Event: Platformwerk in goede banen | De verborgen werkers achter ChatGPT | Nieuwe Europese AIRBNB wet | de niche van Creative Fabrica (editie 321)

Goedemorgen! Afgelopen week meters gemaakt met een stuk over ‘exit by design‘ scenario’s voor platformen, verschillende gesprekken met platformondernemers gevoerd en een onderzoekje naar uitzendplatformen in de steigers gezet. Ook verstuurde ik na een lange pauze weer mijn eerste Engelstalige nieuwsbrief.

Deze week ben ik aanwezig op verschillende bijeenkomsten over de kluseconomie en werken we aan het programma voor de workshop over regelgeving en platformen die op 23 maart zal plaatsvinden. Voor de WageIndicator Foundation werk ik aan een format voor een ‘expeditie’, waar ik in een podcastserie ga kijken naar de wereldwijde ontwikkelingen in de kluseconomie. Ook tijdens mijn wereldreis (3 april vertrekken we voor 4 maanden) zal ik een aantal podcasts produceren.

Voor deze week weer een aantal artikelen voor je op een rijtje gezet en voorzien van mijn duiding en (uitgebreid) commentaar. En nodig ik je uit voor het ‘symposium Platformwerk in goede banen’ op donderdag 16 februari waar ik ook een bijdrage zal leveren.

Fijne week!


Exclusive: OpenAI Used Kenyan Workers on Less Than $2 Per Hour to Make ChatGPT Less Toxic | Time

Het kan bijna niet anders of je hebt de waanzinnige tool ChatGPT van OpenAI voorbij zien komen of mogelijk zelf eens uitgeprobeerd. Een indrukwekkende chatbot die je alle vragen kunt stellen, om vervolgens een uitgebreid en gedetailleerd antwoord te krijgen. Veel sectoren, waar onder onderwijs, zijn naargeestig op zoek wat ze met een dergelijke tool aan moeten. Ik heb de tool zelf ook uitgeprobeerd en het is echt indrukwekkend. Zo vroeg ik voor de workshop over platformeconomie en onderwijs wat belangrijke onderwerpen zijn voor educatie en platformeconomie. Een vrij algemene en vage vraag. Het resultaat zie je in de afbeelding onder aan dit stuk.

ChatGPT is wederom een ontwikkeling die, net als bij AI en algoritmes, een soort magische black box lijken. Het lijkt bijna magie: alles gebeurt vanzelf. Maar…. is dat ook echt zo? Zeker niet. Zowel in training als uitvoer zijn er altijd losse eindjes. Zo maken veel techbedrijven gebruik van platformen als Amazon Mechanical Turk: een platform waar mensen over heel de wereld (en dan vooral stukken in de wereld waar je met heel weinig inkomsten een beetje rond kunt komen) mini klusjes van een paar seconden via een platform uitvoeren: het zogenaamde ‘clickwork’. Het gaat dan om het herkennen van plaatjes, maar ook om het oplossen van losse eindjes van ogenschijnlijk automatische systemen. Ook contentmoderatie van platformen als Facebook wordt volgens deze principes vormgegeven. Niet altijd puur een platform, maar wel vergelijkbare principes.

Mary Gray schreef een fascinerend boek over het zogenaamde clickwork: “Ghost Work – How to stop Silocon Valley from building a new global underclass“. Timm O’Reily schreef het volgende over dit boek: “The Wachowskis got it wrong. Humans aren’t batteries for The Matrix, we are computer chips. In this fascinating book, Gray and Suri show us just how integral human online task workers are to the development of AI and the seamless operation of all the great internet services. Essential reading for anyone who wants to understand our technology-infused future.” Echt een aanrader.

Een lange aanloop voor het stuk dat ik vandaag wil bespreken: “OpenAI Used Kenyan Workers on Less Than $2 Per Hour to Make ChatGPT Less Toxic.” Het omschrijft hoe OpenAI het voor elkaar krijgt om op een ‘magische’ manier ChatGPT beter en veiliger te maken:

“To build that safety system, OpenAI took a leaf out of the playbook of social media companies like Facebook, who had already shown it was possible to build AIs that could detect toxic language like hate speech to help remove it from their platforms. The premise was simple: feed an AI with labeled examples of violence, hate speech, and sexual abuse, and that tool could learn to detect those forms of toxicity in the wild. That detector would be built into ChatGPT to check whether it was echoing the toxicity of its training data, and filter it out before it ever reached the user. It could also help scrub toxic text from the training datasets of future AI models.

To get those labels, OpenAI sent tens of thousands of snippets of text to an outsourcing firm in Kenya, beginning in November 2021. Much of that text appeared to have been pulled from the darkest recesses of the internet. Some of it described situations in graphic detail like child sexual abuse, bestiality, murder, suicide, torture, self harm, and incest.”

OpenAI vindt dit werk erg belanrijk: “Classifying and filtering harmful [text and images] is a necessary step in minimizing the amount of violent and sexual content included in training data and creating tools that can detect harmful content.” De auteurs van het artikel zijn na hun onderzoek terecht kritisch: “But the working conditions of data labelers reveal a darker part of that picture: that for all its glamor, AI often relies on hidden human labor in the Global South that can often be damaging and exploitative. These invisible workers remain on the margins even as their work contributes to billion-dollar industries.”

ChatGPT blijft een indrukwekkende tool, maar de magie is toch wel een stuk minder (schoon) dan de tech optimisten ons proberen wijs te maken. Andrew Strait omschrijft het in het stuk krachtig: “They’re impressive, but ChatGPT and other generative models are not magic – they rely on massive supply chains of human labor and scraped data, much of which is unattributed and used without consent,”

Wat kunnen we hier van leren?

Hoewel alleen al de inzichten uit dit verhaal opzichzelfstaand al interessant zijn, vindt ik het belangrijk om verder te kijken. Wat kunnen we leren uit deze casus.

Om te beginnen laat het zien dat dit soort tools zich laven aan het werk van anderen: het scrapen van door anderen gemaakte content en laagbetaalde moderators en workers. Het zijn de knappe koppen die systemen bedenken en bouwen om dit te doen en met de eer en het geld ervandoor gaan, maar ik vind dat het belangrijk is om meer te (h)erkennen dat deze content niet uit de lucht komt vallen en er best een discussie mag worden gevoerd hoe eerlijk en wenselijk dit is.

Die discussie zou ik dan ook gelijk wat breder willen trekken. Ik spreek regelmatig zeer betrokken wetenschappers met een duidelijke mening over wat ‘eerlijk’ is die intussen voor hun onderzoek gebruik maken van Amazon Mechanical Turk. Ik snap dat dit ontzettend handig is, maar dan heb je natuurlijk ook boter op je hoofd. Een goed gesprek over een eerlijke behandeling en beloning van iedereen in de keten is bij veel innovaties iets dat ontbreekt. Een gesprek die wat mij betreft meer gevoerd mag worden. Mensen die clickwork uitvoeren zijn een soort van ‘disposible labour’. Op het moment dat deze niet meer nodig zijn, is er niemand die hier naar omkijkt. En daardoor alleen maar goed dat de auteurs van Ghostwork en van dit artikel ons met liefde met de neus op de feiten drukken.  


💡
Op vrijdag 31 maart organiseer ik met de WageIndicator het webinar “Women in Gig Work: Web-Based Work”. Meer informatie en inschrijven via deze link

Nieuwe Airbnb-wet maakt handhaving regels een stuk eenvoudiger

Airbnb en regelgeving: het is een onderwerp dat al flink wat jaren speelt. Eerder werd nationale regelgeving ingevoerd en nu wordt dit doorgetrokken naar Europese regelgeving. Ik denk voor iedereen een goede stap.

Aan de regelgeving komt ook een Europese tool te hangen: “De Commissie komt met één Europese datatool voor uitwisseling van informatie over vakantieverhuur tussen de platforms en lokale overheden. Platforms moeten voortaan, op plekken waar regels gelden, iedere maand data delen over hoeveel nachten een huis of appartement verhuurd is en aan hoeveel personen.”

Uiteindelijk zal iedere stad zelf de regels voor vakantieverhuur blijven bepalen. Ook dat is een goede stap, al leert de casus van Amsterdam ons dat dat niet zo eenvoudig is als het lijkt.

Het zou ook goed zijn om naast deze tool ook de kennis en het onderzoek op een centrale plek te borgen, zodat niet iedere stad het wiel zelf hoeft uit te vinden. Ik ben verder wel (erg) benieuwd naar de implementatie hiervan. Het aansluiten van het platform en de centrale Europese tool: dat zit vast wel goed. Maar hoe zit het met de doorvertaling naar de individuele systemen van de gemeenten (zo lijkt een koppeling met het kadaster in Nederland nog lichtjaren van ons verwijderd, en dan zijn wij nog en land dat digitaal in de voorhoede zit…) en wat zijn de privacy risico’s die hier bij komen kijken? Ik blijf het volgen.


Roemie Hillenaar over zijn onbekende groeiparel Creative Fabrica: ‘We opereren in een superniche’

Waar veel aandacht uitgaat naar platformen die een breed publiek bedienen, is het in veel gevallen ook interessant om juist in een niche te stappen. En zeker wanneer je je op een internationaal publiek richt, dan kan een niche opeens heel groot zijn.

Een mooi voorbeeld hiervan het is het Nederlandse platform Creative Fabrica: “De klanten die het bedrijf bedient zijn grafisch ontwerpers en zogeheten crafters. Handwerkers, zou je die in het Nederlands kunnen noemen. ‘Het gaat om mensen die persoonlijke items maken. Dat kunnen T-shirts zijn, mandjes, een schilderij, stickers of een breiwerkje bijvoorbeeld. Wij bieden voor deze groep een gigantische bibliotheek met bijzondere fonts, graphics en patronen.”

Wat cijfers:

  • 4 miljoen gebruikers
  • 150.000 abonnees (duurste abonnement is 29euro per maand)
  • verdienmodel: 50% is voor de creators, 50% voor het platform
  • ruim 68 miljoen aan investeringen opgehaald
  • groeistrategie: aanhaken op bestaande communities: “Al snel ontdekten we dat er aan de andere kant van de Atlantische Oceaan een enorme doe-het-zelf-cultuur is, met miljoenen Amerikanen die persoonlijke items maken. We hadden onze doelgroep gevonden.”

AMAZON’S TRICKLE-DOWN MONOPOLY

Third Party Sellers and the Transformation of Small Businesses

Ik had deze week een discussie op Linkedin over huismerken en e-commerce platformen. Een onderwerp dat mij al langer bezighoudt. Het komt er kortgezegd op neer dat e-commerce platformen een dubbelrol hebben: verkoper op de eigen marktplaats en beheerder van de marktplaats. Hiermee leren zij op kosten en risico van de individuele verkoper en kunnen dit voordeel gebruiken voor het eigen gewin. Hoewel dit nieuw lijkt, heb je in supermarkten een vergelijkbare situatie met huismerken. Ik heb interesse in de wisselwerking tussen verkopers en e-commerce platformen.

In het kader hiervan deel ik dit rapport:

“In this report, Moira Weigel tells the story of a group of hidden intermediaries who have played key roles in making Amazon one of the most powerful corporations in the world, while remaining mostly invisible to customers: third-party (3P) sellers.

Critics of Amazon’s monopoly have often emphasized how the company eliminates competition. This report highlights how Amazon’s scale has also given rise to new kinds of small businesses — ones optimized for Amazon. Industry analysts estimate that, in 2021, there were more than 6 million unique sellers active on Amazon and that at least 2,000 new sellers opened accounts every day.* To these sellers, Amazon holds forth the possibility of a trickle-down monopoly. But to seize the opportunities of Amazon’s global expansion involves considerable vulnerability. To succeed, 3P sellers must behave like miniature Amazons — without access to the capital that Amazon commands, insight into much of the company’s data, or the ability to make claims when they suffer harm.”

Een interessant inkijkje.


Event! Symposium Platformwerk in goede banen

donderdag 16 februari 2023, Utrecht

Meer info en inschrijven

Event! Symposium Platformwerk in goede banen

Wat zijn de gevolgen van platformwerk voor werkenden, organisaties en onze samenleving als geheel? Op donderdag 16 februari 2023, aanvang 14:00 uur gaan we hierover in gesprek tijdens het symposium ‘Platformwerk in goede banen’. We verbinden de meest recente inzichten van wetenschappers en beleidsmakers, HR-professionals, platformbeheerders, werkgevers- en werknemersorganisaties. Welke veranderingen zijn nodig om platformwerk en platformwerkers een waardevolle en duurzame plaats te geven op onze arbeidsmarkt?

Dit symposium heeft een interactief karakter en biedt de meest recente inzichten op dit arbeidsmarktvraagstuk. Deelname is gratis en inschrijven kan via deze link. Zoals eerder vermeld zal ik ook een bijdrage leveren en aanwezig zijn.


Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event? Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’. Interesse in mijn foto’s? Check dan mijn foto pagina.

KlusCV in 1 jaar 11.000 keer gebruikt! | Discriminatie via platformen, wat kun je hier aan doen? | Is de ‘platform directive’ nog te redden? (editie 320)

Goedemorgen! Afgelopen week was de agenda weer goed gevuld. Een inspirerende wandeling met kunstenaar Bruno van den Elshout, de kick-off van het NWO NWO PlatWork-R onderzoek waar ik bijdroeg aan het fundament en de afsluiting van de minor ‘bouw je eigen platform’ met een workshop ‘Platformeconomie en Onderwijs’. En of dat nog niet genoeg was kwam ik er op de valreep achter dat KlusCV ook de eerste verjaardag vierde deze week. Ook ontving ik erg veel reacties van jullie op mijn vorige nieuwsbrief over het faillissement van Helpling, dank nog hiervoor. Het stuk staat intussen ook op ZiPconomy.

Komende week is de (relatieve) rust weer wedergekeerd. Voor deze editie heb ik weer een aantal mooie stukken voor je uitgezocht en voorzien van mijn duiding en commentaar. Ook ga ik nog wat dieper in op het eerste jaar KlusCV. Fijne week!


Improving conditions for gig workers splits MEPs | EU Observer

In Brussel wordt al een tijd gesproken over de ‘Platformwork Directive’: een wet specifiek voor platformwerkers. In deze directive wordt voorgesteld het rechtsvermoeden om te draaien (werknemer, tenzij) en worden en bepaalde transparantie verplichtingen gesteld aan de automatische besluitvormingsprocessen die op platformen worden gebruikt.

Het is een moeizaam proces en bij iedere (voornamelijk online) meeting die ik over dit onderwerp heb bijgewoond kreeg ik niet het gevoel dat men ook echt zelf geloofde dat dit ooit een verschil zou gaan maken. Deze week werd nog eens duidelijk hoe moeizaam het proces is:

“In December 2022, the council failed to reach an agreement on its position, so it remains divided between those who advocate a pro-worker directive, and those who do not. And the European Parliament, the third axis in this relationship, was supposed to vote this Thursday (19 January) whether the report of the employment committee voted upon last month will be the institution’s position in the trilogue negotiation.

However, MEPs are divided, and the text could be rejected in a plenary vote that has now been postponed for two weeks (until 2 February), after 71 MEPs who disagreed with the committee report wanted more time to insert amendments before the trilogues started.”

Tijdens de kick-off van het NWO NWO PlatWork-R onderzoek werd in een presentatie van Hanneke Bennaars nog eens duidelijk hoe complex de zaak is. Zij vertelde dat ALS er een akkoord uit de EU komt, ieder land vervolgens zelf verantwoordelijk is voor de uitvoer. Arbeidswetgeving is immers nationaal, niet Europees. En, als ik het goed heb begrepen, wanneer een land zelf een ‘beter’ alternatief heeft, dan is dit altijd leidend. Het is niet voor niets dat platformwerk (de ‘gig economy’) ook wel ‘lawyers paradise’ wordt genoemd.

Intussen gaan de rechtszaken tegen de platformen in verschillende landen in Europa ook gewoon door. Zo legde de rechter in Frankrijk afgelopen week Uber een boete van 17 miljoen euro op, “in damages and lost salaries to a group of drivers who argued they should have been treated like employees rather than self-employed.” Uber heeft aangegeven in beroep te gaan. Je zou het niet verwachten. Ook in Nederland zijn de zaken tegen Uber Taxi en Deliveroo in een eindstadium. Je zou kunnen zeggen dat de wetgeving (waarvan ik er een hard hoofd in heb dat deze er ooit gaat komen) achter de rechtszaken aanloopt.

Tijdens de eerder besproken kick-off werd ook de vraag gesteld: moeten platformen, net als uitzenders, een aparte categorie worden? Hoewel ik mij nog een keer wil verdiepen waarom bij uitzenders dit wel is gedaan (tips en linkjes zijn welkom), denk ik dat dit bij platformwerk geen goed idee is. Dit omdat ik verwacht dat het grijze gebied de komende jaren alleen maar zal groeien en we platformen echt als een organisatiemechanisme moeten gaan zien in plaats van silo organisaties. Dan kom je ook bij de meest interessante en relevante vraagstukken uit over echt nieuwe kwesties. En dan zou het fijn zijn als intussen ook de echte hervorming van de arbeidsmarkt een keer plaats zal vinden, zodat er geen (of minder) concurrentie op arbeidsvoorwaarden is tussen de verschillende contractvormen. Want daar is iedereen (behalve de juristen dan ;-)) nu ook wel klaar mee.


Geen discriminatie door Tadaah B.V bij het exploiteren van een digitaal platform voor kindercentra en pedagogische freelancers (‘flexpool kinderopvang’) | College voor de Rechten van de Mens

Bij het matchen van vraag en aanbod in de arbeidsmarkt is bewuste en onbewuste discriminatie niet ongewoon. Er worden veel bestaande (wederom: bewuste en onbewuste) vooroordelen versterkt. Platformen zijn hierin geen uitzondering. Tegelijkertijd kunnen platformen ook een interessante proeftuin zijn om experimenten te draaien om te kijken hoe processen zo kunnen worden ingericht dat discriminatie minder voorkomt. In 2021 mede-organiseerde ik nog een de workshop ‘discriminatie in de platformeconomie’, waar we aan de hand van onderzoek van Judith Kas en Rense Corten over dit probleem en de kansen hebben gesproken. Ik ben er van overtuigd dat wanneer we goed kijken naar hoe matchmaking processen zijn vormgegeven en selectief zijn in welke data wanneer wordt getoond er veel kan worden verbeterd. Ik merk nu dat platformen in veel gevallen elkaar blind kopiëren in welke informatie over een werkende wordt getoond. In dat kader is de manier waarop SkillsCV te werk gaat erg interssant: “Daarbij geven wij je de mogelijkheid om anoniem te solliciteren, zo zorgen wij met elkaar voor een inclusiever, transparanter en eerlijker selectieproces.”.

De aanleiding om dit onderwerp aan te snijden was dit bericht van het ‘College voor de Rechten van de Mens’. Tadaah, een platform voor freelancers in de kinderopvang, had het college gevraagd “om een oordeel over eigen handelen, om er zeker van te zijn dat zij in lijn handelt met de gelijkebehandelingsnorm. De aanleiding hiervoor was een weigering van een kindercentrum om een mannelijke freelancer als invalkracht te laten werken op een babygroep, omdat het kindercentrum alleen vrouwen op de babygroep inzet. Deze opdracht en weigering is via het platform van Tadaah gegaan.”

Het oordeel brengt een aantal interessante zaken aan het licht:

  1. over de vraag: wie discrimineert wanneer er bijvoorbeeld specifiek om een vrouw wordt gevraagd. Wanneer dit in een open veld is, dan is het de opdrachtgever die discrimineert. En is het platform alleen aansprakelijk wanneer het op de hoogte hiervan is en niet ingrijpt. Hierbij zou je natuurlijk je af kunnen vragen of ‘op de hoogte’ iets is dat nader moet worden gedefinieerd. Immers: een platform kan natuurlijk ook automatisch controleren op kenmerken in open tekstvelden;
  2. op het moment dat een freelancer reageert, worden persoonskenmerken bekend gemaakt aan de opdrachtgever. Het college oordeelt dat het platform hier in principe niets aan kan doen, maar wel opdrachtgevers die discrimineren kan waarschuwen of van het platform verwijderen. Waar niet over wordt gesproken is om het bekend maken van de kenmerken tot een later moment in de selectie uit te stellen. Je zou je af kunnen vragen of deze kenmerken voor het maken van de keuze namelijk al van belang zijn of niet;
  3. op het platform kunnen kindercentra freelancers actief blokkeren. Dit is de eerste keer dat ik hoor dat dit mogelijk is bij een platform en ik zie hier ook niet echt het nut van in. Op het moment dat een werkende niet bevalt, dan is het wel zo menselijk om hier over in gesprek te gaan. Dan zal het voor de werkende ook wel duidelijk zijn dat deze niet meer welkom is (of wel) en dan is een ‘blokkeer’ optie niet nodig;

Ik denk dat het heel interessant is om op een grotere schaal onderzoek te doen naar hoe processen in digitale matchmaking kunnen bijdragen aan het verminderen van discriminatie op de arbeidsmarkt. Soms zit een oplossing (of bijdrage) al in een klein hoekje. Zo sprak ik iemand van het platform voor thuisschoonmaak Iemand.nl (platform bestaat niet meer) en hier werd verteld dat zij discriminate hadden verminderd door het selectieproces om te draaien. Waar eerst de particuliere opdrachtgever een lijst met schoonmakers te zien kreeg, werd na de aanpassing de vraag van de opdrachtgever ingeschoten en kreeg de schoonmakers die als eerst reageerde de klus. Het begint allemaal met het bewust zijn dat het gebeurt, het doen van experimenten en simpelweg heel kritisch zijn welke informatie nu echt nodig is voor het creëren van voldoende vertrouwen voor het maken van de verbinding.


VonWood haalt de middle men uit de houthandel: ‘Dit schreeuwde om een marktplaats’ | MTSprout

Na twee wat meer conceptuele en bredere stukken in deze nieuwsbrief tijd voor een praktisch stuk. Afgelopen week kwam dit artikel voorbij over een marktplaats die houtzagerijen in Europa en bouwbedrijven en andere kopers van hout met elkaar verbindt.

“Wie een partij houten planken of balken nodig heeft, kan op VonWood een aanvraag indienen. Om het overzichtelijk te houden, kan de klant kiezen uit een catalogus met de populairste standaard houtproducten. Vervolgens zijn het houtzagerijen in Scandinavië, Duitsland, de Baltische staten en Polen die een seintje krijgen en door een prijs af te geven kunnen bieden op de order. Als de transactie tot stand komt, regelt VonWood de betaling en het transport van de order.”

In het stuk zegt oprichter David de Jong het volgende: ‘Een vrachtwagen hout heeft al gauw een waarde van 15, 20.000 euro. En afgezien van die keten met vele stappen is de markt aan de kant van de aanbieders, de zagerijen, ook enorm versnipperd. Er zijn tienduizenden zagerijen in Europa. Maar wat voor ons echt de doorslag gaf: het is een conservatieve markt waarin vooral gebeld en gemaild wordt, maar nog heel weinig online gaat. Dat schreeuwt om een marktplaats.’

Slim. Een gefragmenteerde markt is een eerste en absolute voorwaarde om een platform als oplossing te kiezen. Zonder gefragmenteerde markt (met daarmee veel informatie asymmetrie) kun je beter een website beginnen. Een stuk eenvoudiger. In het geval van VonWood is de markt op meerdere vlakken gefragmenteerd: aanbieders, zagerijen en klant. Een tweede kenmerk van een markt waar een platform een bijdrage kan leveren is wanneer er veel ingewikkelde processen zijn. In it geval: bellen en mailen. Iedereen heeft een eigen systeem en logica. En hoewel het mooi is wanneer dit het geval is, ligt er natuurlijk een enorme uitdaging om deze conservatieve markt te bedienen met jouw technische oplossing. En niets is zo moeilijk als het veranderen van menselijk gedrag en gewoonten. Maar al met al een mooie casus.

En om af te sluiten een sidenote: in het stuk wordt geschreven dat “VonWood de bekende ‘middle men’ uitschakelen in de houtindustrie”. Dat ‘cut out the middle men’ klinkt natuurlijk altijd leuk en sympathiek, maar een platform is natuurlijk ook een ‘middle men’. Met veel mogelijkheden, maar alsnog een partij die ertussen zit en een graantje mee moet pikken om het eigen bestaan te kunnen financieren. Niets mis mee, maar wel goed om je bewust van te zijn.  


Online Travel Platforms Responsible for 41% of All Bookings for Overnight Stays in Europe

Wat is de impact van de platformeconomie? Een vraag die ik regelmatig krijg. In veel gevallen is het antwoord lastig te geven, omdat de markt waarin een desbetreffend platform opereert niet eenvoudig is in te kaderen. Een uitzondering hierop is de markt van hotelovernachtingen. In dit artikel is terug te lezen dat het aandeel van online reisplatformen in het boeken van overnachtingen in Europa nu op 41% zit. Dat is meer dan vorig jaar: “As the European Office for Statistics, Eurostat has revealed, the number of nights booked via platforms like Airbnb, Tripadvisor, Expedia Group and Booking.com has gone up by 34 per cent in 2021 compared to the preceding year.”

In het artikel zijn ook wat interessante cijfers per land te zien.


KlusCV 1 jaar!

Precies een jaar geleden ging KlusCV live. KlusCV is een project dat ik heb opgezet, nadat ik een jaar lang het vraagstuk over ‘portabiliteit van reputatie- en transactiedata voor platformwerkers‘ heb onderzocht. Bij de livegang deden gelijk 4 platformen mee: Charly Cares, Helpling, Roamler en YoungOnes. Zij integreerden het KlusCV afsprakenstelsel (en de API) in hun platform en gaven daarmee de werkenden via via hun platform klussen uitvoeren toegang tot hun digitale cv in PDF.

Nu was het al een hele stap dat het was gelukt om dataportabiliteit in de praktijk te brengen. Dit omdat dit onderwerp meestal in een conceptueel vacuüm blijft hangen. Dat is met KlusCV anders. En dan is het helemaal prettig wanneer er ook gebruik van wordt gemaakt! Deze week maakte ik bekend dat in het eerste jaar 11.000 cv’s zijn gedownload! Dat is een aantal dat ik bij het begin nooit had durven noemen.

Voor 2023 staat er nog genoeg rondom KlusCV op het programma:

  • aansluiten nieuwe platformen;
  • uitbreiden van de standaard;
  • onderzoek naar de impact van het meenemen van data op de positie van de werkende;
  • onderzoek naar de waarde van deze data buit
    en de platformmarkt.

Bij het lezen van het rijtje platformen zie je ook de naam van Helpling staan. Dit platform zal, afhankelijk van hoe het faillissement afloopt, verdwijnen. Ontzettend zonde (en zinloos), maar wat wel mooi om te zien is, dat is dat na het bekend maken van het slechte nieuws het aantal downloads van cv’s van Helpling schoonmakers enorm is gestegen. Dit geeft aan dat zij graag hun data willen veiligstellen nu hun profielen hoogstwaarschijnlijk binnenkort offline worden gehaald. Wat mij weer een interessant inzicht biedt voor een stuk ‘exit by design’ waar ik momenteel aan werk.


Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event? Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’. Interesse in mijn foto’s? Check dan mijn foto pagina.

Hoe het faillissement Helpling de weeffouten van het debat blootlegt.

Na een lange juridische strijd gooide platform voor thuisschoonmakers Helpling afgelopen donderdag met een faillissement van de Nederlandse BV de handdoek in de ring. Het bankroet tekent het einde van een niet onomstreden strijd met vakbond FNV, die het faillissement als een ‘verlate overwinning’ in het FD laat opschrijven.

De grote vraag die overblijft is: een overwinning voor wíe? In een blog in 2018 voorspelde ik dat een uitspraak in het ‘voordeel’ van FNV zou uitmonden in een faillissement. En stelde ik al flink wat vraag- en uitroeptekens bij deze zaak. In deze blog schets ik de context van de zaak en de activiteiten van Helpling, ga ik in op wat er (niet) nieuw is aan een platform voor thuisschoonmaak en geef ik een overzicht welke veranderingen het platform door de jaren heeft doorgevoerd. Om af te sluiten met een voorstel voor een debat dat zowel de werkenden als de samenleving eer aan doet.

De opkomst van Helpling

Helpling, een startup uit de koker van het Duitse Rocket Internet, betreed in Juni 2014 de Nederlandse markt. Het platform waar particulieren een schoonmaakster voor thuis kunnen boeken is ambitieus en wordt al snel gezien als een van de grote beloften in de opkomst van de kluseconomie, a.k.a. ‘gig economy’, in Nederland. Dat het platform het niet alleen bij schoonmaak wil houden wordt mij duidelijk wanneer ik toenmalige directeur Nederland Floyd Sijmons in 2015 op hun kantoor in Amsterdam interview. Wanneer ik hem de vraag stel of het bij schoonmaak blijft antwoord hij: “als we het alleen bij schoonmaak zouden houden, dan hadden we ons platform wel Cleanling genoemd”. Helder.

Toch lukt het het platform niet om de dienstverlening uit te breiden. Er wordt gekeken naar glazenwassers, maar dat komt uiteindelijk niet van de grond. De toegevoegde waarde van het platform blijkt ook een stuk minder groot dan bij bijvoorbeeld Uber. Het betreft een vooraf geplande transactie (niemand wil ‘on demand’ een schoonmaakster) en de werkende en opdrachtgever blijven na een eerste succesvolle klus met elkaar verbonden en kunnen eenvoudig om het platform heen werken. Vanwege het aard van de transactie is er geen hoogwaardig algoritme nodig en de voordelen van het verzamelen van data zijn beperkt. Er is dan ook geen sterke ‘lock in’ zoals bij Uber en het platform moet hard werken om een passende dienstverlening aan werkende en opdrachtgever aan te bieden om hen aan het platform te binden.

Het binden van de klanten binnen de nationale markten was moeilijker dan men mogelijk bij aanvang verwacht. Waar eerst werd gedacht dat één strategie zou volstaan, werd al snel duidelijk dat ieder land een eigen strategie nodig had. Dit is terug te lezen in het onlangs verschenen paper “Platform adaptation to regulation: The case of domestic cleaning in Europe”, geschreven door Koutsimpogiorgos, Frenken en Herrmann. Voor dit paper leggen de auteurs de algemene voorwaarden van Helpling in Frankrijk, Duitsland, Ierland, Nederland en de UK naast elkaar en analyseerden zij de wijzigingen door de jaren heen. Hun conclusie is dat Helpling wel met een algemene strategie start, maar zich al snel moet aanpassen aan de institutionele voorwaarden per land. Gedurende de jaren past Helpling regelmatig haar model in Nederland aan. Zo verandert het platform de commissiestructuur en voert het een model in waarbij schoonmaaksters zelf de prijs voor een schoonmaakklus mogen bepalen. Een minimum moet ervoor zorgen dat er geen ‘race tot he bottom’ ontstaat.

Regeling dienstverlening aan huis

Met freelancers heeft Helpling nooit gewerkt. Het platform maakt, net als andere platformen waar consumenten dienstverlening in en om het huis afneemt, gebruik van de ‘regeling dienstverlening aan huis’. Dit is een regeling die particuliere werkgevers, wat je bent wanneer je een schoonmaakster voor thuis laat komen, vrijwaart van een groot aantal werkgevers verplichtingen. Wel moet de particuliere werkgever het minimumloon en 8 procent vakantiegeld betalen, de schoonmaakster doorbetalen bij ziekte en zorgen voor een veilige en gezonde werkplek.

In de praktijk komt er in de particuliere schoonmaakmarkt in Nederland door gebrek aan handhaving weinig van deze regeling terecht. Of, zoals ik in een eerdere blog schreef: “Het lijkt dus alsof we het goed geregeld hebben voor onze hulp in de huishouding, maar dat is niet zo. Zij vallen als het ware in een ‘excuuscategorie’.” Helpling sluit zich door gebruik te maken van deze regeling aan bij de standaard in Nederland.”

Het einde van Helpling

Het gegeven dat de particuliere werkgever een schoonmaakster vindt, boekt en betaald via een platform is voor FNV reden om het platform in 2018 voor de rechter te dagen. FNV is van mening dat het platform werkgever is en de schoonmaaksters in dienst moet nemen. In eerste instantie beslist de kantonrechter in 2019 dat Helpling geen werkgever, maar wel een bemiddelaar is. Het gerechtshof in Amsterdam ziet het twee jaar later toch anders en bepaalt dat Helpling de schoonmaaksters moet behandelen als uitzendwerkers, met bijbehorende rechten en plichten.

Helpling is zich ervan bewust dat een uitzendmodel niet zal werken voor het platform: de consument zal deze tarieven nooit willen betalen. Het platform gooit voor de laatste keer het model om, stopt rigoureus met het oorspronkelijke model waarbij het een commissie inhoudt over de uitbetaalde uren en introduceert Helpling Select (waarbij je een eenmalig bedrag betaalt voor het vinden van een schoonmaakster en alles daarna zelf regelt) en Helpling Premium (waarbij een professionele schoonmaakster komt die in dienst is bij een schoonmaakbedrijf).

Uiteindelijk maakt het platform de verwachtingen niet waar: in de reactie van de curator is te lezen dat er op de dag van het faillissement tien medewerkers voor het platform werkzaam waren.

Terugblik: wat was er nu nieuw aan Helpling?

In de eerdergenoemde blog uit 2018 stelde ik de vraag: wat is er nieuw aan Helpling? Ik schreef:

“Platform Helpling stelt huishoudens in staat via een online marktplaats een schoonmaakhulp te vinden. Daarnaast ondersteunt het platform met kwaliteitscontrole (telefonische intake, ID-check en reputatiesysteem), backoffice (klachten, vragen, vervangende hulp bij vakantie) en betaalmodule. Het bedrijf verdient geld door een marge van iedere transactie af te romen. Een veelgebruikt model.

Helpling is zeker niet uniek, dit soort dienstverlening bestaat al jaren. Neem het bedrijf HomeWorks. Een bedrijf dat al 25 jaar lang exact hetzelfde doet als Helping. Het enige verschil is dat dit geen online marktplaats is, maar dat het bedrijf handmatig de match tussen vraag en aanbod maakt. Daarnaast heeft het servicecoördinatoren die toezien op kwaliteit en zelfs met de eerste schoonmaakmeegaan. Dit alles maakt het een duur model: de commissie die het bedrijf rekent is dan ook zo’n 39% (t.o.v. 23% bij Helpling).”

Het platform concurreert met bemiddelaars met eenzelfde model en strategie die al vele jaren actief zijn op de markt. Het is dan ook de vraag waarom het platform dan opeens wel als een ongewenste speler werd gezien.

Waar was de zwarte markt in het debat?

In de rechtszaak tegen Helpling doet FNV alsof het platform concurreert met schoonmaakbedrijven. Dat is natuurlijk onzin. Het enige waar Helpling mee concurreerde is de zwarte markt. Mijn voorspelling in mijn eerdere blog: “als FNV wint en Helpling de huishoudhulpen in dienst moet nemen, dan gaat de prijs van de hulp voor de klant omhoog naar een bedrag van minimaal 20 euro. Nagenoeg geen enkele particulier is bereid dit bedrag per uur te betalen. Er zal niemand meer boeken via het platform en Helpling is binnen de kortste keren failliet. Is daarmee het probleem opgelost? Nee. Die schoonmaak wordt ook daarna nog wel gedaan. Maar dan via de zwarte markt.” En dat is precies wat er nu zal gebeuren.

En dat is zonde. De zaak rondom Helpling had een aanleiding kunnen zijn om een debat over hoe wij als samenleving werk in en om het huis waarderen. Dat is een discussie die wij maatschappelijk moeten voeren die uit moet monden in een politieke keuze. Wnat dat is het: een keuze. Dat de politiek wel degelijk iets kan doen om de situatie te verbeteren, bewijzen de landen om ons heen: België, Frankrijk, Scandinavië. Daar subsidieert de overheid dit soort werk, in België bijvoorbeeld via de dienstencheques. Ik spreek veel mensen die erkennen dat de huidige Nederlandse regel waardeloos is en we een systeem als in België zouden moeten invoeren. Maar het lukt hen niet het onderwerp op de agenda te krijgen. Blijkbaar is een structureel debat minder interessant dan een willekeurige rechtszaak.

Naar een bredere blik op ‘bemiddeling’ voor thuisschoonmaak

Met de kennis van vandaag wil ik nog wat dieper ingaan op de vraag wat er nieuws aan Helpling was. Het gegeven dat het een platform is maakte Helping onderscheidend van andere manieren waarom particuliere werkgevers een schoonmaakhulp kunnen vinden, maar het is de vraag wat hier de impact van is op de autonomie, tevredenheid en het inkomen van de werkende. Op het moment dat er iets nieuw is, dan is mijn eerste vraag altijd: hoe ging het hiervoor? En op welke vlakken maakt het ‘nieuw’ zaken beter, slechter of blijft het hetzelfde. In het geval van Helpling: wat zijn de condities van thuisschoonmakers die hun particuliere werkgevers via andere kanalen vinden? Er zijn immer verschillende manieren om een thuisschoonmaker te vinden: via via, een briefje in de supermarkt, via social media, bemiddelingswebsites en via platformen.

Geheel toevallig woonde ik op de dag van het faillissement van Helpling een door Koen Frenken van de Universiteit Utrecht georganiseerde academische workshop over ‘platform work’. Een van de sprekers was Juliet Schor, economist and Sociology Professor at Boston College. Schor heeft een aantal heel interessante onderzoeken in de deel- en kluseconomie op haar naam staan en presenteerde in Utrecht een onderzoek waar zij werkenden in de particuliere thuiszorg heeft interviewde die zowel via een Facebookgroep als via een platform hun klanten vinden. Zij was benieuwd of deze werkenden hun werk en de omstandigheden anders zouden ervaren.

Zij ontdekte dat de uitkomsten tussen de twee manieren van werk vinden heel erg op elkaar lijken. De enige verschillende die zij ontdekte waren te herleiden naar de verschillen in de omstandigheden van de werkenden, niet naar de manier waarop zij werk hadden gevonden. Het inkomen van de werkenden was via het platform hoger dan via een Facebookgroep en “our interviews found reveal high levels of work and platform satisfaction among these workers”. Waarbij Schor wel de kanttekening plaatste dat de ‘market conditions’ voor deze doelgroep overwegend positief zijn.

Presentatie Juliet Schor tijdens de academische workshop ‘Platform Work’

Haar conclusie: We conclude that factors external to the technical functioning of platforms, such as market and regulatory conditions, workforce composition and the nature of the work, should be more systematically examined to understand what forms of control platforms themselves can be subjected to.”

Conclusie en voorstel debat

Zoals in 2018 voorspeld is Helpling nu failliet en moeten de schoonmakers hun weg weer vinden in de zwarte markt. Het feit dat er nooit een serieuze poging is gedaan om te onderzoeken hoe een centraal platform de situatie van een kwetsbare groep werkenden kan verbeteren zonder gelijk werkgever te worden is een gemiste kans (en verantwoordelijkheid). Niet alleen van FNV, maar ook van alle instituties die verantwoordelijk zijn over deze agenda en zich niet hebben uitgesproken. Dat FNV een verlate overwinning claimt is zuur, omdat je je af moet vragen wie er nu heeft gewonnen. De schoonmakers in ieder geval niet en het debat ook zeker niet.

Ik hoop dat deze zaak (en deze blog) aanleiding is voor beleidsmakers, maar ook voor vakbondsmedewerkers, om alsnog de belangrijke vragen rondom deze groep werkenden op te pakken. Dat er nu wel onderzoek wordt gedaan naar de verschillen die de verschillende manieren van ‘matchmaken’ met zich meebrengen en te kijken hoe nu echt iets te doen voor deze groep werkenden. Dit start met het (h)erkennen van de context, om op basis hiervan (politieke) keuzes te maken. Misschien dat het sluiten van het hoofdstuk van Helpling hier nu ruimte voor vrijmaakt. Laten we het hopen.

Mededinging en platformen | Workshop onderwijs en platformen | Zetten platformen detacheerders buitenspel?

Goedemorgen! En de beste wensen voor 2023. Laten we er weer een mooi jaar van maken. Deze editie is de eerste nieuwsbrief die wordt verstuurd via Ghost: nadat Twitter mijn vorige systeem Revue de nek heeft omgedraaid heb ik bewust voor een open source en not for profit alternatief gekozen. Hierbij ben je als gebruiker niet het product, maar de klant. Goede dienstverlening mag geld kosten, dat zou ik (naast de les om bij iedere dienst die je afneemt ook na te denken over het exit scenario) iedereen mee willen geven. De layout van mijn nieuwsbrief zal de komende tijd vast nog eens wisselen, ik ben bezig om alle mogelijkheden te verkennen. Feedback ik zoals altijd welkom door een eenvoudige ‘reply’ op deze mail.

In 2023 zal ik voor het 7e jaar op rij wekelijks enkele artikelen over de platformeconomie met jou delen, voorzien van mijn duiding en commentaar. 2023 staat bij mij in het teken van mooi klussen, presentaties en onderzoeken voor en met klanten, nieuwe stappen met KlusCV, een vaste rol bij het lectoraat Platformeconomie bij de Haagse Hogeschool, het doorontwikkelen van de minor ‘Bouw je Eigen Platform’ en veel werk op het gebied van wereldwijde ontwikkelingen in de kluseconomie met de Wageindicator Foundation. En niet onbelangrijk: een wereldreis van 1 april tot en met 31 juli. De tickets naar Namibië heb ik vandaag geboekt.

Genoeg over mijzelf: door naar de inhoud. Fijne week!


Eurocommissaris Vestager verwacht weerstand van ‘machtsverslaafde’ techgiganten – RTL Nieuws

Wie had ooit gedacht dat mededingingsrecht een rocksterren status zou krijgen? Ik vermoed niemand: ik in ieder geval niet. Onder het motto van ‘iedereen mag hier zaken doen, maar wel onder onze voorwaarden’ zetten Margrethe Vestager en haar collega’s zich al jarenlang in voor het creëren van een meer gelijk speelveld in de platformeconomie. In dit 11 minuten durende interview (kijk het gerust tijdens je lunch) gaat zij in op de weg die zij hebben afgelegd en op wat er nog aankomt.

Goed om te weten: half maart organiseer ik vanuit de Haagse Hogeschool in samenwerking met PwC en Considerati een bijeenkomst voor platform ondernemers en beleidsmakers om deze regelgeving (huidig en wat er nog komen gaat) in de platformeconomie verder te bespreken. Mocht je interesse hebben om hier bij te zijn, stuur alvast even een mail + motivatie.

Eurocommissaris Vestager verwacht weerstand van ‘machtsverslaafde’ techgiganten
Techgiganten als Apple, Amazon, Google en Facebook misbruiken hun macht om de concurrentie geen enkele kans te geven. Eurocommissaris Margrethe Vestager moet die macht breken, maar ze verwacht dat dit niet zonder slag of stoot zal gebeuren.

Lees hier het oorspronkelijke artikel

PayDay gaan van corporate startup naar volwaardig product

Veel bestaande organisaties vragen zich af hoe zij succesvol kunnen zijn in de platformeconomie. Mijn standaard antwoord is dan: kijk naar wat jij hebt wat iedereen die vandaag van nul begint niet heeft en zorg er voor dat je dit uitnut. Nog te vaak zie ik bestaande organisaties compleet nieuwe platform proposities lanceren die niets te maken hebben met wat zij nu doen. Dat is over het algemeen gedoemd te mislukken. Je moet kijken hoe jij je met jouw legacy kunt onderscheiden. Dat is jouw voorsprong. En je bent alleen succesvol als je die twee met elkaar weet te verbinden.

Een mooi voorbeeld van een propositie van een bestaande organisatie in de platformeconomie is Payday: een initiatief van ABN AMRO.

Today we have Payday, offering flex worker platforms the opportunity to provide their workers with oversight and control, including the possibility to get paid instantly whenever they want. This service results in an increase in worker activity, increased NPS and reduction in churn.

We now have 7 platforms & temp agencies onboarded, have paid out over 25.000 flex workers for more than 400.000 gigs, and now also have official product approval, allowing us to migrate from an experimental phase towards business as usual and onboarding new clients.

Mooi om te zien hoe een grote organisatie als ABN ook succesvol kan zijn in de platformeconomie en deze propositie van ‘experimentele fase’ naar een standaard ABN product is gegroeid in drie jaar tijd. Dat zie je niet vaak.

Rienk Franken on LinkedIn: Yes, it’s official! Payday has now been approved as an ABN AMRO product… | 16 comments
Yes, it’s official! Payday has now been approved as an ABN AMRO product, aimed at online temp agencies and flex worker platforms. It’s been almost 3 years… | 16 comments on LinkedIn

Lees hier het oorspronkelijke artikel

India aims to ‘democratise’ online shopping with ecommerce network – Financial Times

Het is een vraag die steeds maar terugkomt: hoe zorg je er voor dat de macht van platformen eerlijker wordt verdeeld. Een oplossing in regelgeving komt in het eerste stuk van deze nieuwsbrief naar voren. In dit artikel een interessante invalshoek uit India.

India is preparing to launch a government-backed ecommerce initiative to “democratise” online shopping, in an ambitious attempt to challenge the dominance of companies such as Amazon and Walmart-owned Flipkart in one of the world’s fastest-growing markets. Open Network for Digital Commerce, a non-profit company set up by India’s commerce ministry last year, is holding trials in more than 85 cities including the tech hub of Bangalore, ahead of a nationwide launch next year. While companies such as Amazon run proprietary services controlling everything from vendor registration and delivery to customer experience, ONDC is an “interoperable” network, where buyers and sellers can transact regardless of the apps or services they are using. The open-source network would allow a customer using one app, such as fintech services provider Paytm, to find and order groceries from a vendor registered to another platform, such as small business hub eSamudaay. This can then be shipped by whichever alternative platform, such as delivery service Dunzo, that is able to do it at the fastest and lowest rate.

Interessant aan dit initiatief:

  • Open source;
  • Schaal door interoperabiliteit (uitwisselbaarheid);
  • Vanuit de overheid;
  • Een manier om bestaande retailers online te krijgen.

Gaat dit werken? Geen idee: uiteindelijk is “the proof of the pudding is in the eating”. Het is de vraag of een puur technische infrastructuur genoeg is om genoeg bereik te genereren en of het platform als ‘private regulator’ ervoor kan zorgen dat alle leveranciers hun beloften kunnen nakomen aan de consument. Want uiteindelijk is dit de groep die bepaalt of dit initiatief een succes wordt. Dat “only 0.1 per cent of the country’s 12mn retail outlets digitally enabled” is, geeft weinig hoop. En daarnaast is de overheid mede investeerder, maar is niet duidelijk wat dat nu precies inhoudt. Maar wie weet lukt het toch. Of levert het minstens een aantal interessante lessen en inzichten op waar anderen weer mee verder kunnen.


New York cleaners create new path to entrepreneurship – BBC News

In deze nieuwsbrief al vaker voorbij gekomen: de platform coöperaties Up&Go. Hier een leuk stukje op BBC News over dit concept, waarbij de schoonmaaksters, die alleen lid zijn van lokale worker coöperaties, samen het bestuur en eigenaarschap van de app vormen waar zij van afhankelijk zijn.

Het blijft een mooi voorbeeld, maar het is wel de vraag of dit een ‘platform first’ initaitief is, of een manier voor bestaande worker coöperaties om hun bestaande werk beter te organiseren en te vermarkten. Ik ga voor optie twee. Een stuk minder spannend en spectaculair misschien, maar het gaat uiteindelijk om de impact op de werkenden en hoe zij geholpen zijn.


Platform WorkFlow geeft zorgmedewerkers in loondienst de flexibiliteit van zzp’ers – ZiPconomy

Vaak geef ik mensen het advies om het niet over platformen, maar over platform-denken te hebben. Bij het woord ‘platform’ wordt vaak gedacht aan een silo, terwijl je met platform-denken breder kijkt hoe de platform principes ook binnen bestaande processen en organisaties een rol kunnen spelen.

Een mooi voorbeeld kwam ik tegen in dit stuk:

Rotterdamse ziekenhuizen doen er alles aan om medewerkers te behouden nu de arbeidsmarkt kampt met chronisch personeelstekort. Én om te voorkomen dat te veel medewerkers uit dienst gaan en als zzp’ers aan de slag gaan. Via het platform WorkFlow willen zij de ‘ondernemende zorgprofessional’ de vrijheid van het zzp-schap bieden én de voordelen het werknemerschap.

In september is een pilot gestart op de OK-afdelingen van negen deelnemende ziekenhuizen. OK-assistenten en anesthesiemedewerkers kunnen via een online tool hun eigen rooster samenstellen en dus zelf kiezen waar en wanneer zij willen werken. De eerste ‘flowers’ zijn inmiddels aan de slag.

WorkFlow is een initiatief van zorgorganisaties uit de regio Rijnmond. Regionale werkgeversorganisatie deRotterdamseZorg – waarin zorg – en onderwijsorganisaties samenwerken aan een ‘gezonde’ arbeidsmarkt – faciliteert en managet WorkFlow.

Dit voorbeeld laat zien dat:

  • er ook ontzettend veel flexibiliteit kan worden gerealiseerd binnen een (vaste) arbeidsrelatie;
  • platformen binnen arbeidsrelaties (dus ook binnen een dienstverband voor onbepaalde tijd) de werkende aan het roer kunnen zetten;
  • er hiermee ook organisatie overstijgend kan worden samengewerkt en het ‘ouderwetse’ poolen weer nieuw leven in kan worden geblazen.

Als je dit voorbeeld gebruikt om iets verder te kijken, dan kun je zien dat dit soort manieren van werken op het moment dat organisaties samen gaan werken en verantwoordelijkheid en risico gaan delen over werkenden zij bestaande detacheerders en bemiddelaars buiten spel kunnen zetten. Ik ben benieuwd in hoeverre bestaande detacheerders en bemiddelaars hier op in zullen spelen. Een interessante ontwikkeling.

Platform WorkFlow geeft zorgmedewerkers in loondienst de flexibiliteit van zzp’ers – ZiPconomy
Rotterdamse ziekenhuizen doen er alles aan om medewerkers te behouden nu de arbeidsmarkt kampt met chronisch personeelstekort. Én om te voorkomen dat te veel medewerkers uit dienst gaan en als zzp’ers aan de slag gaan. Via het platform WorkFlow willen zij de ‘ondernemende zorgprofessional’ de vrijhe…

Lees hier het oorspronkelijke artikel

Uitnodiging workshop platformeconomie en onderwijs – 

20 januari 2023, Den Haag

Inschrijven

Uitnodiging workshop platformeconomie en onderwijs – 20 januari 2023

Platformen spelen een steeds belangrijkere rol in de organisatie van organisaties en maatschappij. Met de groei van de platformeconomie groeit ook de behoefte aan praktisch onderwijs en onderzoek op dit gebied. Dit is dan ook de reden dat de Haagse Hogeschool haar pijlen op de platformeconomie richt met een praktische minor ‘bouw je eigen platform’ en een nieuw lectoraat Platformeconomie. Vrijdag 20 januari komen deze twee bij elkaar in het event ‘platformeconomie en onderwijs’. Doel van de bijeenkomst is om het gesprek tussen bedrijfsleven en onderwijsontwikkelaars te starten op dit gebied te kickstarten.

Tijdens dit (gratis) event krijgen we niet alleen een i
nkijkje in de platformen die studenten in de minor hebben gebouwd, maar gaan we ook in gesprek met vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven over welke kennis en kunde zij belangrijk vinden om studenten goed voor te bereiden op een baan in de platformeconomie. Na een welkom door minor coördinator Sander Limonard zal platform expert en HHS-collega Martijn Arets een basis neerzetten van de context van de platformecomie, om vervolgens de ervaringen te horen van een Nederlandse platformondernemer in thuisonderwijs. Vervolgens zullen vier teams van studenten hun zelfgebouwde platform propositie presenteren en praat een panel door over de belangrijkste competenties en skills die vanuit het onderwijs nodig zijn om studenten klaar te stomen tot professionals in de platformeconomie. Als laatst reflecteert lector Platformeconomie Nicole Stofberg op de bijeenkomst en neemt Sander Limonard je mee naar de ambities voor de minor voor het komende jaar.

Het programma:

  • 14:30 Inloop
  • 15:00 Welkom door Sander Limonard, coördinator minor ‘bouw je eigen platform’
  • 15:05 Introductie Platformeconomie en doorvertaling aanvliegroutes onderwijs door Martijn Arets, auteur van het boek ‘Platformrevolutie’ en parttime onderzoeker aan de Haagse Hogeschool
  • 15:25 Pitch van businesscase platformen door studenten aan de minor
  • 16:00 Q&A met studenten: wat hebben zij geleerd?
  • 16:10 Paneldiscussie met een platform ondernemer, corporate innovatie team member en een beleidsmaker over welke competenties zij terug willen zien in het onderwijs wanneer het gaat over platformeconomie
  • 16:30 Open Q&A met panel en zaal over competenties onderwijs in relatie tot de platformeconomie
  • 16:45 Reflectie door Nicole Stofberg, lector Platformeconomie aan de Haagse Hogeschool
  • 16:55 Ambities minor 2023-2024 en afsluiting door Sander Limonard
  • 17:00 Borrel
  • 18:00 Einde

Locatie:

Apollo14: startuphub voor impact ondernemers in Den Haag, Saturnusstraat 14, 2516 AH Den Haag

Inschrijven:

Er is beperkt plek, dus schrijf je snel in!

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event? Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’. Interesse in mijn foto’s? Check dan mijn foto pagina.

Over

Martijn Arets is ondernemer en internationaal platformexpert. Na een carrière als lichttechnicus, evenementenorganisator en marketingmanager zegde hij in 2010 zijn baan op om zijn droom achterna te gaan. In een oud Volkswagenbusje reisde hij vijf maanden door Europa om in gesprek te gaan met de leiders van twintig authentieke Europese merken als Mini, Adidas, LEGO, Alessi en Manchester United. Zijn bevindingen bundelde hij in het boek Brand Expedition, een reis langs de twintig meest inspirerende merken. Voor de vertaling en productie van de Engelse editie wist hij vervolgens als een van de eersten ter wereld via een op aandelen gebaseerde crowdfundingcampagne op het platform van Symbid de benodigde 20.000 euro bijeen te brengen.

Mede door deze crowdfundingcampagne werd hij in 2011 door de lezers van ondernemersmagazine Sprout gekozen tot de beste ondernemer van het jaar. Een wedstrijd waarin hij genomineerden als John de Mol, Reinout Oerlemans en Floris van Bommel achter zich liet. Martijn werd gevraagd om als ‘European Young Leader’ Nederland te vertegenwoordigen in een Europese denktank en een TED-Talk in Griekenland te geven.

Geïntrigeerd door de mogelijkheden van onlineplatformen en gedreven door nieuwsgierigheid onderzocht hij daarna acht jaar lang de opkomst van de platformeconomie. Hiervoor ging hij in gesprek met vijfhonderd deelnemers in zestien landen. De resultaten van deze expeditie beschrijft hij in het boek ‘Platformrevolutie – van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’. Tijdens deze expeditie schreef hij de boeken Crowdfunding, de hype voorbij en Crowdfunding voor Dummies.

Met zijn eigen bedrijf Professional Outsider Consultancy deelt Martijn zijn kennis door het geven van presentaties en advies. Daarnaast initieert hij eigen onderzoeken, waarvoor hij verschillende partners bijeenbrengt die de interesse en nieuwsgierigheid naar het vraagstuk delen, om vervolgens samen op onderzoek uit te gaan. Als onafhankelijke stem in het debat draagt Martijn bij aan verschillende onderzoeken en probeert hij de ontwikkelingen rondom de opkomst van onlineplatformen te duiden. Zo zette hij de platformen www.deeleconomieinnederland.nl en www.platformwerk.nl op om de omvang van de platformmarkt voor een groot publiek duidelijk te maken. Als bruggenbouwer brengt hij stakeholders samen, om het debat inhoudelijker en constructiever te laten verlopen.

Hij verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact ervan op onze samenleving. Martijn geeft presentaties, zit in adviescommissies over platformen, deelt zijn inzichten in een wekelijkse nieuwsbrief en is een veelgevraagd platformexpert in de media. Zo was hij eerder al te gast in Nieuwsuur, VPRO Tegenlicht, NOS Journaal, The Guardian, BBC, Forbes, BNR Nieuwsradio, NRC, Telegraaf, RTLZ, Trouw en de Volkskrant. Voor zijn laatste boek Platformrevolutie ging hij in gesprek met meer dan 500 experts in 16 landen.

Martijn woont in Houten, samen met Jannette en hun drie kinderen Joep, Sophie en Anna.