Tijdens mijn voorbereidingen voor mijn presentatie in Brussel kwam ik dit stuk tegen over de impact van Airbnb op de hotel industrie. Onderstaand fragment wil ik je niet onthouden:
Conley said Airbnb’s platform is succeeding in part because the hotel industry is behind the curve when it comes to four key areas:
Travelers want to live like a local—they want a localized experience.
People want to optimize digital technology. “The hotel industry is awful at innovating around technology for all kinds of reasons,” Conley said. “One of our success factors is creating a seamless and beautiful digital experience.” He said the company spends a lot of time studying the digital trends in China because what is going to be popular in the West in five years is happening now in China.
People want a la carte services. “They don’t want a package of services—they want to be able to choose what they want,” Conley said.
Knowing its customers’ tastes beyond what a concierge or front-desk person at a hotel would know. “This is the future disruptor,” Conley said. “We need to know our customers. Our technology needs to know their tastes so you can put a five-day itinerary together for them with suggestions on things to do. That’s the future for us. We’re not an accommodations company; we’re a travel company, and over the next few years that’s what we’ll evolve into.”
De tegenreactie van tech-Amerika op het inreisverbod van Trump was deze week niet te missen. Tijdens een protest staking op JFK Airport besloot de taxibond in New York zijn ritten te staken als steun voor het protest. Uber deed dit niet en twitterde zelfs dat de ‘surge pricing’, de prijsstijging bij drukte, niet omhoog zou gaan. Dit werd door de Amerikanen niet gewaardeerd en een campagne #DeleteUber ging viral. Dat Travis, de founder van Uber, in de advies commissie van Trump zit speelde hier ook in mee.
In totaal werden volgens Times zo’n 200.000 accounts opgezegd door boze klanten. Deze stormvloed aan opzeggingen zorgden er voor dat het opzeg proces, dat normaal handmatig werd gedaan, plotseling moest worden geautomatiseerd.
Als reactie stortte Uber 3 miljoen dollar in een fonds voor chauffeurs die worden getroffen door het inreisverbod. Mensen die hun account opzegden kregen een mail met een laatste poging om de ontevreden klant van gedachten te laten veranderen. En Travis koos eieren voor zijn geld, zette zijn ego opzij en stapte uit de adviesraad van Trump.
Even los van het feit dat dit een mooi voorbeeld is van de ‘power of the crowd’, is het natuurlijk de vraag of het opstappen van Travis uit de adviesraad van Trump niet meer is dan symboolpolitiek en een teken van zwak leiderschap. Uiteindelijk is het zwichten op korte termijn druk (en een teken van zwakte), waarbij het lange termijn plaatje uit het oog werd verloren.
KLM doet met ‘Meet & Seat‘ en Seats2Meet met ‘Connect‘: het inzichtelijk maken van wie er in een vliegtuig of op een andere locatie zit, wat de competenties en behoeften zijn en op basis hiervan mensen (proactief) met elkaar verbinden. Dit concept past natuurlijk ook perfect wanneer je gebruik maakt van gedeelde mobiliteit. Als je dan toch bij elkaar in de auto zit, laat het dan ook gelijk een relevante ontmoeting zijn die meer waarde oplevert dan het toevallig van A naar B gaan.
Met ‘UberPool’ wil Uber mogelijk in de toekomst hier ook mee aan de slag gaan. UberPool is een functionaliteit waarbij je aangeeft open te staan je taxi rit te delen in ruil voor korting. Wetende dat je geen idee hebt wie er (dronken of niet) instapt en hoe ver je om moet rijden. In de passagiers en chauffeur forums wordt er flink geklaagd over de functionaliteit, maar het idee is natuurlijk helemaal prima. Als het aantal transportbewegingen maar hoog genoeg is, dan is er altijd wel een match te maken.
In dit stuk geeft de auteur behoorlijk af op een patent dat is aangevraagd door Uber waarbij het bedrijf jou wil laten zien wie er met jou meerijdt op basis van Facebook data. Natuurlijk zou dat een pilot zijn van een discutabele kwaliteit en functionaliteit, maar het basis idee blijft natuurlijk interessant. Misschien nog niet voor nu, maar zeker voor de tijd dat we allemaal van mobiliteit als een service gebruik maken en alle auto’s volledig zelfrijdend zijn….
Daimler en Uber hebben een samenwerking rondom zelfrijdende auto’s afgesloten. Nu is dat niet zo boeiend: Uber doet dit met meer partijen, maar wat wel boeiend is, dat is het volgende fragment:
“This is different from Uber’s arrangement with Volvo, however, in that Daimler will own and operate its vehicles itself, while taking advantage of Uber’s technology and ride-sharing network services.”
Deze stap had ik eigenlijk al eerder verwacht, maar wat hier dus feitelijk gebeurd is dat we beginnen te zien dat Uber helemaal geen zelfrijdende auto’s wil hebben: dat is ene veel te lastige markt waarin je je niet makkelijk kunt onderscheiden. Uber wil het software platform zijn die alle zelfrijdende auto’s met elkaar verbindt. Daarbij maakt het niet uit wie de eigenaar van de auto is, wat het hele model veel schaalbaarder maakt én ‘eenvoudiger’ om een monopoliepositie te claimen.
Deze week werd bekend gemaakt dat autodelen in België in 2016 is verdubbeld. Alsnog een druppel op een gloeiende plaat, maar je moet ergens beginnen. De groei zit ‘m, net als in Nederland, vooral in het peer2peer autodelen. Oftewel: mensen die hun auto beschikbaar stellen om aan anderen te verhuren. Hierbij blijft het aanbod achter op de vraag, wat ook de reden was voor SnappCar om met een private lease constructie te komen.
Hoewel de groeicijfers (SnappCar groeide van 100.000 naar 225.000 autodelers) mooi zijn, bijdragen in een mindshift van mensen en ga zo maar door, valt er natuurlijk ook een hoop op af te dingen. Een deelauto van bijvoorbeeld Greenwheels is 24/7 beschikbaar, 365 dagen per jaar. Wanneer er zo’n auto bij komt, dan kan deze een flink deel van de vraag in de buurt opvangen. Een peer2peer deelauto is veel minder vaak beschikbaar en de drempel om te huren is relatief hoog (communicatie via internet, fysieke transactie, etc.). Hierdoor vermoed ik dat de stijging van de peer2peer deelauto’s een veel minder grotere impact hebben. Daarnaast is de term ‘autodelers’ ook natuurlijk slimme maar ook vage marketingtaal: ik heb zelf bijvoorbeeld accounts bij alle peer2peer auto deel platformen, maar heb in 2016 daar geen gebruik van gemaakt. Geen idee of mijn accounts in de cijfers worden meegeteld.
Om echt iets van de groei te kunnen zeggen moeten we dus ook meer data hebben. Data over gebruik bijvoorbeeld: dan kun je zeggen ‘in 2016 is het gebruik in minuten xx-procent gestegen’. En dan krijg je een veel beter (maar ook waarschijnlijk veel minder sexy) beeld van de werkelijkheid. Gevaar is dat men autodelen op de korte termijn groei gaat afrekenen, terwijl het een transitie is die je op zijn minst over 10 jaar moet meten. Al met al een mooie uitdaging….
Deze week kwam TaxiStartup in mijn timeline voorbij: een startup die een SaaS (Software as a Service) oplossing aanbiedt waarbij iedereen zijn eigen lokale Uber kan starten. Er zijn al meerdere van dit soort aanbieders op de markt, maar deze pakken meestal geen niche aan. Wat dat betreft dus een interessant idee.
Echt interessant wordt het op het moment dat er een partij komt die de software & skills beschikbaar stelt voor lokale aanbieders onder 1 brand. Dus iedereen zijn eigen toko en op basis van API’s met elkaar verbonden. Kan onder 1 merknaam of onder allemaal lokale merknamen. Zou voor Uber ook een stap kunnen zijn, beetje wat Helpling nu doet door ook hele ramenwasserbedrijven aan het platform toe te voegen…
In 2016 startte ik het platform ‘Deeleconomie in Nederland‘, waar ik alle deeleconomie platformen op de Nederlandse markt een plek biedt om zich te presenteren aan consumenten (en onderzoekers). Nu er een mooie basis staat (150+ profielen online) ben ik deze week begonnen met een verdiepingsslag: meer (en vooral: met regelmaat) contact met de platformen, wekelijkse nieuwsberichten, meer leven in de social kanalen en meer tools produceren om de deeleconomie te bevorderen. Om een goede start te maken lanceerde ik deze week via Sprout.nl een infographic waar ruim 100 deelplatformen in 10 categorieën verdeeld worden gepresenteerd. Ruim 100 retweets en vele mailtjes maakte duidelijk dat dit werd gewaardeerd. Alle reden om hier mee door te gaan dus.
Ook deze week zocht ik 5 artikelen voor je uit: allemaal (per toeval) in de hoek van de (gedeelde) mobiliteit. Fijne week!
De tegenreactie van tech-Amerika op het inreisverbod van Trump was deze week niet te missen. Tijdens een protest staking op JFK Airport besloot de taxibond in New York zijn ritten te staken als steun voor het protest. Uber deed dit niet en twitterde zelfs dat de ‘surge pricing’, de prijsstijging bij drukte, niet omhoog zou gaan. Dit werd door de Amerikanen niet gewaardeerd en een campagne #DeleteUber ging viral. Dat Travis, de founder van Uber, in de advies commissie van Trump zit speelde hier ook in mee.
In totaal werden volgens Times zo’n 200.000 accounts opgezegd door boze klanten. Deze stormvloed aan opzeggingen zorgden er voor dat het opzeg proces, dat normaal handmatig werd gedaan, plotseling moest worden geautomatiseerd.
Als reactie stortte Uber 3 miljoen dollar in een fonds voor chauffeurs die worden getroffen door het inreisverbod. Mensen die hun account opzegden kregen een mail met een laatste poging om de ontevreden klant van gedachten te laten veranderen. En Travis koos eieren voor zijn geld, zette zijn ego opzij en stapte uit de adviesraad van Trump.
Even los van het feit dat dit een mooi voorbeeld is van de ‘power of the crowd’, is het natuurlijk de vraag of het opstappen van Travis uit de adviesraad van Trump niet meer is dan symboolpolitiek en een teken van zwak leiderschap. Uiteindelijk is het zwichten op korte termijn druk (en een teken van zwakte), waarbij het lange termijn plaatje uit het oog werd verloren.
KLM doet met ‘Meet & Seat‘ en Seats2Meet met ‘Connect‘: het inzichtelijk maken van wie er in een vliegtuig of op een andere locatie zit, wat de competenties en behoeften zijn en op basis hiervan mensen (proactief) met elkaar verbinden. Dit concept past natuurlijk ook perfect wanneer je gebruik maakt van gedeelde mobiliteit. Als je dan toch bij elkaar in de auto zit, laat het dan ook gelijk een relevante ontmoeting zijn die meer waarde oplevert dan het toevallig van A naar B gaan.
Met ‘UberPool’ wil Uber mogelijk in de toekomst hier ook mee aan de slag gaan. UberPool is een functionaliteit waarbij je aangeeft open te staan je taxi rit te delen in ruil voor korting. Wetende dat je geen idee hebt wie er (dronken of niet) instapt en hoe ver je om moet rijden. In de passagiers en chauffeur forums wordt er flink geklaagd over de functionaliteit, maar het idee is natuurlijk helemaal prima. Als het aantal transportbewegingen maar hoog genoeg is, dan is er altijd wel een match te maken.
In dit stuk geeft de auteur behoorlijk af op een patent dat is aangevraagd door Uber waarbij het bedrijf jou wil laten zien wie er met jou meerijdt op basis van Facebook data. Natuurlijk zou dat een pilot zijn van een discutabele kwaliteit en functionaliteit, maar het basis idee blijft natuurlijk interessant. Misschien nog niet voor nu, maar zeker voor de tijd dat we allemaal van mobiliteit als een service gebruik maken en alle auto’s volledig zelfrijdend zijn….
Daimler en Uber hebben een samenwerking rondom zelfrijdende auto’s afgesloten. Nu is dat niet zo boeiend: Uber doet dit met meer partijen, maar wat wel boeiend is, dat is het volgende fragment:
“This is different from Uber’s arrangement with Volvo, however, in that Daimler will own and operate its vehicles itself, while taking advantage of Uber’s technology and ride-sharing network services.”
Deze stap had ik eigenlijk al eerder verwacht, maar wat hier dus feitelijk gebeurd is dat we beginnen te zien dat Uber helemaal geen zelfrijdende auto’s wil hebben: dat is ene veel te lastige markt waarin je je niet makkelijk kunt onderscheiden. Uber wil het software platform zijn die alle zelfrijdende auto’s met elkaar verbindt. Daarbij maakt het niet uit wie de eigenaar van de auto is, wat het hele model veel schaalbaarder maakt én ‘eenvoudiger’ om een monopoliepositie te claimen.
Deze week werd bekend gemaakt dat autodelen in België in 2016 is verdubbeld. Alsnog een druppel op een gloeiende plaat, maar je moet ergens beginnen. De groei zit ‘m, net als in Nederland, vooral in het peer2peer autodelen. Oftewel: mensen die hun auto beschikbaar stellen om aan anderen te verhuren. Hierbij blijft het aanbod achter op de vraag, wat ook de reden was voor SnappCar om met een private lease constructie te komen.
Hoewel de groeicijfers (SnappCar groeide van 100.000 naar 225.000 autodelers) mooi zijn, bijdragen in een mindshift van mensen en ga zo maar door, valt er natuurlijk ook een hoop op af te dingen. Een deelauto van bijvoorbeeld Greenwheels is 24/7 beschikbaar, 365 dagen per jaar. Wanneer er zo’n auto bij komt, dan kan deze een flink deel van de vraag in de buurt opvangen. Een peer2peer deelauto is veel minder vaak beschikbaar en de drempel om te huren is relatief hoog (communicatie via internet, fysieke transactie, etc.). Hierdoor vermoed ik dat de stijging van de peer2peer deelauto’s een veel minder grotere impact hebben. Daarnaast is de term ‘autodelers’ ook natuurlijk slimme maar ook vage marketingtaal: ik heb zelf bijvoorbeeld accounts bij alle peer2peer auto deel platformen, maar heb in 2016 daar geen gebruik van gemaakt. Geen idee of mijn accounts in de cijfers worden meegeteld.
Om echt iets van de groei te kunnen zeggen moeten we dus ook meer data hebben. Data over gebruik bijvoorbeeld: dan kun je zeggen ‘in 2016 is het gebruik in minuten xx-procent gestegen’. En dan krijg je een veel beter (maar ook waarschijnlijk veel minder sexy) beeld van de werkelijkheid. Gevaar is dat men autodelen op de korte termijn groei gaat afrekenen, terwijl het een transitie is die je op zijn minst over 10 jaar moet meten. Al met al een mooie uitdaging….
Deze week kwam TaxiStartup in mijn timeline voorbij: een startup die een SaaS (Software as a Service) oplossing aanbiedt waarbij iedereen zijn eigen lokale Uber kan starten. Er zijn al meerdere van dit soort aanbieders op de markt, maar deze pakken meestal geen niche aan. Wat dat betreft dus een interessant idee.
Echt interessant wordt het op het moment dat er een partij komt die de software & skills beschikbaar stelt voor lokale aanbieders onder 1 brand. Dus iedereen zijn eigen toko en op basis van API’s met elkaar verbonden. Kan onder 1 merknaam of onder allemaal lokale merknamen. Zou voor Uber ook een stap kunnen zijn, beetje wat Helpling nu doet door ook hele ramenwasserbedrijven aan het platform toe te voegen…
Het artikel dat ik op Sprout.nl publiceerde met de infographic met het overzicht van alle deeleconomie platformen die actief zijn op de Nederlandse markt.
De Engelse vertaling van mijn artikel vorige week waarin ik terugblikte op mijn eigen voorspellingen voor de deeleconomie in 2016. Het laatste half jaar laat ik al mijn belangrijke blogs standaard vertalen naar het Engels. Ik merk dat ik hier weer een heel nieuw publiek mee bereik. Zo is het stuk over Estland op Linkedin intussen meer dan 1.000 keer gelezen, 59x gedeeld en heeft het 87 likes. Puur op basis van organische zoekresultaten.
Foto van de week
Je had hem hier vast verwacht: de infographic. Omdat na het publiceren van de infographic ik werd overspoeld met vragen en tips, heb ik besloten om op deeleconomieinnederland.nl een vaste pagina te maken waar ik iedere maand de meest up2date versie van de infographic deel. Dit is dus de meest recente versie. Uiteraard ook in het Engels te bezichtigen.