat de vakbond de relevantie voor de platformwerker aantonen en ook de platformwerker zal met liefde lid willen worden. Het bericht over de daling van het aantal leden bij de FNV afgelopen week zou een goede aanleiding kunnen zijn voor een stuk zelfreflectie.
Over de FNV gesproken: tijdens het optreden van FNV’er Joris den Ouden in de sessie ‘meet the gigworker’ werd door hem op een constructieve manier hardop nagedacht hoe de basis fundamenten van de bond op online platformwerk kan worden geprojecteerd. Het was prettig om een vakbondsman tussen een aantal high end platformen en platformwerkers te zien, omdat dit een groep is waar weinig discussie is en het daarom ook de ‘luxe’ brengt om in het debat verder te denken dan anders en echt tot de kern en kernwaarden van waar een vakbond voor staat te komen. De gebruikelijke clichés zijn niet van toepassing op deze doelgroep.
Dat platformen ervoor zullen zorgen dat het aantal Zelfstandig Professionals zal stijgen, daar lijkt iedereen het over eens. Platformen maken het makkelijker om als zelfstandig professional te organiseren: deze sourced zijn of haar sales, marketing en administratie uit aan een platform. Net als de hoteleigenaar doet met Booking.com. VZal de hele arbeidsmarkt platform- en flexibiliseren? Jeremias Prassl denkt van niet: volgens hem is ‘standard employment’ toch echt ‘here to stay’. Het is zaak om een systeem in te richten waar de collectieve zekerheden en verplichtingen voor werkenden goed zijn georganiseerd. Dan is de discussie over de vorm van contract ook direct een stuk minder relevant.
Ook onderzoekers zouden wat mij betreft meer aandacht mogen besteden aan de context van de platformeconomie. Veel c2c platformen concurreren met de zwarte markt of een markt waar de omstandigheden niet al te best zijn. Het zou erg interessant zijn om te weten hoe de omstandigheden voor de werker en de samenstelling van de populatie veranderd met de opkomst van het platform als bemiddelaar. Een veel gehoord geluid onder onderzoekers was de beperkte toegang tot data van platformen en bestanden van platformwerkers. Dat ligt naar mijn mening deels door de manier van vragen (what’s in it fort hem), maar ook in een ‘overvraging’ van de groep interview targets. Slim samenwerken en aanvragen en projecten bundelen zou hierbij kunnen helpen.
Dé platformwerker bestaat niet
Wat deze editie van Reshaping Work voor de deelnemers duidelijk heeft gemaakt is dat dé platformwerker niet bestaat. Net als dat dé werker of dé ZZP’er niet bestaat. In de sessies en presentaties van vele interessante wetenschappelijke papers kwamen alle smaken platformwerkers voorbij. Van de precaire migrant die alleen via een platform als Deliveroo aan het werk kan komen tot de creatieve zelfstandige die via Fiverr of de topdesigner die via het platform Toptal (een platform dat 98% van de aanmeldingen afwijst) voor een heel goed tarief een internationale klantenkring opbouwt en het verlies van eigen klanten opvangt door via het platform aan de slag te gaan.
Het zou goed zijn om in komende debatten hier ook meer onderscheid in te maken. Er zijn veel variabelen die invloed hebben op de positie van de platformwerker. Een willekeurig aantal variabelen zijn:
- Moeten vraag en aanbod elkaar fysiek ontmoeten voor het uitvoeren van een opdracht? Oftewel: gaat het om on-site (op locatie) of off-site (online) werk?
- Is de klant een consument of een organisatie?
- Heeft de aanbieder unieke (schaarse) of commodity skills?
- Betreft het een eenmalige of een repeterende opdracht?
- Wordt de match automatisch of semiautomatisch (met een voorselectie) gemaakt?
- Laat het platform onbeperkt supply inloggen, of wordt er gekeken naar een goede balans tussen aanbieders en werk om er voor te zorgen dat iedereen genoeg werk heeft?
- Is het inkomen vanuit het platform aanvullend of is de platformwerker afhankelijk van het inkomen vanuit het platform?
- Loopt de opdracht en betaling via het platform, of is het platform ‘slechts’ de matchmaker?
- Wat zijn de zekerheden die het platform biedt?
Daarnaast zijn veel van de omstandigheden afhankelijk van of het goed of slecht net de economie gaat. Net als bij niet-platformwerk.
Platform als entiteit of als softwaretool?
Wanneer we het over de impact van platformen op de organisatie van werk hebben, gaat het debat veelal over de ‘stand alone’ platformen met een eigen pool vragers en aanbieders. En hoewel platformen in deze categorie groeit is het nog lastig te zeggen of dit vooral een verschuiving van een traditionele bemiddelaar naar een digitale bemiddelaar is, of of dit ook echt nieuw werk is.
De grootste impact van platformen zal naar mijn mening liggen in een platform als (software) tool om de organisatie van arbeid beter te organiseren. In mijn vorige nieuwsbrief heb ik hier al de nodige aandacht aan besteedt. Tijdens Reshaping Work nam ik deel aan een rondetafelgesprek met Twago: een platform/tool die een tijd geleden door Randstad is overgenomen. Twago bouwt voor klanten als Philips en Unilever talentpools in een eigen ‘branded’ omgeving met zowel eigen talent als talent dat via Twago binnenkomt. Daarnaast creëren zij overzicht in databases met sollicitanten die zijn afgewezen of stagiaires. Het is Twago overigens nog niet gelukt om de link te maken met de databases van Randstad. Wat dat betreft is het nog de vraag in hoeverre het praktisch lukt om dé toegangsapp voor arbeid succesvol voor grote organisaties te bouwen.
Wanneer je platformen niets als een ‘stand alone’ entiteit ziet, maar als een softwaretool, dan zul je ook veel meer de platformgedachte zelf op platformen los kunnen laten. Veel stand alone platformen zijn relatief gesloten, met de angst om aandeelhouderswaarde kwijt te raken. Een gemiste kans. Platformen zullen zich meer moeten openstellen voor externe partijen om deze diensten aan te kunnen bieden voor de gebruikers. Op zich moet dit geen probleem zijn: platformen zijn defacto een aaneenrijging van bestaande aanbieders uit het ecosysteem voor bijvoorbeeld payment, administratie, ID check en ga zo maar door. Platformen mogen de platformgedachte ook zelf nog meer in de praktijk brengen. Hier liggen nog veel kansen.
van C2C (P2C) naar P2B
Veel aandacht rondom platformwerk ging voorheen naar platformen met een transactie tussen een individuele aanbieder en een consument. C2C, maar ik spreek liever van P2C (Peer to Consumer), aangezien de aanbieder ook prima een professional kan zijn. Eerder in dit stuk sprak ik al over de platformen als Fiverr, Toptal en Twago waarbij je ziet dat de Business als klant een steeds grotere markt wordt. Voordeel van een business als klant is ook dat je relatief veel kunt investeren aan het ‘onboarden’, aangezien er per klant ook flink wat omzet wordt gedraaid. Bij een consument als klant zijn de onboarding kosten al snel hoger dan de marge die je uit de relatie haalt.
Ik verwacht dan ook, en tijdens Reshaping Work heb ik hier ook veel voorbeelden van gezien, dat platformen in een Peer 2 Business setup veel markt zullen verkrijgen en daarmee ook een serieuze concurrent kúnnen worden voor de uitzendbranche.
Conclusie
Deze editie van Reshaping Work heeft de bezoekers de diversiteit van plaformwerk laten zien en hoe platformwerk niet alleen in de consumenten, maar ook in de business omgeving een grote impact kan hebben. Wat ik nog miste waren discussies over hoe deze nieuwe ontwikkelingen in te passen in bestaand beleid en best practises van hoe dit al gebeurt. Hoewel er veel interactie was tussen de verschillende aanwezige stakeholders, zou ik een volgende keer graag willen zien dat er ook meer sessies worden georganiseerd waarin stakeholders echt samen aan de slag gaan. Iets dat naar mijn mening ook echt nodig is om deze ontwikkeling verder te helpen. Bij alle stakeholders staat het onderwerp op de agenda, dus is het juist nu belangrijk om de connectie te zoeken en om samen te leren. Maar natuurlijk hoeven we niet op een volgende editie te wachten om daar mee aan de slag te gaan.
Contact
Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?
Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).
Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.