Via Twitter zag ik een bericht voorbijkomen van een aankomende demonstratie voor het Uber hoofdkantoor in Amsterdam. In het bericht: “TIJD VOOR ACTIE! – Voor respect en een leefbaar inkomen”. Tijdens deze demonstratie wilden Uber chauffeurs, onder leiding van FNV Platformwerk, aandacht vragen voor de consequenties van het annuleren van ritten door chauffeurs en het gegeven dat chauffeurs voor het accepteren van een rit geen informatie over desbetreffende rit krijgen. Je hoeft geen expert te zijn om te snappen dat deze twee vraagstukken een sterk verband met elkaar hebben. De oplossing volgens FNV: neem de chauffeur in dienst. Ik besloot om naar Amsterdam te reizen om de demonstratie te observeren, foto’s te maken en wat gesprekken te voeren.
De demonstratie, door FNV omschreven als ‘blokkade van het hoofdkantoor’ wilde ik aanvankelijk omschrijven als een ‘polderprotest’, maar na de acties van de boeren de dagen hiervoor kies ik liever voor de woorden ‘gemoedelijk’, ‘kneuterig’ en/of ‘rituele rondedans’.
Een half uur voor aanvang arriveert een politiebusje voor het kantoor van Uber in Amsterdam. Politie stapt uit, woordvoerder Uber komt met collega naar buiten en maakt een praatje. Niet veel later doet de beveiliger van het gebouw de draaideur op slot. Dan verschijnt een grijs busje met de FNV-campagne materialen. Een medewerker met FNV-shirt met op de achterkant ‘actie!’ gedrukt begint met de opbouw. Een tafel met flesjes water voor de demonstranten en opgerolde spandoeken, een vlag, een banner en ook de bekende houten zeepkist worden voor de ingang van het Uber kantoor neergezet. Langzamerhand verschijnen nog een stuk of zes FNV-collega’s en zo’n vijftien van de verwachte twintig taxichauffeurs.
Dan pakt Anja Dijkman, projectleider FNV Platformwerk, de microfoon. De chauffeurs, die in plukjes op de stoep verspreid staan, staken hun gesprekken en luisteren hoe Dijkman het doel van de dag opsomt en vertelt dat Uber FNV heeft uitgenodigd om in het Uber kantoor op gesprek te komen.
Chauffeurs wordt gevraagd om op witte vierkante foamborden op te schrijven wat hun wensen zijn, zodat deze later mee kunnen worden genomen naar het gesprek. Een viertal chauffeurs geeft gehoor aan deze oproep en schrijft ‘meer zeggenschap’, ‘respect’, ‘lagere commissies’ en ‘weg uit Nederland’ op de borden. Geen enkele chauffeur schrijft ‘vast dienstverband’ op.
Niet veel later mag een tweekoppige FNV-delegatie en een chauffeur via een zijdeur naar binnen voor een gesprek. Na een half uur worden de FNV-attributen, inclusief en setje niet uitgerolde spandoeken, weer in het busje geladen en besluit ik dat het ook voor mij tijd is om verder te gaan. Wat er uit het gesprek binnen komt, wordt ook later niet duidelijk. Mijn verwachting is niets, maar iedereen heeft wel weer zijn zegje kunnen doen en de foto’s en video’s zijn geschoten.
Wat deze demonstratie zegt over het debat
De demonstratie omschreef ik hierboven als ‘gemoedelijk’, ‘kneuterig’ en ‘rituele rondedans’. Aan alles was duidelijk te zien dat geen van de betrokken partijen een echt uitgesproken ambitie had bij – en verwachting over het effect van – deze samenscholing. Het aantal chauffeurs dat op kwam dagen was minimaal, de ambitie van de FNV goedbedoeld, maar ook heel beperkt en Uber deed gemoedelijk (en verstandig) mee aan deze rondedans door de demonstranten binnen uit te nodigen. Om vervolgens het gesprek zo lang te laten duren dat wat er aan energie of boosheid zou kúnnen wanen onder de aanwezigen, tegen de tijd dat de groep weer naar buiten zou komen al lang weer zou zijn uitgedoofd. Het is mij duidelijk dat niemand echt het idee of de ambitie had vandaag iets op te lossen: de strijd wordt immers uitgevochten in de rechtszaal. Het enige dat FNV aan deze dag overhield was waarschijnlijk het verdedigen van de legitimiteit, deels door het creëren van (online) content. Hoewel met een opkomst van 15 chauffeurs de claim van legitimiteit niet persé veel goed heeft gedaan.
Analyse / overdenking
Ik ben in mijn publicaties regelmatig scherp en kritisch op de manier waarop FNV zich in dit debat gedraagt. Niet zelden stel ik de vraag voor wie FNV deze strijd voert, beschuldig ik de bond van selectieve verontwaardiging en verwonder ik mij hoe de vakbond de context van het speelveld negeert (ja, de zwarte markt bestaat en het alternatief voor een maaltijdbezorger is niet een goed betaalde baan met zekerheden) en daarmee de echte vragen (laat staan oplossingen) voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt te vaak naast zich neerlegt. Ook de manier waarop FNV het onderwerp platformwerk claimt en hiermee geen ruimte aan andere bonden geeft zich met dit onderwerp te bemoeien zie ik als onwenselijk.
Wél zie en erken ik duidelijk het nut en belang van het concept vakbond: het verenigen van een gefragmenteerde en geïsoleerde groep werkenden om deze schaalvoordelen in te zetten om een gelijker speelveld te creëren tegen werk- en opdrachtgevers. Dat is dan ook misschien gelijk de reden dat ik mij hier druk om maak: het zijn van de grootste vakbond brengt verantwoordelijkheden met zich mee waarvan ik nu van mening ben dat deze onvoldoende worden ingevuld.
Tegelijkertijd zie ik bij de FNV gemotiveerde individuen die allemaal proberen te doen wat voor hun het beste lijkt binnen de mogelijkheden van een ingewikkelde organisatie wat FNV nu helaas eenmaal is. En die houding, welwillende mensen die binnen hun mogelijkheden het beste willen doen, zie ik binnen alle stakeholders in het debat. Dit individuele geluid en deze individuele houding zijn nauwelijks zichtbaar in het debat. Een debat waar de niet al te constructieve houding van verschillende stakeholders de boventoon voeren. Daarom vindt ik het belangrijk om te laten zien dat wanneer je mét mensen zelf in gesprek gaat, er veelal een heel ander beeld en energie ontstaat.
In die gesprekken zie ik dat er onderliggend veel meer gelijkenissen zijn, dan je vanuit het debat zult verwachten. Dan gaat het over onderliggende waarden als zekerheid, transparantie, respect, (mede)zeggenschap en eerlijkheid. Hele concrete en menselijke waarden. En zie je dat die ongezonde fixatie op de contractvorm de werkenden, in dit geval taxichauffeurs, maar weinigen interesseert en afleidt van daar waar het debat nu echt over zou moeten gaan.
Vandaar mijn analyse en dan ook gelijk oproep om het gesprek minder te laten leiden door de mist die instituties over het debat heen gooien, maar het gesprek meer te laten gaan over – en vooral mét – het individu. De mens. Want als er iets dit debat zal veranderen, is wanneer we niet meer het instituut, maar de mens centraal zetten. Als we dat doen, dan komt het zelfs met de vakbond, platformwerk én de werkende uiteindelijk echt wel goed.